Regeling vervallen per 24-05-2019

Reglement van orde voor de raadscommissie 2012

Geldend van 25-01-2013 t/m 23-05-2019

Intitulé

Reglement van orde voor de raadscommissie 2012

D E R A A D V A N D E G E M E E N T E E P E ;

gehoord het advies van het presidium 5 juli 2012

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening: Reglement van orde voor de raadscommissie 2012

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van de raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de raadscommissie;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van de raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van de raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling en taken raadscommissie

  • 1.

    De raad stelt een raadscommissie in. Afhankelijk van de agenda kan er parallel een tweede raadscommissie zijn.

  • 2.

    De raadscommissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het gevraagd of ongevraagd uitbrengen van advies aan de raad; het voeren van overleg met

    • b.

      het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur.

Artikel 3 Taken

Vervallen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De raadscommissie bestaat uit alle leden van de raad. Bij een parallelle commissievergadering hebben de raadsleden zitting in één van de twee commissies.

  • 2.

    b Het is de fracties toegestaan zich in de commissie te laten vertegenwoordigen door een niet- raadslid van dezelfde politieke partij.

  • 3.

    Een niet-raadslid uit dezelfde politieke partij komt daartoe slechts in aanmerking als deze voorkomt op een van de kandidatenlijsten voor de laatstgehouden verkiezingen voor de leden van de gemeenteraad. Daarbij dient bij voorkeur te worden uitgegaan van de volgorde van de kandidatenlijst.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter(s) word(t)en door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    De voorzitter(s) zitten de vergadering bij toerbeurt voor en kunnen indien zij aan de beraadslagingen wensen deel te nemen, zich laten vervangen door een van de andere voorzitters. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid en voorzitter(s) eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid houdt op lid te zijn van de raadscommissie indien hij ophoudt lid te zijn van de raad.

  • 3.

    De raad kan de voorzitter(s) ontslaan.

  • 4.

    Een lid en de voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 5.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan, met inachtneming van artikel 4.

  • 6.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    De griffier is verantwoordelijk voor de ondersteuning en de verslaglegging van de raadscommissie.

  • 2.

    Bij iedere vergadering is een commissiegriffier aanwezig.

  • 3.

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt de commissiegriffier vervangen door een door de griffier aangewezen medewerker van de griffie.

  • 4.

    De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en gemeentesecretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders en de gemeentesecretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie plaats op donderdag.

  • 2.

    De vergaderingen van de raadscommissie vangen aan om 19.30 uur en vinden in de regel plaats in het gemeentehuis.

  • 3.

    De raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Agendacommissie

  • 1.

    Er is een agendacommissie.

  • 2.

    De agendacommissie bestaat uit de voorzitter(s) van de raadscommissie en de plaatsvervangend voorzitter van de raad. De voorzitter van de raad kan de vergaderingen van de agendacommissie bijwonen. De griffier of zijn vervanger is in elke vergadering van de agendacommissie aanwezig.

  • 3.

    De plaatsvervangend voorzitter van de raad is voorzitter van de agendacommissie. Een van de voorzitters van de raadscommissie treedt op als zijn plaatsvervanger.

  • 4.

    De agendacommissie heeft tot taak het voorlopig vaststellen van de agenda van de raadscommissie en het aanwijzen van een voorzitter.

  • 5.

    De voorzitter van de agendacommissie kan voorstellen de gemeentesecretaris uit te nodigen voor een vergadering van de agendacommissie.

  • 6.

    De leden van de agendacommissie hebben elk één stem in de agendacommissie.

Artikel 11 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt tenminste zeven dagen voor een vergadering de leden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproep voor de leden beschikbaar gesteld.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering voor de leden beschikbaar gesteld.

Artikel 12 De agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep voor een ieder op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegd c.q. via de gemeentelijke website aangeboden. Indien nadien alsnog stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de oproep door aankondiging in een huis-aan-huisblad op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3.

    Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Vervallen.

