Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

Geldend van 23-12-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

Raadsbesluit

Nr. 10026376

Casenr. 2010-07522

De raad van de gemeente Ermelo;

gelezen het voorstel van het college van 2 november 2010, nr. 10025627;

gelet op artikel 229d, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, en 255a van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2011

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    minicontainer: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;

  • b.

    verzamelcontainer: een vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainer;

  • c.

    gft-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • d.

    restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;

  • e.

    grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, doch die te groot en te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden.

Artikel 2 - Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven terzake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 - Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 4 - Maatstaven van heffing en belastingtarieven

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 - Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 - Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting als bedoeld in 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bedraagt de belasting als bedoeld in 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel zoveel twaalfde gedeelten voor de volle kalendermaanden als de belastingplicht in dat tijdvak heeft bestaan.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. De belastingschuld bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.  

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingtijdvak waarop zij betrekking hebben, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag groter is dan of gelijk is aan € 30,00, maar minder is dan of gelijk is aan € 3.000,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid geldt voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingtijdvak waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, groter is dan of gelijk is aan € 30,00 maar minder is dan of gelijk is aan € 3.000,00 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische betalingsincasso kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingtijdvak resteren. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. In afwijking van het eerste lid geldt voor aanslagen, gebaseerd op hoofdstuk 1, lid 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening, die opgelegd worden na het tijdvak waarop zij betrekking hebben, dat de aanslagen groter dan of gelijk aan € 30,00 moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 5. In afwijking van het eerste tot en met het vierde lid, moet de belasting worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid van deze Verordening:

    a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

  • 6. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste tot en met vijfde lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag of de kennisgeving.

  • 7. De Algemene Termijnen wet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Kwijtschelding

  • 1. Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt voor maximaal het verschuldigde bedrag kwijtschelding verleend.

  • 2. Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel wordt voor maximaal € 75,00 kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Kwijtschelding medisch afval

Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2.1 van de tarieventabel wordt voor maximaal € 36,00 kwijtschelding verleend wanneer de belastingplichtige, bij aanvang van het belastingtijdvak, of indien later, bij aanvang van de belastingplicht, daartoe een schriftelijk verzoek indient, voorzien van een schriftelijk bewijs (voor de noodzaak) van het gebruik van incontinentie-, stoma- en dialysemateriaal.

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsregeling en citeertitel

  • 1. De "Verordening afvalstoffenheffing 2010" van 26 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2011".

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering
van
griffier, voorzitter,
Deze verordening zal worden/is gepubliceerd in:
Ermelo’s Weekblad van woensdag 15 december 2010

Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2011.

Hoofdstuk 1 - Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1 De belasting bedraagt per perceel voor het belastingtijdvak

€ 95,00

1.2.1 De belasting in 1.1 wordt vermeerderd per perceel per aanbieding

van een container bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval van:

80 liter

€ 1,05

140 liter

€ 1,80

240 liter

€ 2,95

1.2.2 De belasting in 1.1 wordt voorts vermeerderd per perceel per

aanbieding van een container bestemd voor de overige huis-

houdelijke afvalstoffen van:

140 liter

€ 2,80

240 liter

€ 4,80

1.2.3 Het aantal aanbiedingen per perceel wordt vastgesteld met behulp van

de containerherkennings- en registratieapparatuur op de inzamelwagen.

Voor de berekening van de belasting wordt uitgegaan van het aantal

malen dat een container, onderverdeeld naar de soort en het volume

daarvan, ter lediging wordt aangeboden, zoals is vastgesteld met

behulp van de containerherkennings- en registratieapparatuur op de

inzamelwagen.

1.3 De belasting in 1.1 wordt vermeerderd per perceel waar gebruik

gemaakt wordt van gezamenlijke containers (gestapelde bouw)

€ 72,00

Hoofdstuk 2 – Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor

het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen bij het

perceel per aanvraag per kubieke meter

€ 27,20

2.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor

het op aanvraag wisselen van een container, voor de tweede en

volgende omwisseling, per keer

€ 45,30

2.3 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor

het op aanvraag plaatsen van een slot op een minicontainer

€ 27,20

Behorend bij raadsbesluit van , nummer 10026376

De griffier van de gemeente Ermelo,