Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Epe

Geldend van 08-10-2020 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Epe

1. Inleiding

Op 24 september 2020 heeft de gemeenteraad de Wegsleepverordening Gemeente Epe 2020 (hierna: wegsleepverordening) vastgesteld. Deze verordening is vastgesteld om uitvoering te kunnen geven aan de wegsleepregeling uit de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) en het Besluit wegslepen van voertuigen.

In de Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen worden de praktische zaken geregeld voor uitvoering van de wegsleepverordening. Eerst worden de bevoegdheden (paragraaf 2) en de procedures voor het aantreffen, wegslepen, bewaren en teruggeven van voertuigen beschreven (paragrafen 3–6). Vervolgens wordt in paragraaf 7 beschreven hoe wordt omgegaan met voertuigen die niet worden afgehaald. In paragraaf 8 worden de kosten beschreven. Tot slot wordt in paragraaf 9 de samenhang met ‘Wet Mulder’ beschreven en wordt in paragraaf 10 aangegeven welke gegevens in het bewaringsregister opgenomen dienen te worden.

Bergen van een voertuig na een aanrijding of diefstal

Bij een aanrijding of diefstal is er sprake van het bergen van een voertuig. Het bergen van een voertuig valt niet onder de werking van de wegsleepverordening en de uitvoeringsregeling. Het bergen van voertuigen wordt verzorgd door de verzekeraarhulpdienst. Ook het veiligstellen van een voertuig na inbraak (verbroken ruit e.d.) wordt veelal door de verzekeraarhulpdienst uitgevoerd. Bij twijfel voert de politie overleg met de gemeente; de politie heeft bij een aanrijding of diefstal een leidende rol.

2. Bevoegdheid wegslepen

Op basis van artikel 170, eerste lid van de WVW 1994 is de bevoegdheid tot het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen een vorm van bestuursdwang. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang.

Voor de uitvoering van de wegsleepregeling wordt deze bevoegdheid als volgt gemandateerd:

  • -

    Het college wijst de opsporingsambtenaren van de Regiopolitie NO-Gelderland, District Noord Veluwe, de toezichthouders/buitengewoon opsporingsambtenaren van de gemeente Epe en de (plv.) marktmeester, aan als ambtenaren die belast zijn met het in de daarvoor in aanmerking komende gevallen toepassing geven aan de wegsleepbevoegdheid.

  • -

    De verwijdering en overbrenging van een voertuig geschiedt door Wolves Autoberging, IJsseldijk 4C (navigatie Ecofacterij 3) 7325 WZ Apeldoorn hierna aangeduid als het wegsleepbedrijf.

De opsporingsambtenaren van de Regiopolitie NO-Gelderland, District Noord Veluwe, de toezichthouders/buitengewoon opsporingsambtenaren en de (plv.) marktmeester van de gemeente worden hierna aangeduid als de bevoegde functionaris.

Indien een opsporingsambtenaar van de politie belast is met de wegsleepbevoegdheid, wordt de opdracht tot wegslepen gegeven door, of na overleg met de dienstdoende officier van dienst politie.

3. Aantreffen van een foutgeparkeerd voertuig

De wegsleepprocedure start met het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig (overtreding). Onder ‘voertuig’ wordt verstaan: motorrijtuigen, fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, trams en wagens (in artikel 1, onder al RVV 1990);

Wegsleepwaardige situatie

Een bevoegde functionaris beoordeelt of het voertuig dat fout geparkeerd is weggesleept dient te worden. De eerste afweging die moet worden gemaakt is of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is. Daarvoor gelden drie criteria op grond van artikel 170, eerste lid van de WVW 1994:

  • 1.

    - de veiligheid op de weg wordt in gevaar gebracht en/of

  • 2.

    - de vrijheid van het verkeer wordt belemmerd en/of

  • 3.

    - er wordt geparkeerd op één van de wegen of weggedeelten, die zijn aangewezen in artikel 2 van de gemeentelijke wegsleepverordening.

Deze criteria worden in de bijlage behorende bij de toelichting op de wegsleepverordening nader omschreven. Er kan tegelijkertijd sprake zijn van meerdere criteria. Het aanwezig zijn van één of meerdere criteria is voldoende om de wegsleepverordening te kunnen toepassen. Dit betekent niet automatisch dat overgegaan kan worden tot het wegslepen van een voertuig. De bevoegde functionaris dient zeer zorgvuldig om te gaan met deze bevoegdheid. Hij of zij dient in ieder afzonderlijk geval te beoordelen of wegslepen van het betreffende voertuig absoluut noodzakelijk is.

Waarnemingstijd

Om een overtreding nadrukkelijk te kunnen vaststellen kan een waarnemingstijd nodig zijn.

  • -

    Verbod stil te staan: Voor het constateren van een gedraging in strijd met een verbod om stil te staan is geen waarnemingstijd nodig.

  • -

    Parkeerverboden: Voor constatering van een gedraging in strijd met een parkeerverbod wordt een waarnemingstijd van tien minuten gehanteerd.

  • -

    Parkeren op laad- en loshavens: Bij laad- en loshavens wordt een onafgebroken waarnemingstijd van tien minuten gehanteerd. Wanneer in deze periode geen laad- en losactiviteiten plaatsvinden, kan geconstateerd worden dat er sprake is van parkeren.

4. Procedure wegslepen

Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleepprocedure in gang gezet. Deze procedure wordt hierna beschreven.

Gevaarlijke stoffen

Indien een voertuig met zichtbaar aanwezige gevaarlijke stoffen wordt aangetroffen (aanduiding met rechthoekig oranje bord), wordt er pas weggesleept na overleg met de Rijksdienst voor het Wegverkeer.

Procedure

  • -

    A. De bevoegde functionaris schakelt bij een wegsleepwaardige situatie telefonisch het wegsleepbedrijf in en noteert het tijdstip waarop de oproep is gedaan.

  • -

    B. De bevoegde functionaris maakt foto’s van de situatie en wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van het wegsleepbedrijf. Op de foto’s moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn alsmede de dag- en uuraanduiding en de staat/beschadigingen van het motorrijtuig.

  • -

    C. Indien de eigenaar of (kenteken)houder van het voertuig zich meldt en bereid is het voertuig te verplaatsen, dan is er sprake van een onvolledige berging. Indien de eigenaar of (kenteken)houder de kosten (zie paragraaf 8) ter plaatse vergoedt, annuleert de bevoegde functionaris het wegslepen en meldt hij dit telefonisch aan het wegsleepbedrijf.

  • -

    D. Na de komst van het wegsleepbedrijf controleren de bevoegde functionaris en het personeel van het wegsleepbedrijf gezamenlijk het voertuig op beschadigingen. Het personeel van het wegsleepbedrijf maakt foto’s van de situatie. Op de foto’s zijn de dag- en uuraanduiding en de staat/beschadigingen van het motorrijtuig zichtbaar. De bevindingen worden door het wegsleepbedrijf ingevuld op de vrachtbrief. De foto’s worden in het bewaringsregister (zie paragraaf 10) opgenomen.

  • -

    E. Het wegsleepbedrijf vult op de vrachtbrief in of er of er sprake is van een volledige of een onvolledige berging (zie ook paragraaf 8). De volledig ingevulde vrachtbrief wordt ten spoedigste gestuurd naar boa@epe.nl.

  • -

    F. De bevoegde functionaris vult (na ontvangst van de vrachtbrief) het formulier besluit tot toepassing van bestuursdwang en de wegsleepbon op kantoor volledig in en stuurt deze ten spoedigste naar het wegsleepbedrijf.

Schade noteren

In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8, WVW 1994 moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op reeds aanwezige schade door de bevoegde functionaris en het wegsleepbedrijf. De schade wordt genoteerd in het proces- verbaal van meevoeren en opslaan. Ook schade, die wordt veroorzaakt tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen moet door het wegsleepbedrijf worden genoteerd. De schade dient te allen tijde fotografisch te worden vastgelegd.

