Beleidsregels tegemoetkoming Kosten Kinderopvang Gemeente Etten-Leur

Geldend van 20-11-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Beleidsregels tegemoetkoming Kosten Kinderopvang Gemeente Etten-Leur

HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1. In deze beleidsregels worden verstaan onder:

    a. college: het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur

    b. de wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, zoals die geldt per 1 januari 2013.

    c. ouder: als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onderdelen c of e in de Wet kinderopvang.

HOOFDSTUK 2: RECHT OP VERGOEDING

Artikel 2 Tegemoetkoming kosten kinderopvang

  • 1. Het college kan aan een ouder, zoals bedoeld in artikel 3 van dit besluit, een extra tegemoetkoming in de eigen bijdrage verstrekken in aanvulling op de kinderopvangtoeslag van het rijk, zodanig dat de tegemoetkoming niet méér bedraagt dan de kosten van kinderopvang.

  • 2. Vereiste voor het verkrijgen van de extra tegemoetkoming is dat de ouder gebruik maakt van een geregistreerde kinderopvanginstelling (dagopvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang).

Artikel 3 Doelgroep

  • 1. de ouder die een WWB-, IOAW-, of IOAZ-uitkering heeft en gebruik maakt van een voorziening, gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, WWB, artikel 34, eerste lid, onder a, IOAW en artikel 34, eerste lid, onder a, IOAZ, die de noodzaak tot kinderopvang met zich meebrengt;

  • 2. de ouder die een WWB-uitkering heeft en een inburgeringsopleiding volgt, die de noodzaak tot kinderopvang met zich meebrengt;

  • 3. de ouder die recht heeft op een WWB-uitkering als aanvulling op een inkomen uit werk;

  • 4. de ouder die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, scholing of een opleiding volgt en met toepassing van artikel 16 of artikel 18, eerste en vierde lid, van de Wet werk en bijstand algemene bijstand ontvangt of kan ontvangen.

Artikel 4 Hoogte tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang is een aanvulling op de kinderopvangtoeslag die verstrekt wordt door het rijk.

  • 2. De tegemoetkoming vult de kinderopvangtoeslag aan tot ten hoogste de werkelijk gemaakte kosten aan noodzakelijk geachte kinderopvang. Deze kosten worden weergeven in de offerte of het plaatsingsbewijs dat door de ouder wordt overlegd.

  • 3. De inkomens-, vermogens- en draagkrachtregels, zoals geldend bij een aanvraag individuele bijzondere bijstand, zijn van toepassing.

HOOFDSTUK 3 VERPLICHTING

Artikel 5 Inlichtingenplicht

  • 1. De ouder doet aan het college uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem/ haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming.

  • 2. Een ouder is verplicht aan het college, daarnaar gevraagd, medewerking te verlenen aan uitvoering van deze beleidsregels.

HOOFDSTUK 4 UITVOERINGSBEPALING

Artikel 6 Aanvraag en betaalbaarstelling

  • 1. De tegemoetkoming dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een daarvoor bestemd aanvraagformulier.

  • 2. Bij de aanvraag moet de ouder meesturen:

    a. offerte / plaatsingsbewijs van de kinderopvang;

    b. geldig identiteitsbewijs van de ouder en een eventuele partner.

  • 3. Het college neemt binnen 8 weken na indiening van de aanvraag een besluit.

  • 4. De tegemoetkoming dient schriftelijk te worden aangevraagd onder overlegging van een offerte of een contract van de kinderopvanginstelling.

  • 5. De tegemoetkoming wordt uitbetaald per maand.

  • 6. Bij de ouder wordt erop aangedrongen middels een machtiging de tegemoetkoming rechtstreeks over te maken aan de kinderopvanginstelling.

  • 7. Het college kan nadere voorschriften stellen aan de wijze van uitbetaling.

Artikel 7 Ingangsdatum en duur van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt vastgesteld vanaf ten maximale 3 maanden voorafgaande aan het moment dat de ouder de tegemoetkoming aanvraagt. Deze termijn is gelijk aan de termijn gehanteerd door de belastingdienst voor de vaststelling kinderopvangtoeslag. Wanneer de door de belastingdienst gehanteerde termijn wijzigt, volgt de gemeentelijke termijn deze wijziging.

  • 2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming vastgesteld met ingang van de dag waarop de kinderopvang een aanvang neemt.

  • 3. De tegemoetkoming wordt vastgesteld voor de periode van maximaal een kalenderjaar.

  • 4. Een aanvraag voor verlenging van de extra tegemoetkoming in het volgend kalenderjaar dient voor 1 april van dat jaar te zijn ingediend om recht te kunnen hebben op de extra tegemoetkoming met terugwerkende kracht tot 1 januari van dat jaar.

  • 5. Bij beëindiging door de gemeente van het programma naar werk heeft de ouder recht op de tegemoetkoming van de gemeente voor maximaal de opzegtermijn van de kinderopvangorganisatie.

Artikel 8 herziening en intrekking

  • 1. Het college kan het recht op vergoeding herzien of intrekken:

    a. als het niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 5 lid 1 en lid 2 geleid heeft tot een onterechte of te hoog verstrekte vergoeding; of

    c. als anderszins een vergoeding ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekt is.

Artikel 9 Terugvordering

  • 1. Als het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 8 genomen heeft, kan het een ten onrechte of te hoog verstrekte vergoeding terugvorderen.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALING

Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden

Lid 1. In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet beslist het college.

Artikel 12 Citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang“

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die van publicatie en werken terug tot 1 januari 2013.

Ondertekening

Etten-Leur,
Burgemeester en wethouders van Etten-Leur.
De secretaris, De burgemeester,
Mw. B.W. Silvis-de Heer. Mw. H. van Rijnbach-de Groot.