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

Vervallen.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Burgers kunnen per agendapunt over de geagendeerde onderwerpen inspreken. Zij melden zich daartoe voor de bespreking van het agendapunt bij de voorzitter of de commissiegriffier.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt de spreektijd en verdeelt deze, rekening houdend met het aantal insprekers.

  • 5.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 18 Verslag

  • 1.

    Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt voor de leden en de collegeleden zo spoedig mogelijk na de vergadering beschikbaar gesteld.

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering wordt, indien mogelijk, het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de commissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient 24 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4.

    Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders, de gemeentesecretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover aanwezig, alsmede de namen van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      welke leden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;

    • e.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 24 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5.

    Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 6.

    Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

  • 7.

    Onverminderd het voorgaande draagt de griffier zorg voor een beeld-en audioverslag

  • 8.

    Het beeld-en audioverslag is tenminste 4 jaar na de commissievergadering op de gemeentelijke website beschikbaar.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 20 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 21 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5.

    Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 23 Beraadslaging

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 25 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 26 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27 Verslag

  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2.

    Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 28 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 29 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 30 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 32 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze is vastgesteld.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de “Verordening op de raadscommissie 2011”, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 juni 2011.

Ondertekening

Epe, 24 januari 2013
Aldus besloten,
De raad voornoemd,
De voorzitter, Ir. H. van der Hoeve MPA
de griffier, V. Smit.

Toelichting op de Verordening op de raadscommissie 2011

Algemene toelichting

In de Gemeentewet wordt onderscheid gemaakt tussen raadscommissies, bestuurscommissies en andere commissies (resp. artikel 82, 83 en 84 Gemeentewet). Raadscommissies bereiden de besluitvorming in de raad voor en voeren overleg met het college en de burgemeester. Bestuurscommissies zijn commissies waaraan bevoegdheden van de raad, het college of de burgemeester worden overgedragen. Andere commissies kunnen alle mogelijke denkbare taken hebben. Er kan gedacht worden aan adviescommissies zoals de commissie bezwaarschriften, ad hoc commissies en wijkraden.

Deze verordening heeft betrekking op de raadscommissie. In veel gemeenten is de afgelopen jaren stil gestaan bij het bestaande vergaderstelsel. De praktijk laat zien dat het commissiestelsel niet alleen op verschillende manieren wordt heringericht, maar dat er ook gemeenten zijn die de keuze hebben gemaakt om zonder raadscommissies te werken. De 'Handreiking vernieuwend vergaderen: voorbeelden uit de praktijk {'Uitgave van de Vernieuwingsimpuls Dualisme en lokale democratie, 2005 (www.vernieuwingsimpuls.nl)} gaat uitgebreid in op de nieuwe overlegvormen. In het najaar van 2006 heeft de raad de keuze gemaakt om te gaan werken met één brede raadscommissie.

De instelling van raadscommissies geschiedt veelal bij verordening, waarin de taken bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de raadscommissies worden vastgelegd. Deze verordening voorziet hierin.

De verordening is gebaseerd op het in 2010 geactualiseerde model van de VNG. In 2006 was een belangrijke wijziging de versterking van het spreekrecht voor burgers in de raadscommissieverordening en het verwijderen van het spreekrecht voor burgers uit het reglement van orde voor de gemeenteraad. Uit de praktijk kwamen steeds meer signalen dat het inspreekrecht tijdens de raadsvergadering niet de goede manier was om burgers te betrekken bij de besluitvorming. Epe kende overigens geen spreekrecht voor burgers in de raadsvergadering.

Juist omdat de raadsvergadering het sluitstuk is van het besluitvormingsproces dat lang daarvoor al is begonnen (ambtelijke organisatie, college, commissies) is de kans klein dat de raad op dat moment - als reactie op het inspreken van een burger - nog van richting verandert. De inspreek-mogelijkheid van de burger tijdens de raadsvergadering kan daarmee als "schijnspreekrecht" worden betiteld. De mogelijkheden van burgers om tijdens de commissievergaderingen in te spreken zou daar en tegen beter benut kunnen worden. Deze vergaderingen zijn doorgaans laagdrempeliger en hebben meer mogelijkheden om met de inspreker in overleg te gaan in een informele setting. Afhankelijk van de grootte van de commissie schuift de inspreker aan tafel bij de commissieleden, in plaats van het spreken achter een spreekgestoelte in de raadsvergadering.

