Regeling vervallen per 23-05-2017

Verordening op de uitgangspunten van het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Epe

Geldend van 17-12-2004 t/m 22-05-2017

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten van het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Epe

Raadsbesluit 2003 Nr. D 12

DE RAAD DER GEMEENTE EPE

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (Handelingen van de raad, bijlagenr. D 12);

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

B E S L U I T

vast te stellen: de Verordening op de uitgangspunten van het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Epe.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. administratie:

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Epe en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

b. financiële administratie:

de financiële administratie is een onderdeel van de administratie en omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Epe, teneinde te komen tot een goed inzicht in:de financieel-economische positie;het beheer van vermogenswaarden;de uitvoering van de begroting;het afwikkelen van vorderingen en schulden;alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

c. administratieve organisatie:

het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

d. beheer van vermogenswaarden:

het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Epe.

e. doelmatigheid:

het streven om binnen de gestelde kaders met een zo beperkt mogelijke inzet van beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

f. doeltreffendheid:

de mate waarin de gemeente erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

Hoofdstuk I Begroting en verantwoording

Paragraaf Kaderstellen

Artikel 2 Programmabegroting

  • 1. De raad stelt bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de raadsperiode vast.

  • 2. De raad stelt per programma vast:- de deelprogramma’s waaruit het programma bestaat;- de outcome: wat willen we bereiken ? (beoogde maatschappelijke effecten);- de output: wat gaan we daarvoor doen ? (te leveren producten en diensten);- de input: wat mag het kosten? (de lasten).

  • 3. Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren goederen en diensten (output) en op welke wijze de output wordt gemeten.

  • 4. De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast.

  • 5. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten (output) en de maatschappelijke effecten (outcome) zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3 Producten

  • 1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven welke producten uit de product-raming onder welke programma’s horen.

  • 2. De onderverdeling van de programma’s in producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn om dit te wijzigen; dit wordt dan bij de begroting expliciet gemeld.

Artikel 4 Kaders begroting

  • 1. Het college biedt uiterlijk 15 mei van het begrotingsjaar aan de raad een nota aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.

  • 2. De raad stelt deze nota uiterlijk 1 juni vast.

Paragraaf Uitvoering

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1. Het college draagt zorg voor regels die bewerkstelligen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2. Het college draagt er zorgt voor dat:

    • a.

      de gemeentelijke (deel-)producten in de financiële administratie waaraan de werkelijke lasten en baten door middel van kostentoerekening worden toegerekend, eenduidig zijn toe te wijzen aan de producten van de door het college vastgestelde productraming;

    • b.

      de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen van de vastgestelde investeringsbesluiten eenduidig worden toegewezen aan de afdelingen;

    • c.

      de lasten van de deelprogramma’s niet worden overschreden;

    • d.

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat het verwezenlijken van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komen.

Paragraaf Beheersing en interne controle

Artikel 6 Interne controle

  • 1. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking waaronder de output, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt ze maatregelen tot herstel.

  • 2. Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van een aantal bedrijfsonderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening en de rechtmatigheid van beheershandelingen. Ieder bedrijfsonderdeel der gemeente wordt minimaal eens per acht jaar getoetst.

  • Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets genoemd in lid 2 voor een plan van verbetering. Het college neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Paragraaf Rapportage en Verantwoording

Artikel 7 Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3. De rapportages gaan in hoofdzaak in op afwijkingen ten opzichte van de begroting.

Artikel 8 Jaarrekening

  • 1. Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de afdelingen naar de productenrealisatie en naar de programma verantwoording.

  • 2. Het college legt verantwoording af over de programma’s via beantwoording van de vragen:

    • -

      wat hebben we bereikt (outcome) ?

    • -

      wat hebben we ervoor gedaan (output) ?

    • -

      wat heeft het gekost (input) ?

Hoofdstuk II Financiële positie

Paragraaf Kaderstellen

Artikel 9 Financiële positie

  • 1. Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de financiële begroting en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2. In de financiële begroting wordt aangegeven voor welke onderwerpen en investeringen de raad het college bij het vaststellen van de begroting autoriseert en voor welke onderwerpen en investeringen het college een afzonderlijk voorstel aan de raad voorlegt.

Artikel 10 Reserves en voorzieningen

Het college zorgt er voor dat er een nota reserves en voorzieningen is. Deze nota wordt door de raad vastgesteld en jaarlijks geactualiseerd bij de vaststelling van de begroting in de desbetreffende paragraaf.

Artikel 11 Waardering & afschrijving vaste activa

Het college zorgt er voor dat er een nota activerings- en afschrijvingsbeleid is. Deze nota wordt door de raad vastgesteld en jaarlijks geactualiseerd bij de vaststelling van de begroting in de desbetreffende paragraaf.

Artikel 12 Waardering debiteuren en overige vorderingen

Voor openstaande vorderingen wordt jaarlijks bij het opstellen van de jaarrekening een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid.

Artikel 13 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Epe wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten meegenomen, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verrichte dienstverlening.

  • 2. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald op basis van het rentetotaal van de uitstaande leningen en bij begroting vastgesteld.

Paragraaf Uitvoering, beheersing en interne controle

Artikel 14 Registratie bezittingen en activa

  • 1. Het college draagt zorg voor een actuele en volledige registratie van bezittingen.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd.

  • 3. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten en het (eventuele) plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Hoofdstuk III Paragrafen

Artikel 15 Lokale heffingen

  • 1. Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota lokale heffingen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt ingegaan op de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen, de druk van de belastingen en heffingen over de diverse bevolkingsgroepen en belanghebbenden, de kostendekkendheid van de heffingen, het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid. Verder bevat de nota een overzicht van de verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata waarin tarieven, heffingen en prijzen zijn vastgelegd. Het college draagt er zorg voor dat er een actueel overzicht is van de tarieven, heffingen en kosten per verstrekte dienst.

