Regeling vervallen per 01-01-2014

Legesverordening 2012

Geldend van 04-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

verordening op de heffing en invordering van leges 2012.

Raadsbesluit  2011registratienummer: 2011-68083

DE RAAD DER GEMEENTE EPE

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van leges 2012.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f.

    ‘APV’: de actuele Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Epe;

  • g.

    ‘GBA’: de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of handelingen worden verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d.

    ontheffingen op grond van artikel 2:73a van de APV (carbidschieten).

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 2,50 worden niet geheven.

  • 5. Voor de toepassing van het bepaalde in het derde lid wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen leges of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 6. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid, bedraagt het tarief 90% van het tarief zoals opgenomen in de tarieventabel en naar beneden afgerond op hele euro’s indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, uittreksel, beschikking e.d. langs de daartoe geopende elektronische weg wordt ingediend en de daarvoor verschuldigde leges gelijktijdig met de aanvraag langs de daartoe geopende elektronische weg worden betaald.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge, een gedagtekende schriftelijke of elektronische kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur of elektronisch bericht. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of door toezending van het elektronische bericht aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6

    • a.

      mondeling of elektronisch wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving.

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen zes weken na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

  • 1.

    onderdeel 1.1.10 (akten burgerlijke stand);

  • 2.

    hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

  • 3.

    hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

  • 4.

    onderdeel 1.4.3 (papieren verstrekking uit GBA);

  • 5.

    hoofdstuk 5 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

  • 6.

    onderdeel 1.8 1 (verklaring omtrent het gedrag);

  • 7.

    hoofdstuk 13 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Legesverordening 2011’ van 25 november 2010, laatstelijk gewijzigd bij collegebesluit van 18 januari 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten:

    • a.

      die zich voor die datum hebben voorgedaan;

    • b.

      waarop de Wet ruimtelijke ordening  of de Woningwet  zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht  nog moeten worden toegepast, met dien verstande dat de van toepassing zijnde tarieven worden verhoogd met 9,0%, waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond op twee decimalen.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2012.

Epe, 10 november 2011

De raad voornoemd,

de voorzitter, Ir. H. van der Hoeve MPA

de griffier, V. Smit

Tarieventabel leges 2013

behorende bij de Legesverordening 2012.

Indeling tarieventabel

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de GBA

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)

Hoofdstuk 6 Bestuursstukken

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

Hoofdstuk 10 Huisvestingswet

Hoofdstuk 11 Leegstandswet

Hoofdstuk 12 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 13 Kansspelen

Hoofdstuk 14 Telecommunicatie

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 16 Diversen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijziging zonder activiteit

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 5 Overige beschikkingen

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

2013

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap op:

1.1.1.1

maandag tot en met donderdag

260,00

1.1.1.2

vrijdag

287,00

1.1.1.3

zaterdag

727,00

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

1.1.2.1

maandag tot en met donderdag

260,00

1.1.2.2

vrijdag

287,00

1.1.2.3

zaterdag

727,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in kasteel Cannenburgh te Vaassen op:

1.1.3.1

donderdag

603,00

1.1.3.2

vrijdag

659,00

1.1.3.3

zaterdag

743,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in het Kulturhus (Stationsstraat 25 te Epe):

457,00

1.1.5

De tarieven, genoemd onder 1.1.1 en 1.1.2 worden verhoogd met

105,00

indien één of beide partners om aanwijzing van een huwelijkslocatie heeft verzocht, als bedoeld in artikel 2 van de Regeling aanwijzing huwelijkslocaties gemeente Epe 2008, of zoals deze regeling laatstelijk is gewijzigd of vervangen en de voltrekking, registratie of omzetting op de gevraagde locatie plaatsvindt.

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.6.1

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering

18,30

1.1.6.2

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering

30,45

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen, per getuige

18,30

1.1.8

Het tarief bedraagt per jaar voor het afsluiten van een abonnement op het wekelijks verstrekken van opgaven uit de registers van de burgerlijke stand:

1.1.8.1

ten behoeve van nieuwsbladen voor wat betreft een gezamenlijke opgave van geboorten, huwelijksaangiften, huwelijk/partnerschapsregistratie en overlijden, uitgezonderd adressen

1.148,00

1.1.8.2

ten behoeve van anderen dan genoemd in onderdeel 1.1.7.1 met vermelding met adressen van:

1.1.8.2.1

geboorten

565,00

1.1.8.2.2

huwelijksaangiften

565,00

1.1.8.2.3

huwelijken/partnerregistraties

565,00

1.1.8.3

Indien de opgaaf als bedoeld in één van de vorige onderdelen eenmaal per maand worden verlangd wordt het tarief verhoogd met

130,00

1.1.9

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan bestede 5 minuten

7,95

1.1.10

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen, een reisdocument voor vreemdelingen,

50,35

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1.1 (zakenpaspoort),

50,35

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort).

