Evenementenbeleid

Geldend van 24-07-2013 t/m heden

Intitulé

Evenementenbeleid

DE BURGEMEESTER VAN DE GEMEENTE EPE

EN

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE EPE

ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 juni 2013, nr. 2013-21146;

overwegende dat het hierbij niet uitsluitend gaat om beschikkingen als bedoeld in artikel 2:25 van de APV (evenementenvergunning), maar ook beschikkingen die worden genomen op grond van andere wettelijke regelingen voor activiteiten die met een evenement verband houden;

BESLUIT

het evenementenbeleid vast te stellen.

1 Uitgangspunten van het beleid

Maatschappelijk belang

Door maatschappelijke ontwikkelingen, zoals toename van vrije tijd, mobiliteit en relatief toegenomen welvaart, zijn evenementen in aantal, omvang en gemiddelde besteding toegenomen.

De trend van meer evenementen betekent automatisch een grotere druk op de gemeente om beleid te ontwikkelen op het gebied van beheersbaarheid. Denk hierbij aan de openbare orde, veiligheid, milieuaspecten en het beheer van de openbare ruimte. In bijlage III is een overzicht opgenomen van de aantallen evenementen in de gemeente Epe.

Uitgangspunt bij dit beleid is dat evenementen belangrijk zijn voor de gemeente, het dorp of de wijk, bijvoorbeeld evenementen die in toeristisch/ recreatief opzicht voor Epe gunstig/ positief zijn. Bezoekers/toeristen worden daardoor aangetrokken en het (toeristisch) imago van de gemeente wordt versterkt.

Tegelijkertijd worden via het evenementenbeleid eventuele negatieve kanten van evenementen ingeperkt, want evenementen kunnen dan beheersbaar, veilig en ordelijk plaatsvinden.

Verder heeft de gemeente tot taak voorwaarden vooraf te stellen en voorschriften te verbinden aan een evenement. Een evenement dient een veilig evenement te zijn voor iedere bezoeker. Ook de mate van hinder die elk evenement voor omwonenden met zich meebrengt, moet binnen de grenzen van redelijkheid beperkt of voorkomen worden.

Schema positieve en negatieve aspecten van evenementen

Positief

Negatief

Versterking van het leefklimaat, sociale samenhang, “burgergevoel”

Geluidsoverlast

Belangrijke economische functie,

Het genereren van inkomsten

Wegafzettingen

Positief imago van Epe, o.a. als toeristische gemeente met activiteiten

Vervuiling van de leefomgeving

Risico van vandalisme/ agressie en andere veiligheidsrisico’s (ongevallen)

Onduidelijkheid over frequentie evenementen

(wat kan men in zijn buurt verwachten)

Risico imagoschade gemeente

Regiegemeente

Het evenementenbeleid bevat een verdere uitwerking van met name de genoemde punten: zelfverantwoordelijkheid en minder bureaucratie.

Samenbrengen van beleid

De gemeente Epe heeft op diverse momenten besluiten genomen over zaken die betrekking hebben op evenementen. In dit beleid zijn deze diverse besluiten opgenomen, geactualiseerd en aangevuld.

Kadernota veiligheid

In samenhang met de Kadernota Veiligheid wordt in dit beleid verwezen naar het Regionaal Evenementenbeleid. Daarnaast wordt verder uitwerking gegeven aan de doelstelling om randvoorwaarden en een kader te creëren waarbinnen een zorgvuldige afweging plaatsvindt.

2 Wettelijk kader & begripsbepaling

Paragraaf 2.1 Wettelijk kader

Gemeentewet

Op grond van artikel 174 van de Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden (evenementen) alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en de daarbij behorende erven. Hij is voorts bevoegd bij de uitoefening van dat toezicht de bevelen te geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn en hij is belast met de uitvoering van verordeningen voor zover deze betrekking hebben op dit toezicht. 

Algemene wet bestuursrecht

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) betreft een kaderwet voor het aanvragen en afgeven van beschikkingen (evenementenvergunning).

Daarnaast regelt de Awb de mogelijkheden van bezwaar en beroep voor belanghebbenden.

Algemene Plaatselijke Verordening

Door de gemeenteraad vastgestelde verordening die regels bevat ter handhaving van de openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu.

Bestuurlijke bevoegdheid/verantwoordelijkheid

De burgemeester is het bevoegde bestuursorgaan op het gebied van het verlenen van:

  • -

    een evenementenvergunning op grond van de APV (artikel 2:25);

  • -

    het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 35 Drank- en Horecawet voor het verstrekken van zwakalcoholische drank bij een gelegenheid van tijdelijke aard.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij onder meer:

  • -

    ontheffingen (o.a. geluid, stoken openvuur, gebruik openbare ruimte/ gemeentegrond);

  • -

    verkeersbesluiten (Wegenverkeerswet).

Paragraaf 2.2 Vastgesteld lokaal beleid

Voor bepaalde onderdelen van het evenementenbeleid of onderdelen die het evenementenbeleid raken gelden binnen onze gemeentegrenzen de volgende beleidsregels:

  • -

    Beleidsregels met betrekking tot het beoordelen van aanvragen voor evenementenvergunningen in de gemeente Epe

  • -

    Beleidsregels uitstallingen en voorwerpen op of aan de weg

  • -

    Beleidsregel evenementenvergunning voetbalrisicowedstrijden

  • -

    Beleidsregel kamperen buiten kampeerterreinen

  • -

    Beleidsregel toezicht en handhaving horeca

  • -

    Beleidsregel eindtijden evenementen

Indien van toepassing worden de volgende (beleids)voorschriften standaard gekoppeld aan de verleende vergunningen:

  • -

    voorschriften gebruik (feest)tenten, Brandweer Apeldoorn-Epe, afd. preventie & objectpreparatie, geactualiseerd september 2008;

  • -

    voorschriften bak- en braadinrichting en gasinstallaties, Brandweer Apeldoorn-Epe, afd. preventie & objectpreparatie, geactualiseerd september 2008.

Paragraaf 2.3 Regionaal evenementenbeleid

De handreiking bestaat uit een procedure voor de behandeling van aanvragen voor grootschalige evenementen, een draaiboek/calamiteitenplan en een risicoscan voor de beoordeling van de risico’s.

De procedures die opgenomen zijn in de handreiking zijn verwerkt in het beleid. De Handreiking Multidisciplinair evenementenbeleid blijft echter een aanvulling op het beleid van de gemeente Epe ten aanzien van evenementen en vervangt deze dus niet. De handreiking is namelijk met name gericht op zeer grootschalige evenementen waarvan de aard of de publieksaantrekkelijke werking vanuit oogpunt van de openbare orde, veiligheid of gezondheid dusdanig risicovol is dat zonder nadere regels niet in borging van de veiligheid kan worden voorzien.

3 Procedure

Paragraaf 3.1 Soorten evenementen

Sub-paragraaf 3.3.1.1 Toelichting begrip evenement

In artikel 2:24 van de APV wordt een definitie gegeven van het begrip evenement.

Niet alle feesten, bijeenkomsten en sportwedstrijden vallen onder de definitie die is opgenomen in de APV van het begrip evenement. Als voorbeeld kan een besloten feest worden aangehaald dat plaatsvindt op particulier terrein. De onderdelen dat het feest besloten is en niet op of aan de weg plaatsvindt, maakt dat de activiteit niet valt onder het begrip evenement. Onder besloten wordt overigens verstaan dat de organisator vooraf weet welke gasten op het feest aanwezig zijn.

Heeft het feest echter als doel om winst te behalen of ter promotie van een product of dienst, dan is het mogelijk dat hiervoor andere toestemmingen nodig zijn dan een evenementenvergunning. Zo kan de Drank- en Horecawet van toepassing zijn voor de verkoop van alcohol of kan er strijdigheid zijn met het bestemmingsplan vanwege de bedrijfsmatige aard van de activiteiten. Het al dan niet bedrijfsmatig zijn, is echter geen directe reden om de activiteit aan te merken als een evenement in de zin van de APV.

Is het feest niet besloten, dan is er sprake van een evenement. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een straatfeest. Hoewel op voorhand lijkt wie aanwezig zullen zijn, zijn gasten, kennissen of familie van buurtbewoners doorgaans welkom op dergelijke activiteiten. De organisator kan dus op voorhand niet met naam en toenaam aangeven wie aanwezig zullen zijn. Ditzelfde geldt wanneer er kaartverkoop plaatsvindt voor een feest. De organisator weet niet op voorhand wie wel en niet een kaart zal kopen. Bij kaartverkoop is immers iedereen welkom die een kaart wil kopen.

Het is daarnaast mogelijk dat een activiteit een bepaalde uitstraling heeft naar de omgeving. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een particulier feest op particulier terrein een zodanig bezoekersaantal heeft dat dit nadelige gevolgen heeft voor de parkeerdruk in de omgeving. In zekere zin strekt deze activiteit zich buiten het particuliere terrein en valt het evenement alsnog onder de definitie van evenement. Ditzelfde geldt wanneer handelingen van bezoekers van de activiteit directe gevolgen hebben voor de omgeving. Uiteraard moet er een clausaal verband bestaan tussen de handelingen en de activiteit.

Sub-paragraaf 3.1.2 Activiteiten op de weg

Een fietstocht, wandeltocht of een tocht met voertuigen wordt niet in alle gevallen aangemerkt als evenement. Wanneer bij een dergelijke tocht hinder kan ontstaan, parkeerdruk of de tourtocht heeft andere effecten op de omgeving, dan kan een melding of vergunning nodig zijn.

Om helderheid te bieden in welke tochten onder het begrip evenement vallen, zijn de onderstaande criteria geformuleerd.