Aangezien de VNG in 2009 het model voor de Verordening op de raadscommissie geheel vernieuwd heeft en wij dat niet toen niet hebben overgenomen en er een aantal wijzigingen zijn in de vergaderstructuur en het voorzitterschap is er voor gekozen om de Verordening op de raadscommissie in zijn geheel te vernieuwen.

Artikelgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Om te voorkomen dat de omschrijving van terugkerende begrippen in de verordening moeten worden herhaald, zijn in deze bepaling een aantal begrippen eenmalig gedefinieerd.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

De verordening is gebaseerd op één raadscommissie. Daarom zijn artikel 2 en 3 van de modelverordening samengevoegd. Uiteraard zijn allerlei andere modellen denkbaar. Nu kan worden volstaan met een artikel 2 dat luidt: De raad stelt een raadscommissie in. De leden 2 tot en met 5 van het model zijn overbodig.

De taken van de raadscommissies zijn vastgelegd in artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet.

In de verordening is er voor gekozen om de taken van de commissie die ook in de wet staan nog eens te noemen.

Raadscommissies bereiden de besluitvorming van de raad voor en overleggen met het college of de burgemeester. Voor wat betreft de invulling van de taken van de raadscommissies zijn ruwweg twee modellen te onderscheiden. In het eerste model is een raadscommissie vooral gericht op voorbereiding en informatievoorziening en vindt het politieke debat plaats in de raad, in het tweede vindt het politieke debat plaats in een raadscommissie en geschiedt de besluitvorming door de raad plaats.

In Epe is een keuze gemaakt voor het eerste model.

De taak om de besluitvorming van de raad voor te bereiden komt tot uitdrukking in de taak advies uit te brengen over een voorstel of onderwerp. De raadscommissie kan ook uit eigener beweging advies aan de raad uitbrengen, ook dit advies kan aanleiding zijn voor besluitvorming in de raad. De taken van de raadscommissie zijn in essentie dezelfde als die van de raad, die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend orgaan.

De raadscommissie bepaalt evenals de raad zijn eigen agenda. Dit betekent dat niet het college maar de raadscommissie bepaalt of een voorstel aan de raadscommissie wordt voorgelegd alvorens het in de raad wordt besproken. Hierover kan uiteraard ook overleg plaatsvinden in het presidium (bestaande uit de leden van elke in de raad vertegenwoordigde fractie en als adviseur de voorzitter van de raad) of de agendacommissie (bestaande uit de plaatsvervangend voorzitter van de raad, de voorzitter(s) van de raadscommissie Veelal zal het echter wel zo blijven dat een onderwerp eerst in een raadscommissie wordt besproken.

Artikel 4 Samenstelling

De raad bepaalt de samenstelling van de raadscommissies. Wel schrijft artikel 82, derde lid, van de Gemeentewet voor dat de raad moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen.

In Epe is in principe gekozen voor één raadscommissie waarvan alle leden van de raad deel uit kunnen maken. Daarmee wordt aan de wettelijke verplichting voldaan.

De raad heeft in zijn vergadering van 25 januari 2007 besloten het de fracties te laten toestaan zich in de commissie te laten vertegenwoordigen door een niet-raadslid van dezelfde partij. De naam van die persoon moet voorkomen op één van de kandidatenlijsten voor de laatstgehouden verkiezingen voor de gemeenteraad.

Niet raadsleden als bedoeld in artikel 4 leggen een verklaring af met betrekking tot de geheimhouding van vertrouwelijke stukken. Afspraken worden gemaakt m.b.t de beschikbaarstelling van stukken, toegang tot de raadsleeskamer e.d.