Indien aantoonbaar is dat tijdens de overbrenging en bewaring schade aan het voertuig is toegebracht, is de gemeente op grond van het genoemde artikel gehouden deze schade te vergoeden. De gemeente heeft deze aansprakelijkheid overgedragen aan het wegsleepbedrijf.

Bezwaar- en beroepsmogelijkheid

Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, in dit geval het toepassen van de wegsleepregeling, wordt op schrift gesteld. Hiervoor wordt het hierboven genoemde formulier besluit tot toepassing van bestuursdwang gebruikt. Deze schriftelijke beslissing is een besluit in de zin van de Awb. Tegen een besluit kan een belanghebbende bezwaar en beroep instellen op grond van de artikelen 7:1 en 8:1 van de Awb.

5. Bewaren van voertuigen

Aanvang van het bewaren

Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn vaak (verhaalbare) bewaarkosten verbonden. Het tijdstip van bewaren gaat in op het moment dat het voertuig op de plaats van bewaring is losgekoppeld.

Plaats van het bewaren

Het bewaren geschiedt op de daarvoor bestemde plaats. Deze plaats is door het college van burgemeester en wethouders aangewezen en vastgelegd in de wegsleepverordening.

Procedure

Het voertuig wordt onverwijld naar de plaats van bewaring overgebracht. Het beleid dient er vervolgens op gericht te zijn de bewaartijd van voertuigen op de aangewezen bewaarplaats te beperken.

Het voertuig is nu overgedragen aan het wegsleepbedrijf. Indien in het bewaringsregister géén voorwaarden tot teruggave zijn vermeld, zal het voertuig zo spoedig mogelijk worden teruggegeven aan de eigenaar/kentekenhouder van het voertuig of gemachtigde van de eigenaar/kentekenhouder. Een weggesleept voertuig dat met onjuiste of onvolledige informatie in het bewaringsregister is ingeschreven, blijft de verantwoordelijkheid van het wegsleepbedrijf.

6. Teruggave van voertuigen

Indien de eigenaar/houder zich meldt bij de gemeente, dan wordt deze doorverwezen naar het wegsleepbedrijf. De eigenaar van de auto kan het voertuig ophalen bij Wolves Autoberging, IJsseldijk 4C (navigatie Ecofacterij 3) 7325 WZ Apeldoorn. De openingstijden zijn tijdens kantooruren van maandag tot en met vrijdag van 8:30 – 17:00 uur en op zaterdag van 9:00-12:00 uur.

Voorwaarden tot teruggave

- Betaling kosten

Het voertuig mag slechts worden afgegeven indien alle kosten van de overbrenging en in bewaring zijn betaald. Een betalingsregeling is niet mogelijk. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden, omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn.

Een voertuig dat op grond van de wegsleepregeling is weggesleept en in bewaring is gesteld, moet worden teruggegeven indien de kosten zijn betaald.

Aan wie teruggeven?

Teruggave van een voertuig kan slechts aan degene die aantoont dat hij/zij of eigenaar, kentekenhouder of gemachtigde van de eigenaar of kentekenhouder (huren, lenen, leasen of pand) is van het voertuig. De wijze van legitimatie c.q. machtiging dient in het bewaringsregister vermeld te worden (art. 170 lid 5).

Procedure teruggave

1. De eigenaar/kentekenhouder of gemachtigde gaat naar de bewaarplaats en toont daar de kentekenpapieren en een geldig rijbewijs.

De eigenaar/kentekenhouder of gemachtigde hoeft niet de bestuurder te zijn. Bij een aantal feiten kan het belangrijk zijn dat bekend wordt wie de bestuurder was.

2. Het besluit tot toepassing van bestuursdwang en de wegsleepbon worden overhandigd door het wegsleepbedrijf aan de eigenaar/kentekenhouder.

3. De eigenaar/kentekenhouder of gemachtigde moet eerst de totale kosten aan het wegsleepbedrijf voldoen alvorens het voertuig wordt teruggegeven. Hiervoor ontvangt de eigenaar/kentekenhouder of gemachtigde van het wegsleepbedrijf een kwitantie (origineel van de rekening).

