Regeling vervallen per 25-11-2016

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 GEMEENTE EPE

Geldend van 01-01-2015 t/m 24-11-2016

Intitulé

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 GEMEENTE EPE  

Burgemeester en wethouders van Epe

Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Epe 2015;

dat de raad in de hiervoor genoemde verordening heeft bepaald dat het college ter uitwerking

van die Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 nadere regels dient te stellen in een gemeentelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015;

 

BESLUITEN:

vast te stellen het navolgende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Epe 2015 alsmede het intrekken van het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2013, aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe op 18 december 2012.

Wmo 2015

 

Vanaf 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning aan burgers die zelf onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie. De verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgebreid met taken vanuit de landelijke Awbz (Algemene wet bijzondere ziektekosten). Daarnaast heeft het rijk voor de uitvoering van deze taken forse bezuinigingen aangekondigd. Om de nieuwe taken met een bezuiniging te kunnen uitvoeren, volstaat het niet om de nieuwe taken in de Wmo 2007 onder te brengen. Het rijk heeft om deze reden een nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemaakt met andere uitgangspunten. Daarbij hanteert het rijk het adagium dat ‘de voorzieningen terecht moeten komen bij de burgers die het echt niet zelf kunnen regelen en betalen’.

 

In de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2015 zijn de uitgangspunten vanuit de nieuwe Wet en de lokale kaders -zoals geformuleerd in de Sociale Agenda 2008-2015, het Beleidsplan Wmo 2015-2018 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015- vertaald naar regels voor de uitvoering van de Wmo.

 

In het voor u liggende Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 zijn de financiële regels voor de uitvoering van de Wmo 2015 opgenomen, in aansluiting op de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2015.

 

 

Terugblik

Met de invoering van de Wmo in 2007 werd de basis gelegd voor ondersteuning dichtbij inwoners en het versterken van de eigen kracht. Was onder de Wet voorziening gehandicapten (Wvg) sprake van een zorgplicht en tamelijk nauwkeurig omschreven voorzieningen, de compensatieplicht van de Wmo vroeg om een nieuwe aanpak die werd vertaald in de gekantelde Wmo verordening 2013, gemeente Epe, met bijbehorende beleidsregels en besluit. Kernbegrippen vormden het leveren van maatwerk, uitgaan van te bereiken resultaten en eigen verantwoordelijkheid. Bij de beoordeling van een aanvraag, of al tijdens het gesprek voorafgaand aan de aanvraag, kwam eerst het resultaat dat bereikt moest worden aan de orde, daarna passeerden de verschillende oplossingen de revue, waaronder mogelijk de individuele voorzieningen.

 

Artikel 1. Woningaanpassingen

Bij toekenning van een maatwerkvoorziening voor een bouwkundige of technische woonvoorziening zijn de volgende voorwaarden van toepassing:

  • 1.

    Voor het berekenen van de kosten van eenvoudige standaard woningaanpassingen gelden de normbedragen, zoals opgenomen in de limitatieve lijst. Deze normbedragen worden jaarlijks door  de gemeente vastgesteld met behulp van een onafhankelijk bouwkundig calculatiebureau. De standaardaanpassingen kunnen conform de vastgestelde normbedragen uitgevoerd worden door aannemers of installateurs. Indien noodzakelijk kan aan de verhuurder van huurwoningen conform de limitatieve lijst een tegemoetkoming in toezichtskosten en administratiekosten betaald worden.

  • 2.

    Terugvordering van een persoonsgebonden budget voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening vindt slechts plaats indien de kosten van de woningaanpassing, minimaal € 12.000,- heeft bedragen.

  • 3.

    Bij terugvordering zoals genoemd in lid 2 van dit artikel wordt de terugbetalingsverplichting aan de hand van onderstaand schema berekend.

    • -

      bij verkoop in het eerste jaar na gereedmelding 100 % van de meerwaarde;

    • -

      bij verkoop in het tweede jaar na gereedmelding 90 % van de meerwaarde;

    • -

      bij verkoop in het derde jaar na gereedmelding 80 % van de meerwaarde;

    • -

      bij verkoop in het vierde jaar na gereedmelding 70 % van de meerwaarde;

    • -

      bij verkoop in het vijfde jaar na gereedmelding 60 % van de meerwaarde;

    • -

      bij verkoop in het zesde jaar na gereedmelding 50 % van de meerwaarde;

    • -

      bij verkoop in het zevende jaar na gereedmelding 40 % van de meerwaarde;

    • -

      bij verkoop in het achtste jaar na gereedmelding 30 % van de meerwaarde;

    • -

      bij verkoop in het negende jaar na gereedmelding 20 % van de meerwaarde;

    • -

      bij verkoop in het tiende jaar na gereedmelding 10 % van de meerwaarde.

