Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR376947
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR376947/2
Regeling vervallen per 21-09-2018
Nadere regels Verbranding Afvalstoffen en Stoken op grond van artikel 5:34 Algemene Plaatselijke Verordening
Geldend van 29-09-2016 t/m 20-09-2018
Intitulé
Nadere regels Verbranding Afvalstoffen en Stoken op grond van artikel 5:34 Algemene Plaatselijke VerordeningBurgemeester en Wethouders van Enschede, gelezen het voorstel van LO/WTP van 01-09-2015
Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en artikel 5:34 van de Algemene Plaatselijke Verordening ,
Besluit:
Vast te stellen de navolgende Nadere regels Verbranding Afvalstoffen en Stoken gemeente Enschede
Artikel 1 Periode van verbranding
-
1. Verbranding mag slechts plaatsvinden in de periode van 21 september tot 21 maart, met uitzondering van een paasvuur.
-
2. Verbranding mag slechts plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang, met uitzondering van een paasvuur.
-
3. Verbranding mag niet plaatsvinden op zon- en feestdagen, met uitzondering van een paasvuur op Eerste of Tweede Paasdag.
Artikel 2 Opbouw en Inhoud van de brandstapel
-
1. Met het opbouwen van de brandstapel of het aanleggen van een voorraad hiervoor mag niet eerder worden begonnen dan 21 kalenderdagen voor de datum van de feitelijke verbranding.
-
2. De inhoud van de brandstapel mag niet meer bedragen dan 500 m3.
Artikel 3 Locatie van de brandstapel
- 1.
Het opbouwen en branden moet plaatsvinden op vrij terrein, buiten de bebouwde kom op een onbrandbare ondergrond.
- 2.
Bij een brandstapel, niet zijnde een paasvuur, dienen de hieronder genoemde aan de windkracht gerelateerde veiligheidsafstanden, horizontaal gemeten via de kortste weg tussen stookplaats en omgeving, ten minste in acht te worden genomen.
Volume brandstapel in m³ |
5 |
10 |
15 |
20 |
25 |
30 |
40 |
50 |
100 |
200 |
300 |
400 |
500 |
|
Afstand in meters tot woningen en andere bouwwerken van derden (ook tijdelijke) bij |
≤3Bft |
30 |
35 |
40 |
45 |
50 |
50 |
60 |
60 |
80 |
100 |
110 |
120 |
130 |
4Bft |
60 |
75 |
85 |
95 |
100 |
100 |
120 |
120 |
160 |
200 |
225 |
250 |
275 |
|
Afstand in meters tot bos, heide, veen, rieten kap van derden, opslag brandgevaarlijke stoffen bij |
≤3Bft |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
110 |
120 |
150 |
200 |
225 |
250 |
250 |
4Bft |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
225 |
250 |
300 |
400 |
450 |
500 |
500 |
|
Openbare weg, hoogspanningsmasten bij |
≤3Bft |
25 |
30 |
35 |
35 |
40 |
45 |
50 |
50 |
65 |
85 |
95 |
100 |
110 |
4Bft |
30 |
60 |
70 |
75 |
85 |
90 |
100 |
100 |
130 |
170 |
190 |
200 |
225 |
|
Opgaande begroeiing, houtwallen bij |
≤3Bft |
25 |
30 |
35 |
35 |
40 |
45 |
50 |
50 |
65 |
85 |
95 |
100 |
110 |
4Bft |
50 |
60 |
70 |
75 |
85 |
90 |
100 |
100 |
130 |
170 |
190 |
200 |
225 |
Veiligheidsafstanden bij windkracht ≤3Bft (eerste regel) en 4Bft (tweede regel) in meters.
3.Bij een paasvuur dienen tenminste de hieronder genoemde veiligheidsafstanden in acht te worden genomen. Deze afstanden moeten horizontaal worden gemeten via de kortste weg tussen stookplaats en omgeving,
Object |
afstand in meters tot paasvuur |
bouwwerk met pannendak |
6 x hoogte paasvuur |
bouwwerk met rieten dak |
10 x hoogte paasvuur |
heide |
10 x hoogte paasvuur |
Bos |
10 x hoogte paasvuur |
(feest)tent |
10 x hoogte paasvuur |
openbare weg |
25 |
autosnelweg (A-wegen) |
250 |
bovengrondse hoogspanningskabels* |
40 |
ondergrondse buisleiding |
25 |
publiek |
2 x hoogte paasvuur |
Veiligheidsafstanden tot een paasvuur in meters.
* Indien de afstand tot een hoogspanningskabel kleiner is dan 500 meter moet dit worden gemeld aan de netbeheerder.
Artikel 4 Verbod tot verbranding
-
1. Er mag geen verbranding plaatsvinden:
- -
indien het regent of mistig is, tenzij sprake is van een paasvuur;
- -
bij windkracht 5 Beaufort of meer (de windsnelheid bedraagt dan meer dan 8 m/s), tenzij sprake is van een paasvuur;
- -
bij windkracht 6 Bft of meer is (de windsnelheid bedraagt dan meer dan 10,7 m/s), indien sprake is van een paasvuur;
- -
bij droogte (afkondiging code oranje, kenbaar gemaakt op www.natuurbrandgevaar.nl), tenzij sprake is van een paasvuur;
- -
bij extreme droogte (afkondiging code rood, kenbaar gemaakt op www.natuurbrandgevaar.nl), indien sprake is van een paasvuur.
- -
-
2. Er mag geen verbranding plaatsvinden wanneer de windrichting zodanig is dat verkeer en de directe woonomgeving er hinder van kunnen ondervinden.
-
3. Er mag geen verbranding plaatsvinden als er in de brandstapel wordt gehuisd door dieren of wordt genesteld door vogels.
Artikel 5 Toezicht
- 1.
De verbranding vindt plaats onder verantwoordelijkheid en continu toezicht van de eigenaar van het perceel waarop de verbranding plaatsvindt en/of de organisator van het paasvuur of diens (schriftelijk) gemachtigde.
- 2.
De eigenaar van het perceel waarop de verbranding plaatsvindt en/of degene die het vuur ontsteekt is verplicht al het mogelijke te doen en na te laten dat redelijkerwijs kan worden gevraagd om letsel, gevaar, schade of hinder ten gevolge van het branden te voorkomen en/of te beperken.
- 3.
De verplichtingen in lid 1 en lid 2 gelden totdat het vuur volledig is gedoofd.
Ondertekening
Vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van Enschede op 01-09-2015
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl