Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Ermelo 2001

Geldend van 01-01-2001 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Ermelo 2001

Nr. 00/16443.

De raad der gemeente Ermelo;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 november 2000, nummer 00/16442;

gelet op artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten, Staatsblad 1993, nummer 545 en gelet op artikel 150 van de Gemeentewet, Staatsblad 1993, nummer 610;

overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van voorzieningen aan gehandicapten bij verordening te regelen;

besluit vast te stellen de volgende VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN GEMEENTE ERMELO 2001

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN.

Artikel 1:1 - Begripsbepalingen.

  • 1. voorziening: een woonvoorziening, een vervoersvoorziening of een rolstoel;

  • 2. inkomen:

    • a.

      het bruto-inkomen, inclusief de overhevelingstoeslag en exclusief vakantie-uitkering, van de gehandicapte indien de gehandicapte 18 jaar en ouder is en geen echtgenoot heeft in de zin van artikel 1, lid 4 tot en met 7 van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg);

    • b.

      het gezamenlijk bruto-inkomen, inclusief de overhevelingstoeslag en exclusief vakantie-uitkering, van de ouders van de gehandicapte indien de gehandicapte 18 jaar en ouder is en geen echtgenoot heeft in de zin van artikel 1, lid 4 tot en met 7 van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg);

    • c.

      het gezamenlijk bruto-inkomen, inclusief de overhevelingstoeslag en exclusief vakantie-uitkering, van de gehandicapte en zijn echtgenoot indien de gehandicapte een echt-genoot heeft in de zin van artikel 1, lid 4 tot en met 7 van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg);

      verminderd met de over het bruto-inkomen verschuldigde belasting, sociale verzekerings-premies en pensioenpremies;

  • 3. woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

  • 4. standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzie-ningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instel-lingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

  • 5. hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de gehandicapte zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de gemeentelijke basis-administratie staat ingeschreven, dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres indien de gehandicapte met een briefadres is, dan wel zal staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie;

  • 6. gemeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorend tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de gehandicapte vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken en ruimten die bij het woongebouw behoren en/of waarvan de gehandicapte gebruik moet kunnen maken;

  • 7. woningaanpassing: ingreep van bouw- of woontechnische aard die gericht is op het opheffen dan wel verminderen van ergonomische belemmeringen die een gehandicapte ondervindt bij het normale gebruik van zijn woonruimte waarvan de kosten niet meer bedragen dan 100.000,00 met dien verstande dat bij ingrepen van bouw- of woon-technische aard slechts het opheffen of verminderen van ergonomische belemmeringen als aanpassing wordt aangemerkt;

  • 8. a.d.l. woning: een woning, deel uitmakend van een a.d.l. cluster, waarvan de bewoners voor hun algemene dagelijkse levensverrichtingen zijn aangewezen op hulp vanuit - of in een a.d.l. eenheid als bedoeld in het Besluit A.D.L. assistentie/Algemene Arbeids-ongeschiktheidsWet (Stb. 1981, 102), alsmede de A.D.L. eenheid;

  • 9. woningsanering: het vervangen van roerende woonvoorzieningen zoals vloerbedekking, overgordijnen en vitrage, in verband met een allergie of cara;

  • 10. wet: Wet voorzieningen gehandicapten;

  • 11. forfaitaire tegemoetkoming: een tegemoetkoming ineens die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van een voorziening wordt verstrekt, al dan niet met inacht-neming van de inkomensgrens;

  • 12. gemaximeerde tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de (extra) kosten van een voor-ziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens;

  • 13. norminkomen: de bijstandsnorm, genoemd in hoofdstuk IV, afdeling 1, paragraaf 2, van de Algemene bijstandswet, omgerekend tot een bedrag per kalenderjaar nadat deze bijstandsnorm:

    • a.

      voor een belanghebbende van 21 jaar en ouder, doch jonger dan 65 jaar die een alleenstaande of een alleenstaande ouder is en die niet in een inrichting verblijft, eerst is verhoogd met de toeslag, genoemd in artikel 33, tweede lid van die wet, en,

    • b.

      voor een belanghebbende die niet ingevolge de Ziekenfondswet is verzekerd, eerst is verhoogd met de in een kalenderjaar door de belanghebbende verschuldigde premie van een met de verplichte ziekenfondsverzekering overeenkomende ziektekosten-verzekering, nadat deze premie is verminderd met een bedrag gelijk aan de nominale premie die in een kalenderjaar verschuldigd zou zijn bij de verplichte ziektekosten-verzekering.