    De afschrijvingstermijn gaat in op de datum van de verkoop van de woning.

Artikel 2. Verhuiskosten en herinrichtingskosten

  • 1. Verhuiskosten en herinrichtingskosten worden uitsluitend in de vorm van een persoonsgebonden budget verstrekt.

  • 2. Het persoonsgebonden budget voor verhuiskosten en herinrichtingskosten bedraagt maximaal € 2.500,-.

Artikel 3. Bezoekbaar maken

Het maximumbedrag dat wordt verstrekt bij het bezoekbaar maken van een woning voor een Awbz-bewoner draagt € 2.500,-. 

(De Algemene wet bijzondere ziektekosten wordt vanaf 1-1-2015 anders georganiseerd en wordt vervangen door andere regelingen. Lichtere vormen van zorg en ondersteuning uit de Awbz gaan over naar de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Zorgverzekeringswet. Voor zwaardere en langdurige zorg geldt een nieuwe Wet langdurige zorg. Daar waar in het besluit over Awbz-instelling of Awbz-bewoner wordt gesproken wordt bedoeld: een bewoner die in een instelling verblijft en die de indicatie voor langdurig verblijf heeft verzilverd.)

Artikel 4. Vervoersvoorzieningen

  • 1. Auto aanpassingen worden uitsluitend in de vorm van een persoonsgebonden budget verstrekt.

  • 2. Overige vervoersvoorzieningen worden in de vorm van zorg in natura verstrekt (indien maatwerk niet mogelijk is op basis van zorg in natura, dan wordt een persoonsgebonden budget verstrekt).

  • 3. Voor gebruik van het collectief vervoer met een Wmo-pas is een ritbijdrage per zone conform het openbaar vervoer verschuldigd. Bij de inwerkingtreding van dit besluit bedraagt de ritbijdrage

    € 0,60 per zone. 

    (Norm 2015: Jaarlijks wordt een nieuwe ritbijdrage vastgesteld door de provincie.)

Artikel 5. Sportvoorzieningen

  • 1. Sportvoorzieningen worden uitsluitend in de vorm van een persoonsgebonden budget verstrekt.

  • 2. De hoogte van een persoonsgebonden budget voor een sportvoorziening bedraagt maximaal € 2.500,-, welke is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf, onderhoud en reparatie voor

    een periode van drie jaar.

Artikel 6. Tarieven persoonsgebonden budget

Voor alle vormen van ondersteuning waarbij een uurtarief geldt, zijn de volgende tarieven van toepassing:

  • 1.

    Het pgb tarief voor formele hulp bedraagt maximaal 100% van het zorg in natura tarief.

  • 2.

    Het pgb tarief voor informele hulp bedraagt 75% van het zorg in natura tarief met een maximum van € 20,- per uur (individueel) en maximaal € 30,- per etmaal (kortdurend verblijf).

  • 3.

    Voor de bedragen waarop lid 1 en lid 2 van dit artikel van toepassing zijn, wordt verwezen naar de bijlage van dit besluit: ‘Tarieven Wmo 2015’.

Artikel 7. Eigen bijdragen

  • 1. De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdragen zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.8, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo.

    (Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, Ministerie van VWS, 27 oktober 2014)

  • 2. De normbijdrage, zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, bedraagt bij lage inkomens maximaal € 19,40 voor een alleenstaande en maximaal € 27,60 voor gehuwden per periode van vier weken, waarbij de volgende inkomensgrenzen gelden:

    - ongehuwd persoon, jonger dan 65 jaar: € 22.331,-

    - ongehuwd persoon ouder dan 65 jaar: € 16.634,-

    - gehuwde personen, een of beide jonger dan 65 jaar: € 27.917,-

    - gehuwde personen, beide ouder dan 65 jaar: € 23.046,-

  • 3. Voor de volgende bouwstenen wordt een eigen bijdrage gevraagd, zolang de cliënt hiervan gebruik maakt en waarbij de daadwerkelijke kosten niet worden overschreden, maar tot uiterlijk een periode van 10 jaar:

    • a.

      coördinatie;

    • b.

      wonen;

    • c.

      hulpverlening;

    • d.

      huishoudelijke ondersteuning;

    • e.

      overige maatwerkvoorzieningen. 

    (Bouwstenen zoals gehanteerd in de inkoopprocedure Wmo. Zie Bijlage: ‘Tarieven Wmo 2015’)

  • 4. De voorzieningen, vormen van ondersteuning en hulpmiddelen die onder de bouwstenen vallen, zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel, zijn nader beschreven in de bijlage van dit besluit: ‘Tarieven Wmo 2015’.