In de commissievergadering kan per agendapunt de vertegenwoordiging wordt gewijzigd.

Artikel 5 Voorzitter

Artikel 82, vierde lid, van de Gemeentewet schrijft voor dat de voorzitter van een raadscommissie raadslid moet zijn. Om die reden bepaalt artikel 5, eerste lid, dat de raad de voorzitter(s) "uit zijn midden" benoemt. In deze bepaling is er voor gekozen om de voorzitter van de raadscommissie door de raad te laten benoemen.

Het staat de raad echter vrij om te bepalen dat een raadscommissie de voorzitter benoemt. Gelet op de belangrijke functie die de raadscommissies ten opzichte van de raad vervult, ligt het wel in de rede dat de raad de voorzitters benoemt In deze verordening is de keus gemaakt de voorzitter(s) door de raad te laten benoemen.

De voorzitter is geen lid van de raadscommissie. . Dit is een bewuste keuze, op deze wijze kan de voorzitter zich concentreren op zijn taak als (technisch) voorzitter en zijn tijd en energie aanwenden voor het bewaken van de positie van de raadscommissie. Hij hoeft zich niet te bekommeren om de inbreng van zijn fractie in de raadscommissie. Een andere keuze is echter ook denkbaar, de Gemeentewet verzet zich er niet tegen dat de (plaatsvervangend) voorzitter tevens lid van een raadscommissie is. Indien de raad er voor kiest om de voorzitters tevens lid van de raadscommissies te laten zijn dan zullen de artikelen 4 en 5 hierop aangepast moeten worden.

Het ligt voor de hand dat de voorzitter, evenals de leden, van de raadscommissie in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling worden benoemd, aangezien de zittingsperiode van de voorzitters en de leden aan het einde van de zittingsperiode van de raad eindigt (artikel 6, eerste lid).

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

De zittingsperiode van de leden is even lang als de zittingsperiode van de raadsleden, in principe dus vier jaar. De benoeming eindigt derhalve van rechtswege, de raad hoeft hen niet te ontslaan.

De raad kan een voorzitter van de raadscommissie ontslaan, bijvoorbeeld indien deze voorzitter niet meer het vertrouwen van de meerderheid van de raad bezit. Het vierde en vijfde lid voorzien in de situatie van tussentijdse vacature, hetzij door ontslag het zij door overlijden.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

Iedere raadscommissie wordt ondersteund door een commissiegriffier. Dit is een medewerker van de griffie.

De commissiegriffier is altijd bij de vergaderingen van de raadscommissie aanwezig. In principe neemt hij geen deel aan de beraadslagingen, zij het dat de raadscommissie op grond van artikel 24 van de verordening altijd de mogelijkheid heeft om anderen aan de beraadslagingen deel te laten nemen. Of de griffier aanwezig is in de vergaderingen van de raadscommissies zal afhangen van de omvang van de griffie en het daarmee samenhangende profiel van de commissiegriffier. Het kan ook zijn dat de griffier de taken van de commissiegriffier vervult, maar gelet op de overige taken die de griffier moet vervullen wordt dit minder wenselijk geacht.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en gemeentesecretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Het kan gewenst zijn dat een lid van het college, de burgemeester of de gemeentesecretaris deelneemt aan de vergadering van de raadscommissie. De commissie kan per vergadering beslissen of de aanwezigheid al dan niet gewenst is en of de genodigde aan de beraadslagingen mag deelnemen. Artikel 82, vijfde lid, dat artikel 21, tweede lid, van overeenkomstige toepassing verklaard, is hiervoor de grondslag. Dit geldt zowel voor besloten als voor niet besloten vergaderingen. In openbare vergaderingen kunnen collegeleden, de burgemeester en de gemeentesecretaris uiteraard altijd aanwezig zijn. Deelnemen aan de beraadslagingen kunnen zij echter alleen als de raadscommissie hiermee instemt. In de regel zal de portefeuillehouder veelal wel aanwezig zijn ten behoeve van het voeren van overleg en het uitoefenen van controle door de raadscommissie. Onder het begrip gemeentesecretaris worden in dit verband ook de ambtenaren bedoeld die technische informatie kunnen verstrekken over aan de orde zijnde onderwerpen.