  • 14. financiële tegemoetkoming: tegemoetkoming in de (extra) kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de gehandicapte;

  • 15. voorziening in natura: een voorziening die in eigendom of in bruikleen wordt verstrekt;

  • 16. normbedrag: een forfaitaire of gemaximeerde tegemoetkoming;

  • 17. verstrekkingenhandboek: een handboek waarin het verstrekkingenbeleid van de gemeente nader is bepaald.

Artikel 1.2 - Beperkingen.

  • 1. Een voorziening kan slechts worden toegekend voorzover:

    • a.

      deze in overwegende mate op het individu is gericht;

    • b.

      deze langdurig noodzakelijk is om diens belemmeringen op het gebied van het wonen of zich binnen of buiten de woning verplaatsen op te heffen of te verminderen;

    • c.

      deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst adequate voorziening kan worden aangemerkt.

  • 2. Met uitzondering van hetgeen in het eerste lid, onder sub a is gesteld, kan een voorziening worden verstrekt in de vorm van het gebruik van een collectief vervoersysteem als be-doeld in artikel 3.1, onder 1.

  • 3. Geen voorziening wordt toegekend:

    • a.

      indien de voorziening voor een persoon als de aanvrager algemeen gebruikelijk is;

    • b.

      voorzover op grond van enige andere wettelijke regeling aanspraak op de voorziening bestaat;

    • c.

      voorzover de ondervonden ergonomische belemmeringen niet voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen.

HOOFDSTUK 2 - WOONVOORZIENINGEN.

Paragraaf 1 - Algemene omschrijving.

Artikel 2.1 - Type woonvoorzieningen.
  • 1. De door burgemeester en wethouders te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:

    een financiële tegemoetkoming in de (extra) kosten van:

    • a.

      verhuizing en inrichting;

    • b.

      woningaanpassing van bouwkundige of woontechnische aard;

    • c.

      een uitraasruimte;

    • d.

      woonvoorzieningen van niet-bouwkundige of woontechnische aard (roerende woon-voorzieningen);

    • e.

      woningsanering;

    • f.

      onderhoud, keuring en reparatie;

    • g.

      tijdelijke huisvesting;

    • h.

      huurderving.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid, onder b en d genoemde voorziening ook als voorziening in natura verstrekken. Deze kunnen in bruikleen of in eigendom worden verstrekt.

Artikel 2.2 - Uitbetaling financiële tegemoetkoming.
  • 1. De in artikel 2.1, lid 1 onder punt b. en c. bedoelde kosten betreffen:

    • a.

      de aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening;

    • b.

      de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning en utiliteitsbouw 1991;

    • c.

      het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom, met dien ver-stande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de BNA;

    • d.

      de kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is, tot een maxi-mum van 2% van de aanneemsom;

    • e.

      de leges voorzover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening;

    • f.

      de verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting;

    • g.

      renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voorzover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;

    • h.

      de prijs van bouwrijpe grond indien noodzakelijk als niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden, gemaximeerd aan hetgeen gesteld is in artikel 2.14;

    • i.

      de door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

    • j.

      de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrek-king tot het verrichten van de aanpassing, voorzover burgemeester en wethouders hiertoe opdracht hebben gegeven;

    • k.

      de kosten van heraansluiting op de openbare nutsvoorziening;

    • l.

      de administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de gehandicapte, voorzover het de kosten onder a tot en met k betreffen, gemaximeerd zoals omschreven in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

  • 2. De tegemoetkoming in de (extra) kosten genoemd in artikel 2.1, onder 1b, 1c, 1f en 1h wordt uitbetaald aan de eigenaar van de woonruimte.

  • 3. De tegemoetkoming in de (extra) kosten genoemd in artikel 2.1, onder 1a, 1e en 1g wordt uitbetaald aan de hoofdbewoner van de woonruimte en/of de belanghebbende.

  • 4. De tegemoetkoming in de (extra) kosten genoemd in artikel 2.1, onder 1f, wordt, in geval er sprake is van een door de hoofdbewoner afgesloten contract in het kader van het Besluit Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten of Regeling Geldelijke Steun Huisves-ting Gehandicapten, uitbetaald aan de hoofdbewoner van de woonruimte.