  • 5. In afwijking van lid 4 van dit artikel wordt geen eigen bijdrage gevraagd bij:

    • a.

      rolstoelen (alsmede sportrolstoelen);  

    • b.

      hulpmiddelen bij jeugdigen;

    • c.

      het tegen gereduceerd tarief gebruik maken van het collectief vervoer zoals bedoeld in artikel 4, lid 3 van dit besluit. 

    (In de brief van staatssecretaris van Rijn (VWS) van 18 juli 2014 geeft hij aan voornemens te zijn om rolstoelen en overige

     hulpmiddelen voor jeugdigen tot 18 jaar vrij te stellen van eigen bijdragen. Vanaf 18 jaar geldt geen eigen bijdrage voor

     rolstoelen.)

     

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Epe 2015".

  • 2. Dit besluit treedt, onder gelijktijdige intrekking van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Epe 2013, in werking op 1 januari 2015.

Ondertekening

Epe, 16 december 2014
Burgemeester en wethouders van Epe,
de burgemeester, Ir. H. van der Hoeve MPA
de secretaris, mw. C. Kats.

BIJLAGE

 

TARIEVEN WMO 2015

Tarieven Wmo 2015

 

 

 

 

 

Bekostigingseenheden

Zorg in Natura tarieven

PGB tarieven formele hulp

PGB tarieven informele hulp

Bouwsteen coördinatie

 

 

 

Opstellen integraal uitvoeringsplan

€ 140,-

X

X

Coördineren / monitoren uitvoeringsplan

€ 140,- per 4 weken.

X

X

Bouwsteen wonen

 

 

 

Spoedopvang V&V en GZ (maximaal 8 weken, inclusief hulpverlening)

€140,- per 24 uur

X

X

Deeltijd verblijf / logeeropvang / respijtopvang

€ 30,- per 24 uur

max. € 30,- per 24 uur, excl. hulpverlening

€ 22,50 per 24 uur met een maximum van € 30,- per 24 uur, incl. hulpverlening

Maatschappelijke opvang (alleen centrum gemeenten)

n.v.t

n.v.t

n.v.t

Beschermd Wonen GGZ, beschut wonen V&V en GZ, component wonen

€ 450,- per week, excl. hulpverlening

€ 450,- per week, excl. hulpverlening

X

Bouwsteen hulpverlening

 

 

 

Opstellen ondersteuningsplan als er 1 maatwerkaanbieder is

€ 0,-

€ 0,-

€ 0,-

Individuele begeleiding licht

€ 30,- per uur

max. € 30,- per uur

max. € 20,- per uur

Individuele begeleiding, medium / midden

€ 45,- per uur

max. € 45,- per uur

max. € 20,- per uur

Individuele begeleiding complex / gespecialiseerd / zwaar

€ 60,- per uur

max. € 60,- per uur

max. € 20,- per uur

Dagbesteding licht

€ 9,- per uur

max. 9,- per uur

X

Dagbesteding medium / midden

€ 11,- per uur

max. € 11,- per uur

X

Dagbesteding complex / gespecialiseerd / zwaar

€ 15,-

max. € 15,- per uur

X

Vervoer

€ 20,- rolstoel en kinderen per dag, € 8,- overige cliënten.

max. kostprijs Regiotaxi of max. kostprijs leerlingenvervoer

€ 0,19 vanaf 6 km en max. 150 km. per hulpverlener per keer.

Persoonlijke verzorging

€ 25,- per uur

max. € 25,- per uur

€ 18,75 per uur, met een maximum van 20,- per uur.

Regie op gestructureerd huishouden (HH2 nieuw)

€ 25,- per uur

max. € 25,- per uur

€ 18,75 per uur, met een maximum van 20,- per uur.

Bouwsteen huishoudelijke ondersteuning

 

 

 

Huishoudelijke ondersteuning (HH1 nieuw)

€ 19,74 per uur

max. € 19,74 per uur

€ 14,80 per uur, met een maximum van € 19,74 per uur.

 

 

 

 

 

 

 

Overige maatwerkvoorzieningen

 

 

 

Vervoersvoorzieningen en (rolstoel)voorzieningen

Er is een lijst met kostprijzen per type voorziening (gecontracteerde leverancier)

De maximale hoogte wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, indien nodig, verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en indien van toepassing WA-verzekering.

De maximale hoogte wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, indien nodig, verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en indien van toepassing WA-verzekering.

Woningaanpassingen

Er is een lijst met kostprijzen van eenvoudige standaard woningaanpassingen (limitatieve lijst)

De maximale hoogte bedraagt 100% van het bedrag zoals vermeld in de door de gemeente geaccepteerde offerte of van het bedrag dat genoemd is in de door de gemeente vastgestelde limitatieve lijst.

De maximale hoogte bedraagt 100% van het bedrag zoals vermeld in de door de gemeente geaccepteerde offerte of van het bedrag dat genoemd is in de door de gemeente vastgestelde limitatieve lijst.