Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant gemeente Etten-Leur.

Geldend van 08-12-2015 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant gemeente Etten-Leur

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant gemeente Etten-Leur

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Etten-Leur houdende de verlening van mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Etten-Leur

Gelet op: - afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht; - de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet bodembescherming, de Waterwet, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur alsmede de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen; - artikel 3 en 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.

Besluit

Vast te stellen

Het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. burgemeester: de burgemeester van de gemeente Etten-Leur;

b. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur;

c. directeur OMWB: de directeur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant, zoals bedoeld in artikel 24 van de Gemeenschappelijke regeling d. Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant;

gemeente: de gemeente Etten-Leur;

e. Omgevingsdienst: het openbaar lichaam , bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.

Artikel 2 Mandaat

  • 1. Aan de directeur OMWB wordt, voor zover het bevoegdheden van de burgemeester en het college betreft, mandaat verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende mandaatlist.

  • 2. Aan de directeur OMWB wordt, voor zover het de in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het machtigen van ambtenaren van de Omgevingsdienst voor het in rechte vertegenwoordigen van de gemeente, dan wel het ondersteunen van de vertegenwoordiger van de gemeente in gerechtelijke procedures.

  • 3. De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 7:1 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4. De directeur neemt bij de aan hem in mandaat opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van de burgemeester en het college in acht, als bedoeld in artikel 10:6 eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Kaders uitoefening bevoegdheden

  • 1. De directeur houdt zich bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden aan het beleid van het college ter zake, alsmede de door de gemeenteraad van de gemeente vastgestelde kaders en neemt hierbij artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht in acht.

  • 2. De burgemeester en het college treden bij een voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de Omgevingsdienst inzake uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de Omgevingsdienst uitvoert.

  • 3. Het college zendt de directeur alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

  • 4. Indien voor een bepaalde bevoegdheid een mandaat wordt verleend, geschiedt deze verlening in de ruimste zin des woords. Naast het nemen van besluiten in positieve en negatieve zin wordt hieronder dan ook mede verstaan:

    - het nemen van alle voorbereidende besluiten c.q. ontwerpbesluiten;

    - het geven van inlichtingen;

    - verdagen en/of uitstellen;

    - verzoeken om aanvullende informatie;

    - het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taken;

    - het stellen van nadere voorwaarden;

    - uitvoeren van de doorzendplicht.

Artikel 4 Informatieplicht

1. Een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat of ondermandaat is verleend informeert de burgemeester of het college bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden;

Artikel 5 Ondermandaat

  • 1. De directeur kan de bevoegdheden genoemd in artikel 2, voor zover niet anders is bepaald in de mandaatlijst, in ondermandaat opdragen aan medewerkers op het niveau van leidinggevenden.

  • 2. Artikel 2, artikel 3 en artikel 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening bevoegdheden in ondermandaat.

Artikel 6 Machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassing, en in verband met de activiteiten waarvoor mandaat wordt verleend, met mandaat gelijkgesteld de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 7 Ondertekening

In de krachtens mandaat verlening genomen besluiten wordt tot uitdrukking gebracht dat zij namens het college zijn genomen.

Artikel 8 Slotbepalingen

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is bekend gemaakt.

2.Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant gemeente Etten-Leur.

Aldus besloten door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur op 17 november 2015

burgemeester en wethouders,

Mw. H. van Rijnbach-de Groot

burgemeester

Mw. B.W. Silvis-de Heer

gemeentesecretaris

De burgemeester,

Mw.H.van Rijnbach-de Groot

BIJLAGE: GEMANDATEERDE BEVOEGDHEDEN

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Specifieke bepalingen/voorwaarden

ALGEMEEN

A01

Besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures

Omvat: - Proceshandelingen in bestuursrechtelijke procedures zoals het voeren van verweer en het opstellen van verweerschriften (uitsluitend na opdracht gemeente).