De bepaling is met de herziening in 2006 gewijzigd. Er is gekozen voor een wat minder strenge duale redactie. Zo is het artikel over de gemeentesecretaris geïntegreerd in dit artikel en is weggelaten dat aan het college toestemming moet worden gevraagd voor de aanwezigheid van de gemeentesecretaris (aangezien het college werkgever is van de gemeentesecretaris).

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

Veelal zullen de vergaderingen van de raadscommissie plaatsvinden op een vaste dag en plaats voorafgaand aan de vergaderingen van de raad. In Epe is de donderdagavond, met een frequentie van eens in de drie weken, de vaste vergaderavond van de raadscommissie. De raadscommissie vergadert vaker als de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste twee fracties hierom vragen. Afhankelijk van de agenda kan er parallel een tweede raadscommissie zijn.

Indien een raadscommissie een hoorzitting zal willen houden, kan de voorzitter gebruik maken van het derde lid en een andere dag, aanvangsuur of plaats bepalen. Bepaald is dat de voorzitter hierover overleg voert met de griffier. Indien de commissiegriffier echter meer inhoudelijke taken vervult, is het ook denkbaar dat hierover overleg wordt gevoerd met de commissiegriffier.

De vergaderingen van de raadscommissie zijn in de regel openbaar. Op verzoek van een vijfde van het aantal leden van een raadscommissie of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen om achter gesloten deuren te vergaderen. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar is tenzij de raadscommissie anders beslist.

Artikel 10 Agendacommissie

Dit artikel is aan de (model)verordening toegevoegd omdat is gebleken dat veelal behoefte bestaat aan een agendacommissie. De agendacommissie vervult een coördinerende rol bij de agendering van zaken in de commissie. De agendacommissie stelt de agenda van de raadscommissie voorlopig vast. De definitieve vaststelling van de agenda van een raadscommissie geschiedt door de raadscommissie bij de aanvang van de vergadering. De voorzitter van de agendacommissie voert overleg met de voorzitter van het presidium over de voorlopige agenda van de raad. Dit is bepaald in het reglement van orde voor de raad.

Artikel 11 Oproep

De leden van een raadscommissie ontvangen een oproep inclusief de agenda voor een vergadering en de stukken tenminste een week voor de vergadering. Indien in spoedeisende gevallen een aanvullende agenda wordt vastgesteld bedraagt deze termijn minimaal 48 uur voor een vergadering. Uiteraard kan ook voor andere termijnen worden gekozen. Wel zal de termijn uiteraard zodanig moeten zijn dat de leden van een raadscommissie in staat zijn om de stukken te lezen. De stukken ten aanzien waarvan geheimhouding is opgelegd worden niet toegezonden, maar kunnen bij de griffier worden ingezien (artikel 13, derde lid).

Artikel 12 De agenda

De voorlopige agenda voor de commissievergadering wordt vastgesteld door de agendacommissie (artikel 10). Raadsleden kunnen gebruik maken van de rondvraag om onderwerpen aan te dragen voor bespreking in commissieverband. Zo nodig wordt door de agendacommissie het presidium ingeschakeld en eventueel wordt er in de raad over de agendering gestemd.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