50,35

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet:

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt

31,85

1.2.2.2

in andere gevallen dan bedoeld in subonderdeel 1.2.2.1

41,90

1.2.3

De tarieven genoemd in de subonderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 en in onderdeel 1.2.2 worden

1.2.3.1

bij een spoedlevering vermeerderd met

46,60

1.2.3.1

bij een aanvraag in verband met een beschadiging of vermissing van een eerder afgegeven reisdocument vermeerderd met

25,00

1.2.3.2

bij een aanvraag in verband met elke volgende beschadiging of vermissing binnen één jaar vermeerderd met

48,00

1.2.4

De verhogingen genoemd in onderdeel 1.2.3 zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een:

1.3.1.1

rijbewijs

48,35

1.3.1.2

rijbewijs voor 70-jarigen en ouder en voor aanvragers in het bezit van een medische indicatie waardoor de geldigheidsduur wordt beperkt

38,85

1.3.2

de tarieven genoemd in 1.3.1 worden

1.3.2.1

bij een spoedlevering vermeerderd met

34,10

1.3.2.2

bij een aanvraag in verband met een beschadiging of vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met

25,00

1.3.2.3

bij een aanvraag in verband met elke volgende beschadiging of vermissing binnen één jaar vermeerderd met

48,00

1.3.3

De verhogingen genoemd in onderdeel 1.3.2 zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de GBA

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de GBA moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.4.2.1

gegevens, per verstrekking

27,30

1.4.2.2

een uittreksel uit de GBA

7,85

1.4.2.3

een bewijs van Nederlanderschap

7,85

1.4.3

In afwijking van subonderdeel 1.4.2.1 geldt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit GBA het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 37a, tweede lid, van de Regeling GBA.

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de GBA, voor ieder daaraan bestede 5 minuten

7,95

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen op grond van de Wbp

1.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wbp of een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wbp: de maximaal toelaatbare tarieven als genoemd in het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp.

1.5.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van het voorgaande onderdeel meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

Hoofdstuk 6 Bestuursstukken

1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van de gemeentebegroting of de gemeenterekening

25,00

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een (fotokopie van) een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.7.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: de kostprijs die de gemeente Epe moet betalen, vermeerderd met

10,45

zoals dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is meegedeeld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop het bedrag aan leges aan de aanvrager in kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor die vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

1.7.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

15,40

1.7.2.2

de legger, bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

15,40

1.7.2.3

de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

15,40

1.7.2.4

het openbare register van beschermde monumenten, bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

15,40

1.7.2.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb), dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wkpb

15,40

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van informatie uit het Bodem Informatie Systeem voor elk daaraan besteed kwartier

35,80

1.7.4

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel van kadastrale stukken of informatie gelden de tarieven zoals die zijn opgenomen in de Regeling tarieven Kadaster.

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

30,05

1.8.2

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

7,85

1.8.3

tot het legaliseren van een handtekening

7,85

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

1.9

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende (digitale) stukken, voor iedere daaraan bestede 5 minuten

7,95

Hoofdstuk 10 Huisvestingswet

1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet

39,70

Hoofdstuk 11 Leegstandswet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke huur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet

47,60

1.11.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandswet

47,60

Hoofdstuk 12 Winkeltijdenwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

47,60

1.12.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.12.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

47,60

1.12.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.12.1 bedoelde ontheffing

47,60

Hoofdstuk 13 Kansspelen

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.13.1.1

voor één kansspelautomaat

56,50

1.13.1.2

Voor meer dan één kansspelautomaat, voor de eerste kansspelautomaat € 56,50 en voor iedere volgende kansspelautomaat

34,00

1.13.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

47,60

Hoofdstuk 14 Telecommunicatie

1.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

549,00

1.14.1.1

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

1.097,00

1.14.1.2

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Indien een begroting als bedoeld in de vorige volzin is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV)

220,00

1.15.1.2

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

23,00

1.15.1.3

Voor een medische keuring ten behoeve van het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart

23,00

1.15.1.4

tot het verstrekken van een Eigen Verklaring

29,40

1.15.1.5

tot het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 5:2, 5:6 of 5:8 van de APV (parkeren)

191,00

1.15.2

Indien de aanvrager de ontheffing als bedoeld subonderdeel 1.15.1.1 aanvraagt in verband met zijn handicap bedraagt het tarief in afwijking in zoverre van dat subonderdeel

64,00

Hoofdstuk 16 Diversen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.16.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

2,50

1.16.1.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.16.1.2.1

per pagina op papier tot en met A4-formaat

0,10

1.16.1.2.2

per pagina op papier groter dan A4-formaat, tot en met A3-formaat

0,20

1.16.1.2.3

per pagina op papier groter dan A3-formaat

1,00

1.16.1.3

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

47,60

1.16.1.4

stukken of uittreksel, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

0,75

1.16.2

De onder 1.16.1 genoemde tarieven worden met een factor 1,5 vermenigvuldigd indien de verstrekking in kleur plaatsvindt.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (hierna: UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

2.1.1.2

bouwkosten:

De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de UAV 2012, voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft

2.1.1.3

sloopkosten: niet van toepassing in Epe

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomen begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

Niet van toepassing in Epe

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grond een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de bouwkosten:

2.3.1.1.1

€ 5.000,- of minder bedragen

5,21% van de bouwkosten met een minimum van € 116,00

2.3.1.1.2

meer dan € 5.000,- maar niet meer dan € 50.000,- bedragen

€ 260,50 vermeerderd met 3,36% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 5.000,- te boven gaan

2.3.1.1.3

meer dan € 50.000,- maar niet meer dan € 250.000,- bedragen

€ 1.772,50 vermeerderd met 3,27% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 50.000,- te boven gaan

2.3.1.1.4

meer dan € 250.000,- maar niet meer dan € 500.000,- bedragen

€ 8.312,50 vermeerderd met 3,07% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 250.000,- te boven gaan

2.3.1.1.3

meer dan € 500.000,- maar niet meer dan € 750.000,- bedragen

€ 15.987,50 vermeerderd met 2,63% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 500.000,- te boven gaan

2.3.1.1.3

meer dan € 750.000,- bedragen

€ 22.562,50 vermeerderd met 2,57% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 750.000,- te boven gaan, met een maximum van € 132.000.

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit

50%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief

95,20

2.3.3

Planologische strijdigheid waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 10, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

143,00

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 20, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

238,00

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 30, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

5.714,00

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

238,00

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

95,20

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)

100%

van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

100%

van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

95,20

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 10, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

143,00

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 20, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

238,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 30, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

5.714,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

238,00

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

95,20

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)

100%

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

100%

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

95,20

2.3.4.9

indien de aanvraag als bedoeld in subonderdeel 2.3.4.3 wordt geweigerd voordat deze in procedure wordt gebracht, bedraagt het tarief in afwijking in zoverre van dat subonderdeel

306,00

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief

2.3.5.1

bij een oppervlakte van minder dan 500 m2

€ 252,00 vermeerderd met € 0,52/m2 van de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen

2.3.5.2

bij een oppervlakte van 500 m2 of meer, maar minder dan 1.000 m2

€ 283,00 vermeerderd met € 0,46/m2 van de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen

2.3.5.3

bij een oppervlakte van 1.000 m2 of meer, maar minder dan 2.500 m2

€ 313,00 vermeerderd met € 0,43/m2 van de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen

2.3.5.4

bij een oppervlakte van 2.500 m2 of meer

€ 413,00 vermeerderd met € 0,39/m2 van de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Epe aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument

286,00

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht

286,00

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Epe aangewezen dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief

286,00

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

286,00

Aanleggen of veranderen weg

2.3.8

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief

237,00

Uitweg/inrit

2.3.9

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief

237,00

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief

2.3.10.1

bij aanvragen tot en met 5 bomen

159,00

2.3.10.2

bij aanvragen voor meer dan 5 bomen

211,00

2.3.11

Opslag van roerende zaken

2.3.11.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waardoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief

152,00

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.12.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief

381,00

2.3.12.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

370,00

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

334,00

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief

95,20

2.3.14.2

behoort tot en bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

95,20

2.3.14.2.2

Als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

Beoordeling bodemrapport

2.3.16

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

194,00

2.3.16.2

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport, waarbij nader onderzoek noodzakelijk is

415,00

2.3.16.3

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport, waarbij sanering noodzakelijk is

965,00

2.3.16.4

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

152,00

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning

381,00

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

629,00

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

629,00

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

2.4.1.1

bij 5 tot 10 activiteiten

2%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.1.2

bij 10 tot 15 activiteiten

3%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.1.3

bij 15 of meer activiteiten

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning bouwactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

25%

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning bouwactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen twee jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt

25%

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning bouwactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

25%

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in subonderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak.

Hoofdstuk 6 Intrekking

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is

47,60

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project

95,20

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteit

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

2.8.1.1

het verkrijgen van een beoordeling ruimtelijke ontwikkeling door het college

663,00

2.8.1.2

het verkrijgen van een beoordeling ruimtelijke ontwikkeling door de gemeenteraad

2.344,00

2.8.1.3

het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

2.8.1.3.1

indien ter zake vooraf een beoordeling ruimtelijke ontwikkeling door de gemeenteraad is aangevraagd

5.401,00

2.8.1.3.2

in andere gevallen

7.082,00

2.8.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

2.8.2.1.1

indien het college het verzoek afwijst, zonder dat de wijzigingsprocedure wordt opgestart

663,00

2.8.2.1.2

indien het college de aanvraag inhoudelijk in behandeling neemt en de wijzigingsprocedure opstart

2.650,00

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen een andere, in deze titel niet benoemde beschikking

95,20

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

3.1.1

aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en horecawet

381,00

3.1.2

aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en horecawet, indien deze uitsluitend betrekking heeft op de wijziging van een leidinggevende

95,20

3.1.3

aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de APV (exploitatie horeca)

286,00

3.1.4

aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de APV

47,60

3.1.5

melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en horecawet

143,00

3.1.6

aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en horecawet

47,60

3.1.7

Indien de aanvraag als bedoeld in de onderdelen 3.1.1, 3.1.2 of 3.1.3 wordt ingediend door een plaatselijke non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers bedraagt het tarief voor dat onderdeel

55,55

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV

55,55

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.3.1

tot het verlenen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de APV, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2

2.595,00

3.3.2

tot het wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:15, tweede lid, van de APV

95,20

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

71,40

Hoofdstuk 5 Overige beschikkingen

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een

3.5.1.1

ontheffing op grond van artikel 4:18 van de APV (recreatief nachtverblijf)

47,60

vermeerderd met,

in geval van overnachting op gemeentegrond, per persoon per nacht

2,25

in geval van overnachting niet op gemeentegrond, per persoon per nacht

0,90

3.5.1.2

vergunning op grond van artikel 5:13 van de APV (collecteren)

17,05

3.5.2

Indien voor enige aanvraag op grond van deze titel advies bij bureau BIBOB wordt aangevraagd, wordt het betreffende tarief vermeerderd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

3.5.3

Indien een begroting als bedoeld in 3.5.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

47,60

Behoort bij raadsbesluit van 8 november 2012, nr. 2012-31483

de raadsgriffier van de gemeente Epe,

V.J.S.M. Smit

Toelichting op de Legesverordening

Om enorme hoeveelheden tekst te voorkomen, verwijzen wij voor een toelichting naar de toelichting op de VNG-modelverordening leges van 8-7-2011, zoals deze onder meer te vinden is op www.modelverordeningen.nl. Hieronder worden de specifieke keuzes en afwijkingen voor Epe nader toegelicht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Sinds een aantal jaren is een ontheffing nodig om carbid te kunnen schieten (art. 2:73a APV). Om de drempel voor het aanvragen van dergelijke ontheffingen laag te houden, is destijds besloten om hiervoor geen leges te heffen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

Derde lid

Uit efficiencyoverweging is bepaald dat bedragen onder de € 2,50 niet worden geheven.

Vierde lidHiermee wordt bewerkstelligd dat indien er meerdere aanslagen op één biljet worden verzameld, de grens van € 2,50 per biljet geldt.

Vijfde lidOm elektronische dienstverlening te bevorderen wordt een lager tarief gehanteerd bij aanvragen die elektronisch worden ingediend en ook direct worden betaald.

Artikel 6 Wijze van heffing

In dit artikel is een extra bepaling opgenomen om ook op elektronische wijze te kunnen heffen.

Artikel 7 Termijnen van betaling

Eerste lid, onderdeel a

In dit onderdeel is een extra bepaling opgenomen in verband met heffing op elektronische wijze.

Tarieventabel

Titel 1 Algemene dienstverlening

1.1.3

De redactie van dit onderdeel is iets gewijzigd, zodat in één keer de tarieven worden genoemd voor zowel het sluiten van een huwelijk of partnerschapsregistratie als het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in kasteel Cannenburgh. Inhoudelijk is er geen wijziging beoogd.

1.1.4

In dit onderdeel is nu een afzonderlijk tarief opgenomen voor trouwen in het Kulturhus in Epe. Dat is sinds medio 2011 mogelijk.

