Regeling vervallen per 01-01-2015

Regeling werkgeversubsidie gemeente Epe

Geldend van 05-02-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Regeling werkgeversubsidie gemeente Epe

Het college van burgemeester en wethouders van Epe;

overwegende dat het college bevoegd is voor bepaalde vormen van subsidie nadere regels te stellen dan wel specifieke regelingen vast te stellen;

gelet op artikel 21 van de Re- integratieverordening gemeente Epe, hoofdstuk 4, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening van de gemeente Epe;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende Regeling werkgeversubsidie gemeente Epe.

Artikel 1  Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de WWB: de Wet werk en bijstand;

b. de IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

c. de IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

d. Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

e. het college: het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn;

f. de regeling: de Regeling werkgeverssubsidie gemeente Apeldoorn;

g.   de subsidie: de subsidie aan werkgevers voor een dienstverband met personen

  behorende tot de doelgroep van deze regeling;

h. doelgroep: personen met uitsluitend een WWB-, IOAW- of IOAZ- uitkering, die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben;

i. de werknemer: zijnde de persoon behorende tot de doelgroep met wie een dienstverband wordt aangegaan dan wel die door een uitzendbureau op uitzendbasis zonder uitzendbeding in dienst wordt genomen;

j. de werkgever: degene die met de werknemer een dienstverband aangaat dan wel het uitzendbureau dat de werknemer op uitzendbasis zonder uitzendbeding in dienst neemt;

k. dienstverband: een dienstverband aangegaan voor tenminste zes maanden;

l. fulltime dienstverband: een dienstverband met een aantal uren waarmee werknemer niet langer is aangewezen op een uitkering in het kader van de WWB, IOAWof IOAZ.

Artikel 2 Doelstelling

Deze regeling is bedoeld ter bevordering van de re- integratie van de doelgroep door middel van het verstrekken van een subsidie.

Artikel 3. Bevoegdheid van het college

  • 1. De subsidie gericht op re- integratie wordt verstrekt met in achtneming van deze regeling.

  • 2. Het college kan aan een werkgever een werkgeverssubsidie verstrekken in de vorm van

    a. een loonkostensubsidie

Artikel 4 De termijn van aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een subsidie wordt door de werkgever binnen één maand na aanvang van het dienstverband bij het college ingediend.

  • 2. De aanvraag voor een stimuleringssubsidie wordt achteraf na een half jaar dienstverband, en zonder dat daarbij in die periode een beroep is gedaan op een uitkering, ingediend. Deze aanvraag kan niet later worden ingediend dan één jaar na aanvang van het dienstverband.

Artikel 5 Gegevens bij de aanvraag

  • 1. De werkgever verstrekt bij de aanvraag voor subsidie de volgende gegevens:

    a. naam, adres, woonplaats en burgerservicenummer van de werknemer;

    b. een afschrift van de arbeidsovereenkomst dan wel het uitzendcontract waaruit de aard, de duur, de omvang en het salaris van het dienstverband blijkt en

    c. overige gegevens, die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de subsidieaanvraag.

  • 2. Het college kan met betrekking tot de in te dienen gegevens aanwijzingen geven en/of modellen voorschrijven.

Artikel 6  Loonkostensubsidie

  • 1. Het college kan een loonkostensubsidie verstrekken aan de werkgever die met

    belanghebbende een arbeidsovereenkomst van 36 uur per week, dan wel zoveel uren als nodig om niet langer afhankelijk te zijn van een uitkering, als tegemoetkoming voor de verminderde productiviteit en eventueel door de werkgever te maken kosten.

  • 2. De hoogte van de subsidie wordt door het college bepaald en is afhankelijk van de werkloosheidsduur van belanghebbende, de duur van de aangegane arbeidsovereenkomst, de arbeidsduur per week en de beschikbaarheid van de subsidiemiddelen.

  • 3. De loonkostensubsidie wordt gedurende maximaal twaalf maanden verstrekt.

  • 4. Het college stelt de subsidie enkel vast. Het subsidiebedrag wordt per half jaar achteraf uitbetaald nadat de loonstroken over het betreffende half jaar zijn overgelegd.