Een fietstocht, wandeltocht of een tocht met voertuigen valt onder het begrip van evenement zoals bedoeld in artikel 2:24 van de APV indien op of aan de weg objecten worden geplaatst of wanneer verkeersmaatregelen genomen moeten worden.

Wanneer in de gemeente Epe geen objecten worden geplaatst en geen verkeersmaatregelen nodig zijn, dan is geen evenementenvergunning nodig.

Vaak zal de organisatie een verklaring van geen bezwaar aanvragen bij de gemeente Epe. Deze verklaring kan nodig zijn vanwege verzekeringstechnische redenen of voor het verkrijgen van een vergunning van een andere gemeente of de provincie.

Sub-paragraaf 3.1.3 Evenementen in een horecagelegenheid

Evenementen die alleen worden gehouden in horecagelegenheden, hebben geen evenementenvergunning nodig zolang de activiteiten plaatsvinden binnen de in de Drank- en Horecawetvergunning genoemde horecalokaliteiten.

Het gros van de horeca-inrichtingen valt onder het Besluit algemene regels inrichtingen wet Milieubeheer (Activiteitenbesluit). Bedrijven die onder dit Besluit vallen moeten voldoen aan de voorschriften die daarin zijn opgenomen (bevat o.a. voorschriften omtrent geluid).

Het afwijken van de normen van dit Activiteitenbesluit (hogere geluidsproductie) kan worden toegestaan via artikel 4:3 van de APV. In het hoofdstuk geluid van dit beleid wordt dit verder toegelicht.

Een regulier terras behoort tot een horeca-inrichting. Zodra men buiten de eigen inrichting (inclusief het reguliere terras) een evenement op straat organiseert, is een evenementenvergunning vereist.

Paracommerciële instellingen, waaronder verenigingen en stichtingen, kunnen ook vergunningsvrij en zonder meldingsplicht in hun horecagelegenheid (dorpshuis, kantine etc.) evenementen organiseren. Deze evenementen moeten echter wel passen binnen de doelstelling van het bestuursreglement. Aandachtspunt voor deze organisaties zijn extra voorschriften die gelden vanuit de Drank- en Horecawet:

  • -

    het is verboden in de inrichting bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen te houden;

  • -

    het is verboden de mogelijkheid tot het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard openlijk aan te prijzen, hiermee te adverteren of reclame te maken.

Evenementen die plaatsvinden in andere gebouwen of lokaliteiten vallen onder het begrip evenement. Dit betekent dat een braderie of snuffelmarkt in een sporthal onder het begrip evenement valt en dat hiervoor een melding of vergunning nodig is.

Collectieve festiviteiten

In artikel 4:2 van de APV is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders per kalenderjaar collectieve festiviteiten kan aanwijzen waarvoor de geluidsnormen genoemd in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en artikel 4:5 van de APV (het ten gehore brengen van onversterkte muziek binnen inrichtingen) niet geldt. De collectieve festiviteiten die hiermee bedoeld worden zijn de dagen waarop traditie getrouw horecabedrijven meer geluid produceren dan tijdens de reguliere exploitatie. Het gaat hierbij ook om dagen waarbij het maatschappelijk acceptabel wordt geacht dat enige overlast ontstaat. Voorbeelden van jaarlijks aan te wijzen dagen zijn:

  • -

    de jaarwisseling

  • -

    carnaval

  • -

    Koninginnedag/ Koningsdag

  • -

    Bevrijdingsdag

In lid 8 van artikel 4:2 van de APV is het tijdstip 23.30 uur als eindtijd voor het mogen overschrijden van de geluidsnormen opgenomen. De eindtijd voor het overschrijden van de geluidsnormen is niet gekoppeld aan de sluitingstijd voor het horecabedrijf zelf. Hiervoor kan door de burgemeester een ontheffing worden verleend.

Incidentele festiviteiten

In artikel 4:3 van de APV is tevens opgenomen dat inrichtingen maximaal zes keer per kalenderjaar de geluidsnormen mogen overschrijden die genoemd staan in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en artikel 4:5 van de APV (het ten gehore brengen van onversterkte muziek binnen inrichtingen). Op grond van lid 8 van dat artikel geldt hierbij een eindtijd van 23.30 uur voor het overschrijden van de geluidsnormen.

Voorwaarde hierbij wel is dat de houder van een horecabedrijf ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

De eindtijd voor het overschrijden van de geluidsnormen is niet gekoppeld aan de sluitingstijd voor het horecabedrijf zelf. Hiervoor kan door de burgemeester een ontheffing worden verleend.

Paragraaf 3.2 Klein evenement en vrijstelling

In dit beleid wordt onderscheid gemaakt tussen kleine en overige evenementen.

Een klein evenement is een evenement waarbij:

  • -

    minder dan 500 personen als bezoeker en/of deelnemer worden verwacht;

  • -

    de activiteiten (inclusief de op- en afbouw) plaatsvinden tussen 07.00 uur en 23.30 uur.

Een klein evenement is in ieder geval een:

  • -

    een straatfeest;

  • -

    een braderie met minder dan 40 kramen;

  • -

    een optocht met minder dan 5 voertuigen en minder dan 20 deelnemers;

  • -

    een muziekvoorstelling tussen 07.00 uur en 23.30 uur;

  • -

    een fiets- of loopwedstrijd op de weg met minder dan 50 deelnemers.

Sub-paragraaf 3.2.1 Vrijstelling

In artikel 2:25, lid 1 van de APV is bepaald dat het verboden is zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

Op grond van artikel 2:25, lid 2 van de APV kan de burgemeester bepaalde categorieën evenementen vrijstellen van de vergunningsplicht.

Het gaat hierbij om kleine evenementen waar geen verstoring van de openbare orde en openbare veiligheid te verwachten is, geen overlast te verwachten is voor de omgeving ten aan zien van parkeerdruk en waarbij er geen ontoelaatbare geluidsoverlast te verwachten is.

Op grond van artikel 2:25, lid 2 van de APV besluit de burgemeester de volgende categorieën evenementen vrij te stellen van de vergunningsplicht:

    • a.

      een straatfeest;

    • b.

      een braderie met minder dan 40 kramen;

    • c.

      een optocht met minder dan 5 voertuigen en minder dan 20 deelnemers;

    • d.

      een muziekvoorstelling van tussen 07.00 uur en 23.00 uur;

    • e.

      een fiets- of loopwedstrijd op de weg met minder dan 50 deelnemers.

Aan deze vrijstelling worden de volgende voorwaarden verbonden:

    • 1.

      het totaal aantal bezoekers en/of deelnemers mag niet meer bedragen dan 500 personen;

    • 2.

      de activiteiten (inclusief de op- en afbouw) dienen plaats te vinden tussen 07.00 uur en 23.30 uur;

    • 3.

      het evenement mag geen belemmering vormen voor het verkeer en de hulpdiensten;

    • 4.

      tijdens het evenement mag geen weg of een deel van de weg afgesloten worden, tenzij het een doodlopende weg betreft of een parallelweg binnen de bebouwde kom waarbij het verkeer geen hinder ondervindt door het gebruik van de weg door de organisatie en geen omleidingroutes nodig zijn voor derden om woningen of bedrijven of anderszins te bereiken;

    • 5.

      het is toegestaan objecten anders dan tenten te plaatsen met oppervlakte van minder dan 32 m² per object;

    • 6.

      het is niet toegestaan een tent te plaatsen of in gebruik te nemen waar meer dan 49 personen in aanwezig kunnen zijn;

    • 7.

      geen toegangprijs wordt gerekend of verrekend;

    • 8.

      het is niet toegestaan vuurwerk te ontbranden tijdens het evenement.

    • 9.

      hulpverleningsdiensten moeten altijd vrije doorgang hebben. Alle straten moeten een vrije doorgang bieden van minimaal 4 meter aan brandweer, politie en ambulance;

    • 10.

      voorzieningen voor brandweer (bluswater) mogen nooit belemmerd worden. Deze voorzieningen moeten altijd bereikbaar zijn;

    • 11.

      tijdens het evenement dienen voldoende [bij meer dan 200 bezoekers: 1 per 200 á 250 bezoekers] geoefende EHBO’ers cq BHV’ers aanwezig te zijn;

    • 12.

      op het evenemententerrein dient/dienen de locatie[s] waar de EHBO’ers cq BHV’ers zich bevinden duidelijk aangegeven te zijn;

    • 13.

      er dienen voldoende afvalbakken aanwezig te zijn;

    • 14.

      schade veroorzaakt aan gemeente-eigendommen wordt verhaald op de organisator van het evenement;

    • 15.

      de tijdens het gebruik van het terrein aldaar achtergelaten of ontstane verontreinigingen moet direct na afloop van het evenement verwijderd worden. Bij niet-nakoming hiervan zal de gemeente deze werkzaamheden uitvoeren of laten uitvoeren op kosten van de organisator.

Voor het houden van evenementen waarbij op voorhand duidelijk is dat niet voldaan zal worden aan de voorwaarden en voorschriften dient een vergunning aangevraagd te worden.

Paragraaf 3.3 Overige evenementen

Voor de overige evenementen die niet vallen onder de definitie van klein evenement is in alle gevallen een vergunning nodig. Voor deze evenementen wordt advies gevraagd aan de politie en brandweer.

Paragraaf 3.4 Risico-evenementen

Door de Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland is een Handreiking Multidisciplinair evenementenbeleid opgesteld. Dit document moet eraan bijdragen dat grootschalige evenementen binnen deze regio worden gecategoriseerd, als zijnde risicovol evenement. Belangrijk bij risicovolle evenementen is de voorbereiding in geval van opschaling. De multidisciplinaire afstemming en het scenario denken zijn hierbij van essentieel belang en onderdeel van deze handreiking.