1.1.5

Het is sinds 2008 mogelijk om op verzoek op een andere locatie te trouwen dan in het gemeentehuis. Dit leidt tot extra kosten ten opzichte van een traditionele huwelijksvoltrekking in het gemeentehuis. Zo moet de locatie worden beoordeeld en moet er een besluit worden genomen om de bewuste locatie aan te wijzen als trouwlocatie. Om de kosten daarvan te dekken is een toeslag ingesteld die aansluit bij de extra tijdsbesteding (ruim een uur).

1.1.7

Er is net als voorgaande jaren een afzonderlijk tarief opgenomen voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen. Het VNG-model voorziet daar niet in.

1.1.8

De abonnementen op registers van de burgerlijke stand in Epe zijn anders vormgegeven dan het VNG-model. Aangesloten is bij de praktijk en hoe dit in het verleden in de legesverordening was geregeld.

1.1.9

Voor naspeuringen werkt Epe met tijdseenheden van 5 minuten in plaats van met 15 minuten (VNG-model). Dit is gedaan omdat naspeuringen veelal minder dan 15 minuten in beslag nemen.

1.1.11

Het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit via optie of naturalisatie is niet geregeld in het VNG-model. De tekst uit de oude legesverordening is overgenomen.

1.2.1. t/m 1.2.4 reisdocumenten

Het Besluit paspoortgelden vermeld de maximaal mogelijke tarieven. Epe hanteert al sinds jaar en dag deze maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05 (in verband met een praktische afhandeling aan de balie). In de regel worden de nieuwe tarieven pas bekend na het opstellen van de legesverordening. Er is daarom voor gekozen om te verwijzen naar het Besluit paspoortgelden voor wat betreft de te hanteren tarieven en daarbij aan te sluiten bij de genoemde maximumtarieven voor de respectievelijke diensten die aangevraagd c.q. verleend worden. Zo werkt een eventuele wijziging in de maximale tarieven automatisch door in de door de gemeente te heffen tarieven.

1.2.5

Er zijn tarieven opgenomen voor vermissingen. Het VNG-model kent deze niet. De redactie voor volgende vermissingen binnen hetzelfde jaar is aangescherpt.

1.3.1

Epe kent onderscheid in tarief tussen rijbewijzen voor 70 jarigen of ouder en aanvragers waarbij de geldigheidsduur is beperkt vanwege medische redenen. Dit is gedaan omdat die mensen het rijbewijs vaker moeten aanvragen. Vanwege het feit dat dit gemeentelijk beleid is, voorziet het VNG-model daar niet in. Het tarief bestaat uit een deel rijksleges, dat geregeld is in de Regeling vergoeding afdracht rijbewijzen en een deel gemeenteleges. Als de rijksleges worden verhoogd, werkt dat door in het totaaltarief dat tot op heden in de verordening was genoemd. In de regel worden ook hier, net als bij de reisdocumenten, de rijkstarieven rijkelijk laat bekend gemaakt te worden. Er is daarom voor gekozen om te verwijzen naar de bedragen, genoemd in de Regeling vergoeding afdracht rijbewijzen, en deze te verhogen met het deel gemeenteleges. Zo werkt een eventuele wijziging van de rijkstarieven automatisch door in de door de gemeente te heffen leges.

1.3.3

Net als bij de reisdocumenten worden ook bij rijbewijzen extra leges in rekening gebracht in geval van vermissingen. De redactie voor volgende vermissingen binnen hetzelfde jaar is aangescherpt.

1.3.4

De minister is van plan om de tarieven voor rijbewijzen te maximeren. De verwachting is dat het maximumtarief rond de € 37 zal uitkomen. Dat is onder het voorgestelde tarief voor 70-plussers. Als het wettelijk maximum in werking treedt – naar verwachting per juli 2012 – wordt daarbij aangesloten. Tot die tijd is deze bepaling niet van toepassing.

1.4.2

Epe kent geen tarief meer voor abonnementen omdat deze in de praktijk niet voorkomen. Wel opgenomen zijn tarieven voor een GBA-uittreksel en voor het doornemen van de GBA.

Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hiervoor zijn geen tarieven opgenomen.

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)

In het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp zijn maximale tarieven vastgesteld die in rekening gebracht mogen worden. Epe sluit aan bij die maxima en benoemt deze niet meer afzonderlijk in de legesverordening.

Hoofdstuk 6 Bestuursstukken

Epe kent alleen een tarief voor het verstrekken van gemeentebegroting en –rekening.

1.7.1

Voor (bestemmings)plannen wordt gewerkt met de zogenaamde begrotingsconstructie omdat de prijs erg afhankelijk is van het aantal pagina’s, grootte, kleur. Dit houdt in dat iemand vooraf wordt geïnformeerd over het te betalen bedrag. Wanneer iemand een dergelijke aanvraag indient, zal de gemeente de kostprijs doorberekenen inclusief € 10,25 opslag in verband met de verwerking van de aanvraag.

