Verordening Kinderopvang Politieke Ambtsdragers

Geldend van 16-06-2005 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Verordening Kinderopvang Politieke Ambtsdragers

De Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 3 mei 2005,

b e s l u i t

vast te stellen

Gemeenteblad van Enschede

Verordening Kinderopvang Politieke Ambtsdragers

Artikel 1: begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder politieke ambtsdragers:

  • a

    de Burgemeester

  • b

    de Wethouders

  • c

    de Gemeenteraadsleden

Artikel 2: uitzonderingen

Op de onder artikel 1 genoemde personen is artikel 15.3 Enschedese Arbeidsvoorwaarden Regeling (Regeling Kinderopvang) van toepassing voorzover het de uitoefening van hun functie betreft.

Artikel 3: Budget

N.v.t.

Artikel 4: Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking na de bekendmaking ervan en werkt terug tot en met 1 januari 2005

Artikel 5: citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Kinderopvang Politieke Ambtsdragers.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 juni 2005.

de griffier, de voorzitter,

R.M. Jongedijk P.E.J. den Oudsten

Regeling Kinderopvang Ambtelijk Personeel EAR 15.3

Dienst/Sector: DPGO/JPO

Burgemeester en wethouders van Enschede;

Gezien de circulaire van het College voor Arbeidszaken, kenmerk CvA/2004002568 (Lbr. 04/113 CvA/LOGA 04/21) d.d. 9 augustus 2004, over informatie over de Wet kinderopvang die per 1 januari 2005 in werking treedt;

Gelet op artikel 15:3 van de Enschedese Arbeidsvoorwaardenregeling

Gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet

Gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg;

B E S L U I T

vast te stellen de navolgende verordening die wordt ondergebracht in hoofdstuk 26 van de EAR (Kinderopvangregeling gemeente Enschede 2005)

Kinderopvangregeling gemeente Enschede 2005

Artikel 26:0:1:1 Begripsomschrijvingen

1.Voor de toepassing van deze regeling gelden de begripsbepalingen als opgenomen in de artikelen 1 en 2 Wet kinderopvang.

2.Voor zonodig in afwijking van het eerste lid wordt onder de toepassing van deze regeling verstaan onder:

a)Ambtenaar De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 aanhef en sub a van de EAR

b)Werkgeversbijdrage Het gedeelte van de kinderopvangkosten dat de gemeente Enschede aan de ambtenaar vergoedt.

c)Artikel 26:0:1:2 Algemene bepalingen

1.De ambtenaar heeft alleen aanspraak op een werkgeversbijdrage op grond van artikel 26:0:1:4 op dagdelen dat de medewerker gewoonlijk of volgens dienstrooster werkzaam is bij de gemeente Enschede. Indien de ambtenaar ouderschapsverlof geniet, bestaat er geen aanspraak op een werkgeversbijdrage.

2.Kinderopvang vindt plaats in bij of krachtens de wet erkende kinderopvangorganisaties.

Artikel 26:0:1:3 Vormen van kinderopvang

De gemeente Enschede biedt de ambtenaar de keuze uit de volgende vormen van kinderopvang:

a)Dagopvang: opvang in een geregistreerd kindercentrumcrèche of kinderdagverblijf voor een kind in de leeftijd van 0 tot 4 jaar, dat gedurende één of meer dagdelen per week het hele jaar door wordt opgevangen.

b)Buitenschoolse opvang: opvang vóór en na schooltijd en in de vakanties van kinderen van 4 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.

c)Gastouderopvang: opvang van kinderen in de woning van de gastouder. De gastouder mag maximaal vier kinderen (exclusief eigen kinderen) onder zijn hoede nemen.

Artikel 26:0:1:4 Werkgeversbijdrage

De gemeente Enschede betaalt vanaf het moment van plaatsing 1/6de deel van de totale opvangkosten per kalenderjaar. Met ingang van 2005 bedraagt het maximum uurtarief voor de dagopvang euro 5,68 en voor de naschoolse opvang euro 6,13. Deze bedragen zijn identiek aan de maxima die het Rijk hanteerd.

Artikel 26:0:1:5 Ouderbijdrage

1.De ouderbijdrage wordt berekend door de totale kosten van kinderopvang te verminderen met de totale werkgeversbijdrage en de bijdrage die door de belastingdienst betaalbaar wordt gesteld.

2.Indien de werkgeversbijdrage ten onrechte op een te hoog bedrag is gesteld, wordt het gedeelte dat te hoog is toegekend teruggevorderd of verrekend.

Artikel 26:0:1:6 Bijdrage werkgever van de partner

1.De gemeente Enschede gaat ervan uit dat de werkgever van de partner van de ambtenaar 1/6de deel van de totale opvangkosten voor zijn rekening neemt.

2.De ambtenaar regelt zelf een verzoek tot kostendeling van de werkgever van de partner.

3.Indien de werkgever van de partner van de ambtenaar niet bijdraagt aan de kinderopvang, kan de ambtenaar bij de belastingdienst een extra bijdrage aanvragen die inkomensafhankelijk is.

