Regeling vervallen per 21-05-2012

Verordening voorzieningen maatschappelijke participatie 2010 gemeente Etten-Leur

Geldend van 11-01-2010 t/m 20-05-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE 2010 GEMEENTE ETTEN-LEUR

De raad van de gemeente Etten-Leur,

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2009 met overneming van de daarin vermelde motieven;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen om aan personen onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming te verstrekken in de kosten maatschappelijke participatie;

Besluit vast te stellen de volgende verordening

Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Maatschappelijke participatie: Deelname aan de samenleving met het oogmerk een sociaal isolement op te heffen, te verminderen of te voorkomen door middel van sociaal-culturele en sportieve activiteiten;

    • b.

      Belanghebbende: de inwoner van Etten-Leur van 18 jaar en ouder;

    • c.

      Toetsingsinkomen: 120% van de van toepassing zijnde norm op grond van de WWB en/of WIJ;

    • d.

      Vermogen: Vermogen als bedoeld in artikel 34 WWB;

    • e.

      Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur;

    • f.

      Declaratiejaar: kalenderjaar, tijdvak van een jaar lopend van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2. Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 2. Voorwaarden

Artikel 3. Aanspraak

  • Aan de belanghebbende, genoemd in artikel 1, lid 2, onder b, kunnen Burgemeester en wethouders een bijdrage verstrekken in de kosten van maatschappelijke participatie. Het gaat hierbij o.a. om:

    • a.

      Kosten telefoonabonnement voor ouderen (65 jaar en ouder), mits de desbetreffende persoon niet samenwoont met personen jonger dan 65 jaar en beschikt over een zelfstandige (vaste) aansluiting;

    • b.

      Kosten abonnement op krant;

    • c.

      Kosten lidmaatschap sportverenigingen en de aan dit lidmaatschap verbonden kosten;

    • d.

      Kosten in verband met sociaal-culturele activiteiten;

    • e.

      Kosten lidmaatschap sociaal-culturele verenigingen;

    • f.

      Abonnement Openbare Bibliotheek;

    • g.

      Kosten voordeelurenkaart NS

    • h.

      Kosten verbonden aan sportscholen en fitnessinstellingen;

    • i.

      Kosten deelname aan activiteiten van kinderen op scholen (zoals schoolreisjes, schoolkamp e.d.);

    • j.

      Kosten deelname Jeugdland;

    • k.

      Kosten basisabonnement internet;

    • l.

      Kosten zomerkamp;

    • m.

      Kosten zwembad.

  • 2. Bovenstaande opsommingen zijn niet limitatief. Bij een gemotiveerd verzoek kan een individuele afweging worden gemaakt, mits er sprake is van activiteiten die de maatschappelijke participatie bevorderen.

Artikel 4. Berekening

  • 1. Als toetsingsinkomen wordt aangemerkt 120 % van de van toepassing zijnde norm op grond van de WWB en/of WIJ, het meerinkomen wordt gedeeltelijk als eigen bijdrage aangemerkt analoog aan de draagkrachtregeling van de individuele bijzondere bijstand.

  • 2. Het vermogen mag niet hoger dan het vrijgestelde vermogen zoals genoemd in artikel 34 Wet werk en bijstand.

Artikel 5. Tegemoetkoming

  • 1. Het maximale bedrag voor de financiële bijdrage per kalenderjaar als bedoeld in artikel 3 bedraagt:

  • a. kinderen 0 tot 6 jaar: maximaal € 165,00 per kind per declaratiejaar (peiljaar 2009);

  • b. kinderen 6 tot 12 jaar: maximaal € 165,00 per kind per declaratiejaar (peiljaar 2009);

  • c. kinderen 12 tot 18 jaar: maximaal 195,00 per kind per declaratiejaar (peiljaar 2009);

  • d. personen vanaf 18 jaar: maximaal € 165,00 per persoon per declaratiejaar (peiljaar: 2009);

  • 2. De peildatum voor het bepalen van de leeftijd is 1 januari van het lopende declaratiejaar.

  • 3. De tegemoetkoming wordt alleen verstrekt indien sprake is van kosten die daadwerkelijk zijn gemaakt.

Hoofdstuk 3. Procedure

Artikel 6. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een financiële bijdrage kan worden ingediend bij het college;

  • 2. De aanvragen dienen uiterlijk één maand na afloop van het declaratiejaar waarop de kosten betrekking hebben, worden ingediend.

  • 3. Bij het ontbreken van gegevens dan wel bewijsstukken wordt de aanvrager eenmaal in de gelegenheid gesteld om de aanvullende gegevens binnen een gestelde termijn aan te vullen.

  • 4. Indien de gevraagde gegevens niet binnen de gestelde termijn worden overlegd, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 5. De aanvrager kan kiezen voor een voorschotbetaling van het maximale bedrag of voor een afrekening achteraf op basis van werkelijk gemaakte kosten tot het maximale bedrag.

Artikel 7. Terugvordering

  • 1. Bijdragen in de kosten die ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn verleend, worden van de belanghebbende teruggevorderd, voorzover de belanghebbende dit redelijkerwijs had kunnen begrijpen.

  • 2. Terugvordering als bedoeld in het eerste lid vindt niet plaats, indien de betreffende kosten zijn gemaakt meer dan twee jaar vóór de datum van verzending van het besluit tot terugvordering.

Artikel 8. Beschikking

Burgemeester en wethouders nemen een beslissing binnen acht weken na de datum waarop de aanvraag is binnen gekomen.