De handreiking geeft houvast aan alle betrokken partijen bij de voorbereiding en uitvoering van een risicovol evenement. Middels de handreiking wil de Veiligheidsregio met de aanpak van grootschalig c.q. risicovol evenement een kwaliteitsslag maken.

Een grootschalig risico-evenement is een evenement dat op grond van de risicoscan behorend bij de Handreiking Multidisciplinair evenementenbeleid van de Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland aangemerkt wordt als risico-evenement.

Voorbeelden van grootschalige risico-evenementen zijn:

  • -

    Zwarte Cross in Lichtenvoorde

  • -

    Internationale Vierdaagse Afstandmarsen Nijmegen

  • -

    Lowlands in Biddinghuizen

De aanvrager wordt tijdig op de hoogte gesteld wanneer er sprake is van risicovol evenement. Een vergunning kan geweigerd worden wanneer er sprake is van een risicovol evenement op basis van de risicoscan en er onvoldoende tijd is om te komen tot een multidisciplinaire afstemming.

Paragraaf 3.5 De aanvraag

Sub-paragraaf 3.5.1 Aanvraagformulier

Voor het aanvragen van een evenement en het doen van een melding van dient het formulier gebruikt te worden zoals opgenomen in bijlage I Beide formulieren zijn door de vaststelling van dit beleid formulieren zoals bedoeld in artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Aanvragen en meldingen die niet zijn ingediend middels de vastgestelde formulieren worden niet in behandeling genomen. De aanvrager wordt bij het niet gebruiken van de vastgestelde formulieren in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken alsnog het vastgestelde formulier te gebruiken. Indien niet binnen de gestelde termijn van twee weken een volledig ingevuld formulier wordt ingediend, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

Een aanvraag is compleet indien de op het formulier vermelde stukken zijn ingediend. Incomplete aanvragen worden niet in behandeling genomen. De aanvrager wordt bij incomplete aanvragen in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken de aanvraag compleet in te dienen. Indien niet binnen de gestelde termijn van twee weken de ontbrekende stukken ontvangen worden, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

De beslistermijn wordt opgeschort tot het moment dat het juiste formulier en de gevraagde stukken zijn ingediend of de gestelde termijn is verstreken.

Sub-paragraaf 3.5.2 Evenementenkalender

Door het opstellen van een evenementenkalender wordt een overzicht gegeven van de geplande evenementen.

Het doel van de evenementenkalender is:

  • -

    spreidingsinstrument;

  • -

    een betere handhaving van de openbare orde en veiligheid;

  • -

    een communicatiemiddel richting organisatoren, bezoekers en belanghebbenden.

De evenementenkalender is tevens een digitaal product dat te raadplegen is op www.epe.nl.

De kalender verschaft informatie aan organisatoren, belanghebbenden en bezoekers van evenementen en kan worden gekoppeld aan andere websites (bijvoorbeeld van de VVV).

De evenementenkalender wordt regelmatig geactualiseerd. Deze actualisering vindt plaats:

  • -

    aan de hand van de meldingen van evenementen waarvoor geen vergunning meer is vereist;

  • -

    aan de hand van de nieuw verleende evenementvergunningen.

Voor het toestaan van evenementen vallend in de categorie grootschalige risico- evenementen wordt door de eenheid Vergunningverlening een jaarplanning gemaakt van de op dat moment bekend zijnde evenementen.

In de jaarplanning wordt voor de aanvang van het kalenderjaar – en voor zover de evenementaanvraag dan volledig is ingediend - vastgelegd:

  • -

    of het evenement mag plaatsvinden;

  • -

    locatie van het evenement;

  • -

    maximum aantal decibel voor dit evenement;

  • -

    de eindtijd voor het evenement.

Deze jaarplanning dient als basis voor de regionale evenementenkalender (Veiligheidsregio NOG); deze geeft voor het kalenderjaar de in de regio toegestane grootschalige evenementen aan.

Een recente ontwikkeling is dat de gemeente tevens t.b.v. de Model Risico Kaart (MRK) van de Provincie Gelderland evenementen- en activiteitenlocaties dient te registreren en actueel dient te houden in het Informatiesysteem voor de Overige Ramptypes (ISOR), bij evenementen met meer dan 5000 bezoekers. De MRK dient o.a. als communicatiemiddel richting burger en bedrijven.

Sub-paragraaf 3.5.3 Beslistermijn

In artikel 1:2 van de APV is bepaald dat op aanvragen voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangt besloten wordt. Het bestuursorgaan kan besluiten om deze termijn voor ten hoogste acht weken te verlengen.

Op aanvragen voor evenementen geldt deze termijn van acht weken.

Door vaststelling van dit beleid wordt de beslistermijn van acht weken voor aanvragen voor grootschalige risico-evenementen verlengd met acht weken. Dit betekent dat voor risico evenementen een beslistermijn van zestien weken geldt. Deze verlenging is noodzakelijk vanwege de complexiteit van dergelijke aanvragen en de benodigde regionale en interdisciplinaire afstemming.

Sub-paragraaf 3.5.4 Termijn indiening aanvraag

In artikel 1:3 van de APV is bepaald dat het bestuursorgaan kan besluiten een aanvraag niet in behandeling te nemen wanneer deze drie weken voordat de vergunning of ontheffing nodig is, wordt aangevraagd. Het bestuursorgaan kan vergunningen of ontheffingen aanwijzen waarbij de termijn van drie weken wordt verlengd tot ten hoogste acht weken. Door vaststelling van dit beleid wordt bepaald dat een aanvraag voor een regulier en een grootschalig risico-evenement minimaal acht weken voordat het evenement plaatsvindt, moet worden ingediend.

Sub-paragraaf 3.5.5 Termijnen voor meldingen

Voor meldingen van evenementen geldt geen beslistermijn. Een melding is namelijk geen aanvraag. Wel is in artikel 2:25, lid 3 van de APV bepaald dat de burgemeester binnen 3 weken dagen na ontvangst van de melding kan besluiten het evenement te verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

Het melden van een evenement via het meldingsformulier dat niet voldoet aan de voorwaarden van een melding wordt niet beschouwd als het indienen van een aanvraag voor een vergunning. Indien deze foutieve melding minder dan acht weken voor het evenement wordt ingediend, dan is het vanwege de korte tijdsduur niet mogelijk alsnog een aanvraag in behandeling te nemen. Een dergelijk evenement wordt dan ook verboden op grond van artikel 2:25, lid 3 van de APV. Dit omdat de belangen van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu niet vooraf via een zorgvuldige belangenafweging en besluitvorming gewaarborgd kunnen worden.

Sub-paragraaf 3.5.6 Schema termijnen

Indieningtermijn

Beslistermijn

Melding

3 weken voor aanvang

Aanvraag evenement

8 weken voor aanvang

8 weken vanaf datum indiening aanvraag

Aanvraag grootschalig risico-evenement

24 weken voor aanvang

16 weken vanaf datum indiening aanvraag

De genoemde beslistermijnen kunnen worden opgeschort op het moment dat er sprake is van een incomplete aanvraag. Wanneer een organisator verwacht dat bij de behandeling meer tijd nodig is, vanwege bijvoorbeeld vooroverleg, dan is het de verantwoordelijkheid van de organisator om contact op te nemen met de gemeente om ervoor te zorgen dat de aanvraag compleet en tijdig kan worden ingediend.

Paragraaf 3.6 Toetscriteria

Sub-paragraaf 3.6.1 Artikel 1:8 van de APV

In artikel 1:8 van de APV zijn de weigeringsgronden opgenomen waarop een vergunning of ontheffing geweigerd kan worden. Een vergunning of ontheffing kan geweigerd worden in het belang van:

  • -

    de openbare orde;

  • -

    de openbare veiligheid;

  • -

    de volksgezondheid;

  • -

    de bescherming van het milieu.

In artikel 2:25 van de APV zijn geen aanvullende weigeringsgronden opgenomen. Het is daarom alleen toegestaan een aanvraag voor een evenement aan de belangen genoemd in artikel 1:8 van de APV te toetsen.

Sub-paragraaf 3.6.2 Afwegingen ten aanzien van meldingen

De burgemeester heeft op grond van artikel 2:25, lid 5 APV de mogelijkheid om een gemeld evenement te verbieden, indien door het houden van het evenement de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

Bij de besluitvorming of een gemeld evenement verboden wordt, worden de volgende onderdelen meegewogen:

  • -

    ervaringen uit het verleden bij eerdere edities van het evenement;

  • -

    ervaringen uit het verleden bij gelijksoortige evenementen;

  • -

    de verwachting dat door het evenement ontoelaatbare geluidsoverlast zal ontstaan;

  • -

    de verwachting dat door het evenement de openbare orde zal worden verstoord;

  • -

    de verwachting dat door het evenement dat gevaar of schade ontstaat voor personen, roerende of onroerende zaken;

  • -

    de verwachting dat hetgeen vermeld staat op het meldingsformulier niet overeenkomstig de werkelijkheid zal zijn.

Het gemelde evenement wordt in ieder geval verboden indien voor de gemelde locatie of in de directe nabijheid ervan een vergunning is verleend of op eerder tijdstip een melding is ontvangen voor een ander evenement dat geen directe relatie of samenhang heeft met het gemelde evenement.

Bij de besluitvorming worden adviezen meegewogen van de politie en de Veiligheidsregio.

Indien de indicatie bestaat dat één van de bovengenoemde situaties van toepassing is, dan wordt ter voorbereiding van de besluitvorming hierover de melder mondeling gehoord. Het horen vindt niet plaats indien er een periode is van minder dan twee werkdagen tussen het moment van de indicatie dat het evenement mogelijk verboden dient te worden en het geplande tijdstip van het evenement.

De melder heeft na het verbod (voor zover de termijnen dit toestaan) de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor een evenementenvergunning.

