Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2017

De Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 november 2016,

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2017.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a. perceel:

    • 1.

      de onroerende zaak, bedoeld in Hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

    • 2.

      een binnen de gemeente gelegen roerende zaak;

    • 3.

      een gedeelte van een roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • 4.

      een samenstel van twee of meer roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

    • 5.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

  • b. ‘gebruik maken’ in hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

  • c. Voor de niet met name genoemde begrippen wordt aangesloten bij de begripsomschrijving van de Afvalstoffenverordening gemeente Enschede.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van:

    • a.

      het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22. (10.11) van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

    • b.

      het inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen bij percelen en het ter beschikking stellen van plaatsen waar gelegenheid wordt geboden om grove huishoudelijke afvalstoffen achter te laten.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan de ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. De belasting voor het achter laten van afvalstoffen op de afvalbrengpunten West, Zuid of Oost wordt geheven van degene die de afvalstoffen achter laat.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven van de in de hoofdstukken 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de belastingen wordt een gedeelte van een in de tarieventabel bedoelde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De belasting als bedoeld in hoofdstuk I van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting als bedoeld in hoofdstuk II van de tarieventabel wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Als contante betaling van de rechten genoemd in hoofdstuk 2 wordt mede begrepen een rechtsgeldige ondertekende eenmalige incasso machtiging.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting als bedoeld in hoofdstuk I van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee kalendermaanden na de op het aanslagbiljet vermelde dagtekening.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van de belastingplichtige de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal 10, indien aan het navolgende wordt voldaan:

    • a.

      het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere belastingen moet minder zijn dan € 6.500,--;

    • b.

      de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.

De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De in artikel 7 tweede lid bedoelde gedagtekende kennisgevingen moeten worden betaald

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;

    • b.

      ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen vijf dagen na de dagtekening.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Kwijtschelding van de belasting vindt plaats op basis van de Kwijtscheldingsverordening.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 11 tm 19 zijn niet van toepassing

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 20 Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 21 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening reinigingsheffingen 2016’ van 14 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 22, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 22, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening reinigingsheffingen 2017’.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2016

De Griffier, De voorzitter,

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING REINIGINGSHEFFINGEN 2017

Hoofdstuk 1

Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

 

1.0

De belasting wordt per perceel berekend naar een vast tarief (onderdeel 1.1), verhoogd met één of meer gedifferentieerde tarieven (onderdeel 1.2)

 

1.1

Vast deel van de belasting:

 

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar voor het periodiek verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen

€ 199,92

 

 

 

1.2

Variabel deel van de belasting :

 

 

Aanbieding van mini-containers en afvalbakken:

 

 

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per aanbieding van:

 

1.2.1

een container van 240 liter, bestemd voor huishoudelijk restafval

€ 6,90

1.2.2

een container van 140 liter, bestemd voor huishoudelijk restafval

€ 4,03

1.2.3

een container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval

€ 0,00

1.2.4

een container van 140 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval

€ 0,00

 

Bij het gebruik van verzamelcontainers:

 

1.2.5

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per aanbieding van huishoudelijk restafval:

   

1.2.5.1

bij een inwerptrommel van 30 liter

€ 0,86

1.2.5.2

bij een inwerptrommel van 60 liter

€ 1,73

 

 

 

Hoofdstuk 2

Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing grove huishoudelijke afvalstoffen

 

2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting inclusief BTW voor:

 

2.1.1

het achterlaten restafval, hout, puin, (veeg)zand en voertuigbanden op één van de afvalbrengpunten

€ 1,50 per 10 kilo of gedeelte daarvan

2.1.2

het achterlaten van elke hoeveelheid van 10 kg of gedeelte daarvan voor de niet met name genoemde afvalstoffen in 2.1.1

 

€ 0,00

2.2.1

het op aanvraag verwijderen van grove huishoudelijke afvalstoffen (voorrij- en laadkosten):

€ 45,00 per rit

 

Vermeerderd met het verwerkingstarief

 

2.2.1.2.1

voor elke 10 kilogram of gedeelte daarvan voor restafval, hout, puin, (veeg)zand en voertuigbanden

 

€ 1,50

2.2.1.2.2

voor elke 10 kilogram of gedeelte daarvan voor de niet met name genoemde afvalstoffen in 2.2.1.2.1

€ 0,00

  • 1.

    Ingeval een nota of ander schriftuur voor het in rekening brengen van de kosten voor het brengen van huishoudelijk afval moet worden toegezonden, wordt hiervoor € 10,00 in rekening gebracht.

  • 2.

    Indien de belastingplichtige wil wisselen van containervolume, dan wel een extra restcontainer ter beschikking krijgt dan bedragen de kosten € 35,00

  • 3.

    Indien de belastingplichtige bij verwijtbaar verlies of diefstal een nieuwe set containers aanvraagt, dan bedragen de kosten per keer € 65,00

Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven jaarlijkse reinigingsrechten

Niet van toepassing

Hoofdstuk 4 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten

Niet van toepassing

Behoort bij raadsbesluit van 19 december 2016

De griffier van de gemeente Enschede,