Regeling vervallen per 01-03-2014

Algemene Subsidieverordening 2009 Gemeente Etten-Leur

Geldend van 05-02-2009 t/m 28-02-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2009 GEMEENTE ETTEN-LEUR

De raad van de Gemeente Etten-Leur;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 11 november 2008;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

mede gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen ten aanzien van de wijze waarop en voorwaarden waaronder subsidies worden verstrekt;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2009 GEMEENTE ETTEN-LEUR

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteit: de gesubsidieerde activiteit, prestatie of het te bereiken effect;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    boekjaar: het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd of verleend;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Etten-Leur;

  • e.

    informele vereniging: zoals bedoeld in artikel 2:26 en 2:27 van het Burgerlijk Wetboek;

  • f.

    kengetallen: cijfers die de basis vormen voor de berekening van de subsidie;

  • g.

    natuurlijk persoon: alle personen niet zijnde rechtspersonen;

  • h.

    raad: de gemeenteraad van de Gemeente Etten-Leur;

  • i.

    rechtspersoon: zoals bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • j.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen zoals geformuleerd in artikel 4:21 van de Awb;

  • k.

    subsidieaanvrager: natuurlijk persoon, informele vereniging of rechtspersoon die de subsidie heeft aangevraagd;

  • l.

    subsidieontvanger: een subsidieaanvrager die een verleningsbeschikking of vaststellingsbeschikking heeft ontvangen.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

Deze verordening is van toepassing op subsidiëring door de Gemeente Etten-Leur, tenzij door de raad of bij wet anders is bepaald.

Artikel 3 Bevoegdheidsverdeling

  • 1. De raad stelt -al dan niet per beleidsterrein- de beleidskaders vast;

  • 2. Het college biedt daartoe per beleidsterrein tenminste eens in de vier jaar een bijgestelde nota aan;

  • 3. De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling voor de diverse beleidsgebieden, in de vorm van beschikbare budgetten, de subsidieplafonds vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn;

  • 4. Binnen de beschikbare budgetten kan het college nadere subsidieplafonds vaststellen;

  • 5. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening. Uitvoering houdt mede in het verstrekken van voorschotten, het verlenen en vaststellen van subsidies;

  • 6. Het college kan per beleidsterrein beleidsregels vaststellen;

  • 7. Het college kan een of meer toezichthouders aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen.

Artikel 4 Algemene eisen en bepalingen

  • 1.

    Een activiteit van een rechtspersoon, informele vereniging of natuurlijk persoon kan worden gesubsidieerd;

  • 2.

    De rechtspersoon, informele vereniging of natuurlijk persoon dient geen winst te beogen met betrekking tot activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt;

  • 3.

    Indien een natuurlijk persoon of informele vereniging in aanmerking komt voor subsidie is dit in een beleidsregel geregeld;

  • 4.

    Subsidiëring van een activiteit vindt slechts plaats voor zover deze naar het oordeel van het college in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang wordt geacht;

  • 5.

    In beleidsregels kunnen nadere regels worden gesteld in elk geval ten aanzien van de volgende onderdelen:

    • a.

      de activiteit waarvoor subsidie kan worden verstrekt;

    • b.

      nadere criteria voor de subsidieverlening;

    • c.

      nadere regels met betrekking tot de wijze van indiening van aanvragen en aan de subsidieverlening te verbinden verplichtingen;

    • d.

      verdelingscriteria voor de beschikbare gelden en de maximale hoogte van een te verstrekken subsidie;

    • e.

      andere weigeringsgronden dan vermeld in de Algemene wet bestuursrecht;

    • f.

      criteria ter rangschikking van subsidieaanvragen;

    • g.

      regels met betrekking tot voorzieningen, reserves en vermogensvorming.

Artikel 5 Subsidievormen

De vormen van subsidie worden onderscheiden in:

  • a.

    Waarderingssubsidie: een subsidie die als blijk van waardering voor een bepaalde activiteit of als eenmalige stimulans voor de activiteiten van de begunstigde kan worden verleend;

  • b.

    Incidentele subsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor een activiteit met een eenmalig of experimenteel karakter;

  • c.

    Structurele subsidie: een subsidie die een per boekjaar terugkerend of doorlopend karakter heeft.