1.7.3

De gemeente verstrekt op verzoek informatie uit het Bodem Informatie Systeem. Deze bepaling kent het VNG-model niet.

1.7.4

Aan de balie kunnen ook bepaalde kadastrale uittreksels e.d. worden verstrekt. Voor de tarieven is aangesloten bij de Regeling tarieven kadaster. Het VNG-model kent deze bepaling niet.

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

Er is gekozen voor een algemeen tarief voor kopieën in hoofdstuk 16. Daarom worden voor het gemeentearchief alleen tarieven geregeld in verband met het doornemen van het archief. Het VNG-model voorziet in een veelheid aan tarieven voor verschillende soorten uittreksels.

Hoofdstuk 10 Huisvestingswet

In Epe wordt één type vergunning verstrekt. In het VNG-model zijn andersoortige, voor Epe overbodige vergunningen opgenomen.

Gemeentegarantie

Epe verstrekt geen gemeentegaranties, dus is daarvoor geen tarief opgenomen.

Marktstandplaatsen

De bepalingen hieromtrent zijn opgenomen in de marktgeldverordening

1.13 Kansspelen

In Epe worden vergunningen voor kansspelautomaten voor één jaar verstrekt. Dat maakt sommige bepalingen uit het VNG-model overbodig.

Kinderopvang

Hiervoor is geen afzonderlijk tarief opgenomen.

1.14 Telecommunicatie

Het VNG-model voorziet in ingewikkelde bepalingen, afhankelijk van de lengte van de sleuf die gegraven wordt. Aangezien het een vergunning betreft die veelal een zelfde soort tijdsbesteding kent, is gekozen voor vaste tarieven.

1.15.1.4

Voor het verstrekken van een Eigen Verklaring kent het VNG-model geen tarief, terwijl Epe dat wel hanteert.

1.15.1.5

Voor het parkeren van bepaalde grote voertuigen moet vergunning worden aangevraagd. Het VNG-model voorziet niet in een tariefsbepaling.

1.15.2

Voor gehandicapten is een speciaal, lager, tarief opgenomen voor het aanvragen van ontheffing van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens. Dit is gemeentelijke beleid. Het VNG-model kent hiervoor geen bepaling.

Hoofdstuk 16 Diversen

Er is gekozen om de bepalingen ten aanzien van kopieën, uittreksels e.d. uit de voorgaande legesverordening over te nemen. Het VNG-model kent uitgebreidere, maar ingewikkelde bepalingen.

Titel 2 Dienstverlening vallen onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

Voordat een aanvraag Wabo bouw wordt ingediend, vindt veelal vooroverleg plaats. In Epe wordt vooroverleg beschouwd als een stuk dienstverlening en worden daarvoor, in afwijking van het VNG-model, geen leges geheven. In de meeste gevallen leidt vooroverleg alsnog tot een aanvraag. De opbrengsten komen dus toch wel binnen. Door goed vooroverleg wordt veelal voorkomen dat er aanvragen binnenkomen die niet voldoen aan de eisen. Dat is winst bij het afhandelen ervan.

2.3.1 Bouwactiviteiten

De tariefstructuur van het VNG-model zit iets anders in elkaar dan in Epe. Belangrijk is dat ook Epe een degressieve gestaffelde tariefstructuur kent.

Extra welstandstoets

In Epe worden hiervoor geen extra leges in rekening gebracht.

Verplicht advies agrarische commissie

In Epe bestaat zo’n commissie niet, dus worden hiervoor geen extra leges in rekening gebracht.

Beoordeling aanvullende gegevens

Er is voor gekozen om hiervoor geen extra leges te heffen. Het betekent extra administratie, terwijl het niet veel extra geld oplevert.

2.3.3. en 2.3.4

Het legesbedrag behorende bij uitgebreide voorbereidingsprocedure wabo is opgebouwd uit ambtelijke en administratieve kosten. De kosten voor de benodigde onderzoeken en de ruimtelijke onderbouwing zijn niet in het legesbedrag verwerkt. Deze onderdelen worden door de aanvrager zelf verzorgd en aangeleverd en vallen dus ook buiten het legesbedrag.

2.3.3.1 t/m 2.3.3.5 en 2.3.3.8 (afwijking bestemming)

Het VNG-model gaat uit van een tarief dat een percentage is ten opzichte van de basisleges voor het bouwen. In Epe is bij het invoeren van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening onderzoek gedaan naar de gemiddelde tijdsbesteding van de diverse ontheffingen. Daaruit zijn vaste tarieven naar voren gekomen.

