Vergoedingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke Brandweer 1993

Geldend van 10-09-1996 t/m heden

Intitulé

Vergoedingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke Brandweer 1993

De Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 november 1993,

B e s l u i t

vast te stellen de

Gemeenteblad van Enschede

Vergoedingsregeling voor de vrijwilligers bij de Brandweer

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder "vrijwilliger": vrijwilliger in de zin van de Rechtspositieregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke Brandweer 1993.

Artikel 2 Jaarvergoeding

1 De vrijwilliger geniet per kalenderjaar een vaste vergoeding, welke na afloop van elk kalenderjaar zo spoedig mogelijk wordt uitbetaald.

2 De vaste vergoeding wordt vastgesteld op het bedrag dat in de hierna volgende staat is vermeld achter de door de vrijwilliger beklede rang.

3 In de vaste vergoeding is een bedrag begrepen ter vergoeding van onkosten die worden gemaakt in verband met de beroepsuitoefening.

Deze vergoeding bedraagt f 300,- per jaar.

4 In de vergoeding ten behoeve van officieren is tevens begrepen een onkostenvergoeding van f 5,- per in het kader van de beroepsuitoefening verrichte activiteit, niet zijnde een activiteit als bedoeld in artikel 3, lid 2.

Rangen Jaarvergoeding

aspirant-brandwacht f 470,-

brandwacht f 470,-

brandwacht 1e klasse f 470,-

hoofdbrandwacht f 470,-

onderbrandmeester f 715,-

brandmeester f 715,-

sectiechef f 940,-

Artikel 3 Uurvergoeding

1 De vrijwilliger beneden de rang van adjunct-hoofdbrandmeester - met uitzondering van de brandmeester die tevens ondercommandant is - die, na een door of vanwege de burgemeester ontvangen oproep, deelneemt aan de oefening, of die de lessen van een voor zijn betrekking voorgeschreven cursus volgt, heeft recht op een vergoeding.

2 De vrijwilliger die, na daartoe te zijn opgeroepen, werkelijke dienst verricht in verband met brandbestrijding of andere hulpverleningen, heeft recht op een vergoeding.

3 De vergoeding, bedoeld in het eerste lid onderscheidenlijk de vergoeding bedoeld in het tweede lid wordt vastgesteld op het per uur uitgedrukt bedrag dat in kolom 2 onderscheidenlijk in kolom 3 van de hierna volgende staat is vermeld achter de door de vrijwilliger beklede rang.

4 In de vergoeding bedoeld in dit artikel is een onkostenvergoeding begrepen van f 5,- per in het kader van de beroepsuitoefening verrichte activiteit.

Rangen Bedrag per uur Bedrag per uur

voor oefenen, voor daadwer-

bijwonen kelijke brand-

cursussen e.d. bestrijding en

hulpverlening

aspirant-brandwacht f 14,60 f 27,35

brandwacht f 15,55 f 29,00

brandwacht 1e klasse f 16,80 f 31,60

hoofdbrandwacht f 18,65 f 34,90

onderbrandmeester f 20,50 f 38,40

brandmeester f 23,35 f 43,80

sectiechef afh. rang afh. rang

Artikel 4 Berekeningsbasis vergoedingen

1 De algemene salarismutaties voor de sector gemeenten zoals die in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden worden overeengekomen zijn wat betreft het percentage en de ingangsdatum van overeenkomstige toepassing op de bedragen genoemd in artikel 2, tweede lid en artikel 3, derde lid.

2 De overeenkomstig het vorige lid berekende vaste vergoedingen worden afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf gulden en de uurvergoedingen op het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf cent.

Artikel 5 Wacht-, consignatie- en bewakingsdiensten

Burgemeester en Wethouders kunnen een vergoedingsregeling vaststellen voor het verrichten van wacht-, consignatie- en bewakingsdiensten of andere werkzaamheden door de vrijwilliger.

Artikel 6 Bijzondere vergoeding

Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen aan de vrijwilliger een vergoeding voor derving van loon of inkomsten toekennen wegens het verrichten van de in artikel 3, eerste en tweede lid, bedoelde brandweerdienst.

Artikel 7 Garantiebepaling

Indien de vrijwilliger met toepassing van deze verordening een lagere vaste vergoeding zou ontvangen dan hij ontving op grond van de oude verordening, blijft het laatstbedoelde bedrag voor hem van toepassing.

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

1 Deze verordening, welke kan worden aangehaald als "Vergoedingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke Brandweer 1993" treedt in werking met ingang van de datum van het raadsbesluit.

2 Met ingang van deze datum vervalt de vergoedingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke Brandweer 1972 en de sederdien daarop aangebrachte wijzigingen.