Sub-paragraaf 3.6.3 Eindtijden

Op 29 maart 2007 heeft de burgemeester eindtijden vastgesteld voor evenementen. In dit beleid worden deze eindtijden opnieuw vastgesteld. Het betreft hier een maximale eindtijd waarop de aanvraag wordt getoetst.

Onder eindtijden wordt verstaan het tijdstip waarop:

  • -

    Het gebruik van geluidsversterkende apparatuur (o.a. levende of mechanische muziek) tijdens het evenement uiterlijk moet zijn beëindigd; en

  • -

    De tapinstalitatie uiterlijk moet zijn uitgeschakeld (tap dicht) en geen drank meer wordt verstrekt.

De burgemeester stelt de volgende eindtijden voor evenementen vast:

  • -

    Voor kleine evenementen die vallen onder de vrijstelling van de vergunningsplicht geldt een eindtijd van 23.30 uur.

  • -

    Voor kleine evenementen waarvoor een vergunning is vereist, geldt een eindtijd van 23.30 uur.

  • -

    Voor de overige evenementen geldt een eindtijd van 00.30 uur.

De bezoekers van het evenement krijgen de gelegenheid geleidelijk te vertrekken binnen een half uur na dit tijdstip. Voor een rustig en geleidelijk vertrek van de bezoekers van het terrein is de organisator van het evenement verantwoordelijk. De organisator dient dan ook alle daarvoor noodzakelijke maatregelen te treffen.

Bij meerdaagse evenementen is het niet toegestaan activiteiten uit te voeren tussen de van toepassing zijnde eindtijd en 08.00 uur.

Sub-paragraaf 3.6.4 Maximumstelsel

Op 5 oktober 2000 zijn beleidsregels in werking getreden waarin is bepaald dat voor een aantal evenementen en locaties een maximum geldt.

Vanuit dit beleid is opnieuw gekeken naar de druk die bepaalde evenementen leggen op de omgeving. Met name voor de kern Epe geldt dat in de zomerperiode meerdere evenementen met een luidruchtig karakter worden georganiseerd. In de kern Epe vinden 21 dagen per jaar evenementen plaats waarbij overlast te verwachten is. Daarnaast wordt op het evenemententerrein Loeffpark 28 dagen evenementen gehouden, waarvan 3 weken Epe on Ice.

Kern Epe (21 dagen)

De jaarlijks terugkerende evenementen in de kern van Epe zijn:

  • -

    Braderie Epe met muziek op buitenpodium (maximaal 6 dagen per jaar)

  • -

    Jazz Comes To Town (maximaal 5 dagen per jaar)

  • -

    Zomerkermis (maximaal 3 dagen per jaar)

  • -

    Muzikale koopavond

  • -

    Showtime

  • -

    Wielerronde

  • -

    Kapellenfestival

  • -

    Shantykoren festival

  • -

    Intocht Paardenvierdaagse

Loeffpark Epe (28 dagen)

De jaarlijks terugkerende evenementen in het Loeffpark van Epe zijn:

  • -

    Oranjefestiviteiten (inclusief de kermis op de Markt)

  • -

    Epop

  • -

    Film in het Park (FIP)

  • -

    Epe on Ice (3 weken per jaar, waarvan maximaal 7 feestavonden)

Om de mate van overlast te beperken is gekozen om een beperking te leggen op het aantal evenementen die gehouden mogen worden in de gemeente Epe. Voor het bepalen van het maximum is het aantal terugkerende (traditionele) evenementen als basis genomen. Daarbij is de mogelijkheid toegevoegd voor het ontwikkelen van nieuwe initiatieven. Een grotere uitbreiding wordt op dit moment niet maatschappelijk aanvaardbaar geacht.

Binnen de kern van Epe is het na vaststelling van dit beleid slechts nog mogelijk om vergunningen te verlenen voor 23 evenementendagen. Dit betekent dat jaarlijks voor maximaal 23 dagen een vergunning verleend kan worden voor het houden van een evenement.

Voor het evenemententerrein Loeffpark in Epe is het na vaststelling van dit beleid slechts nog mogelijk om vergunningen te verlenen voor 30 evenementendagen. Dit betekent dat jaarlijks voor maximaal 30 dagen een vergunning verleend kan worden voor het houden van een evenement.

Kleine evenementen die zijn vrijgesteld van de vergunningsplicht zijn nog wel toegestaan.

Kern Vaassen (26 dagen)

De jaarlijks terugkerende evenementen in de kern van Vaassen zijn:

  • -

    Dorpsavonden en braderie (maximaal 6 dagen per jaar)

  • -

    Cavente Kinderdorp (5 dagen)

  • -

    Carnaval (4 dagen)

  • -

    Oranjefestiviteiten (3 dagen)

  • -

    Kerstmarkt (3 dagen)

  • -

    Jaarmarkt (maximaal 3 dagen per jaar)

  • -

    Vaasaqua

  • -

    Wielerronde

Binnen de kern van Vaassen (inclusief het evenemententerrein Ireneveld) is het na vaststelling van dit beleid slechts nog mogelijk om vergunningen te verlenen voor 30 evenementendagen. Dit betekent dat jaarlijks voor maximaal 30 dagen een vergunning verleend kan worden voor het houden van een evenement.

Kleine evenementen die zijn vrijgesteld van de vergunningsplicht zijn nog wel toegestaan.

Loting

Evenementen waarvan in de afgelopen drie jaar edities zijn georganiseerd hebben voorrang bij de selectie welke evenementen mogen plaatsvinden op basis van het maximum aantal. Nieuwe evenementen zijn alleen mogelijk wanneer het maximum aantal niet ingevuld is door de terugkerende evenementen.

Er wordt een openbare loting gehouden, indien meerdere aanvragen voor evenementen worden ingediend die in aanmerking kunnen komen voor een vergunning, terwijl binnen het maximumstelsel slechts ruimte biedt voor een lager aantal. Aanvragen die volledig zijn ingediend voor 1 februari van het jaar waarin het evenement plaatsvindt, komen in aanmerking voor de loting.

Aanvragen voor “nieuwe” evenementen die na 1 februari worden ingediend worden in behandeling genomen indien er nog ruimte bestaat binnen het maximumstelsel. Indien dit niet het geval is, dan worden deze buiten behandeling gesteld.

Sub-paragraaf 3.6.5 Voetbalrisicowedstrijden

Door locale voetbalverenigingen worden in de zomerperiode regelmatig wedstrijden georganiseerd tegen bekende clubs uit de KNVB betaald voetbal competitie of andere clubs buiten KNVB verband. De voorbereiding op de competitie, benefiet redenen of jubilea zijn meestal aanleiding voor deze evenementen. In bepaalde gevallen kunnen deze evenementen een risico vormen voor verstoring van de openbare orde en veiligheid. Het houden van een wedstrijd tegen een club uit de betaald voetbal competitie (binnenlandse en buitenlandse clubs) wordt aangemerkt als een evenement.

Bij de aanvraag en verlening van evenementenvergunningen op grond van artikel 2:25 van de APV voor voetbalwedstrijden tussen lokale voetbalverenigingen en clubs uit de KNVB betaald voetbal competitie of grote buitenlandse voetbalclubs gelden de volgend beleidsuitgangspunten:

  • a.

    De uiteindelijke beoordeling of de aangevraagde voetbalwedstrijd daadwerkelijk een risico vormt voor de openbare orde en veiligheid rust bij de burgemeester. Indien de wedstrijd geen risico vormt, kan de burgemeester besluiten dat de wedstrijd niet vergunningsplichtig is. De burgemeester besluit hierover na advies van de politie;

  • b.

    Nadat een vergunning is verleend, kan de burgemeester tot 1 uur voor het aanvangstijdstip van de voetbalwedstrijd de vergunning intrekken, als uit door de burgemeester te beoordelen informatie blijkt dat het evenement een hoog risico vormt voor verstoring van de openbare orde en veiligheid;

  • c.

    Bij een verleende vergunning worden voorschriften gesteld onder meer met betrekking tot het houden van toezicht (eigen stewards) en het niet schenken van alcohol voor, tijdens en na de wedstrijd.

Sub-paragraaf 3.6.6 Selectiecriteria voor circussen

Jaarlijks worden net als bij elke andere gemeente bij de gemeente Epe meerdere aanvragen ingediend voor een “speelvergunning” door diverse circussen. Een gemeente kan op basis van de ingediende aanvragen besluiten welke circussen in aanmerking komen voor een evenementenvergunning en welke niet. Het huidige maximum is 1 circus voor Epe en 1 voor Vaassen. De circussen mogen niet in dezelfde periode gehouden worden.

Binnen de gemeente Epe zijn twee locaties aangewezen als locaties waarvoor een evenementenvergunning kan worden verleend voor het geven van circusvoorstellingen. Deze locaties zijn:

  • -

    parkeerterrein Grintgroeveweg in Epe;

  • -

    parkeerterrein Julianalaan in Vaassen.

Aanvragen om een speelvergunning dienen volledig te worden ingediend. Een aanvraag dient te bevatten:

  • -

    een volledig ingevuld evenementenaanvraagformulier;

  • -

    de periode van optreden;

  • -

    een zogenaamd circus- c.q. bouwboek waarin alle technische gegevens van de tent, installaties, stoelenplan, etc. staan vermeld;

  • -

    een overzicht van plaatsen waar het afgelopen seizoen is gespeeld.

Aanvragen die in de loop van een jaar voor een volgend jaar binnenkomen, zullen vooralsnog worden afgedaan door middel van de mededeling dat een beslissing hierover voor 1 januari van het optredingsjaar zal worden genomen. Bij de toewijzing wordt de beschikbaarheid van het terrein en het aantal evenementen in dezelfde periode meegewogen.

De uiterlijke indieningsdatum voor het aanvragen van een speelvergunning is 30september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de optredens plaatsvinden.

