Subsidieverordening wijkbudgetten 2017

1. Deze verordening is een bijzondere verordening als bedoeld in artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Enschede 2016.

2. Het verstrekken van subsidies krachtens deze verordening heeft betrekking op het beleidsterrein stadsdeelgewijs werken.

3. Subsidieverstrekking krachtens deze verordening heeft als doel om de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren en de betrokkenheid van bewoners bij en de inzet voor hun buurt, wijk of dorp te stimuleren.

1. Het wordt aan de bewonersorganisatie aan wie subsidie is verleend overgelaten naar eigen inzicht het aan hun toegekende deel van het wijkbudget te verdelen onder de ingediende bewonersinitiatieven.

2. Het in lid 1 van dit artikel bedoelde bewonersinitiatief moet bijdragen aan een of meerdere van de hierna te noemen activiteiten:

• a.

  het bevorderen van de arbeidsparticipatie;

• b.

  een schone en hele leefomgeving;

• c.

  het vergroten van het veiligheidsgevoel;

• d.

  het stimuleren van wijkdiensten voor zorgafhankelijken;

• e.

  het stimuleren van duurzaam gedrag;

• f.

  het bevorderen van de leefbaarheid;

• g.

  het bevorderen van de sociale samenhang.

1. Als subsidieplafond geldt het in de gemeentebegroting vastgestelde bedrag.

2. Het college verdeelt de subsidie over de bewonersorganisaties op basis van het verdeelmodel in het besluit van de Raad d.d. 11 april 2011, ‘wijkbudgetten’.

1. De bewonersorganisatie aan welke subsidie verleend is mag deze alleen in de periode waarvoor de subsidie verleend is besteden.

2. Niet bestede subsidie wordt bij de vaststelling van de subsidie teruggevorderd.

3. In afwijking van het gestelde in lid 1 en 2 kan het college op verzoek van de bewonersorganisatie beslissen voor een periode van maximaal 3 jaar een deel van de subsidie apart te zetten met als doel te sparen voor een vooraf benoemd groot of specifiek initiatief.

4. De bewonersorganisatie kan een voorschot op de subsidie krijgen.

5. Het college kan nadere regels vaststellen ten aanzien van het bepaalde in lid 1, 3 en 4.

1. .Het college beslist uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag om subsidie is gedaan, tenzij de aanvraag later dan 1 oktober is ingediend. In het laatste geval beslist het college binnen 13 weken nadat de aanvraag is ingediend.

2. Het college beslist in geval van toekenning tot subsidieverlening onder het voorbehoud dat in het eerste kwartaal van het jaar waarvoor subsidie is verleend een bestedingsplan, dat onderdeel kan zijn van een wijkprogramma of anderszins, moet worden aangeboden ter goedkeuring aan de stadsdeelcommissie van de raad.

3. De stadsdeelcommissie van de raad beslist in het eerste kwartaal van het jaar waarvoor de subsidie is verleend of het bestedingsplan, dat onderdeel kan zijn van een wijkprogramma of anderszins, wordt goedgekeurd. Indien de beslissing niet in het eerste kwartaal kan worden genomen, wordt deze in het tweede kwartaal genomen.

4. De subsidieverleningsbeschikking vermeldt de eventuele voorschotverlening en de wijze van betaling daarvan.

1. De bewonersorganisatie dient uiterlijk op 1 april volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling, vergezeld van een financiële- en inhoudelijke verantwoording, in.

2. In afwijking van artikel 20 Algemene subsidieverordening gemeente Enschede 2016 is voor subsidies groter dan € 50.000,- geen accountantsverklaring nodig.

3. De subsidiebeschikking vermeldt de wijze van betaling van het subsidiebedrag en een verrekening van eventuele voorschotten.

4. De subsidiebeschikking wordt niet eerder vastgesteld dan nadat:

• a.

  Het college de financiële verantwoording heeft goedgekeurd;

• b.

  De stadsdeelcommissie van de raad de inhoudelijke verantwoording heeft goedgekeurd.