Regeling vervallen per 01-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2010

Geldend van 10-12-2009 t/m 30-11-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2010

Raadsbesluit 20092009-62249r:n

DE RAAD DER GEMEENTE EPE

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. De begripsomschrijvingen van de Marktverordening gemeente Epe 2004 welke geldt op het moment van het ontstaan van de belastingplicht, is eveneens van toepassing op hetgeen in deze verordening is bepaald.

  • 2. Deze verordening verstaat onder:

    • a.

      kwartaal: een aaneengesloten periode van 3 maanden, ingaande 1 januari, 1 april, 1 juli, dan wel 1 oktober.

    • b.

      marktdag: het gedeelte van een dag waarop markt wordt gehouden.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ worden rechten geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een markt en voor het genot van de diensten die in verband daarmee door of vanwege de gemeente worden verleend.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Het marktgeld genoemd in artikel 4, eerste en tweede lid, wordt geheven aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.

  • 2. Het marktgeld genoemd in artikel 4, derde lid, wordt geheven van de aanvrager van de dienst.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarieven

1.1.

Het tarief bedraagt voor een dagplaats per strekkende meter per dag

2,60

1.2.

Het tarief bedraagt voor een standwerkersplaats per plaats per dag

11,95

2.

Het tarief bedraagt voor een vaste plaats per strekkende meter per kwartaal

21,80

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

3.1.

tot het inschrijven op de wachtlijst

37,30

3.2.

tot het verlengen van een inschrijving op de wachtlijst

21,30

3.2.

tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning

26,50

4.

Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een eenheid aangemerkt als volle eenheid.

Artikel 5 Belastingtijdvak

  • 1. Indien voor een standplaats een vergunning wordt afgegeven, dan is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning geldt, met dien verstande dat bij een vergunning voor meer dan drie maanden het belastingtijdvak gelijk is aan het kwartaal.

  • 2. Het belastingtijdvak voor dagplaatsen en standwerkersplaatsen is één dag.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. In de in artikel 5 bedoelde gevallen is het marktgeld verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Het marktgeld, bedoeld in artikel 4, lid 3.1 tot en met 3.3 is verschuldigd bij de aanvraag van de dienst.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven bij wege van aanslag of bij wege van mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld dat:

    • a.

      bij wege van aanslag wordt geheven worden betaald binnen 7 dagen na dagtekening van de aanslag;

    • b.

      bij wege van mondelinge of schriftelijke kennisgeving wordt geheven worden betaald op het moment van het doen of uitreiken van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Ontheffing en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Indien de belastingplicht met betrekking tot een vaste standplaats in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel derde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot een vaste standplaats in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplichtige aantoont dat hij ten gevolge van overmacht gedurende een aaneengesloten periode van tenminste vier marktdagen de ter beschikking staande plaats niet heeft kunnen innemen en hij gedurende die periode de standplaats niet door een ander heeft laten innemen, wordt op verzoek ontheffing verleend over het aantal marktdagen waarin van de vaste plaats geen gebruik kan worden gemaakt, tenzij door het college een andere plaats voor het houden van de markt is aangewezen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van het marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het marktgeld.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening marktgeld 2007 van 2 november 2006, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 13 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgeld 2010’.

Ondertekening

Epe, 12 november 2009
De raad voornoemd,
de voorzitter, M.van Lente.
de griffier, V. Smit.

Inhoudsopgave

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Artikel 3 Belastingplicht

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarieven

Artikel 5 Belastingtijdvak

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

Artikel 7 Wijze van heffing

Artikel 8 Termijn van betaling

Artikel 9 Ontheffing en heffing naar tijdsgelang

Artikel 10 Kwijtschelding

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel