Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening rioolaanleg- en aansluitgeld 2017

Geldend van 15-12-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening rioolaanleg- en aansluitgeld 2017

Raadsbesluit 2016 registratienummer: 2016-20413

DE RAAD DER GEMEENTE EPE

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; nr. 2016-20413, d.d. 27 september 2016;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van rioolaanleg- en aansluitgeld 2017.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    uitlegger: een buisleiding vanaf een aanwezige rioolleiding tot en met het ontstoppingsstuk nabij de perceelsgrens van het aan te sluiten eigendom;

  • b.

    aansluiting: de verbinding tussen het rioolstelsel van het eigendom en de uitlegger waardoor lozing op het gemeentelijke rioolnet mogelijk wordt;

  • c.

    gesloten bestrating: een straatbedekking bestaande uit een asfalt- of betonlaag;

  • d.

    open bestrating: elke andere straatbedekking dan een gesloten bestrating.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam rioolaanleg- en aansluitgeld worden rechten geheven voor het van gemeentewege aanleggen van een rioolleiding en het tot stand brengen van een aansluiting van een eigendom op het gemeentelijk rioolnet.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Het recht wordt geheven van degene die van een eigendom het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft.

  • 2. Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Ontstaan van de belastingplicht

Het recht is verschuldigd op het moment dat een aansluiting tot stand is gebracht.

Artikel 5 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1. De rechten worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3. In afwijking in zoverre van het tweede lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- maar minder dan € 3.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 6 Tarieven

  • 1. Het recht bedraagt voor het aanleggen van een uitlegger in open bestrating en het aansluiten van het eigendom op het gemeentelijk rioolnet indien de doorsnede van de uitlegger

    • a.

      minder dan 160 mm bedraagt € 2.732,00

      vermeerderd met € 28,60

      per strekkende meter of gedeelte daarvan indien en voor zover de lengte van de uitlegger meer is dan 6 meter

    • b.

      160 mm of meer, maar minder dan 200 mm bedraagt € 2.753,00

      vermeerderd met € 33,60

      per strekkende meter of gedeelte daarvan indien en voor zover de lengte van de uitlegger meer is dan 6 meter

    • c.

      200 mm of meer bedraagt € 2.809,00

      vermeerderd met € 40,00

      per strekkende meter of gedeelte daarvan indien en voor zover de lengte van de uitlegger meer is dan 6 meter

  • 2. Indien de uitlegger moet worden aangelegd in gesloten bestrating,

    worden de rechten bedoeld in het eerste lid verhoogd met € 846,00

Artikel 7 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het aansluiten van eigendommen:

  • a.

    waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is en die uitsluitend voor de publieke dienst worden gebezigd;

  • b.

    welke zijn gesticht op grond ten aanzien waarvan de aanleg- en aansluitkosten zijn verrekend als gevolg van een met de gemeente gesloten overeenkomst;

  • c.

    waarvoor door middel van heffing van baatbelasting in de aanleg- en aansluitkosten wordt bijgedragen.

Artikel 8 Nadere regels door het bestuur van Tribuut belastingsamenwerking

Het bestuur van Tribuut belastingsamenwerking kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 9 Overgangsrecht

De verordening rioolaanleg- en aansluitgeld 2016 van 12 november 2015 wordt ingetrokken met ingang de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening rioolaanleg- en aansluitgeld 2017’.

Epe, 10 november 2016

De raad voornoemd,

de voorzitter, de griffier,

Ir. H. van der Hoeve MPA V. Smit.