  • 2. Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven en heffingen door de raad verstrekt het college aan de raad per verordening waarin deze tarieven en heffingen worden vastgelegd, (voor zover mogelijk) de actueel geraamde hoeveelheden per door de gemeente verstrekte dienst, waarover de tarieven en heffingen in rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde kosten van de erin genoemde door de gemeente verstrekte diensten.

  • 3. Bij de begroting en jaarstukken geeft het college in de paragraaf lokale heffingen inzicht in de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de nota lokale heffingen.

Artikel 16 Weerstandsvermogen

  • 1. Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota weerstandsvermogen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt ingegaan op de wijze waarop het college wil omgaan met risico’s. In de nota wordt tevens de gewenste weerstandscapaciteit bepaald.

  • 2. Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de nota weerstands-vermogen.

Artikel 17 Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota onderhoud kapitaal-goederen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota kan in deelnota’s per onderwerp worden uitgebracht. De deelnota’s geven het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, riolering en gebouwen en eveneens de normeringsystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 2. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de nota kapitaalgoederen.

Artikel 18 Financiering

  • 1. Het college beschrijft in een treasurystatuut het beleid en beheer ten aanzien van de treasury-functie. Het college biedt het treasurystatuut en het wijzigen ervan aan ter behandeling en vaststelling door de raad.

  • 2. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering verslag over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het treasurystatuut.

Artikel 19 Bedrijfsvoering

  • 1. Het college stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een nota bedrijfsvoering vast. De nota wordt ter kennisgeving aan de raad gezonden.

  • 2. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf bedrijfsvoering verslag over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de nota bedrijfsvoering.

Artikel 20 Verbonden partijen

  • 1. Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota verbonden partijen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In de nota wordt van elk van de verbonden partijen weergegeven, het bestuurlijk en financieel belang en de zeggenschap van de gemeente hierin.

  • 2. Het aangaan van nieuwe participaties, het beëindigen van bestaande participaties en het wijzigen van bestaande participaties zijn bevoegdheden van de raad.

  • 3. In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen ingegaan op de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de nota verbonden partijen.

Artikel 21 Grondbeleid

  • 1. Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente en aan te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten.

  • 2. In de paragraaf grondbeleid in de begroting en jaarverslag wordt ingegaan op de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de nota grondbeleid.

Artikel 22 Verstrekking subsidies

  • 1. Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota verstrekking gemeentelijke subsidies aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota bevat het beleid voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies.

  • 2. Eenmaal per jaar stelt het college ter uitvoering van deze nota een subsidieprogramma op ter behandeling en vaststelling door de raad.

Hoofdstuk IV Financiële organisatie en administratie

Artikel 23 Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het Rijk, de Provincie en de Europese Unie alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 24 Administratie

  • a.

    De administratie is zodanig van opzet en werking dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • b.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in

de afdelingen;

  • c.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van registergoederen, kapitaal-goederen, voorraden, vorderingen en schulden en reserves en voorzieningen;

  • d.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders;

  • e.

    het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde beheer en bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffend-heid van het gevoerde beheer en bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • g.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde beheer en bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving.

Artikel 25 Administratieve organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodataan de eisen van adequate interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten lastevan de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    een eenduidige beschrijving van werkprocessen en procedures;

  • e.

    een eenduidige beschrijving van de interne controle maatregelen;

  • f.

    aanvullende regels met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie waarin zijn geregeld de noodzakelijke functiescheidingen en de instructies voor de desbetreffende functionarissen.

  • g.

    het maken van afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en besteding van middelen;

  • h.

    de regels voor de verlening van décharge.

Artikel 26 Inkoop

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels voor de inkoop van goederen en diensten en het aanbesteden van werken.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de vaststelling van de verordening door de raad.

Artikel 28 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Beheersverordening gemeente Epe”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 23 oktober 2003
Epe, 23 oktober 2003
De raad voornoemd,
de griffier, V.J.S.M. Smit.
de voorzitter, Drs. L. Eland.

Inhoudsopgave

Artikel 1 Definities

Hoofdstuk I Begroting en verantwoording

Paragraaf Kaderstellen

Artikel 2 Programmabegroting

Artikel 3 Producten

Artikel 4 Kaders begroting

Paragraaf Uitvoering

Artikel 5 Uitvoering begroting

Paragraaf Beheersing en interne controle

Artikel 6 Interne controle

Paragraaf Rapportage en Verantwoording

Artikel 7 Tussentijdse rapportage

Artikel 8 Jaarrekening

Hoofdstuk II Financiële positie

Paragraaf Kaderstellen

Artikel 9 Financiële positie

Artikel 10 Reserves en voorzieningen

Artikel 11 Waardering & afschrijving vaste activa

Artikel 12 Waardering debiteuren en overige vorderingen

Artikel 13 Kostprijsberekening

Paragraaf Uitvoering, beheersing en interne controle

Artikel 14 Registratie bezittingen en activa

Hoofdstuk III Paragrafen

Artikel 15 Lokale heffingen

Artikel 16 Weerstandsvermogen

Artikel 17 Onderhoud kapitaalgoederen

Artikel 18 Financiering

Artikel 19 Bedrijfsvoering

Artikel 20 Verbonden partijen

Artikel 21 Grondbeleid

Artikel 22 Verstrekking subsidies

Hoofdstuk IV Financiële organisatie en administratie

Artikel 23 Financiële administratie

Artikel 24 Administratie

Artikel 25 Administratieve organisatie

Artikel 26 Inkoop

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 27 Inwerkingtreding

Artikel 28 Citeertitel