Bij de keuze uit de aanvragen worden de volgende selectiecriteria gehanteerd:

  • -

    Circussen die in de voorafgaande drie jaren een speelvergunning hebben gekregen, dingen voor het jaar daarop niet mee en worden terzijde gelegd, tenzij er onvoldoende aanvragen zijn ingediend die voldoen aan de overige selectiecriteria;

  • -

    De gevraagde periode en locatie;

  • -

    Ervaringen van voorgaande jaren;

  • -

    Ervaringen van andere gemeenten;

  • -

    Het circus moet voldoen aan de gedragscode van de Vereniging Nederlandse Circus Ondernemingen (VNCO);

  • -

    De aanvraag dient compleet te zijn ingediend.

Bij gelijke geschiktheid op grond van de selectiecriteria is een loting doorslaggevend bij de keuze uit de aanvragen.

Indien een loting plaatsvindt, worden de circussen die in aanmerking komen voor de loting hierover geïnformeerd na 30 september. De loting vindt plaats tussen 1 november en 1 december. De loting is openbaar.

De aan de loting deelnemende circussen dienen binnen een termijn van twee weken na het informeren dat de loting plaatsvindt aan te geven of zij deel willen nemen aan de loting. Indien besloten wordt deel te nemen aan de loting, dan zijn leges verschuldigd.

Vóór 1 januari van het nieuwe kalenderjaar wordt de beslissing aan de circussen meegedeeld.

Het maximaal aantal dagen van een speelvergunning is vijf. Dit voorschrift is opgenomen ter beperking van de mogelijke overlast voor de woon- en leefomgeving;

Bij niet naleving van de voorschriften of de namens het bevoegd gezag gegevenaanwijzingen, dan wel bij geconstateerd wangedrag wordt een circus voor maximaal twee jaar uitgesloten van inschrijving;

Besloten circusvoorstellingen waar geen entreegelden worden geheven ten behoeve van speciale doeleinden, zoals tijdens bedrijfsfeesten en kleine circussenvoorstellingen in scholen, vallen buiten dit circusbeleid.

Sub-paragraaf 3.6.7 Kermissen

Voor kermissen kunnen in de kernen Epe en Vaassen per jaar elk maximaal 2 vergunningen worden afgegeven. Voor de kermissen geldt een maximum aantal draaidagen van drie en niet op zondagen. Het Marktplein in Epe en het terrein bij “Cannenburch” zijn aangewezen als locaties voor het houden van één kermis per jaar.

De beoordeling van veiligheid van installaties, die vallen onder het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen (Stb. 1997/474) behoort op grond van dat besluit tot de verantwoordelijkheid van de regionale inspectie gezondheidsbescherming van het staatstoezicht op de volksgezondheid van het ministerie van WVS. Daarbij gaat het ook om kermisattracties.

Het toetsen van de veiligheid van personen of goederen door de gemeente richt zich daarom in het bijzonder op de locatie en op de situering van de attracties ten opzichte van elkaar en of de hulpdiensten op het terrein kunnen komen, enz.

Sub-paragraaf 3.6.8 Wet BIBOB

Op 24 september 2011 is het Wijzigingsbesluit Bibob in werking getreden. Vanaf die datum kan de Wet Bibob worden toegepast op evenementenvergunningen.

Met de Wet Bibob beschikken gemeenten over een middel om te voorkomen dat de overheid ongewild criminaliteit faciliteert. Indien er ernstig gevaar bestaat dat een vergunning wordt gebruikt om wederrechtelijk verkregen vermogen wit te wassen of strafbare feiten te plegen, dan kan de gemeente de vergunningaanvraag weigeren of de verleende vergunning intrekken.

Op grond van artikel 7, eerste lid Wet Bibob kan een gemeentelijke vergunning die op grond van een verordening verplicht is gesteld voor een inrichting of bedrijf worden geweigerd of ingetrokken bij ernstig gevaar zoals bedoeld in artikel 3 Wet Bibob. Het tweede lid van artikel 7 Wet Bibob bepaalt dat de branches die onder de werking van de Wet Bibob kunnen worden gebracht, worden aangewezen in het Besluit

Bibob. In het Besluit Bibob wordt in artikel 4 onder f de evenementenbranche als zodanig aangewezen.

Bij het toepassen van de Wet Bibob op een evenementenvergunning zijn ondermeer de volgende stappen van belang:

  • -

    Het evenement dient op grond van de APV vergunningplichtig te zijn;

  • -

    De gemeente kan onderbouwen dat de specifieke tak van evenementen vatbaar is voor criminele beïnvloeding, bijvoorbeeld door middel van een bestuurlijke rapportage van de politie;

  • -

    Bij voorkeur neemt de gemeente de specifieke evenementen op in de Bibob beleidslijn. In sommige gevallen kan het aanbeveling verdienen om op voorhand met de branche in overleg te gaan en voorlichting te geven over de Wet Bibob;

  • -

    Voordat wordt overgegaan tot het toepassen van de Wet Bibob, verricht de gemeente eerst een eigen onderzoek ten aanzien van de vergunningaanvrager. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij de levensgedrag toets zoals die wordt toegepast in de horecasector;

  • -

    De gemeente kan dan overgaan tot toepassing van de Wet Bibob, bijvoorbeeld door het uitreiken van de Bibobvragenlijst aan de vergunningaanvrager of het aanvragen van een advies bij het Landelijk Bureau Bibob.

Het al dan niet van toepassing zijn van de Wet Bibob op evenementen wordt vastgelegd in het Bibob-beleid van de gemeente Epe.

Onafhankelijk van het Bibob-beleid zal de burgemeester op het moment dat de officier van justitie gebruik maakt van de “tipfunctie”, zoals bedoeld in artikel 26 van de Wet Bibob, overgaan tot het toepassen van de Wet Bibob bij vergunningen zoals bedoeld in artikel 2:25, lid 1 van de APV.

Paragraaf 3.7 Vergunningen & ontheffingen

Voor het organiseren van een evenement kan een evenementenvergunning nodig zijn. Daarnaast is het ook mogelijk dat op basis van andere lokale of landelijke regelgeving vergunningen en ontheffingen nodig zijn voor onderdelen van een evenement. In deze paragraaf wordt de mogelijkheid van een meerjarige vergunning aangegeven en wordt een compleet mogelijk beeld gegeven van andere vergunningen en ontheffingen die zo nodig kunnen zijn voor het houden van een evenement.

Sub-paragraaf 3.7.1 Meerjarige vergunning

Een organisatie kan een meerjarige evenementenvergunning aanvragen voor een evenement dat minimaal drie keer heeft plaatsgevonden op dezelfde locatie.

Bij de beoordeling van de aanvraag worden naast de standaard toetscriteria ook de ervaringen van eerdere edities van het evenement meegewogen. Daarnaast dient het evenement te voldoen aan de volgende criteria:

  • -

    Het evenement wordt jaarlijks georganiseerd door instellingen of verenigingen die zijn gevestigd in de gemeente Epe

  • -

    het evenement is de afgelopen zes jaar drie keer georganiseerd

Een meerjarige vergunning wordt in ieder geval niet verleend:

  • -

    wanneer een vergunning van een eerdere editie van een evenement is ingetrokken;

  • -

    voor evenementen die nog geen drie keer in de gemeente Epe zijn georganiseerd

  • -

    voor incidentele evenementen

  • -

    grootschalige risico-evenementen

Alle jaarlijks terugkerende kleine en overige evenementen die voldoen aan de gestelde criteria kunnen voor een meerjarige vergunning in aanmerking komen. De keuze voor het aanvragen van een meerjarige vergunning ligt bij de aanvrager. De aanvrager kan op het aanvraagformulier aangeven of een meerjarige vergunning of een éénmalige vergunning wordt aangevraagd.

In een meerjarige vergunning worden in ieder geval de onderstaande voorschriften opgenomen:

  • a.

    Indien de vergunninghouder (natuurlijk persoon of als rechtspersoon) niet (langer) verantwoordelijk is voor het organiseren van het evenement in de periode waarvoor de vergunning is verleend of voor enkele edities van het evenement tijdens de vergunde periode, vervalt de vergunning van rechtswege;

  • b.

    Bij veranderingen in de omstandigheden van het evenement (ten opzichte van datgene waarvoor een evenementenvergunning is afgegeven) maakt de vergunninghouder daar melding van. De gemeente zal het evenement in zijn geheel opnieuw analyseren, inschalen en al dan niet de evenementenvergunning verlenen;

  • c.

    Jaarlijks geeft de organisator 8 weken voor het evenement plaatsvindt de datum door waarop het evenement plaatsvindt. Gemeente en hulpdiensten analyseren de situatie met behulp van de evenementenkalender voordat het tot een daadwerkelijke acceptatie van de datum komt;

  • d.

    De gemeente behoudt het recht de evenementenvergunning in te trekken bij gewijzigde omstandigheden, onacceptabele samenloop van evenementen, onvoldoende capaciteit van hulpdiensten, het realiseren van een woonbouwproject, het beheer en het onderhoud van het openbaar gebied en wijziging in wet- en regelgeving;

  • e.

    Indien de organisator geen gebruik maakt van de evenementenvergunning bij meer dan één edities van het evenement kan deze worden ingetrokken;

  • f.

    Indien de periode waarvoor de vergunning is verleend is verstreken, komt de vergunning te vervallen. De organisator is verantwoordelijk voor het aanvragen van een vergunning voor een nieuwe periode.

Sub-paragraaf 3.7.2 Standaard voorschriften kleine evenementen

Een evenementenvergunning bevat een aantal standaard voorschriften. Deze voorschriften kunnen worden aangevuld op basis van een advies van de politie en/of de Veiligheidsregio. In bijlage II zijn deze voorschriften opgenomen.

