Bibob beleid taakveld bouw gemeente Etten-Leur

Hoofdstuk 1. Algemeen

In de gemeente Etten-Leur is het ‘Algemeen Bibob beleid gemeente Etten-Leur’ van kracht.

Aanvullend daarop wordt per taakveld beleid vastgesteld met inhoudelijke criteria voor toepassing van de wet Bibob in Etten-Leur. Het beleid in dit document richt zich op het taakveld bouw.

De algemene beleidsuitgangspunten van het ‘Algemeen Bibob beleid gemeente Etten-Leur’ zijn van toepassing. Deze aanvullende beleidslijn ziet op de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Dit is de vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Het Bibob onderzoek beperkt zich niet tot de aanvrager of houder van de vergunning. Het strekt zich ook uit tot de betrokkenen en degenen met wie de aanvrager of houder een zakelijk samenwerkingsverband heeft.

Hoofdstuk 2. Criteria voor het toetsen van vergunningaanvragen

Een Bibob onderzoek vindt plaats bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen in de volgende gevallen (alle bedragen zijn exclusief BTW):

2.1 Bouwsom

Het Bibob onderzoek blijft beperkt tot aanvragen met een bouwsom gelijk aan of hoger dan:

• a.

  € 350.000,- wanneer het de bouw van een particuliere vrijstaande woning betreft;

• b.

  € 500.000,- voor overige bouwwerken of projecten.

In alle gevallen berekent de gemeente de bouwsom aan de hand van een vastgestelde ROEB-lijst conform de Legesverordening. Bij een project van meerdere bouwwerken bepaalt de totale bouwsom van het hele project of een Bibob onderzoek plaatsvindt. 

2.2 Cumulatie

Wanneer er in een tijdvak van één jaar, gerekend vanaf de eerste aanvraag:

• -

  vier aanvragen of meer worden gedaan door dezelfde aanvrager, eigenaar, of voor dezelfde locatie, én

• -

  er is sprake van een bouwsom van meer dan € 50.000,- maar minder dan of gelijk aan € 500.000,-

dan zal vanaf de vierde aanvraag een Bibob onderzoek plaatsvinden.

2.3 Risicocategorieën

Een Bibob onderzoek vindt plaats bij één of meer van de onderstaande risicocategorieën, tenzij het gaat om aan huis gebonden beroepen:

• hotels; • kamerverhuurbedrijven;

• pensions; • horecabedrijven;

• coffeeshops; • prostitutiebedrijven;

• darkrooms; • seksbioscopen;

• sekswinkels; • erotische massagesalons;

• escortbedrijven; • smartshops;

• headshops; • bedrijfsverzamelgebouwen

• speelautomatenhallen; • gamecenters;

• afvalbewerkings-en verwerkingsbedrijven; • vuurwerkbranche

• sloopbedrijven; • autohandel (verkoop en verhuur);

• autodemontagebedrijven; • transportondernemingen;

• wisselkantoren • kapsalons

• cadeauwinkels • niet geregistreerde uitzendbureaus • sportscholen • beauty- welness- en saunabedrijven

• in- en exportbedrijven(handels- • vrijplaatsen ondernemingen bv. schoenen, kleren) • kinderdagverblijven

Deze categorieën achten wij gevoelig voor criminele invloeden. De opsomming is niet limitatief. Wij kunnen de lijst van risicocategorieën aanpassen of uitbreiden als nieuwe ontwikkelingen dit noodzakelijk maken.

2.4 Risicogebieden 

Er kunnen risicogebieden in de gemeente zijn die mogelijk gevoelig zijn voor criminele invloeden. Een Bibob onderzoek vindt plaats als:

• -

  de bouwactiviteiten zich binnen een door het college als zodanig aangewezen of aan te wijzen risicogebied bevinden, én

• -

  de bouwsom meer bedraagt dan € 50.000,-

De risicogebieden kunnen ook na vaststelling van deze beleidslijn door het college worden aangewezen.