Naast de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, worden stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen op een vaste plaats voor een ieder ter inzage gelegd. Veelal zal dit in het gemeentehuis zijn, maar in Epe worden de stukken ook op de gebruikelijke plaatsen in de dorpen ter inzage gelegd. In de openbare kennisgeving wordt vermeld waar de stukken liggen. Originele stukken moeten uiteraard bij de gemeente blijven berusten. Stukken ten aanzien waarvan geheimhouding wordt opgelegd kunnen leden van raadscommissie bij de griffier inzien.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet moet de voorzitter van een raadscommissie tegelijkertijd met de oproep de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering ter openbare kennis brengen. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de oproep en op een bij openbare kennisgeving aan te geven plaats ter inzage gelegd. Deze bepaling geeft hier een regeling voor. Tevens is de verplichting opgenomen om de agenda en de stukken ook op internet te plaatsen. Vanuit het oogpunt van service aan de burger is dit een voor de hand liggende regeling die, doordat de gemeente de beschikking heeft over een website, ook praktisch uitvoerbaar is. Dit is echter niet verplicht op grond van de Gemeentewet.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Vervallen.

Artikel 16 Opening der vergadering en quorum

Vervallen.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

In de algemene inleiding is aangegeven dat bij de herziening van het Reglement van orde ervoor gekozen is het spreekrecht in de raadsvergadering te schrappen en in de commissievergadering meer uit te werken. Dit omdat het besluitvormingsproces in de raadsvergadering al zover gevorderd is dat aan het inspreken geen recht kan worden gedaan. Tijdens de commissievergaderingen zijn er meer mogelijkheden voor de inspreker om van gedachten te wisselen met de commissieleden en zo bij te dragen aan de besluitvorming. Het spreekrecht van burgers kan bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid van de burgers bij het lokaal bestuur, één van doelstellingen van de vernieuwing van het lokaal bestuur.

Het spreekrecht is beperkt gehouden tot geagendeerde onderwerpen, omdat burgers op die manier een doeltreffende bijdrage kunnen leveren aan de beraadslagingen van een raadscommissie. Doordat het spreekrecht betrekking heeft op geagendeerde onderwerpen, kan een burger alleen inspreken over onderwerpen die een raadscommissie aangaan.

In het tweede lid zijn drie onderwerpen opgenomen, waar het spreekrecht niet voor geldt. Als een besluit van de raad of het college vatbaar is voor bezwaar en de burger belanghebbende is, kan de burger een bezwaarschrift indienen. Ook kan een burger beroep instellen bij de rechtbank. In de commissie kan wel gesproken worden over onherroepelijk geworden uitspraken. Verder zijn de benoemingen, keuzen, voordrachten en aanbevelingen van personen uitgesloten van het spreekrecht van burgers. Omdat inspraak over de benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen - de belangen van - kandidaten al dan niet in de uitoefening van hun ambt of functie kan schaden, kunnen burgers hierover geen uitlatingen doen. Als laatste kunnen burgers zich ook niet uitlaten over onderwerpen, waar zij op grond van artikel 9:2 Algemene wet bestuursrecht een klacht over kunnen indienen. Deze procedure gaat voor het spreekrecht van burgers.

De burgers die wensen in te spreken moeten zich voor de vergadering melden bij de commissiegriffier. Op basis van artikel 18, eerste lid, wordt het verslag, nadat het is vastgesteld, op verzoek ter beschikking gesteld en gepubliceerd via de website.

Artikel 18 Verslag

Het conceptverslag wordt zo spoedig mogelijk verstuurd aan de leden. De voorzitter, de leden en de collegeleden hebben het recht een voorstel tot wijziging te doen. Een voorstel tot wijziging wordt voorafgaand aan de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier ingediend. Het recht om aanpassing voor te stellen (derde lid) komt ook toe aan de voorzitter, een lid en een collegelid, dat bij de desbetreffende vergadering aanwezig was. Het is aan de raadscommissie om te beslissen of een voorgestelde wijziging of aanvulling geaccepteerd wordt, aangezien de raadscommissie het verslag vaststelt. Een afwijzing van een dergelijk voorstel is niet vatbaar voor beroep (aldus de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State). Het is aan te bevelen uitsluitend een zakelijke samenvatting van hetgeen besproken is, te geven. De commissiegriffier stelt het verslag op, maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid hiervoor, ligt bij de griffier op grond van het vijfde lid. Na vaststelling van het verslag ondertekenen de voorzitter en de commissiegriffier deze.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

Het stellen van vragen dient ook als een spreektermijn beschouwd te worden. Een spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten. Dit hoeft overigens niets te veranderen aan de praktijk dat een portefeuillehouder antwoordt na de inbreng van de raadsleden in de eerste of tweede termijn. Een verzoek van een raadslid na afloop van de tweede termijn om nog een korte reactie te geven, dient de voorzitter niet te honoreren. Indien de raadscommissie van mening is, dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan hij daartoe uitdrukkelijk besluiten.