Artikel 6 De subsidieaanvraag

  • 1. Bij een eerste aanvraag voor een subsidie dienen -voor zover relevant- de volgende stukken te worden overgelegd:

    • a.

      de statuten van de organisatie;

    • b.

      een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • c.

      een opgave van de aan de organisatie gelieerde rechtspersonen;

    • d.

      alle andere informatie die het college nodig acht voor een goede beoordeling van de aanvraag;

  • 2. Indien zich in de periode van subsidiëring wijzigingen voordoen ten aanzien van de statuten, de bestuurssamenstelling of gelieerde rechtspersonen, wordt het college hiervan in kennis gesteld;

  • 3. In aanvulling op de artikelen van de Awb ten aanzien van onvolledige aanvragen, kan het college de subsidieaanvrager een hersteltermijn verlenen om de aanvraag aan te vullen;

  • 4. Indien een aanvraag, al dan niet na de in lid 3 genoemde hersteltermijn, niet tijdig of onvolledig is ingediend, laat het college deze buiten behandeling.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1. De artikelen van de Awb ten aanzien van weigeringsgronden van een subsidie zijn overeenkomstig van toepassing;

  • 2. Het college kan een subsidie tevens weigeren indien:

    • a.

      de activiteit niet past binnen het gemeentelijke beleid;

    • b.

      de activiteit naar het oordeel van het college niet of niet voldoende is gericht op de Gemeente Etten-Leur;

    • c.

      de activiteit niet aanwijsbaar ten goede komt aan de ingezetenen van de Gemeente Etten-Leur;

    • d.

      een beleidsregel op het betreffende terrein een weigeringsgrond aangeeft;

    • e.

      de activiteit niet openbaar toegankelijk is;

    • f.

      de activiteit kan worden uitgevoerd zonder gemeentelijke subsidie;

    • g.

      de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend;

    • h.

      de aanvrager door uitvoering van de activiteit beoogt winst te maken;

    • i.

      de subsidie niet of in onvoldoende mate besteed zal worden aan het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • j.

      de opbrengst wordt gegenereerd voor een ander doel dan voor de activiteit zelf;

    • k.

      de activiteit een partijpolitiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter heeft;

    • l.

      de activiteit in strijd is met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • m.

      in het beoogde doel of de voorgenomen activiteit al op andere wijze in belangrijke mate is voorzien.

Artikel 8 Intrekking en wijziging subsidie

  • 1. De artikelen van de Awb ten aanzien van de intrekking en wijziging van subsidie zijn overeenkomstig van toepassing;

  • 2. Tevens kan het college op grond van algemene financiële of beleidsinhoudelijke overwegingen de subsidie intrekken of wijzigen.

Hoofdstuk 2 Waarderingssubsidie

Artikel 9 Omschrijving waarderingssubsidie

Een waarderingssubsidie heeft als doel het uitspreken van waardering voor een bepaalde activiteit. De subsidie kan worden gekoppeld aan specifieke kengetallen, op basis waarvan vooraf de hoogte van het subsidiebedrag wordt berekend. Ook kan voor het geheel of voor bepaalde onderdelen een vast bedrag worden verleend.

Artikel 10 Aanvraag waarderingssubsidie

  • 1. Een aanvraag voor een waarderingssubsidie wordt ingediend vóór 1 mei voorafgaande aan het boekjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • 2. De aanvraag om subsidie wordt ingediend middels het door het college verstrekte aanvraagformulier;

  • 3. Bij de aanvraag worden gevoegd:

    • a.

      een ondertekening zoals omschreven in artikel 4:2 van de Awb;

    • b.

      een omschrijving van de activiteiten die zijn gepland voor het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • c.

      een activiteitenverslag of een inhoudelijk jaarverslag over de activiteiten die het voorgaande boekjaar zijn georganiseerd;

    • d.

      informatie over kengetallen per 1 januari van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd, die van belang zijn voor de bepaling van de subsidie.

Artikel 11 Verlening en vaststelling van de waarderingssubsidie

  • 1. In het geval van een waarderingssubsidie kan direct een beschikking tot vaststelling worden gegeven, zonder dat hiervoor een aanvraag tot vaststelling hoeft te worden ingediend;

  • 2. De beschikking tot subsidieverlening wordt bekend gemaakt uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar;

  • 3. In de beschikking wordt meegedeeld:

    • a.

      welk bedrag beschikbaar wordt gesteld;

    • b.

      voor welke activiteiten, prestaties of beoogd effect.

Artikel 12 Verantwoording van de waarderingssubsidie

Na afloop van het boekjaar dient de subsidieontvanger vóór 1 mei een opgave te doen van de kengetallen per 1 januari van het boekjaar, indien op basis daarvan de subsidie is verstrekt.