3 De jaarvergoeding als bedoeld in artikel 2, lid 2, de vergoeding voor oefenen en cursussen als bedoeld in artikel 3, lid 1 en de vergoeding voor brandbestrijding en hulpverlening als bedoeld in artikel 3, lid 2 zijn per 1 augustus 1996 vastgesteld op de in de kolommen vermelde bedragen.

TOELICHTING VERGOEDINGSREGELING VRIJWILLIGERS BIJ DE

GEMEENTELIJKE BRANDWEER 1993

1 Algemeen

De vergoedingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke Brandweer 1993 beoogt een betere systematiek aan te brengen in de verschillende bepalingen zoals die op dit moment gelden. De bepalingen uit de vergoedingsregeling 1972 (raadsbesluit 26 november 1972, nr. 94973), de wijzigingen in 1987 (de vaste jaarvergoeding is losgekoppeld van de verplichte deelname aan oefenavonden), alsmede de thans geldende bepalingen over de belastingvrije onkostenvergoeding (circulaire Minister van Binnenlandse Zaken nv.EB93/414) zijn thans ondergebracht in één regeling. Dit komt de overzichtelijkheid ten goede.

2 Artikelgewijze toelichting

a Hoogte jaar- en uurvergoeding

Voor de manschappen geldt een basisvergoeding van f 450,- per jaar; de onderbrandmeester en de brandmeester ontvangen in verband met hun preparatieve taak en verantwoordelijkheden op de wagen f 675,- per jaar. Daarnaast ontvangen de manschappen voor elk uur oefenen, bijwonen van cursussen en dergelijke een vergoeding die in het oude systeem werd berekend naar 80% van het tot uurloon herleide maximum maandbedrag van de bij de desbetreffende rang behorende BBRA-salarisschaal. Alle vrijwilligers ontvangen een vergoeding voor elk uur daadwerkelijke brandbestrijding, vroeger berekend naar 150% van dit uurloon.

Het systeem van herleiden is voor het laatst gebruikt om de vergoedingen per 1 januari 1993 te berekenen. Inmiddels is een nieuw artikel 4 in de vergoedingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke Brandweer ingevoerd. Op grond daarvan kunnen de percentages waarmee de salarissen van de gemeente-ambtenaren volgens de uitkomst van het LOGA-overleg moeten worden verhoogd, rechtstreeks worden toegepast op de vergoedingen. Worden deze salarissen bijvoorbeeld met 2 procent verhoogd, dan worden de vergoedingen eveneens met 2 procent verhoogd. Daarbij hanteert men de ingangsdatum die in het LOGA is afgesproken. Er wordt rekenkundig afgerond. Deze methode is voor de gemeenten eenvoudig toe te passen en men is niet meer afhankelijk van circulaires van het College voor Arbeidszaken.

b Vrijgestelde bedragen - onkostenvergoeding

De vaste onkostenvergoeding van f 300,- per jaar dient ter bestrijding van de vaste jaarlijkse onkosten die geen direct verband houden met het aantal activiteiten. Te denken valt hierbij aan extra energiekosten in verband met het opladen van de pieper, extra telefoonkosten, reinigingskosten van kleding en kosten verbonden aan het bijwonen van korps- en verenigingsavonden. Deze onkostenvergoeding is vrijgesteld van inhoudingen als loonbelasting, inhouding krachtens het Besluit inhouding overheidspersoneel en dergelijke.

De onkostenvergoeding dient ter dekking van de in verband met de activiteiten gemaakte onkosten zoals normale autokosten, extra energiekosten, consumpties en extra verteringskosten (bijvoorbeeld maaltijden). Periodiek (1 keer per kwartaal) wordt vastgesteld hoeveel uren voor onkostenvergoeding in aanmerking komen en hoeveel activiteiten dit betreft. Over het bedrag van f 5,- per activiteit is geen loonbelasting, inhouding krachtens het Besluit overheidspersoneel en dergelijke verschuldigd.

De belastbare vergoeding wordt dus berekend volgens de formule:

(het aantal uren x de uurvergoeding) - (het aantal activiteiten x f 5,-).

Voorbeeld: in de maand januari is een brandwacht 5x uitgerukt (in totaal besloeg dat 10 uur) en heeft hij 4 cursusavonden bezocht (in totaal besloeg dat 8 uur).

De berekening wordt dan: (10 x f 27,60 + 8 x f 14,75) - (5+4) x f 5,- =

(f 276,- + f 118,-) - (9x5) = f 394,- - f 45,- = f 349,-.

Over de berekende f 349,- worden de bekende inhoudingen gepleegd.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 6 december 1993; gewijzigd vastgesteld in de openbare vergadering van 5 februari 1996 en 9 september 1996.

De Secretaris, De Voorzitter,

M.Bruinsma H. Wierenga

M. klass.nr. -1.784.3.08.74