Sub-paragraaf 3.7.3 Brandbeveiligingsverordening 2010

In de Brandbeveiligingsverordening 2010 worden voorwaarden gesteld, gericht op het gebruik van een tijdelijk bouwwerk (tent) met betrekking tot de (brand)veiligheid.

Indien ten behoeve van een evenement een tent wordt geplaatst voor meer dan 50 personen is daarvoor een brandveiligheidsvergunning vereist. Dit geldt ook voor een gebouw dat anders dan zijn bestemming wordt gebruikt (bv. een loods of schuur wordt voor een evenement gebruikt).

Indien een evenementenvergunning wordt verleend, is een brandveiligheidsvergunning niet nodig. De voorschriften die de brandweer adviseert ten aanzien van brandveiligheid worden opgenomen in de evenementenvergunning. Wanneer geen evenementenvergunning wordt verleend, dient wel een brandveiligheidsvergunning te worden aangevraagd.

Sub-paragraaf 3.7.4 Zondagswet

In de Zondagwet is de zondagsrust geregeld. Ten aanzien van het organiseren van evenementen is het van belang te weten dat in deze wet wordt bepaald dat:

  • -

    het verboden is om op zondag zonder strikte noodzaak geluid te maken of te verwekken, dat op een afstand van meer dan 200 meter van het punt van verwekking hoorbaar is (artikel 3 Zondagswet) 

  • -

    op grond van artikel 4 het verboden is op zondag voor 13:00 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen. 

  • -

    op grond van artikel 5 het verboden is op zondag voor 13:00 uur optochten of bijeenkomsten op openbare plaatsen te houden, daartoe gelegenheid te geven, of daaraan deel te nemen. Het verbod geldt echter niet voor samenkomsten tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging

  • -

    de burgemeester bevoegd is om ontheffing te verlenen van de verboden genoemd in de artikelen 3, 4 en 5 van de Zondagswet. De ontheffing heeft betrekking op het verstoren van de rust op zondagen voor en na 13.00 uur. 

Bij het verlenen van een evenementenvergunning of het accepteren van een melding voor evenement is geen ontheffing van de Zondagswet nodig. De burgemeester verleent via dit beleid een collectieve ontheffing op grond van artikel 3, 4 en 5 van de Zondagswet. Hieraan wordt het voorschrift verbonden dat er sprake moet zijn van een evenement, zoals bedoeld in artikel 2:24 van de APV.

Dit betekent dat wanneer er sprake is van een evenement geen aparte ontheffing van de Zondagswet wordt verleend.

Sub-paragraaf 3.7.5 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en Regeling Verkeersregelaars 2009

Het is mogelijk om (gedeelten van) wegen, straten en/of (een) plein(en), die in het beheer en/of eigendom van de gemeente of andere wegbeheerders zijn, af te sluiten voor een evenement volgens de bepalingen in de WVW en het daarop gebaseerd Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW). Per evenement wordt een afweging gemaakt of een verkeersbesluit genomen dient te worden.

In de WVW is voor evenementen bepaald dat ontheffing nodig is van het verbod voor het houden van wedstrijden met voertuigen op de openbare weg.

Sub-paragraaf 3.7.6 Regeling Verkeersregelaars 2009

Om verkeersstromen bij tijdelijke wegafzettingen, zoals tijdens evenementen, in goede banen te leiden, kunnen beroeps- en/of evenementenverkeersregelaars ingezet worden. In de Regeling verkeersregelaars 2009 worden de eisen omschreven waaraan verkeersregelaars moeten voldoen.

Een evenementen verkeersregelaar is een persoon, ouder dan 16 jaar, die bij evenementen eenvoudige verkeersregelende taken verricht ter ontlasting van de politie. Verkeersregelaars kunnen noodzakelijk zijn als tijdens een evenement gebruik gemaakt wordt van de openbare wegen.

Verkeersregelaars worden ingezet wanneer het verkeer bij een evenement in goede banen geleid moet worden om de veiligheid van weggebruikers te waarborgen. Kortom wanneer stop- en oprijtekens gegeven moeten worden tijdens bijvoorbeeld optochten, wielerwedstrijden, (avond)vierdaagse of andere evenementen waar veel mensen met de auto op af komen. Een weggebruiker is verplicht aanwijzingen van een verkeersregelaar op te volgen.

Als dat niet gebeurt, zal de verkeersregelaar direct aangifte doen bij de politie. Een weggebruiker die de aanwijzing van een verkeersregelaar negeert, is dus strafbaar.

De hes van de verkeersregelaar bestaat uit een fluorescerend gele bovenkant en een fluorescerend oranje onderkant, op de voorkant en de achterkant staat een driehoek afgebeeld van grijs reflecterend materiaal.

Om op te kunnen treden als verkeersregelaar moet een aanstellingsbesluit genomen worden door de burgemeester. De beoogd verkeersregelaars moeten een instructie hebben gevolgd bij de politie.

Sinds 1 januari 2013 moeten evenementenorganisaties, kandidaat-verkeersregelaars en gemeenten gebruik maken van E-learning op internet voor de instructie van evenementen-verkeersregelaars en de aanstelling van deze verkeersregelaars. De E-learning wordt verzorgd door de Stichting Verkeersregelaars Nederland (SVNL) in opdracht van de Politieacademie.

Alleen in zeer bijzondere gevallen geeft de politie nog instructie aan kandidaat-verkeersregelaars tijdens een bijeenkomst. Dat kan bijvoorbeeld zijn aan personen die, aantoonbaar, niet vaardig zijn met internet of als een leidinggevende van de politie daarvoor opdracht geeft.

De politie informeert medewerkers van een gemeente, die een vergunning voor een evenement afgeven, via het reguliere onderlinge overleg over de werkwijze met de E-learning voor evenementenverkeersregelaars.

Gemeenten, maar ook evenementenorganisaties en kandidaatverkeersregelaars kunnen kennisnemen van de inhoud van de e-learning, door zich te registreren bij SVNL via www.verkeersregelaarsexamen.nl en gebruik te maken van een inlogcode die verkrijgbaar is via de Politieacademie (rechtsboven op het inlogscherm).

Kandidaat-verkeersregelaars krijgen een toegangscode via hun evenementen-organisatie en moeten via de E-learning een toetsingsexamen afleggen. Gemeenten kunnen ook organisaties van verkeersregelaars, zoals bijvoorbeeld motorclubs, toestemming geven de E-learning te (laten) volgen.

Evenementenorganisaties kunnen na ingelogd te zijn, hun kandidaten coachen op resultaat en deelname. De evenementenorganisaties kunnen de individuele instructieverklaring van een geslaagde verkeersregelaar of een groslijst met geslaagde kandidaten printen. De instructieverklaring is door het hoofd van de school voor Handhaving van de directeur van de Politieacademie, namens de korpschefs, ondertekend. Na registratie op de website van SVNL kunnen gemeenten en politie via het besloten deel van de e-learning nagaan welke verkeersregelaars hun instructie positief hebben afgerond. Ook kunnen gemeenten de instructieverklaringen en de groslijsten zelf uitprinten.

De evenementenorganisaties kunnen voor het regelen van voldoende evenementen-verkeersregelaars gebruik maken van een verkeersregelaarspool, daarvoor zij terecht kunnen op de website van SVNL. Deelnemers hieraan hebben hier vooraf toestemming voor gegeven en worden door middel van een emailbericht vanuit de website benaderd.

De politie verwijst organisaties van evenementen zoveel mogelijk naar de e-learning. Deze is beschikbaar op internet:www.verkeersregelaarsexamen.nl.

De volledige werkwijze/procedure is opgenomen als bijlage bij dit beleid.

Sub-paragraaf 3.7.7 Ontheffing geluidhinder

In artikel 4:6 van de APV is bepaald dat het verboden is buiten een inrichting toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Het college kan een ontheffing verlenen van dit verbod. Het verbod geldt niet voor zover daarin wordt verzien door de Wet Geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale milieuverordening.

Bij evenementen waar muziek ten gehore wordt gebracht of waar aggregaten worden geplaatst, kan sprake zijn van geluidhinder. Of er sprake is van overlast bij een evenement wordt getoetst bij de beoordeling van de aanvraag om de belangen van de openbare orde te beschermen. Geluidhinder maakt hier een belangrijk onderdeel vanuit. In de evenementenvergunning kunnen ook voorschriften worden opgenomen om de mate van geluidhinder te beperken.

Om te voorkomen dat naast het oordeel van de burgemeester over de mate van geluidhinder ook het college van burgemeester en wethouders als bestuursorgaan een dergelijke afweging moet maken, is in artikel 4:6, lid 4 van de APV opgenomen dat er geen ontheffing nodig is wanneer een evenementenvergunning is verleend of wanneer voor een evenement vrijstelling bestaat van de vergunningsplicht.

Sub-paragraaf 3.7.8 Luchtvaartwet

De Luchtvaartwet stelt eisen voor het opstijgen en landen van hefschroefvliegtuigen (helikopters), het opstijgen en landen met luchtballonnen, zweefvliegen, landbouwvliegtuigen en ultralight-vliegtuigen. Het verlenen van toestemming voor dergelijke activiteiten is een bevoegdheid van de provincie. Onderdeel van de procedure bij de provincie is het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar bij de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaatsvindt.

Indien tijdens een evenement activiteiten plaatsvinden die vallen onder de Luchtvaartwet dan maakt de activiteit onderdeel uit van de belangafweging bij het verlenen van de evenementenvergunning. Hierbij wordt gekeken naar de belangen van openbare orde en de openbare veiligheid.