Hoofdstuk 3 Incidentele subsidie

Artikel 13 Omschrijving incidentele subsidie

Een incidentele subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten met een eenmalig of experimenteel karakter.

Artikel 14 Aanvraag incidentele subsidie

  • 1. Een aanvraag voor een incidentele subsidie wordt uiterlijk 8 weken vóór aanvang van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd ingediend bij het college, tenzij anders door het college is aangegeven;

  • 2. Een aanvraag om subsidie wordt ingediend middels het door het college verstrekte aanvraagformulier;

  • 3. Bij een aanvraag worden gevoegd:

    • a.

      een ondertekening zoals omschreven in artikel 4:2 van de Awb;

    • b.

      een omschrijving van de te subsidiëren activiteit;

    • c.

      een begroting, volgens een door het college vastgesteld model, van de inkomsten en uitgaven met betrekking tot de activiteit.

Artikel 15 Verlening incidentele subsidie

Het college beslist op een aanvraag voor een incidentele subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 16 Verantwoording en vaststelling van de incidentele subsidie

  • 1. Uiterlijk 12 weken na afloop van de activiteit of het experiment dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling bij het college in;

  • 2. Bij deze aanvraag wordt een financieel verslag overgelegd, volgens een door het college vastgesteld model en een inhoudelijk verslag.

Hoofdstuk 4 Structurele subsidie

Artikel 17 Omschrijving structurele subsidie

Een structurele subsidie is een subsidie aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, die een per boekjaar terugkerend of doorlopend karakter heeft.

Artikel 18 Aanvraag structurele subsidie

  • 1. In aanvulling op afdeling 4.2.8 van de Awb, zijn ten aanzien van per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen, onderstaande onderdelen van toepassing;

  • 2. Een aanvraag voor een structurele subsidie wordt vóór 1 mei van het jaar voorafgaande aan het boekjaar ingediend;

  • 3. Een aanvraag om subsidie kan voor een boekjaar of voor een bepaald aantal boekjaren van maximaal 4 jaar worden ingediend;

  • 4. Een aanvraag om subsidie wordt ingediend middels het door het college verstrekte aanvraagformulier;

  • 5. Bij een aanvraag worden gevoegd:

    • a.

      een ondertekening zoals omschreven in artikel 4:2 van de Awb;

    • b.

      een omschrijving van de te subsidiëren activiteit;

    • c.

      een begroting van de inkomsten en uitgaven voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten;

  • 6. Periodiek worden aan het college gegevens verstrekt die voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

Artikel 19 Verlening structurele subsidie

  • 1. De artikelen van de Awb ten aanzien van de subsidieverlening zijn overeenkomstig van toepassing;

  • 2. Het college beslist op een aanvraag voor structurele subsidie uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het boekjaar of de boekjaren;

  • 3. In de beschikking wordt meegedeeld:

    • a.

      welk bedrag ter beschikking wordt gesteld;

    • b.

      voor welke periode;

    • c.

      voor welke activiteiten, prestaties of beoogd effect;

    • d.

      op basis waarvan achteraf de definitieve vaststelling van de subsidie zal geschieden.

Artikel 20 Verantwoording en vaststelling structurele subsidie

  • 1. Instellingen die een structurele subsidie ontvangen, dienen vóór 1 mei van het jaar volgend op elk boekjaar een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college;

  • 2. Bij deze aanvraag wordt een financieel en inhoudelijk verslag overgelegd.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen en verantwoording

Artikel 21 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De artikelen van de Awb ten aanzien van de verplichtingen van de subsidieontvanger zijn overeenkomstig van toepassing;

  • 2. De subsidieontvanger is gehouden de activiteit uit te voeren zoals deze is opgenomen in de beschikking tot subsidieverlening;

  • 3. Indien een subsidieovereenkomst is afgesloten is de subsidieontvanger tevens gehouden aan de afspraken in deze overeenkomst.

Artikel 22 Accountantsverklaring

Uiterlijk op 1 mei van het jaar volgend op het subsidiejaar wordt door de subsidieontvanger die voor een boekjaar in totaal een bedrag hoger dan €50.000,-- op rekening krijgt gestort, een accountantsverklaring ingediend bij het college.

Artikel 23 Controle

  • 1.

    Het college is bevoegd controle uit te oefenen op de betrouwbaarheid en de rechtmatigheid van de door de subsidieontvanger aan te leveren gegevens;

  • 2.

    De administratie van de subsidieontvanger dient zodanig te zijn ingericht dat deze controle op eenvoudige wijze mogelijk is;

  • 3.