Artikel 2.3 - Woon- of verblijfsruimten waarvoor geen woonaanpassing van bouwkundige of woontechnische aard wordt verstrekt.

De bepalingen van hoofdstuk 2 zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan:

  • 1.

    hotels/pensions, trekkerswoonwagens, bejaardenoorden, tweede woningen, recreatie-vakantiewoningen, woonruimtes die worden onderverhuurd en kamers die afzonderlijk worden verhuurd;

  • 2.

    specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzie-ningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij (nieuw)bouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.

Paragraaf 2 - Het recht op een woonvoorziening.

Artikel 2.4 - Het primaatschap van de verhuizing.
  • 1. Een gehandicapte kan voor een woonvoorziening als bij artikel 2.1, onder 1a genoemd, in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare belemmeringen op grond van ziekte of gebrek het normale gebruik van de woning belemmeren.

  • 2. Een gehandicapte kan voor een woonvoorziening als bij artikel 2.1, onder 1b en 1c genoemd in aanmerking worden gebracht indien de in het eerste lid genoemde voor-ziening niet op korte termijn binnen de gemeente Ermelo te realiseren is of niet de goed-koopst adequate oplossing is.

    Paragraaf 3 - Voorwaarden bij verlening van woonvoorzieningen.

Artikel 2.5 - Hoofdverblijf.
  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de ge-maakte kosten indien de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woon-ruimte waaraan de voorziening wordt getroffen.

  • 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan een financiële tegemoetkoming worden verleend in de kosten van het bezoekbaar maken van maximaal twee woonruimtes van familieleden in de eerste graad dan wel daaraan gelijk te stellen personen indien de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-inrichting.

  • 3. De aanvraag wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning staat.

  • 4. De financiële tegemoetkoming bedoeld in het tweede lid wordt verleend onder de voorwaarde, dat de gemeente waar de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft, verklaart dat haar niet bekend is dat ten behoeve van de gehandicapte reeds eerder twee woningen bezoekbaar zijn gemaakt.

  • 5. De financiële tegemoetkoming bedoeld in het tweede lid betreft slechts een tegemoet-koming in de kosten van het bezoekbaar maken van de in het tweede lid bedoelde woonruimte.

  • 6. Onder het in het vijfde lid genoemde bezoekbaar maken van de woonruimte wordt verstaan dat de gehandicapte tenminste de woonruimte, de woonkamer en één toilet kan bereiken.

Artikel 2.6 - Aanvang werkzaamheden en inzicht in de woning.

Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming indien:

  • 1.

    niet reeds een begin is gemaakt met de werkzaamheden waarop de financiële tegemoet-koming betrekking heeft zonder hun toestemming;

  • 2.

    de door hen aangewezen personen toegang is verstrekt tot de woonruimte waar de woningaanpassing wordt verricht;

  • 3.

    aan de onder lid 2 genoemde personen inzicht wordt geboden in bescheiden en teke-ningen, welke betrekking hebben op de woningaanpassing;

  • 4.

    de onder lid 2 genoemde personen de gelegenheid wordt geboden tot het controleren van de woningaanpassing.

Artikel 2.7 - Gereedmelding.
  • 1. Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden doch uiterlijk binnen 6 maanden na het verlenen van de financiële tegemoetkoming, verklaart diegene aan wie de financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.

  • 2. De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming.

  • 3. De gereedmelding bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder de financiële tegemoetkoming is verleend.

  • 4. Diegene aan wie de financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald, dient gedurende een periode van 5 jaar alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaam-heden ter controle beschikbaar te houden.

Artikel 2.8 - Vaststellen van de financiële tegemoetkoming.
  • 1. Indien burgemeester en wethouders instemmen met het verzoek tot vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming, stellen zij de financiële tegemoetkoming vast overeenkomstig het in de "Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Ermelo" bepaalde.

  • 2. Burgemeester en wethouders doen degene aan wie de financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald hiervan mededeling onder vermelding van de wijze van uitbetaling van de finan-ciële tegemoetkoming.

Artikel 2.9 - Frequentie van woningaanpassingen.

De aanvraag voor een woningaanpassing, als bedoeld in artikel 2:1, lid 1, onder b, c en e wordt geweigerd indien:

a.de noodzaak tot het treffen van deze woonvoorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning als gevolg van ziekte of gebrek geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was;

b.indien de gehandicapte niet verhuisd is naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment meest geschikte woning, tenzij tevoren schriftelijk toestemming is verleend door burgemeester en wethouders.

