Toetsingskader behorend bij de beleidsregel oplaadinfrastructuur elektrische auto’s

Begripsomschrijvingen

Elektrisch voertuig

Een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de Rijksdienst voor Wegverkeer staat geregistreerd als auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig;

Laadpaal

Openbare voorziening, inclusief alle daarbij behorende en achterliggende installaties, waar een elektrische voertuig kan worden opgeladen; een laadpaal kan een of meer oplaadpunten bevatten; de benodigde laadkabel maakt geen deel uit van de laadpaal.

Oplaadpunt

Een op de Laadpaal aanwezige voorziening waarmee de gebruiker zijn voertuig van stroom kan voorzien;

Oplaadvak

Een vak, ter grootte van een standaard parkeervak, dat uitsluitend bedoeld is om elektrische voertuigen op te laden. Middels een te nemen verkeersbesluit, wordt de betreffende locatie hiervoor bestemd. Het oplaadvak is voorzien van een oplaadpaal om elektrische voertuigen op te kunnen laden. Het oplaadvak wordt aangeduid met het bord E8 uit het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) en de onderborden ’uitsluitend bestemd voor het opladen van elektrisch aangedreven voertuigen’.

Openbare ruimte

Onder openbare ruimte wordt in dit geval verstaan de gehele bebouwde kom van de gemeente Enschede. Het buitengebied wordt vooralsnog uitgesloten.

Toetsingscriteria

Parkeergelegenheid op eigen terrein

Voor zover een aanvrager de beschikking heeft of kan hebben over een parkeerplaats, behorende bij de woning, in een parkeergarage onder of nabij de woning of een parkeerterrein, wordt geen medewerking verleend aan het plaatsen van een openbaar oplaadpunt.

Eén oplaadpaal per aanvraag

Per aanvraag geldt een maximum van één oplaadpaal in de openbare ruimte. De gemeente laat alleen een oplaadpaal plaatsen wanneer het bestaande oplaadnetwerk niet voldoende in de behoefte voorziet.

Openbaarheid oplaadpaal

De oplaadpaal moet 24 uur per dag openbaar toegankelijk zijn, in die zin dat deze voor een ieder met een elektrische voertuig te gebruiken is en niet op kenteken is gereserveerd.

Tenaamstelling elektrische voertuig     

Aan een verzoek wordt alleen medewerking verleend indien het elektrische voertuig op naam staat van de aanvrager, dan wel dat er een leasecontract kan worden overgelegd.

Locatie oplaadpaal

Een oplaadpaal wordt geplaatst op strategische locatie in de bebouwde kom op maximaal 250 tot 300 meter (hemelsbreed)van de aanvrager. Hierbij wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met natuurlijke barrières zoals kanalen, spoorlijnen en rijkswegen De voorkeur gaat uit naar centrale, goed bereikbare plekken in de wijk waarbij het aannemelijk is dat de locatie door meerdere gebruikers gedeeld kan worden. Er worden bij voorkeur geen oplaadpalen geplaatst aan drukke invalswegen.

Spreiding van oplaadpalen

Bij de plaatsing van oplaadpalen gaat de gemeente uit van een spreiding in de woonwijken op basis van de tabel in bijlage 1. Bij de plaatsing van een oplaadpaal wordt de overlap met andere oplaadpalen zo minimaal mogelijk gehouden op basis van de maximale loopafstand van 250 tot 300 meter hemelsbreed. Er wordt naar gestreefd dat per oplaadpaal twee parkeerplekken kunnen worden bediend (bij voorkeur vakken met haaksparkeren) en de oplaadpaal uitgebreid kan worden met oplaadpunten of meteen wordt uitgerust met twee oplaadpunten. In beginsel wordt één van de twee plekken dan als oplaadplek ingericht met op termijn de mogelijk ook de tweede als zodanig in te richten.

Parkeerdruk en potentie voor gebruik

Oplaadpalen worden alleen gerealiseerd op plekken met voldoende potentie voor gebruik. De gemeente wijst hiervoor parkeerplaatsen aan. Het reserveren van een parkeerplaats voor het opladen van elektrische voertuigen betekent dat de parkeerdruk in een wijk of straat toeneemt. Bij de beoordeling van de plaatsing van oplaadpalen wordt de parkeerdruk in het gebied meegewogen. Tevens wordt het potentiële gebruik meegewogen.

Parkeren en laden

Het oplaadvak is uitsluitend bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen. Het is niet toegestaan om er te parkeren met een conventionele auto. Dit staat aangegeven met het E8 verkeersbord en de onderborden ’uitsluitend bestemd voor het opladen van elektrisch aangedreven voertuigen’. Voorwaarde is dat het voertuig middels een oplaadkabel met de oplaadpaal verbonden is.

Handhaving

Indien niet-elektrische voertuigen geparkeerd staan op een laadparkeerplaats of elektrische voertuigen niet door middel van een oplaadkabel met de oplaadpaal zijn verbonden, kan de gemeente hier verbaliserend tegen optreden.

Technische voorwaarden

De plaatsing van een oplaadpaal op de betreffende locatie moet technisch mogelijk zijn. Daarbij valt te denken aan de aanwezigheid van kabels en leidingen en het voorhanden zijn van een netwerk.