    Het college kan ter zake aanwijzingen geven;

  • 4.

    De subsidieontvanger is verplicht door het college aangewezen personen inzage te geven in zijn boeken en andere zakelijke bescheiden en deze desgewenst te verstrekken;

  • 5.

    De subsidieontvanger is verplicht de toegang te verlenen tot zijn gebouwen voor zover de in het eerste lid genoemde controle dat vereist.

Artikel 24 Voorschotten

  • 1. Het college kan de subsidieontvanger voorschotten verlenen;

  • 2. De wijze van bevoorschotting wordt in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen.

Artikel 25 Betaling

  • 1. De artikelen van de Awb ten aanzien van betaling zijn overeenkomstig van toepassing;

  • 2. De subsidie wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald;

  • 3. De subsidie wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaald, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald;

  • 4. Indien niet, of niet tijdig wordt voldaan aan de voorschriften behorend bij de subsidieverlening of subsidievaststelling kan het college de subsidie terugvorderen;

  • 5. De verplichting tot betaling van de subsidie of een voorschot wordt opgeschort indien het college schriftelijk aan de subsidieontvanger het voornemen bekend heeft gemaakt de subsidieverlening of -vaststelling ten nadele van de subsidieontvanger in te trekken of te wijzigen.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009;

  • 2.

    Met ingang van 1 januari 2009 vervalt de ‘Algemene Subsidieverordening Gemeente Etten-Leur’ vastgesteld op 19 december 2005.

Artikel 27 Overgangsbepaling

  • 1. Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld, blijven de bepalingen van toepassing zoals die zijn opgenomen in de subsidieverlening of subsidievaststelling;

  • 2. Structurele subsidies aangevraagd ten behoeve van het begrotingsjaar 2008 en 2009 vallen niet onder de werking van deze verordening;

  • 3. Aanvragen voor incidentele subsidies ten behoeve van begrotingsjaar 2009 worden beoordeeld op basis van deze verordening;

  • 4. Beleidsregels vastgesteld krachtens de verordening genoemd in artikel 26 lid 2, die golden op het moment van inwerkingtreding van deze verordening gelden als beleidsregels vastgesteld krachtens deze verordening.

Artikel 28 Hardheidsclausule

In alle gevallen waarin deze verordening en de aan deze verordening verbonden beleidsregels

niet of niet voldoende voorzien, beslist het college.

Artikel 29 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Algemene Subsidieverordening 2009 Gemeente Etten-Leur’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering
van 19 januari 2009.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
drs. W.C.M. Voeten. Mw. H. van Rijnbach-de Groot.

Toelichting

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening 2009 Gemeente Etten-Leur

Aanleiding

Op 8 november 2007 verscheen het Rapport rekenkamercommissie “Subsidiebeleid Etten-Leur: Kwaliteit van beleid”. In dit rapport concludeerde de rekenkamer dat de nodige aanpassingen ten aanzien van het subsidiebeleid en het subsidieproces noodzakelijk zijn. De Algemene Subsidieverordening moet een goede basis vormen voor het subsidiebeleid en het subsidieproces. Met het oog hierop is de subsidieverordening geactualiseerd en vereenvoudigd.

Door de invoering van de Algemene Subsidieverordening 2009 Gemeente Etten-Leur wordt het subsidieproces vereenvoudigd en transparanter gemaakt. Verder ontstaat er meer inzicht in het effect van de subsidie en de prestatie die wordt geleverd. Tot slot biedt deze subsidieverordening de mogelijkheid om maatwerk te leveren door in goed overleg met de instellingen de beleidsregels vast te stellen.

De Algemene Subsidieverordening 2009 Gemeente Etten-Leur is opgesteld rond de subsidievormen. Op deze wijze ontstaat er beter inzicht in de procedure voor de verschillende subsidievormen . Indien eenduidige richtlijnen noodzakelijk zijn om controle te kunnen uitvoeren, zijn deze opgenomen. Waar controle niet nodig wordt geacht, wordt minder informatie gevraagd.

Het eerste uitgangspunt voor de regelgeving ten aanzien van subsidie is de Awb. Het herhalen van regels uit de Awb is zo veel mogelijk beperkt. Hoewel er wel richtlijnen worden gegeven, zijn inhoudelijke eisen niet in de Algemene Subsidieverordening 2009 Gemeente Etten-Leur opgenomen. Hierdoor biedt de Algemene Subsidieverordening 2009 Gemeente Etten-Leur slechts een verduidelijking waar noodzakelijk.