Artikel 26:0:1:7 Procedurele regels

1.De ambtenaar sluit zelf een overeenkomst met de kinderopvangorganisatie, overeenkomstig de bij of krachtens de wet vastgestelde richtlijnen. In de overeenkomst dienen tenminste de volgende gegevens te zijn opgenomen:

·de soort kinderopvang;

·de te betalen prijs per uur;

·de naam, geboortedatum en het adres van het kind;

·het aantal uren kinderopvang van het kind per jaar;

·de duur en opzegtermijn van de overeenkomst.

2.De ambtenaar draagt zorg voor inschrijving bij een erkende kinderopvangorganisatie, regelt zelf de opvang en de financiering.

3.Eenmaal per kalenderjaar dient de ambtenaar een verzoek tot vergoeding in het kader van deze regeling in bij het Meldpunt Kinderopvang van de gemeente Enschede, de werkgever van zijn partner en de belastingdienst aan de hand van de offerte, dan wel de overeenkomst met de desbetreffende kinderopvangorganisatie.

4.De gemeente Enschede betaalt de bijdrage maandelijks aan de ambtenaar. Na afloop van het kalenderjaar geeft de ambtenaar op door de gemeente Enschede te bepalen wijze aan wat de werkelijke kosten zijn geweest. Eventuele verschillen tussen de werkelijke kosten en de betaalde werkgeversbijdrage, worden verrekend.

5.De ambtenaar verstrekt de belastingdienst na afloop van het desbetreffende kalenderjaar een definitieve opgave van de door de ambtenaar betaalde opvangkosten. De gemeente Enschede verstrekt de ambtenaar een overzicht van de aan de ambtenaar verstrekte werkgeversbijdrage.

Artikel 26:0:1:8 Wijziging, vermindering en beëindiging kinderopvang

1.De dagopvang eindigt in de maand waarin het kind de leeftijd van 5 jaar bereikt.

2.Andere vormen van kinderopvang eindigen op de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor het kind begint.

3.De bijdrage eindigt bij overlijden van het kind of indien het kind zodanig blijvend invalide is dat het geen gebruik meer kan maken van de kinderopvang.

4.De ambtenaar kan geen gebruik meer maken van de kinderopvangregeling:

a)met ingang van zijn ontslag;

b)wanneer hij langer dan twee maanden verzuimt de opvangkosten aan de opvangorganisatie te betalen;

c)wanneer de opvangorganisatie wordt opgeheven of niet langer wordt aangemerkt als een erkende instelling;

5.Indien feitelijk langer dan een maand geen gebruik van de kinderopvang is gemaakt - bijvoorbeeld ingeval van ziekte van het kind - kan de ambtenaar de ambtenaar besluiten dat de opvangplaats wordt aangehouden. Indien feitelijk gedurende drie maanden geen gebruik is gemaakt van de kinderopvang, kan de ambtenaar geen gebruik meer maken van de kinderopvangregeling, tenzij de ambtenaar en de gemeente Enschede anders overeenkomen. Voor de duur dat de opvangplaats wordt aangehouden blijft de medewerker de opvangkosten verschuldigd. Wanneer de ambtenaar na beëindiging als in dit lid bedoeld opnieuw van de opvang gebruik wil maken, dient hij opnieuw een aanvraag in te dienen.

6.Indien de ambtenaar de opvang beëindigt is hij verplicht de gemeente Enschede te informeren en de opvangorganisatie binnen de voorgeschreven termijn en op de voorgeschreven wijze te verzoeken de opvang te beëindigen. Deze verplichting geldt ook jegens de opvangorganisatie indien de ambtenaar ontslag krijgt. Deze verplichting is van overeenkomstige toepassing bij een verzoek tot wijziging van de opvang of wijziging van de omvang van de opvang.

7.Indien de ambtenaar niet of niet tijdig verzoekt de opvang te beëindigen of te verminderen en de overeenkomst met de opvangorganisatie daardoor niet tijdig kan worden beëindigd of gewijzigd, is de medewerker voor elke maand of gedeelte van een maand, dat de overeenkomst daardoor (ongewijzigd) voortduurt, de volledige opvangkosten verschuldigd. Ongeacht of de medewerker nog feitelijk gebruik maakt van de opvang.

Artikel 26:0:1:9 Aansprakelijkheid

1.De gemeente Enschede is niet verantwoordelijk voor de kinderopvang. Deze verantwoordelijkheid berust volledig bij de opvangorganisatie. Eventuele klachten dient de ambtenaar te bespreken met de opvangorganisatie.

2.De gemeente Enschede is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van een fout of tekortkoming van de opvangorganisatie.

Artikel 26:0:10 Wijziging

De gemeente Enschede is, indien de praktijk of wetswijziging daartoe aanleiding geeft, bevoegd tot aanpassing of wijziging van de kinderopvangregeling over te gaan.

Artikel 26:0:1:11 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college van burgemeester en wethouders een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 26:0:1:12 Citeertitel en inwerkintreding

1.Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling kinderopvang gemeente Enschede 2005".

2.De "Kinderopvangregeling gemeente Enschede 2000" vervalt per 1 januari 2005.

3.Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Aldus besloten in de vergadering van

Enschede,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,