A02

Het eenmalig dan wel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om het college van burgemeester en wethouders te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures

Kan niet in ondermaat worden gegeven

A03

Het vragen van advies op basis van de Wet Bibob en het maken van afspraken naar aanleiding van het uitgebrachte advies (art. 9)

A04

Besluiten tot het vaststellen van ontwerpgedoogbeschikkingen

Kan niet in ondermandaat worden gegeven

VERGUNNINGEN: WET MILIEUBEHEER (WM) EN Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

V01

Verzoeken om aanvraag omgevingsvergunning voor een milieu-inrichting aan te vullen

V02

Het afhandelen van meldingen ingevolge de Wm of en (mede daarop gebaseerde) amvb (zoals het Activiteitenbesluit)

V03

Besluiten over het stellen van nadere eisen of maatwerkvoorschriften op grond van de Wm of een (mede daarop gebaseerde) amvb.

V04

Het beslissen op aanvragen op grond van artikel 2.4 Wabo voor activiteiten die uitsluitend betrekking hebben op artikel 2.1 onder e. en i. Wabo

V05

Het beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.6 Wabo (revisievergunning), uitsluitend voor zover dit betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder e en i. van de Wabo

V06

Het vragen van adviezen als bedoeld in artikel 2.26 Wabo en H6 Bor

V07

Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 Wabo en H6 Bor.

V08

Het beslissen over aanvragen met betrekking tot het wijzigen of intrekken van vergunningen zoals bedoeld in artikel 2.31 en 2.33 Wabo voor zover deze betrekking hebben op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder e. en i. van de Wabo

V09

Besluiten tot het buiten behandeling laten van een aanvraag op grond van 4.5 Awb voor zover deze betrekking hebben op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder e. en i. van de Wabo

Aanvullende gegevens niet ingediend of onvolledig/onvoldoende

V10

Besluiten tot het buiten behandeling laten van een aanvraag op grond van artikel 3.18 Wabo voor zover deze betrekking hebben op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder e van de Wabo.

V11

Intrekken van een omgevingsvergunning op grond van artikel 3.23 Wabo, na opdracht daartoe van de gemeente en voor zover deze betrekking hebben op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder e. en i. van de Wabo

V12

Besluiten over het wijzigen van voorschriften van een omgevingsvergunning voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder e. en i. van de Wabo en (gedeeltelijk) intrekken van een dergelijke omgevingsvergunning op grond van de artikelen 2.31 en 2.33 Wabo.

V13

Actualiseren van omgevingsvergunningen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder e. en i. van de Wabo , op grond van artikel 2.30 Wabo na opdracht van de gemeente.

V14

Verlenging van de beslistermijn (art. 3.9 Wabo)

V15

Besluiten in het kader van de Milieu-effectrapportage (hoofdstuk 7 Wet milieubeheer)

Betreft: - procedurestappen; - advies reikwijdte en detailniveau MER; - besluit MER-beoordeling;

TOEZICHT EN HANDHAVING

H01.

Het aanwijzen van ambtenaren belast met het houden van toezicht op de naleving op grond van artikel 5.10 en 5.11 van de Wabo

Kan niet in ondermandaat worden gegeven

H02

Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Wabo en de in artikel 5.1 van de genoemde wetten juncto 5.2 van deze wet : Wet bodembescherming inclusief het Besluit Bodemkwaliteit, Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer.

H03

Het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen: - een bezoekbevestigingsbrief; - een voorwaarschuwingsbrief; - een vooraankondiging last onder bestuursdwang of last onder dwangsom;

-vorderingen om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatie.

H04

Het nemen van besluiten over, op grond van vergunningvoorschriften, te overleggen meldingen, rapportages e.d.

H05

Het naar aanleiding van de kenbaar gemaakte zienswijze afzien van bestuurlijke optreden

H06

Vooraankondiging op aanschrijving last onder bestuursdwang of dwangsom gericht op naleving van: - artikel 2.1 lid 1 onder e. en i. Wabo en de op grond van dit artikel verleende omgevingsvergunningen; - het gestelde in artikel 8.40 en 8.41 Wm en de daaraan gerelateerde amvb’s; - het gestelde in het Besluit risico’s zware ongevallen en daarbij behorende regelingen