Artikel 9. Bezwaar

Op besluiten ingevolge deze verordening is bezwaar in de zin van de Algemene wet bestuursrecht mogelijk. De Verordening voor de bezwaarschriften gemeente Etten-Leur is van toepassing voor de afhandeling van bezwaarschriften.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 10. Hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

  • 2. Door of namens het college van burgemeester en wethouders wordt in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afgeweken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11. Indexering

Burgemeester en wethouders passen jaarlijks de hoogte van de bijdrage aan, genoemd in artikel 5, aanpassen aan de hand van de prijsindexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het afdelingshoofd Samenleving is namens het college hiervoor gemandateerd.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie publicatie en werkt terug tot 1 oktober 2009.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de “Verordening voorzieningen maatschappelijke participatie 2007” ingetrokken.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: de Verordening voorzieningen maatschappelijke participatie 2010 gemeente Etten-Leur.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
drs. W.C.M. Voeten. Mw. H. van Rijnbach-de Groot.

Toelichting verordening maatschappelijke participatie 2009

Algemene toelichting

Het doel van deze regeling is om de participatie van minima in de maatschappij te bevorderen door bij te dragen in de kosten van die participatie. De gemeente Etten-Leur vindt het namelijk belangrijk dat maatschappelijke uitsluiting van deze specifieke groep wordt voorkomen of in ieder geval verminderd.

Voor deze regeling komen in beginsel alle inwoners van Etten-Leur in aanmerking. Het draagkrachtinkomen is 120% van de van toepassing zijnde norm op grond van de WWB en/of WIJ. Het meerinkomen wordt gedeeltelijk als eigen bijdrage aangemerkt analoog aan de regeling van de bijzondere bijstand.

Door de inwerkingtreding van de WIJ is voor jongeren van 21 tot 27 jaar de zgn. WIJ-norm als referentie-inkomen vastgelegd.

Daarnaast geldt een vermogensgrens: men komt in aanmerking met een vermogen tot maximaal het vrij te laten bescheiden vermogen volgens artikel 34, lid 3 van de WWB.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen

Artikel 1

Begrippen die in de WWB, WIJ of Awb voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in deze wetten. Ten aanzien van een aantal begrippen die als zodanig niet in deze wetten zelf staan is een definitie gegeven in deze verordening.

Artikel 2

Geen toelichting nodig.

Hoofdstuk 2. Voorwaarden

Artikel 3

De regeling is bedoeld voor deelname aan maatschappelijke activiteiten. Daarom hoeft het recht op de voorziening zich niet te beperken tot de genoemde kostensoorten. In beginsel dient het te gaan om kosten voor sociaal-culturele en sportieve activiteiten.

Artikel 4

Met betrekking tot het toetsingsbedrag is gekozen voor 120% van de van toepassing zijn de norm op grond van de WWB en/of WIJ. Dit om de doelgroep te verbreden en hierdoor het gebruik van de regeling maatschappelijke participatie te verhogen. Dit om maatschappelijke uitsluiting te verminderen of te voorkomen en het niet-gebruik van voorzieningen tegen te gaan. Het meerinkomen wordt gedeeltelijk als eigen bijdrage aangemerkt analoog aan de regeling van bijzondere bijstand.

De draagkrachtnorm van 120% is conform het besluit van de gemeenteraad in het kader van het minimabeleid.

Artikel 5

De genoemde bedragen zijn maximale bedragen. Er wordt uitgekeerd op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten tot genoemde maxima.

Hoofdstuk 3. Procedure

Artikel 6

Op basis van de resultaten van het NIBUD onderzoek dat in 2004 is gehouden, is eerder besloten om gebruik te maken van een regeling waarbij mensen die in een aanmerking komen voor een bijdrage deze vooraf als voorschot ter beschikking kan worden gesteld.

Uit signalen is echter gebleken dat vaak ook bewust geen gebruik wordt gemaakt van het voorschot uit angst dat het voorschot moet worden terugbetaald. Door de aanvrager ook te laten kiezen voor een betaling op basis van werkelijk gemaakte kosten wordt ook dit ondervangen.

Om de uitvoeringskosten te beperken (behandeling aanvragen van zgn. kruimelbedragen) kan maximaal 2x per jaar gedeclareerd worden.

Artikel 7

De ten onrechte of teveel verstrekte bijdrage kan worden teruggevorderd. Hierop zijn de terugvorderingbepalingen en gemeentelijk terugvorderingsbeleid ingevolgde WWB van toepassing.

Artikel 8

Geen toelichting nodig.

Artikel 9

Op de besluiten die op basis van deze verordening zijn genomen zijn de algemeen geldende regels voor bezwaarschriften van toepassing.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 10

Indien zich er een situatie zou voordoen, waarin deze verordening niet voorziet, heeft het college de bevoegdheid om de aanvraag te beoordelen.

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening. Afwijken kan alleen ten gunste en nooit ten nadele. Verder is met nadruk gemeld: in bijzondere gevallen. Het gebruik maken van deze hardheidsclausule moet beschouwd worden als een uitzondering en niet als regel. In de rapportage en in de beschikking moet duidelijke aangegeven worden waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken.

Artikel 11

In dit artikel is omschreven dat gebruik gemaakt kan worden van indexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), indien wijzing van de bedragen gewenst is. Dit wordt bepaald door het daartoe gemandateerde afdelingshoofd.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Geen toelichting nodig.

Artikel 14. Citeertitel

Geen toelichting nodig.