Paragraaf 4 - Beperking in de verlening van woonvoorzieningen.

Artikel 2.10 - Uitbreiding van woningen en verwerven van grond.

Ingeval een woningaanpassing van bouwkundige of woontechnische aard bestaat uit het uit-breiden van een bestaande woning of het groter bouwen van een nieuwe woning, kunnen burgemeester en wethouders daarvoor en voor aankoop van de benodigde vierkante meters grond, een financiële tegemoetkoming verlenen tot ten hoogste het aantal vierkante meters per vertrek, zoals vermeld in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

Artikel 2.11 - Woningaanpassingen van gemeenschappelijke ruimten.

Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming verlenen voor het treffen van uitsluitend de volgende voorzieningen aan een gemeenschappelijke ruimte, met inachtneming van het gestelde in artikel 2:3, lid 3, indien zonder deze woningaanpassing de woonruimte voor de gehandicapte ontoegankelijk blijft:

  • 1.

    het verbreden van toegangsdeuren;

  • 2.

    het aanbrengen van elektrische deuropeners;

  • 3.

    aanleg van een hellingbaan van de openbare weg naar de toegang van het gebouw (mits de woningen in het woongebouw te bereiken zijn met een rolstoel);

  • 4.

    drempelhulpen of vlonders;

  • 5.

    het aanbrengen van een extra trapleuning bij een portiekwoning;

  • 6.

    een opstelplaats voor een rolstoel bij de toegangsdeur van het woongebouw.

Paragraaf 5 - Aanpassingen van woonwagens.

Artikel 2.12.
  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonwagen indien:

    • a.

      de technische levensduur van de woonwagen nog minimaal vijf jaar is;

    • b.

      de standplaats niet binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt;

    • c.

      de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag voor een woonvoorziening bij de gemeente op de standplaats stond en

    • d.

      de hoofdbewoner van de woonwagen in het bezit is van een huisvestingsvergunning.

  • 2. Indien de technische levensduur van de woonwagen minder dan vijf jaar is, of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt, zijn de aanpassingskosten gemaximeerd, zoals omschreven in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

Paragraaf 6 - Verhuis- en (her)inrichtingskosten.

Artikel 2.13.
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in artikel 2.1, onder 1a verstrekken aan:

  • a.

    de gehandicapte;

  • b.

    een persoon, die op verzoek van de gemeente en/of de woningstichting, ten behoeve van een gehandicapte de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewo-ning, heeft ontruimd.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, onder a indien:

  • a.

    de verhuizing niet heeft plaatsgevonden voordat burgemeester en wethouders op de aanvraag hebben beschikt, tenzij zij daar schriftelijk toestemming voor hebben ver-leend;

  • b.

    de gehandicapte niet voor het eerst zelfstandig gaat wonen;

  • c.

    de gehandicapte niet verhuisd is naar of vanuit een woonruimte, niet bestemd noch geschikt voor permanente bewoning, tenzij hij daar zijn hoofdverblijf heeft;

  • d.

    de gehandicapte niet verhuisd is naar een verpleeginstelling of een verzorgingshuis;

  • e.

    in de te verlaten woonruimte belemmeringen als gevolg van ziekte of gebrek zijn ondervonden, tenzij het een verhuizing naar een A.D.L.-woning betreft;

  • f.

    de gehandicapte niet verhuisd op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie de verhuizing ook zonder de handicap algemeen gebruikelijk zou zijn.

  • 3.

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, onder a en b wordt vermeld in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

Paragraaf 7 - Facultatieve woonvoorzieningen.

Artikel 2.14 - Tegemoetkoming in de extra kosten van woningsanering.
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in kosten van woningsanering als bedoeld in artikel 2.1, onder 1e verstrekken aan:

    • a.

      de gehandicapte.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, indien:

    • a.

      de noodzaak van het treffen van deze woonvoorziening niet het gevolg is van het herinrichten van de woning door belanghebbende met niet adequate artikelen op een moment waarop hij/zij bekend was met zijn/haar aandoening;

    • b.

      de te vervangen artikelen jonger zijn dan 8 jaar.

  • 3. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, voor de artikelen zoals genoemd in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

  • 4. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de extra kosten van woningsanering bedraagt de werkelijke kosten tot een maximum zoals genoemd in Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

  • 5. Betaling van de financiële tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid, vindt plaats op declaratiebasis.

