Regeling vervallen per 01-07-2019

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften 2002

Geldend van 01-04-2002 t/m 30-06-2019

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften 2002

HOOFDSTUK 1 - BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • c.

    wet: wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

HOOFDSTUK 2 – BEHANDELING VAN DE BEZWAARSCHRIFTEN

Paragraaf 1 - De commissie

Artikel 2 - Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een besluit tot onteigening in het belang van de volkshuisvesting en van de ruimtelijke ordening,

    • b.

      een aanslag in de gemeentelijke belasting en retributie;

    • c.

      rechtspositionele aangelegenheden.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd te besluiten dat de commissie niet bevoegd is te adviseren over bezwaarschriften die in het kader van formele intergemeentelijke samenwerking bij een andere commissie zijn ondergebracht.

  • 4. Van de bevoegdheid genoemd in het derde lid kan slechts gebruik worden gemaakt indien een onafhankelijke commissie de behandeling overneemt.

Artikel 3 - Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en vijf leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de gemeenteraad op voorstel van burgemeester en wethouders.

  • 2. De gemeenteraad benoemt overeenkomstig het eerste lid twee plaatsvervangende leden.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan van Ermelo.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 - Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 - Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 - Procedure

Artikel 6 - Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk door de secretaris in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

Artikel 7 - Uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De bevoegdheden ingevolge de artikelen

    • -

      2:1, tweede lid (verzoek om machtiging);

    • -

      6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

    • -

      6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie; van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de commissie.

  • 2.

    De bevoegdheden ingevolge de artikelen

    • -

      7:4, tweede lid en 7:18, tweede en zesde lid (ter inzage leggen stukken en niet ter inzage leggen van stukken wegens gewichtige redenen);

    • -

      7:6, vierde lid en 7:20, vierde lid (uitzondering op de regel dat, wanneer belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord, ieder van hen op de hoogte wordt gesteld van het verhandelde ter zitting); van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8 - Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe ter zitting als bedoeld in artikel 9 te verschijnen.

Artikel 9 - Hoorzitting

  • 1. De secretaris van de commissie bepaalt, in overleg met de voorzitter, plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikelen 7:3 van de wet (wanneer horen niet verplicht is).

  • 3. Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemd artikel besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het verwerend orgaan.

Artikel 10 - Uitnodiging zitting

  • 1. De secretaris deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen, ingaande op de dag na verzending van de in het eerste lid bedoelde mededeling, kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de secretaris op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 - Quorum

Het horen kan worden opgedragen aan de voorzitter en/of een lid van de commissie. Indien het horen is opgedragen aan de voorzitter en/of een lid van de commissie wordt in het advies vermeld welke leden betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van het advies van de commissie. Een advies van de commissie wordt uitgebracht door ten minste drie leden waaronder begrepen de (plaatsvervangend) voorzitter.

Artikel 12 - Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 - Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 - Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen,

    met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 - Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie, aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 - Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist, onder geheimhouding, achter gesloten deuren over het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. De secretaris neemt deel aan de beraadslagingen.

  • 4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- schrift.

  • 5. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 - Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de secretaris van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

HOOFDSTUK 3 - SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 - Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks verslag uit van de werkzaamheden aan de bestuursorganen en doet zo nodig aanbevelingen die zij met het oog op een deugdelijke uitvoering van de gemeentelijke bestuurstaak nodig acht.

Artikel 19 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2002. Op 3 september 2002 vervalt de verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften 1998, nummer 98/6933.

Artikel 20 - Overgangsrecht

Bezwaar- en beroepschriften die zijn ingediend voor 3 september 2002 en vallen onder het taakveld zoals aangegeven in de verordening inzake behandeling bezwaar- en beroepschriften 1998, worden volgens de regelingen van de voorheen geldende verordening behandeld.

Bezwaarschriften, die zijn gericht tegen besluit van de burgemeester c.q. het college van burgemeester en wethouders, welke zijn ingediend voor 1 april 2002 worden volgend de voorheen geldende regelingen behandeld.