4. In het bijzijn van de eigenaar/kentekenhouder of gemachtigde wordt het voertuig op eventuele schade gecontroleerd welke tijdens het wegslepen of bewaren veroorzaakt zou kunnen zijn.

5. De doorslag van de kwitantie (rekening) wordt in het bewaringsregister opgenomen, waarna van de betaling tevens aantekening wordt gemaakt in het bewaringsregister.

6. Afgifte van een voertuig, geplaatst op een andere bewaarplaats, geschiedt na overleg met het wegsleepbedrijf.

7. Niet afgehaalde voertuigen

De eigenaar/houder meldt zich niet binnen 48 uur:

Indien de eigenaar/houder zich niet binnen 48 uur na inbewaringstelling van het voertuig bij het wegsleepbedrijf heeft gemeld, dient de ‘Last onder bestuursdwang’ overeenkomstig artikel 171, eerste lid van de WvW 1994 te worden bekendgemaakt (aangetekend). De medewerker van het team Leefbaar en veilig controleert daarom na 48 uur of het voertuig is opgehaald bij het wegsleepbedrijf. Zo niet, dan dient binnen een week de beschikking tot bestuursdwang bekend te worden gemaakt aan de eigenaar/houder (aangetekend). Als de eigenaar niet bekend is, wordt een publicatie in het Veluws nieuws geplaatst.

Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van het wegsleepbedrijf, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport vallen onder de kosten van bewaring. De rechthebbende wordt conform artikel 5.30 Awb over deze verplaatsing geïnformeerd.

Het wegsleepbedrijf is bevoegd, ingeval:

  • -

    een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, of de kosten van het wegslepen en bewaren van het voertuig, vermeerderd met de geraamde kosten voor verkoop, overdracht om niet of vernietiging waaronder ook de kosten van taxatie van het voertuig, onevenredig hoog worden in verhouding met de waarde van het voertuig (artikel 5:30 van de Awb),

  • -

    het voertuig te verkopen, om niet in eigendom over te dragen of te vernietigen. Dit kan alleen plaatsvinden vanaf 14 dagen na het uitgaan van de bekendmaking (artikel 172, tweede lid van de WVW 1994).

Het wegsleepbedrijf heeft hiervoor instemming nodig van de bevoegd functionaris vanuit de gemeente Epe. Het wegsleepbedrijf draagt namens de burgemeester en wethouders zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig en is bevoegd daarvoor alle handelingen, inclusief het inschakelen van een taxateur, te verrichten.

 Verkoop, overdracht om niet of vernietiging

Een in bewaring gesteld voertuig mag pas worden verkocht, overgedragen om niet of vernietigd nadat een beëdigd taxateur ingevolge artikel 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen een rapport betreffende de waarde heeft opgemaakt.

- 1. Zodra de 14-dagen termijn is verstreken zonder dat een weggesleept voertuig is afgehaald, zal dat voertuig namens het college van burgemeester en wethouders ter verkoop worden aangeboden.

  • -

    Bij een auto met een geringe verkoopwaarde (<€750) wordt de auto getaxeerd door een expertisebureau, waarna de verkoop plaats vindt.

  • -

    Als de auto een hogere geschatte waarde heeft, worden tenminste 3 handelaren in tweedehands voertuigen uitgenodigd om op het te verkopen voertuig bij inschrijving een bod uit te brengen, waarna de verkoop plaats heeft aan de meest biedende;

- 2. Bij gebrek aan belangstelling bij de handelaren om het voertuig te kopen, wordt het voertuig ter vernietiging aangeboden aan een officieel erkende autosloper, aan wie het voertuig in eigendom wordt overgedragen tegen betaling van het bedrag dat overeenkomt met de door de taxateur geschatte sloopwaarde van het voertuig;

- 3. Bij gebrek aan belangstelling bij de autosloper om het voertuig te kopen, wordt het voertuig om niet aangeboden aan een andere officieel erkende autosloper.