Artikel 20 Spreektijd

Dit artikel strekt ertoe te benadrukken dat de raadscommissie op eigen initiatief regels kan stellen over de spreektijd van de leden. Hetzelfde geldt voor de spreektijd van overige sprekers. De voorzitter hoeft dit niet voor te stellen. De voorzitter kan in het kader van zijn taak om de orde tijdens de vergadering te handhaven wel voorstellen de spreektijd te beperken.

Artikel 21 Voorstellen van orde

Ieder lid heeft te allen tijde het recht een voorstel van orde te doen. De beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de raadscommissie. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door de raadscommissie Bij staken van stemmen is het voorstel niet aangenomen, (artikel 32, vierde lid Gemeentewet is hierop niet van toepassing). Een voorstel van orde betreft bijvoorbeeld het schorsen van de vergadering voor een (overleg) pauze.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

Het eerste lid verzekert dat leden van de raadscommissie vrijelijk kunnen spreken. Wel zijn interrupties uiteraard toegestaan voor zover de voorzitter bij een overvloed aan interrupties of in het belang van de voortgang van de beraadslagingen niet bepaalt dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties afrondt. Om te bevorderen dat leden van de raadscommissie zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet bovendien dat artikel 22 van overeenkomstige toepassing is op leden van raadscommissies. Hierdoor zijn leden van raadscommissies niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.

Op basis van het tweede lid kunnen alle sprekers in bepaalde gevallen door de voorzitter tot de orde worden geroepen en kan hen zo nodig over het aanhangige onderwerp het woord ontzegd worden. Ook kan de voorzitter de vergadering schorsen en bij herhaling van de verstoring van de orde, kan hij de vergadering sluiten. In het uiterste geval kan hij een lid het verdere verblijf ontzeggen en hem uit de vergadering doen verwijderen. Indien een lid blijft volharden in zijn gedrag kan hem de toegang tot de vergadering voor ten hoogste drie maanden worden ontzegd. Het vierde lid is sluit aan bij artikel 26, derde lid, van de Gemeentewet, die een dergelijke regeling geeft ten aanzien van raadsleden. Onder interruptie is overigens niet te verstaan het geven van tekenen van goed- of afkeuring; deze uitingen worden beschouwd als verstoringen van de orde. Voor wat betreft de handhaving van de orde op de publieke tribune wordt verwezen naar artikel 30 van deze verordening.

Artikel 23 Beraadslaging

Om de duur van vergaderingen niet onnodig te verlengen, wordt over een voorstel dat in onderdelen of artikelen is verdeeld, in principe in zijn geheel beraadslaagd. In het eerste lid is een uitzonderingsmogelijkheid opgenomen. Zowel de voorzitter als de leden hebben het recht om voor te stellen een voorstel gesplitst te behandelen. Het eerste lid brengt daarmee tot uitdrukking dat de raadscommissie zijn eigen werkwijze bepaalt. Het recht wordt aan ieder individueel raadslid toegekend. Dit past in het streven naar dualisering, aangezien dualisering versterking van de vertegenwoordigende en daarmee agenderende rol van de raadscommissie veronderstelt. Hiertoe dienen ook individuele raadsleden en kleine fracties over adequate instrumenten te beschikken. Indien de schorsing als bedoeld in het tweede lid aan het einde van de tweede termijn plaatsvindt, zijn er vervolgens twee mogelijkheden: er wordt direct tot stemming overgegaan of aan de beraadslagingen wordt een derde termijn toegevoegd (zie artikel 19).