Artikel 21 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften 2002.

wijziging

besluit

publicatiedatum

gewijzigde artikelen

ingangsdatum

1

27-04-2006

2-8-2006

artikel 11

artikel 16, 2de lid, c. vervallen

Toelichting

Algemeen

De commissie voor bezwaarschriften behandelt zowel bezwaarschriften die zijn ingediend tegen raadsbesluiten als bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders.

In 1998 is besloten om in Ermelo een commissie te benoemen, bestaande uit onafhankelijke leden. De argumenten om een dergelijke commissie te benoemen zijn nog steeds relevant. Zo kan de commissie een onafhankelijke en deskundige advisering garanderen.

Door inschakeling van een onafhankelijke commissie kan recht worden gedaan aan de daarmee samenhangende keuze voor distantie ten opzichte van de oorspronkelijke besluitvorming en aan de rechtszekerheid. Het beginsel van de bezwaarschriftenprocedure, dat het orgaan dat het bestreden besluit had genomen daarop na heroverweging een nieuw besluit dient te nemen wordt daardoor niet aangetast

Ook blijkt dat door inschakeling van een onafhankelijke commissie de zeefwerking van de bezwaarschriftenprocedure toeneemt. De bezwaarde partij voelt zich meer serieus genomen als het bestuursorgaan zich eveneens ten opzichte van de onafhankelijke commissie dient te verantwoorden.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In dit artikel zijn slechts die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Algemene wet bestuursrecht voorkomen. Zo ontbreekt een omschrijving van het begrip bestuursorgaan hoewel dat op meerdere plaatsen in de verordening voorkomt.

Verschillende bestuursorganen kunnen in het licht van de toepassing van deze verordening worden onderscheiden:

  • -

    Het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, in de verordening aangeduid als verwerend orgaan. Dit kan betreffen de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, een commissie waaraan via delegatie bepaalde bevoegdheden van de hiervoor genoemde bestuursorganen zijn overgedragen en tenslotte de ambtenaar aan wie uitvoeringsbevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zijn overgedragen.

  • -

    Het bestuursorgaan dat dient te beslissen op het ingediende bezwaar¬schrift. Wanneer het gaat om de behandeling van bezwaarschriften zijn het verwerend orgaan en het onderhavige bestuursorgaan één. Dit volgt uit het karak¬ter van de bezwaarschriftenprocedure als heroverwegingsprocedure door het orgaan dat het oorspronkelijke en bestreden besluit heeft genomen.

Artikel 2 Inleidende bepaling

Het eerste lid van dit artikel verwijst naar artikel 1:5 van de Awb waarin is omschreven wat onder het maken van bezwaar dient te worden verstaan.

In het tweede lid van het artikel worden de bezwaarschriften opgesomd waarover de commissie niet mag adviseren vanwege de specifieke inhoud daarvan.

In het derde lid is de bevoegdheid opgenomen voor het college om besluiten over onderwerpen waarbij formeel intergemeentelijke wordt samengewerkt buiten de bevoegdheid van de commissie te brengen. Om de onafhankelijkheid te kunnen waarborgen dient in dat geval wel een onafhankelijke commissie te worden ingesteld. Het betreft uitsluitend die bezwaarschriften welke gericht zijn tegen besluiten van een betreffende vakgebied waarbij formeel intergemeentelijk wordt samengewerkt.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

De voorzitter en de leden van de commissie moeten beschikken over voldoende juridische deskundigheid. De hoorzittingen kunnen alleen doorgang vinden als de meerderheid van de leden aanwezig is (zie ook artikel 11). Van belang is dat de voorzitter en leden op geen enkele wijze onderdeel uitmaken van danwel werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een van de bestuursorganen, de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester. De adviescommissie dient volledig onafhankelijk en objectief te kunnen adviseren.