Van de procedure wordt een verslag opgemaakt door het wegsleepbedrijf. Het verslag wordt opgenomen in het bewaringsregister en bevat tenminste:

  • -

    de naam en het adres van de taxateur/expertisebureau die in een rapport van de geschatte waarde van het voertuig heeft opgemaakt;

  • -

    de hoogte van de taxatiewaarde;

  • -

    naam en adres van degene aan wie het voertuig ter vernietiging is aangeboden, alsmede de hoogte van de eventueel hiervoor ontvangen tegenprestatie;

  • -

    naam en adres van degene aan wie het voertuig om niet is aangeboden.

  • -

    Bij verkoop van auto’s met een geschatte hogere waarde dan €750,- wordt het volgende ook opgenomen:

    • -

      de namen en adressen van degenen die werden uitgenodigd in te schrijven;

    • -

      de namen en adressen van degenen op de inschrijving hebben gereageerd;

    • -

      een beschrijving van de aard van die reacties, waaronder de hoogte van de biedingen.

Het vrijwaringsbewijs van het voertuig wordt door het wegsleepbedrijf overgedragen aan de gemeente.

Betaling kosten bij een voertuig met een lage taxatiewaarde

Indien de totale kosten van het wegslepen, bewaren en de verkoop, overdracht om niet of vernietiging de getaxeerde verkoopwaarde c.q. sloopwaarde van het betreffende voertuig overtreffen, vergoedt de gemeente het verschil tussen de opbrengst van het voertuig en de genoemde totale kosten aan het wegsleepbedrijf.

8. Kosten

De kosten voor het wegslepen en bewaren van voertuigen is gekoppeld aan de drie fasen van wegslepen:

FASE I: onvolledige berging

Een wegsleepvoertuig is besteld. Er is sprake van een onvolledige berging indien de eigenaar of (kenteken)houder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar of (kenteken)houder het voertuig wil verplaatsen. Hiervan is ook sprake indien het wegsleepvoertuig is gearriveerd, maar de eigenaar of (kenteken)houder meldt zich voordat een aanvang is gemaakt met het vastkoppelen van het voertuig aan het sleepvoertuig.

In deze gevallen is de eigenaar of (kenteken)houder de voorrijkosten voor het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats verschuldigd zoals vastgesteld in artikel 4 van de Wegsleepverordening.

De bevoegde functionaris dient de persoonsgegevens van de eigenaar of (kenteken)houder vast te stellen. De kosten voor de onvolledige berging dienen ter plaatse te worden vergoed. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig alsnog weggesleept.

FASE II: volledige berging

Het wegsleepvoertuig is ter plaatse en er is een aanvang gemaakt met het vastkoppelen van het voertuig aan het wegsleepvoertuig. Vanaf dat moment is er sprake van een volledige berging.

Bij volledige berging is de eigenaar of (kenteken)houder de voorrijkosten en de kosten voor het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats verschuldigd zoals vastgesteld in artikel 4 van de Wegsleepverordening.

Indien de eigenaar of (kenteken)houder van het voertuig zich bij het voertuig meldt en bereid is het voertuig te verplaatsen, kan het voertuig worden losgekoppeld en ter beschikking worden gesteld van de eigenaar of (kenteken)houder. Dit kan tot het moment dat het sleepvoertuig weg rijdt met het weg te slepen voertuig.

De bevoegde functionaris dient de persoonsgegevens van de eigenaar of (kenteken)houder vast te stellen. De kosten voor de volledige berging dienen ter plaatse te worden vergoed. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig alsnog weggesleept.

In alle andere gevallen zal de wegsleepprocedure worden vervolgd, tenzij specifieke voorwaarden van toepassing zijn (bijvoorbeeld een overtreding van de Wet Aansprakelijkheid motorrijtuigen (WAM)).