Wettelijke grondslag

De subsidieverhouding betreft de overheid en de burger. De gemeente handelt in die relatie als een publiekrechtelijk orgaan. Besluiten die in die hoedanigheid worden genomen, vallen onder de werking van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), zoals die vanaf 1 januari 1994 van kracht is. Daarmee zijn op de subsidieverhoudingen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing. Tevens gelden regels voor het doen van aanvragen en voor het beslissen op aanvragen. Ook staan bezwaar- en beroepsmogelijkheden open voor de aanvrager en voor andere belanghebbenden. Deze regels gelden voor alle besluiten, dus ook voor besluiten over subsidies.

De Awb verplicht de gemeente om (behoudens enkele uitzonderingen) voor subsidies een wettelijke grondslag vast te stellen. Geregeld moet worden voor welke activiteit subsidie wordt verstrekt, hoe de financiële gevolgen worden afgedekt en welke procedures worden gevolgd. De Algemene Subsidieverordening 2009 Gemeente Etten-Leur regelt deze zaken.

Per beleidsterrein kunnen nadere bepalingen worden opgesteld. Deze nadere bepalingen worden vastgelegd in beleidsregels. De definitie van beleidsregels is vastgelegd in artikel 1.3.4 van de Awb.

Hoofdstuk 4 van de Awb beschrijft bijzondere bepalingen over besluiten. Titel 4:2 regelt de bepalingen omtrent subsidies.

Het subsidieproces

In het subsidieproces worden vijf belangrijke momenten onderscheiden:

  • 1.

    de subsidieaanvraag

  • 2.

    de subsidieverlening

  • 3.

    het verrichten van de gesubsidieerde activiteit

  • 4.

    de subsidievaststelling

  • 5.

    de subsidiebetaling

Ad 1 De subsidieaanvraag

Het proces wordt gestart met een subsidieaanvraag bij het college door de subsidieaanvrager. De wijze waarop dit gedaan moet worden is omschreven in de Awb, deze verordening en de eventueel vastgestelde beleidsregels ten aanzien van het betreffende beleidsterrein.

Ad 2 De subsidieverlening

De beslissing van het college op de aanvraag heet de beschikking tot subsidieverlening. Deze beschikking geeft de subsidieontvanger een aanspraak op uitbetaling van de subsidie, mits hij de activiteit waarvoor de subsidie is verleend, in overeenstemming met de beschikking en de daaraan verbonden verplichtingen verricht. De subsidieverlening wordt per brief kenbaar gemaakt aan de subsidieaanvrager.

De subsidieverlening bevat in ieder geval:

  • ·

    een omschrijving van de activiteit waarvoor subsidie wordt verleend;

  • ·

    duidelijkheid over het subsidiebedrag (de hoogte of de wijze waarop dit bepaald wordt);

  • ·

    bij een doorlopende activiteit het subsidietijdvak.

Ad 3 Het verrichten van een gesubsidieerde activiteit

De toegekende subsidie mag alleen gebruikt worden voor de activiteit waarvoor subsidie is verleend. Deze omschrijving is terug te vinden in de beschikking tot subsidieverlening.

Ad 4 De subsidievaststelling

Na afloop van de activiteit legt de subsidieontvanger rekening en verantwoording af bij het college. De subsidieontvanger toont aan dat de activiteit in overeenstemming met de subsidieverlening heeft plaatsgevonden. Dit gebeurt per brief door middel van een aanvraag tot subsidievaststelling. Vervolgens stelt het college de subsidie vast. In de subsidievaststelling staat het exacte subsidiebedrag vermeld. De subsidievaststelling geeft de subsidieontvanger een definitief recht op de financiële middelen en verplicht het college tot uitbetaling.

Ad 5 De subsidiebetaling

De betaling vindt plaats door overboeking op de bankrekening van de subsidieontvanger. Als er voorschotten zijn verstrekt, worden die verrekend met het uit te betalen bedrag van de vastgestelde subsidie.

Fases 2, 4 en 5 van het subsidieproces hebben elk in de Awb een afzonderlijke regeling. Voor de precieze omschrijvingen wordt naar de Awb verwezen. In de toelichting op deze verordening is slechts een verkorte weergave van het subsidieproces opgenomen.

Afhankelijk van de te subsidiëren activiteit is het mogelijk dat de subsidieverlening en vaststelling in één besluit worden geregeld. In die gevallen wordt meteen het definitieve bedrag van de subsidie vastgesteld.