Artikel 4 Secretaris

Hier is aangegeven wie de secretaris van de commissie is. Dit is een ambtenaar die door het college van burgemeester en wethouders wordt aangewezen. De secretaris maakt geen onderdeel uit van de commissie. De secretaris draagt tevens zorg voor de administratieve procesgang en zal de commissie adviseren.

Artikel 5 Zittingsduur

In dit artikel is bepaald dat de leden van de commissie op dezelfde dag aftreden als de gemeenteraad. Een commissie zal derhalve 4 jaar functioneren met dezelfde leden, tenzij er mutaties optreden. Zo kan een lid zelf ontslag nemen. Hij kan zelf het tijdstip van dat ontslag bepalen. Hij kan ook een later tijdstip kiezen om zodoende eventueel nog bij de afhandeling van lopende zaken betrokken te kunnen zijn. Een ontslagnemend lid kan niet gedwongen worden ook feitelijk de functie te blijven vervullen.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

Duidelijk zal moeten zijn wanneer een bezwaarschrift binnenkomt. Door de datum van binnenkomst op het bezwaarschrift aan te tekenen kan de ontvankelijkheidsvraag worden beantwoord. Het bezwaarschrift zal vervolgens in handen moeten worden gesteld van de commissie zodat deze hierover kan adviseren. Het in handen stellen van de relevante stukken geschiedt via de secretaris van de commissie.

In de ontvangst bevestiging van het bezwaarschrift wordt vermeld dat een commissie het bestuursorgaan zal adviseren omtrent het bezwaar en dat een beslistermijn van 10 weken geldt.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

In dit artikel is bepaald dat de secretaris van de commissie bevoegd is tot het stellen van een termijn indien er aan een bezwaarschrift een formeel gebrek kleeft. Tevens is de secretaris bevoegd tot het verzoeken om een machtiging en het vertrekken van stukken aan de betrokken partijen.

Aan de voorzitter wordt de bevoegd toegekend om bepaalde stukken niet ter inzage te leggen wegens gewichtige redenen dan wel belanghebbenden afzonderlijk te horen.

Artikel 8 Vooronderzoek

Het spreekt voor zich dat de voorzitter van de commissie er zorg voor dient te dragen dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden. Dat geldt zowel intern bij de gemeente - hij krijgt de bevoegdheid alle gewenste inlichtingen in te winnen - als ook extern. Zo moet het mogelijk zijn om met de klager in contact te treden om nadere informatie in te winnen of bijv. hem bij kennelijke niet-ontvankelijkheid in overweging te geven het bezwaarschrift in te trekken.

De activiteiten van de commissie of van haar voorzitter bij de voorbereiding van de te behandelen zaken kunnen kosten met zich meebrengen. Indien de commissie het wenselijk acht dat een externe deskundige wordt ingehuurd, zal dat kosten met zich meebrengen. Met het inhuren van externe deskundigen dient voorzichtig te worden omgesprongen.

Artikel 9 Hoorzitting

De secretaris nodigt belanghebbenden uit voor de hoorzitting. Wanneer het horen achterwege blijft omdat het bezwaarschrift kennelijk gegrond, ongegrond of niet ontvankelijk is, zal de voorzitter belanghebbenden en het verwerend orgaan hieromtrent informeren.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

Ingevolge het eerste lid van deze bepaling wordt ook het verwerend orgaan uitgenodigd voor de zitting. Het is van groot belang dat dit orgaan zich ook ter zitting laat vertegenwoordigen. Daarmee kan worden voorkomen dat er, vanwege de inbreng van de bezwaarmaker, een eenzijdig beeld ontstaat.

Voorts is het voor de commissie van groot belang van de bestuurlijke zijde te vernemen hoe een beslissing tot stand is gekomen. Anders kan het voor de commissie moeilijk worden om ter zake een goede afweging te maken.