FASE III: in bewaring stelling

Het sleepvoertuig rijdt weg en het weg te slepen voertuig wordt overgebracht naar de bewaarplaats en in bewaring gesteld. De eigenaar of kentekenhouder van het voertuig of de gemachtigde van de eigenaar of kentekenhouder dient zijn voertuig af te halen bij de bewaarplaats.

Teruggave vindt alleen plaats aan de eigenaar/kentekenhouder of gemachtigde na betaling van alle kosten. Deze kosten bestaan uit de kosten van een volledige berging plus de kosten van het bewaren van een voertuig, zoals vastgesteld in artikel 4 van de Wegsleepverordening. De eigenaar of (kenteken)houder of de gemachtigde betaalt de kosten ter plaatse aan de bewaarder. In een aantal gevallen zal voor teruggave aan een aantal aanvullende voorwaarden moeten worden voldaan.

Voor voertuigen die na het vrijgeven niet worden opgehaald kunnen bewaarkosten worden berekend. De bevoegd functionaris van de gemeente zal per aangetekend schrijven de eigenaar of (kenteken)houder van het voertuig hiervan in kennis stellen (zie paragraaf 7). Ook wordt een vermelding hiervan opgenomen in het bewaarregister.

Overige gevallenIngeval een voertuig in beslag wordt genomen en daartoe wordt weggesleept, zijn de kosten geheel voor de politie.

In een aantal gevallen zijn geen kosten verschuldigd. Denk hierbij aan tijdelijke bewaring in het kader van hulpverlening, bij inbeslagneming en in het kader van onder toezichtstelling.

Geen kosten verschuldigd

Er dient zeer zorgvuldig met de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen omgegaan te worden. Artikel 172, derde lid van de Wegenverkeerswet 1994 bepaalt dat het college van burgemeester en wethouders het bedrag van de kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang terugbetalen, indien:

  • -

    a. niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

  • -

    b. de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn, of

  • -

    c. aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

De eventueel opgelegde boetes op grond van Wet Mulder vallen niet onder de hierboven genoemde terug te betalen kosten.

Het genoemde onder a, b of c dient rechthebbende aan te tonen door een afschrift van een vonnis of rechtelijke uitspraak. Een dergelijk afschrift wordt door de griffie van de rechtbank waar de zaak is behandeld ter beschikking gesteld.

In het onder a genoemde geval dient het college op basis van artikel 172, zevende lid van de WVW 1994 tevens een redelijke schadeloosstelling te betalen aan degene die het voertuig heeft afgehaald. Indien het voertuig ten tijde van de overtreding in gebruik was bij een ander dan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald, treedt die ander voor de toepassing van deze schadeloosstelling in plaats van de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald.

9. Samenhang met Wet Mulder

Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en kan worden weggesleept, beslaan er twee manieren om hiermee om te gaan:

  • -

    1) Er wordt een beschikking gemaakt op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet Mulder).

  • -

    2) Er wordt uitvoering gegeven aan de last onder bestuursdwang (het laten wegslepen en bewaren van het voertuig) door het college van burgemeester en wethouders.

Het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet Mulder, voordat tot het wegslepen kan worden overgegaan, is niet vereist. In voorkomende gevallen kan ervoor gekozen om dit samen te laten gaan. In dit kader is het volgende van belang.

In de memorie van toelichting behorende bij de Wijziging van de Wegenverkeerswet staat dat van het instellen van een strafvervolging, dan wel het opleggen van een sanctie ingevolge de Wet Mulder kan worden afgezien, omdat de overtreder ten gevolge van het wegslepen van het voertuig al genoeg ‘gestraft’ is. De aanhalingstekens worden hier bewust gebruikt, omdat er in feite geen sprake is van een strafmaatregel. Met het wegslepen wordt beoogd een einde te maken aan een verboden gedraging. De overtreder wordt bij toepassing van deze bestuursdwang evenwel met kosten geconfronteerd en kan dit als een straf ervaren. Om deze reden wordt in de regel afgezien van een strafrechtelijk of administratiefrechtelijk vervolg.