2.3.3.6 en 2.3.3.7 (provinciaal en nationaal belang)

De inschatting is dat projecten van een dergelijke omvang zich in Epe niet of nauwelijks zullen voordoen. Aangezien een inschatting van de extra kosten die dit wellicht met zich meebrengt, niet te maken is, is gekozen voor een zelfde bedrag als voor de basisleges voor bouwen.

2.3.4.9 weigering voor het in procedure brengen

Leges zijn verschuldigd voor het in behandeling nemen van een aanvraag. Sommige aanvragen leiden tot forse legesbedragen. Die zijn in feite alleen terecht als de gehele procedure wordt doorlopen. Nu komt het voor dat mensen via het ambtelijk apparaat informeren of de gemeente mee wil werken aan een bepaalde wijziging. Indien blijkt dat de gemeente dat niet kan of wil, wordt dat ambtelijk meegedeeld. Deze dienstverlening schaart de gemeente onder algemene voorlichting, dus legesvrij. Het komt echter ook voor dat mensen vervolgens nog een officiële aanvraag indienen, waarop een beslissing van het college wordt verlangd. Het antwoord is dan al bekend, maar het kost wel extra tijd om dit uit te werken in een formeel besluit. Er is dan sprake van een aanvraag en van een individualiseerbaar belang, zodat legesheffing mogelijk is. De procedure van wijziging wordt dan niet in gang gezet, zodat de kosten beperkt blijven. Om legesheffing in dergelijke gevallen te laten aansluiten bij de kosten die de gemeente gemiddeld maakt, is hiervoor een afzonderlijk tarief ingesteld.

Als de gemeente wel wil c.q. kan meewerken, dan wordt de procedure tot het wijzigen van de bestemming wel opgestart. Leidt dat er uiteindelijk toe dat de aanvraag geweigerd wordt, dan geldt deze bepaling niet en is het hoge tarief verschuldigd.

2.3.5 brandveiligheid

Het VNG-model kent slechts één vast tarief. In Epe wordt al jaren gewerkt met een gestaffeld tarief, afhankelijk van de grootte van het object.

2.3.7.2 asbesthoudende materialen

Het VNG-model kent een tarief voor alle gevallen waarin er sprake is van asbesthoudende materialen. Al jaren geleden is in Epe ervoor gekozen om alleen voor relatief kleine objecten (tot 35 m2) een speciaal tarief te hanteren. Het gaat met dan name om particulieren. De gemeente wil hen niet ontmoedigen om een vergunning aan te vragen in verband met de veiligheid/gezondheid. Wanneer er grote objecten worden gesloopt waarin asbest is verwerkt, zal het normale tarief voor slopen betaald moeten worden.

2.3.8 Aanleggen of veranderen van een weg

De gemeente kent hiervoor geen bepalingen in de APV. Aangezien de provinciale tarieventabel wel bedragen kent voor dergelijke aanvragen, is deze bepaling opgenomen en is qua tarief aangesloten bij de provincie.

2.3.9 Uitweg/inrit

De gemeente kent hiervoor geen bepalingen in de APV. Aangezien de provinciale tarieventabel wel bedragen kent voor dergelijke aanvragen, is deze bepaling opgenomen en is qua tarief aangesloten bij de provincie.

2.3.10 Kappen

In verband met verschil in behandeltijd tussen aanvragen is onderscheid in het tarief aangebracht. De grens waarbij er duidelijk meer tijd nodig is, ligt (in de praktijk) bij 5 bomen.

2.3.11 Opslag van roerende zaken

De gemeente kent hiervoor geen bepalingen in de APV. Aangezien de provinciale tarieventabel wel bedragen kent voor dergelijke aanvragen, is deze bepaling opgenomen en is qua tarief aangesloten bij de provincie. Gekozen is voor één tarief in plaats van het onderscheid dat het VNG-model maakt, omdat de provincie ook geen onderscheid maakt.

2.3.16.1 Beoordeling bodemrapport

Het VNG-model kent slechts één tarief. Gebleken is dat er grote verschillen bestaan in tijdsbesteding tussen de diverse soorten bodemrapporten.

2.3.16.2 Bodemrapport, nader onderzoek nodig

Het gaat hierbij om bodemrapporten die aanleiding geven tot nader onderzoek. Dat nadere onderzoek betekent meer werk. Dat rechtvaardigt een hoger tarief.

2.3.16.3 Bodemrapport, sanering nodig

Indien na het nader onderzoek blijkt dat sanering noodzakelijk is, levert dat veel meer werk op. Dat rechtvaardigt een hoger tarief.