Artikel 2.15 - Kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie.
  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 2.1, onder 1f indien:

    • a.

      de woonvoorziening in het kader van deze verordening dan wel het Besluit Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten of de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten is verleend;

    • b.

      de woonvoorziening voorkomt in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo;

    • c.

      de gehandicapte ten tijde van het onderhoud, de keuring of reparatie de woonruimte als hoofdverblijf bewoont.

  • 2. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring of reparatie zal het bedrag zoals genoemd in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo niet te boven gaan.

  • 3. Betaling van de financiële tegemoetkoming als bedoeld in het tweede lid vindt plaats op declaratiebasis.

Artikel 2.16 - Kosten in verband met tijdelijke huisvesting.
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijk huisvesting verlenen die door de gehandicapte moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van:

    • a.

      zijn huidige woonruimte;

    • b.

      de door de gehandicapte nog te betrekken woonruimte;

    • c.

      de financiële tegemoetkoming als bedoeld onder a. en b. wordt verleend uitsluitend voor de periode dat de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en de gehandicapte als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting als de gehandicapte redelijkerwijs niet kan voorkomen dat hij deze dubbele woonlasten heeft.

  • 3. De maximale termijn waarvoor burgemeester en wethouders een financiële tegemoet-koming in de kosten van tijdelijke huisvesting, als bedoeld in het eerste lid, verlenen bedraagt zes maanden.

  • 4. Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in het eerste lid, indien deze kosten gemaakt worden in verband met het:

    • a.

      tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte;

    • b.

      tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte, of

    • c.

      langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte.

  • 5. Burgemeester en wethouders verlenen een gemaximeerde financiële tegemoetkoming ter hoogte van de werkelijk gemaakte kosten in de kosten als bedoeld in het vierde lid, onder a en c en in de kosten als bedoeld in het vierde lid, onder b. De maximale bedragen worden vernoemd in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

Artikel 2.17 - Kosten in verband met huurderving.
  • 1.

    Ingeval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan  5.000,-- is aangepast, kunnen burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huur-inkomsten voor de duur van maximaal 3 maanden, waarbij de eerste 30 dagen huurderving niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt.

  • 2.

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming zoals bedoeld in het eerste lid is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte en is gemaximeerd tot het bedrag vermeld in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

HOOFDSTUK 3 -VERVOERSVOORZIENINGEN.

Artikel 3.1 - Algemene omschrijving.

De door burgemeester en wethouders te verstrekken vervoersvoorziening kan bestaan uit:

  • 1.

    een collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer;

  • 2.

    een voorziening in natura in de vorm van:

  • a.

    een al dan niet aangepaste bruikleenauto;

  • b.

    een al dan niet aangepaste open elektrische buitenwagen;

  • c.

    een al dan niet aangepaste gesloten buitenwagen;

  • d.

    een al dan niet aangepast ander verplaatsingsmiddel;

    een forfaitaire of gemaximeerde tegemoetkoming in de extra kosten van:

  • e.

    gebruik van een taxi, auto derden of een eigen auto;

  • f.

    gebruik van een rolstoeltaxi;

  • g.

    begeleiding openbaar vervoer door een derde;

  • h.

    gebruik van (een vanuit de AAW verstrekte) bruikleenauto;

  • i.

    gebruik van een ander verplaatsingsmiddel;

  • j.

    aanschaf van een ander verplaatsingsmiddel;

  • k.

    aanpassing van een eigen auto;

  • l.

    autorijlessen/rijbewijs.

Artikel 3.2 Het recht op een vervoersvoorziening.
  • 1. Een gehandicapte kan voor een vervoersvoorziening als in artikel 3.1, onder 1 vermeld in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare belemmeringen als gevolg van ziekte of gebrek:

    • a.

      het gebruik van het reguliere openbaar vervoer of;

    • b.

      het bereiken van het reguliere openbaar vervoer deels onmogelijk maken.

  • 2. Een gehandicapte kan voor een vervoersvoorziening als in artikel 3.1, onder 2 vermeld in aanmerking worden gebracht wanneer:

    • a.

      aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek het gebruik van een collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer als bedoeld in het eerste lid onmogelijk maken, dan wel;

    • b.

      een collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer als bedoeld in het eerste lid niet aanwezig is.