Het besluit om wel of geen sanctie ingevolge de Wet Mulder op te leggen, valt onder de discretionaire bevoegdheid van de bevoegd functionaris. Bij ernstige overtredingen van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 wordt altijd een proces-verbaal opgemaakt. In dergelijke gevallen moet in het proces-verbaal de melding van de inbewaringstelling (en wegslepen) worden vermeld. In sommige gevallen dient ten spoedigste het proces-verbaal te worden opgemaakt.

10. Bewaringsregister

Conform artikel 170, vierde lid, van de Wegenverkeerswet dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat in een daartoe aangelegd register aantekening wordt gehouden van de gevallen waarin de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig wordt uitgeoefend. Het bewaringsregister wordt door het college van burgemeester en wethouders beheerd en bevindt zich in de kantoorruimte op de feitelijke bewaarplaats. Door het wegbedrijf dienen de wegsleepbon en de documenten omtrent afhalen, verkoop en vernietiging ten spoedigste bij de gemeente Epe te worden aangeleverd. Deze documenten dienen onderstaande informatie te bevatten (zie hiervoor onderdelen: afhalen, verkoop en vernietiging).

Het Besluit wegslepen van voertuigen benoemt de gegevens die in dit bewaringsregister moeten worden opgenomen. Een verkorte weergave hiervan is hieronder opgenomen (gegevens waarachter PV staat dienen opgenomen te worden in het proces-verbaal):

  • -

    de plaats van waar, de datum en tijdstip van verwijdering (PV);

  • -

    de omstandigheden die de verwijdering noodzakelijk maakten (PV);

  • -

    een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van het voertuig, zoals kleur, kenteken, merk, type van het voertuig, beschrijving van de staat van het voertuig, eventueel aanwezige losse voorwerpen in het voertuig (PV);

  • -

    naam van degene aan wie het kenteken is opgegeven of naam van de eigenaar of houder van het voertuig, voor zover bekend, indien op of aan het voertuig geen kenteken is bevestigd;

  • -

    datum en tijdstip van inbewaringstelling;

  • -

    bij afhalen van het voertuig:

    • -

      datum en tijdstip van afhalen;

    • -

      naam en adres van degene die het voertuig heeft afgehaald en gegevens waaruit blijkt dat diegene gerechtigd was tot het afhalen;

    • -

      het bedrag dat als kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang is betaald;

    • -

      indien het voertuig niet binnen 48 uur is afgehaald:

    • -

      de datum van bekendmaking;

    • -

      naam en adres van degene aan wie is bekendgemaakt;

    • -

      wijze van bekendmaking;

bij verkoop van het voertuig:

  • -

    datum en tijdstip van de verkoop;

  • -

    de opbrengst;

  • -

    naam en adres van de koper;

  • -

    indien de verkoop een batig saldo heeft opgeleverd: het batige saldo, naam en adres van degene aan wie het batige saldo is uitgekeerd en gegevens waaruit blijkt dat diegene gerechtigd was tot in ontvangstneming van het batig saldo;

bij vernietiging van het voertuig:

  • -

    de waarde van het voertuig zoals vastgesteld in een door een beëdigd taxateur opgemaakt rapport;

  • -

    bij eigendomsoverdracht om niet van het voertuig:

  • -

    naam en adres van degene aan wie het voertuig is overgedragen;

bij terugbetaling van (een gedeelte van) de kosten door de gemeente:

  • -

    de datum waarop is terugbetaald;

  • -

    het bedrag van de terugbetaling;

  • -

    de grond voor terugbetaling;

  • -

    naam en adres van degene aan wie is terugbetaald;

De gegevens moeten 5 jaar in het bewaringsregister opgenomen blijven na de laatste dag van het kalenderjaar waarin het voertuig is teruggegeven, verkocht, om niet overgedragen of vernietigd. Burgemeester en wethouders verlenen desgevraagd aan belanghebbenden inlichtingen uit het register.

Vastgesteld op 14 juli 2020 te Epe

Burgemeester en wethouders van Epe,

de burgemeester, dhr. dr. T.C.M. Horn

de secretaris, mw. C. Kats