Het niet verkrijgen van een ontheffing van de provincie betekent dat de evenementenvergunning geweigerd wordt ten aanzien van het gedeelte van het evenement dat valt onder de bepalingen van de Luchtvaartwet. Bij het verlenen van de ontheffing spelen namelijk openbare orde en milieu een grote rol. De burgemeester sluit zich dan ook aan bij de belangenafweging die door de provincie is gedaan ten aanzien van het weigeren van de ontheffing.

Sub-paragraaf 3.7.9 Wet op de Kansspelen

De aanvrager van een evenementenvergunning vraagt in sommige gevallen ook een vergunning aan voor het houden van een kansspel. In veruit de meeste gevallen betreft het een loterij. De loterij maakt dan als spelactiviteit onderdeel uit van het evenement. De opbrengst van de vergunning wordt voornamelijk gebruikt om de kosten van het evenement (gedeeltelijk) te dekken.

Een vergunning voor het houden van een kansspel valt onder de Wet op de Kansspelen (Wks ook wel afgekort als WoK). Deze wet uit 1964 verbiedt het gelegenheid te geven om mede te dingen naar prijzen of premies, als de aanwijzing van de winnaars gebeurt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen.

Het verbod geldt niet als er op grond van de Wks voor het houden van een kansspel vergunning is verleend (artikel 3 Wks). Een vergunning kan worden verleend als het kansspel wordt gehouden met uitsluitend het doel om met de opbrengst van het kansspel het algemeen belang te dienen. Het is alleen van toepassing op kansspelen die in de openbaarheid worden gehouden. Voor het houden van kansspelen in besloten kring hoeft geen vergunning te worden aangevraagd.

De vergunning wordt verleend door het college van de gemeente waar de aanwijzing van de winnaars zal geschieden, als de prijzen en premies gezamenlijk geen grotere waarde hebben dan € 4.500,- en bij een grotere waarde door de Minister van Justitie.

Sub-paragraaf 3.7.10 Drank- en Horecawet

De aanvrager van een evenementenvergunning vraagt in veel gevallen ook een tijdelijke ontheffing ex artikel 35 van de Drank- en Horecawet aan. Men vraagt toestemming om tijdelijk tijdens een bepaald evenement zwakalcoholische dranken te mogen schenken. Te denken valt aan een tap in een feesttent.

Een ontheffing voor het schenken van zwak-alcoholische dranken kan op grond van de Drank- en Horecawet worden aangevraagd door personen ouder dan 21 jaar en die niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn.

Sinds 1 januari 2013 is het niet langer noodzakelijk om in het bezit te zijn van een verklaring Sociale Hygiene voor het aanvragen van een ontheffing. Deze eis stelt de gemeente Epe dan ook niet langer.

Daarnaast bestaat sinds 1 januari 2013 de mogelijkheid om één ontheffing te verlenen voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard. Dit biedt de mogelijkheid om een ontheffing voor het schenken van zwak-alcoholische aard te koppelen aan meerjarige vergunningen. De burgemeester van Epe zal dan ook op verzoek een ontheffing verlenen voor het schenken van zwak-alcoholische dranken voor de duur waarvoor een meerjarige vergunning is verleend. Voorwaarde hierbij is wel dat de persoon of personen onder wiens leiding het schenken van de alcohol plaatsvindt dezelfde blijft tijdens de periode waarvoor de meerjarige vergunning is verleend. Daarnaast worden net als voorheen voorschriften verbonden aan de ontheffing in het kader van openbare orde en het verantwoord schenken van alcohol.

4 Geluid

Per evenement is aan te geven welke soort geluidsbelasting voor de omgeving te verwachten is. Een evenement brengt enige overlast met zich mee voor de omgeving. Het is veelal niet mogelijk om een evenement zodanig te laten plaatsvinden zonder dat de omgeving rondom de locatie van een evenement merkt dat het evenement plaatsvindt. Of er sprake is van overlast blijft een subjectieve beleving. Wel kan getracht worden evenementen zodanig te laten plaatsvinden dat er sprake is van een algemeen maatschappelijk aanvaardbare situatie.

De mate waarin geluid afkomstig van een evenement als overlastgevend wordt ervaren, is afhankelijk van een aantal factoren. In dit beleid wordt uitgegaan van de volgende factoren:

  • -

    duur van een evenement;

  • -

    dag en tijdstip van een evenement;

  • -

    de regelmaat van overige evenementen en activiteiten op een bepaalde locatie;

  • -

    informatie over het evenement;

  • -

    geluidsniveau;

  • -

    de bebouwing en bewoning op en rondom de locatie.

In het beleid komen de bovengenoemd punten in de diverse paragrafen terug. Zo is opgenomen wat de eindtijden zijn van evenementen, waar bepaalde evenementen mogen plaatsvinden en hoe vaak ze op een bepaalde locatie mogen plaatsvinden.

In deze paragraaf wordt aangegeven welke overige maatregelen getroffen worden om geluidoverlast te beperken. Een belangrijk punt hierbij is de informatievoorziening aan de omgeving. De praktijk leert dat zodra omwonenden op de hoogte zijn van het plaatsvinden van een evenement de acceptatie hoger is dan wanneer men onverwachts geconfronteerd wordt met een evenement. Een duidelijke weergave van tot hoe laat een evenement duurt en uit welke activiteiten het evenement bestaat, is daarbij noodzakelijk. Omwonenden hebben bij tijdige informatievoorziening de mogelijkheid om ook zelf maatregelen te treffen. Hierbij kan gedacht worden aan het zelf bezoeken van het evenement of het rekening houden met het evenement bij het plannen van de vakantie.

In dit beleid wordt aangegeven wat bij de afweging voor het toestaan van evenementen maatschappelijk aanvaardbare overlast wordt geacht. Hieronder is aangegeven welke maatregelen getroffen worden om de overlast van evenementen te beperken.

Paragraaf 4.1 Informatievoorziening

Organisatoren van evenementen hebben ook zelf een duidelijke verantwoordelijkheid bij het beperken van de overlast voor de omgeving.

Zo zijn organisatoren op grond van dit beleid verplicht de omgeving minimaal twee weken voor het evenement op de hoogte te stellen van het evenement. In het geval het een nieuw evenement betreft, geldt een termijn van vier weken. Een algemene aankondiging is hierbij niet voldoende.

De omgeving dient op de hoogte gesteld te worden van:

  • -

    de duur van het evenement;

  • -

    de geplande activiteiten;

  • -

    de verkeersmaatregelen die eventueel genomen worden;

  • -

    mogelijke alternatieve parkeerplaatsen;

  • -

    een direct telefoonnummer waarop de organisator tijdens het evenement bereikbaar is voor omwonenden voor vragen en/of opmerkingen.

Paragraaf 4.2 Geluidsaspecten bij kleine evenementen

Bij kleine evenementen zijn over het algemeen niet veel geluidsaspecten te verwachten. In een aantal gevallen wordt muziek voortgebracht, maar dan voornamelijk achtergrondmuziek. Indien er een podium opgesteld wordt met live-muziek is dat meestal kleinschalig.

Bij kleine evenementen kan soms overlast ontstaan door luidruchtige apparatuur, zoals aggregaten. Luidruchtige exemplaren kunnen overlast op het evenemententerrein zelf en in sommige gevallen zelfs bij omwonenden veroorzaken. In deze gevallen kan het besteden van aandacht aan de opstelling van de aggregaten of het verplicht stellen van het toepassen van geluidsarme of geluidsgedempte apparatuur soms geluidsoverlast voorkomen.

Kleine evenementen die vrijgesteld zijn de vergunningenplicht hebben een eindtijd van 23.00 uur en kleine evenementen waarvoor een vergunning nodig is, hebben een eindtijd van 23.30 uur. Deze beperking in tijd voor deze categorie evenementen wordt afdoende beschouwd voor het beperken van overlast.

Indien er sprake is geweest van ontoelaatbare overlast kunnen bij een volgende editie van het evenement of bij een evenement waarbij dezelfde organisatoren betrokken zijn, zal het aspect geluidoverlast bij de afweging zwaarder meewegen. Dit kan resulteren in het opleggen van extra voorschriften of het niet accepteren van een melding.

Daarnaast bestaat ook bij kleine evenementen de verplichting om de omgeving te informeren over het evenement op de wijze die beschreven staat onder informatievoorziening.

Paragraaf 4.3 Geluidsaspecten overige evenementen en risico-evenementen

Bij grotere evenementen speelt het onderdeel muziek vaak een grote rol. De combinatie van muziek en grotere aantallen bezoekers maakt dat de beoordeling van de geluidsaspecten bij grotere evenementen meer aandacht vraagt dan bij de kleine evenementen.

Dit met name omdat in de loop van de jaren de geluidsproductie bij evenementen in het algemeen omhoog is gegaan en er meer variatie in het aanbod van muzieksoorten bij evenementen in de gemeente Epe is ontstaan. Niet iedere inwoner van de gemeente Epe zal elke muzieksoort in dezelfde mate waarderen. Met name de subjectieve beleving van geluidsoverlast maakt het lastig om normen vast te stellen.

Wanneer door een evenement aantoonbare ontoelaatbare overlast ontstaat, zal door het stellen van maatwerkvoorschriften de overlast worden beperkt. Dergelijke overlast kan bijvoorbeeld te maken hebben met de op- of afbouw van een evenement in de nachtelijke uren of te maken hebben met de frequentie waarop een evenementen plaatsvinden op een bepaalde locatie. Door middel van maatwerk zal een oplossing gezocht worden in het beperken van de overlast. Het opleggen van geluidsvoorschriften in de evenementenvergunning is één van de maatregelen die genomen kunnen worden.

Het uitgangspunt bij een dergelijke maatwerkoplossing is dat alles binnen de toegestane tijden moet gebeuren. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat de afbouwwerkzaamheden eerder moeten beginnen waardoor de organisator van een evenement het programma moet aanpassen. Ook is het mogelijk om de frequentie waarop een evenement plaatsvindt terug te brengen naar een acceptabel aantal. Het stellen van geluidsnormen wordt gezien als een uiterste remedie.