Artikel 11 Quorum

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

De uitgangsregel is dat de hoorzittingen openbaar zijn. Uitzondering op deze regel blijft mogelijk. Dit kan bv het geval zijn dat bijzonder persoonlijke zaken van familiare, medische of financiële aard danwel andere zaken met een vertrouwelijk karakter aan de orde komen. Een voorbeeld hiervan kan zijn een bezwaarschrift tegen een besluit weigering urgentieverklaring. Indien de voorzitter van de commissie dan wel een van haar leden dan wel een belanghebbende verzoekt of de deuren worden gesloten, wordt dit verzoek achter gesloten deuren behandeld. Indien de commissie van oordeel is dat er gewichtige redenen zijn die zich tegen een openbare behandeling verzet, blijft de deur gesloten. Indien de commissie echter van oordeel is dat er geen gewichtige redenen zijn, dan wordt de hoorzitting hervat in de openbaarheid.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

Het bepaalde in het eerste lid hoeft niet zo ver te strekken dat van al het aanwezige publiek naam en hoedanigheid wordt opgenomen. Wel zal uit het verslag duidelijk moeten blijken wie namens welke partij aanwezig was en wat door hen naar voren is gebracht.

Artikel 15 Nader onderzoek

Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het verwerend orgaan opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden. Indien het in voor bedoeld geval feiten of omstandigheden betreft die voor de op bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt meegedeeld en dat zij opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord.

Artikel 16 Raadkamer en advies

De hoorzitting is in principe openbaar, de hier bedoelde beraadslaging vindt achter gesloten deuren plaats. In de raadkamer bespreekt de commissie welk advies zij gaat uitbrengen. Omdat tijdens de beraadslaging persoonlijke en vertrouwelijke informatie besproken kan worden, valt deze bespreking onder de geheimhoudingsplicht. De secretaris van de commissie neemt deel aan de beraadslagingen in de Raadkamer.

Artikel 17 Uitbrengen advies

Het verslag van de hoorzitting maakt onderdeel uit van het advies van de commissie. Deze bepaling is analoog aan het gestelde in artikel 7:13 zesde lid van de Awb. Bij de beslissing op het bezwaarschrift zal het advies van de commisse standaard worden meegezonden.

Indien een adviescommissie is ingesteld, bedraagt de beslistermijn voor het bestuursorgaan tien weken. Indien naar het oordeel van de secretaris het niet mogelijk is om binnen deze termijn een beslissing op het bezwaarschrift te nemen, zal deze het bestuursorgaan verzoeken de beslistermijn te verdagen met vier weken.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks een verslag uit van de werkzaamheden. In dit verslag kan de commissie aanbevelingen doen met het oog op een deugdelijke uitvoering van het gemeentelijk beleid. Het jaarverslag zal jaarlijks integraal aan de gemeenteraad worden toegezonden.

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2002. Hiermee is aansluiting gezocht bij de nieuwe raadsperiode. Op deze datum vervalt de oude verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften 1998.

Artikel 20 Overgangsrecht

Wanneer een bezwaarschrift is binnengekomen voor 1 april 2002 die voor behandeling van de commissie voor bezwaarschriften in aanmerking komt, dient helder te zijn hoe hiermee moet worden omgegaan.

Ten aanzien van bezwaarschriften gericht tegen besluiten van de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders die zijn ingediend voor 1 april 2002 zal het oude regiem gelden, d.w.z. dat het horen geschiedt door een lid van het college. Indien de bezwaarschriften op of na 1 april 2002 zijn ingediend, dan zal de commissie omtrent het bezwaarschrift adviseren.

In deze bepaling is opgenomen dat een bezwaarschrift die is binnengekomen voor 3 september 2002 en voor behandeling door de commissie in aanmerking komt, onder het regiem van de oude verordening valt. De oude commissie zal de gemeenteraad in dat geval adviseren. Het betreft in dit geval louter appellabel raadsbesluiten. De peildatum is derhalve de datum van indiening. Een poststempel kan hieromtrent zekerheid geven.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling van bezwaarschriften 2002.