Beleidsregels toelating tot schuldhulpverlening 2016 GR Ferm Werk

Geldend van 27-02-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels toelating tot schuldhulpverlening 2016 GR Ferm Werk

Het dagelijks bestuur van Ferm Werk,

gelet op het bepaalde in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Staatsblad 2012, nummer 132),

besluit vast te stellen de

Beleidsregels toelating tot schuldhulpverlening 2016 GR Ferm Werk

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Ferm Werk;

  • b)

    Inwoner: persoon die conform de basisregistratie personen ingezetene is van een gemeente die de uitvoering van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening heeft opgedragen aan Ferm Werk;

  • c)

    Schuldhulpverlening: samenhangend aanbod van dienstverlening met als doel schuldproblemen en de oorzaken daarvan op te lossen of hanteerbaar te maken inclusief nazorg;

  • d)

    Verzoeker: persoon die zich tot het dagelijks bestuur heeft gewend voor schuldhulpverlening.

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van 18 jaar en ouder, met uitzondering van actieve zelfstandig ondernemers, kunnen bij het dagelijks bestuur een verzoek indienen voor schuldhulpverlening in het kader van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

  • 1. Het dagelijks bestuur biedt de verzoeker schuldhulpverlening aan indien en voor zover het dagelijks bestuur schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Een dergelijk aanbod geschiedt binnen de kaders van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2, lid 1 van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente waarvan de verzoeker ingezetene is.

  • 2. Een verzoeker van schuldhulpverlening kan in aanmerking komen voor één of meer van de producten die Ferm Werk volgens een geldende overeenkomst afneemt bij een uitvoerder van schuldhulpverlening.

  • 3. Bij een aanbod van schuldhulpverlening houdt het dagelijks bestuur rekening met de persoon en de omstandigheden van de aanvrager, waaronder zijn houding en gedrag, de aard en hoogte van zijn schulden en de belangen van de schuldeisers. Een eerder beroep op schuldhulpverlening en het verloop daarvan kan bij een nieuw aanbod worden betrokken. Uitgangspunt is dat gekozen wordt voor de lichtste vorm van hulpverlening die passend is.

Artikel 4 Verplichtingen

  • 1. Verzoeker verstrekt, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject, op verzoek of onverwijld uit eigen beweging alle gegevens waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de schuldhulpverlening.

  • 2. Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat in ieder geval uit:

    • a.

      het nakomen van afspraken;

    • b.

      geen nieuwe schulden aangaan;

    • c.

      meewerken aan de totstandkoming en juiste uitvoering van een overeenkomst in het kader van de schuldhulpverlening.

Artikel 5 Weigeren - beëindigen - hersteltermijn

  • 1. Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, kan het dagelijks bestuur besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

  • 2. Alvorens te besluiten tot weigering dan wel beëindiging van een aanbod schuldhulpverlening, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 6 Beëindigingsgronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het dagelijks bestuur besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    de verzoeker niet langer behoort tot de doelgroep zoals beschreven in artikel 2;

  • b.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • c.

    de verzoeker (weer) in staat is om zonder de aangeboden hulpverlening zijn schulden te regelen dan wel zijn financiën te beheren;

  • d.

    de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar, niet (langer) passend is;

  • e.

    de verzoeker zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt.

Artikel 7 Recidive - hernieuwde aanvraag

Een aanbod schuldhulpverlening, met uitzondering van de producten informatie, advies en verwijzing, kan worden geweigerd indien:

  • 1.

    de verzoeker minder dan 2 jaar voorafgaande aan de datum van zijn verzoek een eerder schuldhulpverleningstraject (minnelijk of wettelijk) succesvol heeft afgerond;

  • 2.

    minder dan 1 jaar voorafgaande aan de datum van een verzoek

    • a.

      een gestarte schuldregeling (minnelijk of wettelijk) voortijdig is beëindigd;

    • b.

      een aanbod schuldhulpverlening is geweigerd of beëindigd ingevolge artikel 5 lid 1 of artikel 6 sub e;

  • 3.

    de verzoeker minder dan 6 maanden voorafgaande aan de datum van zijn verzoek een eerder verzoek om schuldhulpverlening heeft ingetrokken nadat een aanbod was gedaan.

Artikel 8 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het dagelijks bestuur kan in uitzonderlijke situaties gemotiveerd afwijken van deze beleidsregels indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2. In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag volgend op bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels toegang schuldhulpverlening 2016 GR Ferm Werk".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van Ferm Werk in zijn vergadering van 18 februari 2016.
Y.Koster-Dreese
voorzitter algemeen bestuur Ferm Werk
B.F. Drost
secretaris algemeen bestuur Ferm Werk

Algemene toelichting

Op 1 juli 2012 is de wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking getreden. Deze wet stelt een aantal verplichtingen voor de gemeenten. Eén verplichting betreft het vaststellen van een beleidsplan. Het beleidsplan stelt algemene kaders met betrekking tot de uitvoering van integrale schuldhulpverlening. Daarnaast is er noodzaak en behoefte aan heldere spelregels: de inwoner moet weten wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden. De uitvoerder van schuldhulpverlening op zijn beurt moet weten welke verplichtingen hij kan opleggen en wanneer hij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen.

Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schuldhulpverleningspraktijk vanaf het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking is getreden (1 juli 2012) onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) valt. Het toekennen, weigeren of beëindigen van een aanbod is een voor bezwaar vatbaar besluit. Vandaar dat er voor wordt gekozen om beleidsregels vast te stellen.

De raden en colleges van de gemeenten Woerden, Bodegraven-Reeuwijk, Montfoort en Oudewater hebben met ingang van 1 januari 2014 de gemeenschappelijke regeling (GR) Ferm Werk ingesteld waaraan zij de uitvoering van een aantal wetten en regelingen op het gebied van sociale zaken hebben over- of opgedragen. Conform artikel 5, lid 3 van die GR kunnen de gemeenten besluiten om als aanvullende dienstverlening de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening op te dragen aan Ferm Werk. In dat geval draagt het college van burgemeester en wethouders van die gemeente alleen de uitvoering van concreet omschreven uitvoerende taken over alsmede de bevoegdheid om regels te stellen die direct op die uitvoering betrekking hebben. Het openbaar lichaam Ferm Werk zorgt daarbij voor afstemming met de gemeente alvorens dit uitvoeringsbeleid vast te stellen. Dit betekent concreet dat de gemeenteraden bevoegd blijven om het beleidsplan als bedoeld in artikel 2, lid 1 van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening vast te stellen en dat het dagelijks bestuur van Ferm Werk bevoegd is om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de toelating, weigering en beëindiging van schuldhulp.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Schuldhulpverlening staat in beginsel open voor alle inwoners van de gemeenten die uitvoering van schuldhulpverlening aan Ferm Werk hebben opgedragen. Een uitzondering op deze brede toegankelijkheid wordt gevormd door actieve zelfstandig ondernemers. Zij kunnen geen beroep doen op het reguliere aanbod maar kunnen worden verwezen naar andere instanties bijvoorbeeld voor een beroep op het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen.

Reguliere schuldhulpverlening staat wel open voor natuurlijke personen die (o.a.) schulden hebben in verband met de liquidatie van een onderneming mits de onderneming is beëindigd.

Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

In dit artikel is aangegeven dat het dagelijks bestuur schuldhulpverlening aanbiedt indien het dagelijks bestuur dit noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de inwoner in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Het gaat om maatwerk dat afhankelijk is van de persoon en de omstandigheden van de aanvrager alsmede van de aard en hoogte van zijn schulden. Bij de keuze van in te zetten instrumenten wordt het kader gevormd door het beleidsplan van de gemeente en het pakket producten dat bij de externe aanbieder wordt ingekocht.

Artikel 4 Verplichtingen

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven en medewerking te verlenen. Dit geldt zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

Artikel 5 Weigeren - beëindigen - hersteltermijn

Indien een verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4 kan het dagelijks bestuur besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, eenmaal een termijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.

Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het dagelijks bestuur besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht.

Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde "kan"-bepaling. Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het dagelijks bestuur met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien sprake is van ontbrekende of verminderde verwijtbaarheid.

Artikel 6 Beëindiginggronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat de werking van artikel 5 onaangetast.

De eerste gronden hebben betrekking op het niet langer voldoen aan voorwaarden en/of verplichtingen. Hier ligt een relatie met de artikelen 2 en 4. Anderzijds speelt een rol dat Ferm Werk schuldhulpverlening gericht wil toepassen. Dit kan betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de (vorm van) hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. In dat opzicht is er een relatie met artikel 3 van deze beleidsregels.

Artikel 7 Recidive - hernieuwde aanvraag

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten / verzoeken schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld.

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Naast eigen verantwoordelijkheid van de verzoeker speelt ook prioriteitstelling aan de zijde van de gemeente een rol: keuzes met betrekking tot het al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd.

Met betrekking tot dit artikel is het van belang om de begrippen schuldhulpverlening en schuldregeling te onderscheiden:

  • 1.

    Schuldhulpverlening is een breed begrip en omvat alle producten/instrumenten uit het aanbod

  • 2.

    Schuldregeling is één van de instrumenten uit het aanbod van Ferm Werk, maar kan ook betrekking hebben op een regeling in het kader van de WSNP.

 

Artikel 8 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het dagelijks bestuur om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding 

Dit artikel behoeft geen toelichting.