Indien metingen of berekeningen ten behoeve van de controle op de vastgelegde geluidsniveaus plaatsvinden, geschiedt dit overeenkomstig de “Handleiding meten en rekenen industrielawaai, 1999”. Ook beoordeling van de meet- en rekenresultaten moet in overeenstemming met deze handleiding plaatsvinden. Vanwege het tonale karakter van muziek zal de strafcorrectie niet worden toegepast. Bij de normstelling is hiermee al rekening gehouden.

5 Bekendmakingen

Een besluit gericht tot een of meer belanghebbenden dat niet aan belanghebbenden kan worden toegezonden of uitgereikt wordt op grond van art 3:41 lid 2 Awb bekendgemaakt op een andere geschikte wijze. Bekendmaking op een gemeentelijke website, al dan niet in een elektronisch (gemeente)blad, kan onder omstandigheden een 'andere geschikte wijze' zijn.

Bij een evenement zijn er in de regel meerdere belanghebbenden aan te wijzen. Dit kunnen de bewoners zijn in de directe omgeving, bedrijven of regelmatige gebruikers van het terrein waar het evenement plaatsvindt. De belanghebbenden naast de aanvrager kunnen bij evenementen niet met naam en toe naam exact worden aangegeven. Om deze reden is, naast het toezenden van de vergunning aan de aanvrager, nodig dat het verlenen van de vergunning op een andere geschikte wijze bekend gemaakt wordt.

Op de website van de gemeente Epe is een evenementenkalender te vinden waarop alle verleende evenementenvergunning zijn te vinden. Hierbij is de periode aangegeven wanneer het evenement plaatsvindt en de datum aangegeven wanneer de vergunning is verleend. Daarnaast staat vermeld welke vergunningen en ontheffingen exact zijn verleend en op welke wijze bezwaar kan worden gemaakt. Belanghebbenden kunnen via deze kalender terugvinden wanneer een evenement plaatsvindt en op welk moment de vergunning is verleend. Een afschrift van de vergunning kan op verzoek worden toegezonden.

6 Handhaving

In het Handhavingsuitvoeringsprogramma en het Handhavingskader 2012-2015 van de gemeente Epe is ondermeer opgenomen met welke frequentie en op welke onderwerpen in de APV handhaving plaatsvindt. De handhaving van evenementen is hier ook een onderdeel van. In dit beleid is dan ook niet opgenomen op welke wijze de handhaving plaatsvindt en met welke frequentie.

Epe, 18 juni 2013

Burgemeester en wethouders van Epe,

de burgemeester, Ir. H. van der Hoeve MPA

de secretaris, K.A. Weerts, l.s.

De burgemeester van Epe,

Ir. H. van der Hoeve MPA

BIJLAGEN

  • I.

    Aanvraag en meldingsformulier evenementenvergunning

  • II.

    Werkwijze verkeersregelaars

  • III.

    Overzicht aantallen evenementen

Bijlage II, Procedure verkeersregelaars

Kandidaat-verkeersregelaars krijgen een toegangscode via hun evenementen-organisatie en moeten via de E-learning een toetsingsexamen afleggen.

Gemeenten kunnen ook organisaties van verkeersregelaars, zoals bijvoorbeeld motorclubs, toestemming geven de E-learning te (laten) volgen.

Evenementenorganisaties kunnen na ingelogd te zijn, hun kandidaten coachen op resultaat en deelname. De evenementenorganisaties kunnen de individuele instructieverklaring van een geslaagde verkeersregelaar of een groslijst met geslaagde kandidaten printen. De instructieverklaring is door het hoofd van de school voor Handhaving van de directeur van de Politieacademie, namens de korpschefs, ondertekend. Na registratie op de website van SVNL kunnen gemeenten en politie via het besloten deel van de e-learning nagaan welke verkeersregelaars hun instructie positief hebben afgerond. Ook kunnen gemeenten de instructieverklaringen en degroslijsten zelf uitprinten.

De evenementenorganisaties kunnen voor het regelen van voldoende

evenementen-verkeersregelaars gebruik maken van een verkeersregelaarspool, daarvoor zij terecht kunnen op de website van SVNL. Deelnemers hieraan hebben hier vooraf toestemming voor gegeven en worden door middel van een emailbericht vanuit de website benaderd.

De politie verwijst organisaties van evenementen zoveel mogelijk naar de e-learning. Deze is beschikbaar op internet: www.verkeersregelaarsexamen.nl

Onderstaand de nieuwe werkwijze rondom evenementen met

verkeersregelaars.

  • 1.

    Voorafgaand aan een evenement moeten evenementenorganisaties ruim van te voren (door de gemeente te bepalen, bijv. minimaal 6 weken) een vergunning aanvragen bij de gemeente(n) waarbinnen het evenement plaatsvindt. De gemeenten bepalen (zonodig) in samenspraak met politie of en zo ja hoeveel evenementen- verkeersregelaars moeten worden ingezet voor het evenement. De gemeenten maken de keuze voor evenementenverkeersregelaars voor bepaalde tijd en/of eenmalige evenementen-verkeersregelaars. Voor complexe verkeerssituaties kunnen de gemeenten ook bepalen dat een evenementenorganisatie een of meerdere ‘beroepsmatige’ verkeersregelaars moet inschakelen (deze verkeersregelaars behoeven de E-learning instructie niet te volgen, maar moeten wel voor het betreffende evenement worden aangesteld door de gemeenten). Gemeenten kunnen hiervoor een ‘postenplan’ verlangen van de evenementenorganisatie, die zij voorafgaande aan de vergunningverlening beoordelen. Een en ander kan in de voorschriften bij de evenementenvergunning of in het aanstellingsbesluit voor de verkeersregelaars worden opgenomen.

  • 2.

    De evenementenorganisatie neemt daarna contact op met SVNL (030 -8200361 of secretariaat@verkeersregelaarsexamen.nl ) voor de aanvraag van een code waarmee de Elearning instructie passend bij de soort verkeersregelaar kan worden gevolgd en overlegt hierbij (in kopie) de vergunning voor het evenement. Wanneer deze vergunning nog niet is verleend, geeft de gemeente toestemming aan SVNL om een x-aantal (door de gemeente in te vullen) evenementen-verkeersregelaars de E-learning instructie te laten volgen. De code kan worden aangevraagd via een aanvraagformulier op de website www.verkeersregelaarsexamen.nl. De E-learning instructie voor een evenementenverkeersregelaar voor bepaalde tijd is iets uitgebreider dan de instructie voor eenmalige evenementenverkeersregelaars.

  • 3.

    De evenementenorganisatie en de evenementenverkeersregelaars registreren zich vervolgens op de website van de SVNL, waarna de instructie direct kan worden gestart. De organisatie heeft tijdens het verloop van de periode waarin de instructie wordt gevolgd inzage in de voortgang van kandidaat-verkeersregelaars.

  • 4.

    Na afloop van de instructie ontvangt de evenementenorganisatie een overzicht met geslaagden en de instructieverklaringen namens de Nederlandse politie. De geldigheidsduur van de instructieverklaringen is vanaf het moment van instructie voorafgaande aan het evenement geldig.

  • 5.

    Na registratie op de website van SVNL kunnen gemeenten en politie via het besloten deel van de E-learning nagaan welke verkeersregelaars hun instructie positief hebben afgerond. De evenementen-verkeersregelaars zijn hiertoe per evenement opgenomen in de database van SVNL. Gemeenten kunnen dus per evenement zien of er voldoende evenementenerkeersregelaars kunnen worden aangesteld. Gemeenten kunnen de instructieverklaringen en groslijsten eventueel ook zelf uitprinten.

  • 6.

    Gemeenten geven voorafgaande aan het evenement een aanstellingsbesluit uit met een geldigheidsduur van: a. de dag / periode dat het evenement wordt gehouden als er sprake is van eenmalig evenementenverkeersregelaars of b. maximaal 1 jaar als er sprake is van evenementenverkeersregelaars voor bepaalde tijd. Dit besluit is individueel en de verkeersregelaar krijgt daarbij een pasje.

Voor alle vragen over de toepassing van de E-learning instructie en de wijze waarop gemeenten hiervan gebruik kunnen maken kunt u terecht bij de helpdesk van SVNL: 030 – 8200361 of secretariaat@verkeersregelaarsexamen.nl.

Bijlage III, aantal evenementen

Op basis van de gegevens van het jaar 2012 is het volgende beeld te geven over het aantal evenementen, soort evenementen en procedurele afhandeling van evenementen in de gemeente Epe.

In 2012 hebben 222 activiteiten plaatsgevonden die beoordeeld zijn aan de aan de hand van artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening (verder APV genoemd) (evenementen) en 5:23 APV (snuffelmarkt). Het aantal van 222 evenementen is afkomstig uit een registratiesysteem dat in 2012 is ontwikkeld voor vergunningen op het gebied van de APV en bijzondere wetten. Omdat in 2012 is gestart met de registratie op deze wijze is de informatie over de aantallen behandelde aanvraag niet geheel sluitend. Er kan echter wel een beeld gegenereerd worden over de spreiding van evenementen in een kalenderjaar.

In de onderstaande tabel wordt een beeld gegeven van de spreiding van de evenementen in een kalenderjaar. Hieruit komt duidelijk naar voren dat het merendeel van de evenementen in de maanden april t/m september plaatsvindt. (tabel zie 2013-21151)

De locaties waar de evenementen plaatsvinden binnen de kernen zijn zeer divers. Ongeveer tweederde van de evenementen vinden plaats in de kern Epe. De overige evenementen vinden plaats in de kernen Oene, Emst en Vaassen.