Artikel 24 Deelname aan beraadslaging door anderen

Deze bepaling is noodzakelijk in verband met het in artikel 22 Gemeentewet geregelde verschoningsrecht, dat in artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op leden van de raadscommissie en andere personen die aan de beraadslagingen deelnemen. Het gaat in deze bepaling om anderen dan de leden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouders en de gemeentesecretaris. Deze hebben op grond van artikel 8 van de verordening reeds het recht om aan de beraadslagingen deel te nemen. Uiteraard hebben deze andere sprekers niet dezelfde rechten als de leden. Een andere spreker heeft onder meer geen recht om een voorstel te doen tot wijziging van het verslag, een voorstel over de spreektijd of over de orde van de vergadering.

Artikel 25 Advies

De voorzitter kan de beraadslaging sluiten, als hij vaststelt dat een onderwerp voldoende is toegelicht, tenzij de raadscommissie anders beslist. De raadscommissie neemt geen beslissingen, maar bereidt de besluitvorming in de raad voor en overlegt met het college en de burgemeester. Wel kan de raadscommissie gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de raad. De leden beslissen over het advies. Ten behoeve van het debat in de raad en om recht te doen aan de mening van alle fracties, inclusief minderheidsstandpunten, wordt de standpunten van alle fracties opgenomen. Het ligt voor de hand dat indien een lid het niet eens is met het fractiestandpunt, hier afzonderlijk melding van wordt gemaakt in het advies aan de raad. Het advies kan luiden: rijp voor besluitvorming, hamerstuk; rijp voor beraadslaging of nader advies vragen aan het college of de burgemeester.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 26 Algemeen

Bij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken, het vergaderquorum en voorstellen van orde. De bepalingen van deze verordening zijn echter niet van toepassing, voorzover de toepassing van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal de raadscommissie moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet wordt opgelegd dan wel opgeheven.

Artikel 27 Verslag

Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet is artikel 23 van overeenkomstige toepassing. Het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad en in casu dus de raadscommissie anders beslist. In aanvulling hierop bepaalt het tweede lid van deze bepaling dat het verslag van een besloten vergadering ter inzage liggen bij de griffier. De raadscommissie beslist over het openbaar maken van dit verslag.

Artikel 28 Geheimhouding

Hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 86 van de Gemeentewet nodig. Niet alleen de raadscommissie kan geheimhouding opleggen, ook de voorzitter van de raadscommissie, het college en de burgemeester kunnen geheimhouding aan de raadscommissie opleggen. Overigens kan de raadscommissie ook geheimhouding opleggen aan de raad of het college ten aanzien van stukken die zij aan de raad of het college overlegt (artikel 25, tweede lid, en artikel 55, tweede lid, van de Gemeentewet). De geheimhouding geldt ten aanzien van een ieder die aanwezig is bij een besloten vergadering of die kennis draagt van stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De geheimhouding geldt totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd of de raad, haar opheft.

Artikel 29 Opheffing geheimhouding

Zoals uit de toelichting op artikel 28 blijkt kan de raad de geheimhouding die de raadscommissie aan de raad oplegt, opheffen. In deze bepaling is een overlegverplichting opgenomen waardoor recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 30 Toehoorders en pers

Artikel 26, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet regelen dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toegang kan ontzeggen. Voor raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet, het derde lid voorziet hierin.

Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

Aangezien de vergaderingen van de raadscommissie in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluid- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft.

Artikel 32 Verbod gebruik mobiele telefoons

Dit artikel heeft betrekking op het mobiele telefoonverkeer. Het afgaan van mobiele telefoons werkt verstorend tijdens de vergadering. Dit laat echter onverlet, dat indien zwaarwegende redenen dit noodzakelijk maken, de voorzitter aanwezigen toestemming kan geven hun mobiele telefoon wel stand-by te laten staan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Uitleg verordening en artikel 34 Inwerkingtreding

Deze artikelen behoeven geen toelichting.