  • 3. Voor de bij artikel 3.1, onder 2, sub b, de, e, f, en j genoemde voorzieningen geldt, in uitzondering op het gestelde in het vorige lid, onder a en b, dat zij ook in aanvulling op het gebruik van een collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer als bedoeld in artikel 3.1, onder 1, gedeeltelijk verstrekt kunnen worden.

  • 4. Bij het vaststellen van de hoogte van de forfaitaire of gemaximeerde financiële tege-moetkoming voor vervoerskosten als bedoeld in artikel 3.1, onder 2, sub e tot en met i wordt rekening gehouden met de individuele vervoersbehoefte van de gehandicapte in principe in de regio en de mate waarin een collectief vervoersysteem als bedoeld in artikel 3.1, onder 1 in die vervoersbehoefte kan voorzien.

  • 5. Voorzover de vervoersbehoeften van partners, die beiden gehandicapt zijn en die beiden in aanmerking worden gebracht voor een tegemoetkoming zoals genoemd in artikel 3.1, onder 2, sub e en f, samenvallen, wordt aan een ieder maximaal 75% van de tegemoetkoming toegekend.

  • 6. Indien vervoer per eigen auto de enige oplossing is voor het vervoersprobleem van een gehandicapte, kan de situatie zich voordoen dat de eigen auto aangepast moet worden. De financiële tegemoetkoming in de extra kosten van autoaanpassing is gemaximeerd zoals genoemd in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

  • 7. Indien vervoer per auto de enige oplossing is voor het vervoersprobleem van een gehan-dicapte, kan de gehandicapte in aanmerking worden gebracht voor een tegemoetkoming in de meerkosten voor het behalen van een rijbewijs.

    HOOFDSTUK 4 - ROLSTOELEN.

Artikel 4.1 Algemene omschrijving.

De door burgemeester en wethouders te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit:

  • a.

    een rolstoel voor verplaatsing binnen, dan wel voor verplaatsing binnen en buiten de woonruimte, dan wel een aanpassing daaraan;

  • b.

    een sportrolstoel;

een tegemoetkoming in de (extra) kosten van:

  • c.

    onderhoud, gebruik en reparatie;

  • d.

    noodzakelijke accessoires.

Artikel 4.2 Het recht op een rolstoel.
  • 1. Een gehandicapte kan voor een rolstoel in aanmerking worden gebracht wanneer de aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek in belangrijke mate zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten een onvoldoende oplossing bieden.

  • 2. In tegenstelling tot het gestelde in het eerste lid kan een gehandicapte in aanmerking voor een sportrolstoel worden gebracht indien hij zonder sportrolstoel niet in staat is tot sport-beoefening.

Artikel 4.3 Bruikleen of eigendom.
  • 1. Een rolstoel wordt in opdracht van de gemeente in principe in bruikleen verstrekt.

  • 2. In tegenstelling tot het gestelde in het eerste lid vindt de verstrekking van een sportrolstoel plaats in de vorm van een tegemoetkoming in de werkelijke aanschafkosten op basis van declaratie en een forfaitaire tegemoetkoming in de kosten voor onderhoud en reparatie. De te vergoeden bedragen zijn gemaximeerd zoals deze worden vermeld in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

    Deze voorziening wordt in principe slechts eenmaal in de drie jaren toegekend. Indien vervanging binnen drie jaar na datum aanschaf dient plaats te vinden, vind vaststelling van de hoogte van de tegemoetkoming naar rato plaats.

    HOOFDSTUK 5 - EIGEN BIJDRAGEN, FINANCIËLE TEGEMOETKOMING EN FOR-FAITAIRE DAN WEL GEMAXIMEERDE VERGOEDINGEN.

Artikel 5.1 Eigen bijdragen voorzieningen in natura.
  • 1.

    Voor een voorziening die in natura wordt verstrekt is geen eigen bijdrage verschuldigd.

Artikel 5.2 Financiële tegemoetkoming woonvoorziening.
  • 1. De hoogte van een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1, onder 1b en 1c bedraagt 100% van de aanpassingskosten.

  • 2. De hoogte van een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1, onder 1e, is gemaximeerd en uitgewerkt in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

Artikel 5.3 - Financiële tegemoetkoming rolstoel- en vervoersvoorziening.
  • 1.

    De hoogte van een financiële tegemoetkoming in de kosten van een rolstoel als bedoeld in artikel 4.1, onder sub c en d en de hoogte van een financiële tegemoetkoming in de kosten van een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 3.1, onder 2, sub j, k en l is gemaximeerd en uitgewerkt in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

Artikel 5.4 - Forfaitaire of gemaximeerde tegemoetkoming in de extra kosten van vervoer.
  • 1. In aanvulling op het gebruik van een collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer, zoals bedoeld in artikel 3.1 onder lid 1, kan een gehandicapte in aanmerking worden gebracht voor een forfaitair bedrag. De hoogte van dit bedrag wordt bepaald aan de hand van de individuele bovenregionale vervoersbehoefte en is gemaximeerd zoals vermeld in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

  • 2. Met inachtneming van hetgeen hiertoe in artikel 3.2, lid 4 is bepaald, wordt bij de vaststelling van de hoogte van de tegemoetkoming in de extra auto- en taxikosten als bedoeld in artikel 3.1, onder 2, sub e tot en met i uitgegaan van normbedragen welke vermeld zijn in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

Artikel 5.5 - Inkomensgrens tegemoetkoming in de extra kosten van vervoer.
  • 1. Indien het inkomen zoals bedoeld onder artikel 1.1, onder b hoger is dan tweemaal het norminkomen wordt geen financiële tegemoetkoming in de extra kosten van vervoers-voorzieningen als bedoeld onder artikel 3.1, lid 2, sub e, f, h en i verstrekt.

  • 2. Diegenen aan wie bij of krachtens deze Verordening een geldelijke vervoersvoorziening is toegekend als bedoeld in artikel 3.1, lid 2, onder e, f, h en i zijn verplicht hun medewerking te verlenen aan een periodiek te houden heronderzoek teneinde te kunnen beoordelen of zij recht hebben op continuering van de vervoersvoorziening.

  • 3. De gemeente behoudt zich het recht voor om bij niet tijdige verstrekking van de gevraagde gegevens de vervoersvoorziening op te schorten en/of te beëindigen. Zij zal daartoe nadere regelgeving opstellen en deze in haar verstrekkingenboek opnemen.

Artikel 5.6 - Overgangsregeling voor diegenen die een individuele financiële tegemoetkoming ontvangen dan wel hebben aangevraagd voor 1 januari 2001.
  • 1. Indien een persoon voor 1 januari 2001 een financiële tegemoetkoming in de extra kosten van vervoer, zoals vermeld in artikel 3.1, onder 2, sub e tot en met h, ontvangt dan wel heeft aangevraagd, komt hij/zij tevens in aanmerking voor een éénmalig bedrag.

  • 2. De hoogte van het in het vorige lid gestelde bedrag wordt bepaald aan de hand van de hoogte van de individuele financiële tegemoetkoming, zoals deze worden vermeld in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

Afdeling II - Procedures.

HOOFDSTUK 6 - HET VERKRIJGEN VAN EEN VOORZIENING.

Artikel 6.1 - Aanvraagprocedure.

Een aanvraag voor een voorziening dient te worden ingediend door middel van een door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier.

Artikel 6.2 - Gronden voor weigering.

Burgemeester en wethouders kunnen de gevraagde voorzieningen in ieder geval weigeren:

  • 1.

    voorzover de aanvraag een financiële tegemoetkoming betreft in kosten die de aanvrager voor de aanvraagdatum heeft gemaakt;

  • 2.

    indien een middel als waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening is vergoed of verstrekt en de normale afschrijvingsduur voor dat middel nog niet is verstreken, tenzij het eerder vergoede of verstrekte middel geheel of gedeeltelijk verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.

Artikel 6.3 - Bijzondere bepalingen.

  • 1. Indien een financiële tegemoetkoming wordt verleend, wordt in de beschikking vermeld op welke kosten de tegemoetkoming betrekking heeft.

  • 2. Indien een periodieke tegemoetkoming wordt verleend, wordt in de beschikking tevens vermeld: de geldingsduur, de uitkeringsmaatstaf, alsmede de voorschriften waaraan de rechthebbende dient te voldoen alvorens tot uitbetaling van de tegemoetkoming kan worden overgegaan.

HOOFDSTUK 7 - VERPLICHTINGEN EN BEVOEGDHEDEN VAN RECHTHEBBENDE EN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS.

Artikel 7.1 - Inlichtingen, onderzoek, advies.

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, voorzover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend:

    • a.

      op te roepen in persoon te verschijnen op een door burgemeester en wethouders te bepalen plaats en tijdstip en hem te ondervragen;

    • b.

      op een door burgemeester en wethouders te bepalen plaats en tijdstip door één of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen ondervragen en/of onderzoeken.

  • 2. Burgemeester en wethouders vragen een daartoe door hen aangewezen adviesinstantie om advies indien:

    • a.

      het handelt om een aanvraag die een gehandicapte betreft die nog niet eerder een aanvraag heeft ingediend in het kader van deze regeling en de voorziening naar verwachting het drempelbedrag, zoals vermeld in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo, te boven zal gaan;

    • b.

      de aanvraag betrekking heeft op tenminste twee van de drie terreinen woonvoorzienin-gen, vervoersvoorzieningen of rolstoelen;

    • c.

      burgemeester en wethouders dat overigens gewenst vinden.

  • 3. Bij een volgende aanvraag voor een voorziening hebben burgemeester en wethouders de bevoegdheid aan te geven dat opnieuw advies dient te worden uitgebracht.

  • 4. Een gehandicapte is verplicht aan burgemeester en wethouders of de door hen aan-gewezen adviesinstantie die gegevens te (doen) verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 7.2 - Eisen ten aanzien van de adviseur.

De adviseur dient te beschikken over kennis op de volgende gebieden:

  • 1.

    medische kennis op het niveau van een arts;

  • 2.

    sociale kennis;

  • 3.

    ergonomische kennis;

  • 4.

    technische kennis.

Artikel 7.3 - Wijzigingen in de situatie.

Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening in bruikleen is verstrekt, of aan wie een forfaitaire dan wel een financiële tegemoetkoming is verleend, is verplicht aan burgemeester en wethouders mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 7.4 - Intrekking van een besluit tot verlening van een voorziening.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een besluit tot verlening van een voorziening geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

    • a.

      niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;

    • b.

      op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de gegevens juist geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2. Een besluit tot verlening van een voorziening welke bestaat uit een forfaitaire dan wel een financiële tegemoetkoming, dan wel een in bruikleen verstrekte voorziening in natura betreft, kan worden ingetrokken indien:

    • a.

      blijkt dat niet meer aan de in hoofdstuk 2, 3 of 4 vervatte bepalingen voor het recht op een voorziening wordt voldaan;

    • b.

      blijkt dat de tegemoetkoming of vergoeding binnen zes maanden na de uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het middel waarvoor deze was verleend.

  • 3. Bij beëindiging van een voorziening welke bestaat uit een forfaitaire dan wel een financiële tegemoetkoming kan tot terugvordering van het teveel uitbetaalde worden overgegaan, tenzij het bedrag onder het drempelbedrag blijft. De hoogte van dit drempelbedrag wordt vermeld in het Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

  • 4. Het tweede lid is niet van toepassing op het verlenen van een woningaanpassing van bouwkundige of woontechnische aard.

Afdeling III - Slot.

HOOFDSTUK 8 - SLOTBEPALINGEN.

Artikel 8.1 - Afwijken van bepalingen/hardheidsclausule.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de gehandicapte of de woningeigenaar afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2. Voorafgaande aan de toepassing van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders advies vragen.

Artikel 8.2 - Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet.

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 8.3 - Verstrekkingenboek.

Burgemeester en wethouders werken het verstrekkingenbeleid uit in een zogeheten "verstrek-kingenboek".

Artikel 8.4 - Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo.

  • 1.

    Alle bedragen waarnaar in deze Verordening worden verwezen, worden vermeld in het zo- geheten "Financiële Normenboek Wvg gemeente Ermelo" welke als bijlage 1 aan deze Verordening hangt.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 8.5 - Periodieke evaluatie gemeentelijk beleid en bijstelling verordening.

  • 1.

    Het door de gemeente gevoerde beleid wordt éénmaal per twee jaar geëvalueerd; indien deze evaluatie daar aanleiding toe geeft wordt de verordening aangepast.

Artikel 8.6 - Citeertitel; inwerkingtreding.

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening voorzieningen gehandicapten ge-meente Ermelo 2001".

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

  • 3. Met ingang van de inwerkingtreding van de "Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Ermelo 2001", vervalt de "Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Ermelo 1996".

    211a/r-aket/jl

Ondertekening

Vastgesteld ter openbare vergadering
van
de secretaris, de voorzitter,