2.5 Bijzondere gevallen

Ook als een aanvraag niet onder de hiervoor geformuleerde beleidsuitgangspunten valt, kan er toch aanleiding zijn een Bibob onderzoek te doen. Dit kan in bijzondere gevallen. Er moet dan sprake zijn van:

• -

  een op feiten of omstandigheden gebaseerde risico-inschatting, of

• -

  een op lokaal beleid gebaseerde risico-inschatting

die leidt tot de conclusie dat een Bibob onderzoek voor de aanvraag nodig is. In dat geval wordt de toepassing van de wet Bibob altijd gemotiveerd.

2.6 Uitzonderingen

Het is mogelijk dat een aanvrager in een korte tijd meerdere aanvragen voor een omgevings-vergunning voor de activiteit bouwen indient. In principe moet elke aanvraag (aanvrager) die voldoet aan de beleidsuitgangspunten steeds opnieuw aan een Bibob onderzoek worden onderworpen. Indien een aanvrager in een tijdvak van twee jaar, gerekend vanaf de eerste aanvraag, meer

aanvragen indient, kan het college hierop een uitzondering maken en besluiten dat het Bibob onderzoek achterwege kan blijven als:

• -

  er sprake is van ongewijzigde omstandigheden ten opzichte van de eerdere aanvraag voor wat betreft betrokkenen, bedrijfsstructuur, financiering, opdrachtgevers, zakelijke partners en dergelijke, én

• -

  het eerdere Bibob onderzoek een positieve uitkomst had (“geen gevaar”).

2.7 Bijzondere aanvragers

De Wet Bibob wordt in beginsel niet toegepast als de aanvraag afkomstig is van:

• a.

  overheidsinstanties;

• b.

  semi-overheidsinstanties;

• c.

  door de Minister van Volkshuisvesting conform het Woningbesluit 1932 middels een daartoe verstrekte vergunning toegelaten woning(bouw)corporatie;

• d.

  door het college bij specifiek besluit aangewezen aanvragers, zoals Publiek-Private Samenwerkingsconstructies voor particuliere ondernemingen en overheid in bijvoorbeeld de ontwikkeling van een schouwburg of winkelcentrum.

Van het bovenstaande kan op basis van concrete informatie worden afgeweken.

Hoofdstuk 3. Criteria voor het toetsen van een verleende vergunning

Een Bibob onderzoek kan ook worden gestart bij een verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Bij het intrekken van een omgevingsvergunning maken wij een zeer zorgvuldige belangenafweging.

3.1 Bibob onderzoek naar verleende omgevingsvergunning

Bij een verleende omgevingsvergunning kan een Bibob onderzoek worden gestart indien signalen of bevindingen daartoe aanleiding geven. Het kan bijvoorbeeld gaan om informatie van politie, Justitie, Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), Landelijk Bureau Bibob, Belastingdienst, buitengewoon opsporingsambtenaren, toezichthouders of informatie van eigen ambtenaren. Er kan aansluiting worden gezocht bij de indicatorenlijst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

3.2 Intrekken verleende omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning kan worden ingetrokken als uit het Bibob onderzoek blijkt dat er sprake is van een ernstig gevaar voor misbruik van de vergunning. Een omgevingsvergunning kan worden overgedragen en op naam van een ander worden gesteld. Indien de nieuwe rechthebbende van deze vergunning aan een Bibob onderzoek wordt onderworpen en uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kunnen wij besluiten de vergunning in te trekken.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Dit beleid is gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht, de Wet Bibob en de Wabo. Het kan worden aangehaald als: ‘Bibob beleid taakveld bouw gemeente Etten-Leur’.

Dit beleid treedt in werking op: 1 januari 2018

Etten-Leur, 12 december 2017

burgemeester en wethouders,

Dhr. J.P. van Hal locoburgemeester

Mw. B.W. Silvis-de Heer gemeentesecretaris