Artikel 7. Aanvullende weigeringsgrond

De subsidie kan, naast de in artikel 4:25 jo 4:35 Awb en het betreffende artikel van de Algemene subsidieverordening van de gemeente Apeldoorn genoemde gevallen, worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden aan het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 8 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor subsidie binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen dan wel na het compleet worden van de aanvraag.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. De aanvrager wordt daarvan schriftelijk in kennis gesteld.

  • 3. Het college kan -met instemming van de aanvrager- de in het tweede lid genoemde termijn verlengen, indien dit noodzakelijk is voor de afhandeling van het onderzoek. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 9 Meldingsplicht bij gewijzigde omstandigheden

De subsidieontvanger doet onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van alle feiten en omstandigheden, die van belang zijn voor de beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Als feiten en omstandigheden worden in ieder geval beschouwd wijzigingen in de aard, de duur en de omvang van het dienstverband van de werknemer.

Artikel 10 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste afwijken van de bepalingen van deze regeling indien de toepassing tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2. Het college beslist in gevallen waarin deze regeling niet voorziet.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt inwerking op de dag na publicatie van deze regeling.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling werkgeverssubsidie gemeente Epe".

Algemene toelichting

Op grond van de Wet werk en bijstand kan de gemeente voorzieningen (activiteiten en subsidies) verstrekken aan personen die behoren tot de doelgroep. In de Re- integratieverordening gemeente Epe is hiervoor het algemene kader geboden. Tevens is in deze verordening bepaald dat nadere regels kunnen worden gesteld door het college van burgemeester en wethouders. De onderhavige regeling behoort tot deze nadere regels. In deze regeling is gekozen voor het verstrekken van subsidies aan werkgevers, die personen behorende tot de doelgroep een dienstverband van minimaal zes maanden aanbieden.

Als de gemeente aan werkgevers, die met personen behorende tot de doelgroep een ongesubsidieerd dienstverband aangaan, rechtstreeks subsidie verstrekt, is er sprake van een publiekrechtelijke rechtshandeling waarop de Awb van toepassing is. De Awb bevat een groot aantal dwingende voorschriften over subsidies, waarvan de gemeente niet mag afwijken. Zo bepaalt artikel 4:23 Awb, dat de gemeente verplicht is in beginsel een subsidieverordening vast te stellen.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.

Dit artikel geeft enkel een omschrijving van een aantal relevante begrippen.

De definitie van subsidie is niet opgenomen in dit besluit aangezien artikel 4:21 Awb een dwingende en algemene begripsomschrijving geeft. Dit artikel definieert subsidie als "een aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten". De subsidie bedoeld in sub g dient als stimulans voor werkgevers om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Tevens dient de subsidie als compensatie voor een eventuele mindere arbeidsprestatie van de werknemer alsmede voor de kosten van begeleiding en scholing die noodzakelijk is voor de betreffende werknemer om te kunnen functioneren op de werkplek.

In sub h wordt de doelgroep gedefinieerd; voor personen met uitsluitend een WWB-, IOAW- of IOAZ uitkering kan een (loonkosten)subsidie worden verkregen. Op grond van artikel 12 van deze regeling zou het college in individuele gevallen kunnen afwijken. Personen met een UWV- uitkering dan wel een combi-uitkering komen niet in aanmerking voor een loonkostensubsidie. Het is overigens wel mogelijk dat UWV deze loonkostensubsidie volledig inkoopt bij de gemeente. UWV dient dan alle kosten voor haar rekening te nemen.

In sub i wordt de werknemer gedefinieerd als de persoon behorende tot de doelgroep met wie een dienstverband wordt aangegaan dan wel die door een uitzendbureau op uitzendbasis zonder uitzendbeding in dienst wordt genomen.

In sub j wordt de werkgever gedefinieerd; hiertoe worden ook uitzendorganisaties die een

uitzendcontract zonder uitzendbeding met personen behorende tot de doelgroep van deze regeling aangaan, gerekend. Overigens komen werkgevers in alle sectoren in de economie in Nederland in aanmerking voor de loonkostensubsidie, mits zij aan de voorwaarden voldoen. Dit is uitdrukkelijk vereist op basis van de Europese regelgeving op het gebied van mededinging en oneerlijke concurrentie.

