Regeling vervallen per 23-03-2023

Winkeltijdenverordening gemeente Ermelo 2014

Geldend van 20-11-2014 t/m 22-03-2023

Intitulé

Winkeltijdenverordening gemeente Ermelo 2014

De raad van de gemeente Ermelo;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 augustus 2014, nr. 5;

besluit vast te stellen de Winkeltijdenverordening gemeente Ermelo 2014:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede

    Kerstdag;

  • -

    werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

  • -

    winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet;

  • -

    bedrijf: winkel of uitstalling, anders dan een winkel. Waaruit in de uitoefening van een bedrijf goederen te koop worden aangeboden of worden verkocht aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.

Artikel 2. Vrijstelling

Van de artikel 2 eerste lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden zijn vrijgesteld de winkels die behoren tot de volgende branches:

  • a.

    snackbars;

  • b.

    ijssalons.

Artikel 3. Ontheffingen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag een ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen en

    werkdagen;

  • 2. Aan de ontheffing kunnen beperkingen worden verbonden;

  • 3. De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgevingvan de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel op basis van de ontheffing.

Artikel 4. Zon- en feestdagenregeling

De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder b van de wet gelden niet op Nieuwjaarsdag en tweede Kerstdag, voor zover deze niet op een zondag vallen en op tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en tweede Pinksterdag.

Artikel 5. Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Zij kunnen hun beschikking voor ten hoogste acht weken verdagen;

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 6. Intrekken of wijzigen ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het belang van

    de belangen ter bescherming waarvan ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    aan de verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn; of

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 7. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 8. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening winkeltijden Ermelo’ wordt ingetrokken.

  • 2. Een krachtens de “Verordening winkeltijden Ermelo’ verleende ontheffing of vrijstelling geldt als ontheffing of vrijstelling verleend krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de ‘Verordening winkeltijden Ermelo’ maar waarop nog niet is beschikt bij het inwerking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig

    deze verordening.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Winkeltijdenverordening gemeente Ermelo 2014’.

Ondertekening

Vastgesteld: 2 oktober 2014
Inwerkingtreding: 20 november 2014
Datum bekendmaking:13 november 2014

Artikelsgewijze toelichting ‘Winkeltijdenverordening gemeente Ermelo 2014’

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de Winkeltijdenwet.

Artikel 2. Vrijstelling

Per 1 juli 2013 is een deel van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet van rechtswege komen te vervallen. Dit betekend dat bepaalde winkels die voorheen op basis van deze vrijstellingen open mochten zijn, dit nu niet meer mogen. Door deze op te nemen in deze verordening veranderd er aan hun situatie niets.

Artikel 3. Ontheffingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 2 van de Winkeltijdenwet. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor de vervatte verboden in dit artikel, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen en werkdagen. Hieraan kunnen beperkingen worden verbonden. De ontheffing kan geweigerd worden als deze de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel door openstelling van de winkel nadelig beïnvloeden.

 

Artikel 4. Zon- en feestdagenregeling

De Winkeltijdenwet heeft per 1 juli 2013 de uitzonderingsbepalingen laten vervallen. Dit betekend dat elke gemeente daardoor de vrijheid heeft gekregen om in de winkeltijdenverordening de winkelopenstelling op zondagen wel of niet toe te passen. De raad van Ermelo heeft besloten om voor de zondag en eerste Kerstdag geen vrijstelling te verlenen. Op deze dagen zijn de winkels dan ook gesloten. Dit geldt ook voor Nieuwjaarsdag en tweede Kerstdag als deze op een zondag vallen. Voorschrift voor de vrijstelling is dat de winkels op de genoemde feestdagen geopend mogen zijn van 10.00 uur tot 19.00 uur.

 

Artikel 5. Beslistermijn

Dit artikel geeft aan binnen welke termijn er op een aanvraag om ontheffing beslist moet worden. Mocht dit niet binnen de termijn van 8 weken lukken kan deze met 8 weken worden verdaagd. Het tweede lid geeft aan dat de ontheffing niet stilzwijgend wordt verleend als de burgemeester en wethouders te laat of niet reageren op een aanvraag om ontheffing.

 

Artikel 6. Intrekken of wijzigen ontheffing

De genoemde intrekkings- en wijzigingsgronden hebben een facultatief karakter (‘kunnen’). Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of wijziging wordt overgegaan. Zo zal niet iedere niet-nakoming van ontheffingsvoorschriften nopen tot toepassing van de administratieve sanctie van intrekking van de ontheffing. Met name het rechtszekerheids- en het vertrouwensbeginsel beperken nogal eens de bevoegdheid tot wijziging of intrekking. Indien burgemeester en wethouders overwegen om de ontheffing in te trekken of te wijzigen, dient het de belanghebbenden in de gelegenheid te stellen hun bedenkingen in te dienen als wordt voldaan aan artikel 4:8 Awb.

 

Artikel 7. Toezicht

In veel wetten worden, ter handhaving van de regelgeving, aan bepaalde ambtenaren toezichtsbevoegdheden toegekend. Zij mogen plaatsen betreden, inlichtingen en inzage van stukken vorderen. Dit handhavings- toezicht, ook wel controle genoemd, wordt beheerst door het bestuursrecht. De algemene regels zijn opgenomen in de afdeling 5.2. van de Awb.

 

Artikel 8. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

De bestaande gemeentelijke verordening wordt vervangen door een nieuwe verordening, de op de oude verordening gebaseerde besluiten (nadere regel ,ontheffingen en vrijstellingen) vervallen voor zover ze niet krachtens overgangsrecht in stand worden gehouden. Daarom is in artikel 8 geregeld dat een krachtens de oude verordening verleende ontheffing geldt als een ontheffing verleend krachtens de nieuwe verordening. Dit geldt ook voor vrijstellingen. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffingen en vrijstellingen ambtshalve vervangen door een ontheffing of vrijstelling krachtens de nieuwe verordening. Het vervangen van een oude ontheffing of vrijstelling kan van belang zijn als het gewenst wordt geacht wijziging te brengen in de voorschriften of beperkingen of nieuwe op te nemen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een situatie waarin niet langer gewerkt zal worden met ontheffingen voor een bepaalde duur, terwijl bestaande ontheffingen wel voor een bepaalde tijdsduur waren verleend. De oude ontheffingen kunnen dan worden omgezet in ontheffingen voor onbepaalde tijd. Bij ambtshalve vervanging (d.w.z. zonder dat erom is verzocht) van een ontheffing zal het voornamelijk gaan om gevallen waarin de oude ontheffing in grote lijnen dezelfde rechten gaf als de nieuwe doet. Overeenkomstig artikel 4:8 van de Awb dient de houder van de ontheffing wel eerst gehoord te worden.