2.5.1 Teruggaaf na intrekking aanvraag

In afwijking van het VNG-model kent Epe geen onderscheid in het moment van intrekken van de aanvraag. Verder wordt teruggaaf alleen verleend voor de basisleges voor bouwen en niet voor slopen of een aanlegvergunning. Dat laatste vanwege de gematigde tarieven die daarvoor gelden.

2.8. Bestemmingsplanwijzigingen zonder activiteit

De procedure voor bestemmingsplanwijzigingen (art. 3.1, eerste lid WRO) is in 2010 aangepast. De aanvrager heeft een keuze: eerst een ruimtelijke beoordeling (principe-uitspraak) door het college of de raad en vervolgens de procedure, ofwel in één keer aanvragen. Aangezien het hier gaat om forse verschillen in ambtelijke tijdsbesteding, is dat tot uitdrukking gebracht in de tarieven. De VNG kent slechts één tarief en dat sluit niet aan op het Eper beleid.

Het VNG-model kent één tarief voor procedures op grond van artikel 3.6, eerste lid WRO. Het betreft een discretionaire bevoegdheid (in de wet staat een zogenaamde ‘kan’-bepaling) van het college om hieraan medewerking te verlenen. Het kan voorkomen dat het college het verzoek afwijst voordat er echt een inhoudelijke beoordeling plaatsvindt. Het maken van zo’n principebeoordeling kost ongeveer 6,5 uur en leidt tot een tarief van € 682. Als het antwoord afwijzend is, is de aanvraag afgehandeld voordat in feite het echte werk begint. Als het antwoord positief is, gaat het vervolgtraject lopen dat gemiddeld zo’n 21 uur werk met zich meebrengt en kosten van publicaties, hetgeen leidt tot een tarief van € 2.726. Uiteindelijk kan ook zo’n inhoudelijke behandeling leiden tot een afwijzende beschikking, maar dan zijn er wel forse kosten gemaakt. Het onderscheid in kosten tussen beide trajecten is tot uitdrukking gebracht in verschillende tariefstelling.

Het legesbedrag behorende bij bestemmingsplannen en wijzigingsplannen is opgebouwd uit ambtelijke en administratieve kosten. De kosten voor de benodigde onderzoeken en het bestemmingsplan of wijzigingsplan zijn niet in het legesbedrag verwerkt. Deze onderdelen worden door de aanvrager zelf verzorgd en aangeleverd en vallen dus ook buiten het legesbedrag.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn

3.1.2 wijziging leidinggevende

Het VNG-model kent geen bepaling voor wijzigingen van leidinggevende. Daarmee is minder tijd gemoeid, zodat evenals in de oude legesverordening ook nu hiervoor weer een lager tarief wordt gehanteerd.

3.1.3.3 horeca-exploitatie en 3.1.3.4 afwijking sluitingsuur

Het VNG-model kent hiervoor geen bepalingen. Deze bepalingen zijn overgenomen uit de oude legesverordening.

3.1.4

Voor plaatselijke non-profitinstellingen wordt een maatschappelijk tarief gehanteerd voor aanvragen om een drank- en horecavergunning of een horeca-exploitatievergunning. Dit is gemeentelijke beleid, zodat het niet in de modelverordening is opgenomen.

Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen (of markten)

Voor Epe is één tarief opgenomen voor evenementen. Het VNG-model kent nog meer bepalingen die omwille van de eenvoud niet worden gebruikt.

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Deze bepalingen zijn tot op heden nooit toegepast, maar zijn opgenomen voor het geval dat. Daarbij is gebruik gemaakt van vereenvoudigde bepalingen ten opzichte van het VNG-model.

Splitsingsvergunning woonruimte

Hiervoor is geen tarief opgenomen omdat dit weinig voorkomt.

Leefmilieuverordening

Aangezien Epe een dergelijke verordening niet kent, is hiervoor geen tarief opgenomen.

Hoofdstuk 5 Overige beschikking

Het VNG-model heeft geen bepalingen voor vergunningen voor recreatief nachtverblijf of collecteren. Vanuit de oude legesverordeningen zijn deze bepalingen overgenomen.

Verder is een bepaling opgenomen om kosten te kunnen verhalen indien een zogenaamd BIBOB onderzoek nodig is. Omdat van tevoren niet bekend is wanneer dat het geval is, zal dat altijd eerst aan de aanvrager worden meegedeeld. Als hij zijn aanvraag vervolgens intrekt, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. Zo wordt voorkomen dat de aanvrager wordt verrast met een hoge belastingaanslag.