In sub l wordt de definitie gegeven van een fulltime dienstverband. Een fulltime dienstverband is een dienstverband dat bestaat uit zoveel uur dat de persoon nodig heeft om bijstands-onafhankelijk te worden.

 

Artikel 3.

De WWB bepaalt dat de gemeente bij verordening regels stelt hoe zij om gaat met het verstrekken van noodzakelijk geachte voorzieningen. In de Re-integratieverordening gemeente Epe is bepaald, dat het college van burgemeester en wethouders subsidies kan verstrekken. In deze artikelen wordt nogmaals aangegeven dat daarbij deze regeling in acht moet worden genomen.

 

 

Artikel 5.

In dit artikel is bepaald, dat bij de aanvraag bepaalde bewijsstukken moeten worden bijgesloten, waaronder een kopie van het arbeidscontract dan wel het uitzendcontract moet worden overhandigd.

 

Artikel 6.

De absolute voorwaarde om voor een loonkostensubsidie in aanmerking te kunnen komen is, dat het dienstverband met de werknemer voor tenminste zes maanden aangegaan dient te worden. Wanneer een korter dienstverband wordt aangegaan, kan geen subsidie worden verstrekt. Ook wanneer een persoon behorende tot de doelgroep via een uitzendbaan aan het werk gaat, kan door het uitzendbureau een loonkostensubsidie worden verkregen. Voorwaarde hierbij is dat dit alleen mogelijk is als er geen sprake van een uitzendbeding is.

De werknemer is in beginsel voor 36 uur per week, dan wel zoveel uren als nodig is om niet meer bijstandsafhankelijk te zijn, in dienst bij de werkgever en ontvangt daarvoor loon, dat door de werkgever is bepaald. Het college kan besluiten van deze urenvereiste af te wijken, indien de uitkeringsgerechtigde een gedeeltelijke ontheffing heeft van de arbeidsplicht.

 

Artikel 7.

De Awb geeft een aantal gronden waarop een subsidie geweigerd dient te worden. Ex artikel 4:25 Awb dient een subsidie te worden geweigerd als door de verstrekking van de subsidie het

subsidieplafond zou worden overschreden. Bij de onderhavige subsidie geldt zo’n subsidie-plafond.

Artikel 4:35 lid 1 Awb bepaalt, dat de subsidieverlening kan worden geweigerd indien er een gegronde reden bestaat om aan te nemen, dat:

a. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

b. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voorzover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

Het tweede lid van artikel 4:35 Awb bepaalt, dat de subsidieverlening voorts in ieder geval kan worden geweigerd wanneer de aanvrager:

a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid;

b. failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend, dan wel daartoe een verzoek bij de rechtbank is ingediend. In aanvulling op deze wettelijke weigeringsgronden is in artikel 9 nog een grond opgenomen. Daarnaast kent de ASV ook nog een aantal weigerings-gronden.

 

Artikel 8.

De afhandelingstermijn is conform artikel 4:13 Awb gesteld op acht weken. Verlenging van deze termijn met ten hoogste acht weken is mogelijk. Met het oog op een zorgvuldige afhandeling, dient de aanvrager hiervan echter schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Mocht gaandeweg het onderzoek naar het verstrekken van een subsidie blijken, dat de totale termijn van 16 weken ontoereikend is om het onderzoek (volledig en zorgvuldig) af te handelen, dan kan de verdagingstermijn worden verlengd. Voorwaarde is echter, dat de aanvrager hiermee instemt. Van deze "extra" verlenging dient de aanvrager -ondanks dat hij/zij er al mee heeft ingestemd- schriftelijk in kennis te worden gesteld.

 

Artikel 9.

In dit artikel is de inlichtingenverplichting van de subsidieontvanger nader uitgewerkt. Wijzigingen in de aard, de duur en de omvang van het dienstverband van de werknemer zijn van eminent belang voor de subsidieverstrekking. Derhalve is er voor gekozen om de schriftelijke melding aan het college van deze wijzigingen expliciet op te nemen in deze regeling.

 

Artikel 10.

In dit artikel is de zogenaamde hardheidsclausule opgenomen. In individuele gevallen kan het college hiervan gebruik maken.

 

Artikel 11

De inwerkingtreding van deze regeling is bepaald op de publicatiedatum van deze regeling.

Artikel 12

Dit artikel spreekt voor zich.