Regeling vervallen per 06-08-2009

Subsidieverordening godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs openbare basisscholen

Geldend van 01-01-2003 t/m 05-08-2009

Intitulé

Subsidieverordening godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs openbare basisscholen

De raad van de gemeente Ferwerderadiel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2002, nummer 7/77.02;

gehoord de commissie Tsjinstferliening;

gelet op de artikelen 147 en volgende van de Gemeentewet en op de artikelen 50 en 51 van de Wet op het Primair Onderwijs;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

belanghebbenden :

kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken, rechtsper-sonen of organisaties met volledige rechtsbevoegdheid als bedoeld in artikel 51 van de Wet op het Primair Onderwijs;

b.

godsdienstonderwijs:

onderricht, waarbij door middel van een introductie op beeld- of betekenisverhalen (met name bijbelverhalen), feesten en symbolen de leerlingen in contact worden gebracht met hoofdmomenten van de christelijke traditie als bijdrage aan de ontwikkeling van een eigen levensbeschouwelijke overtuiging, waarin respect voor de levensbeschouwing en godsdienstigheid van anderen begrepen is;

c.

levensbeschouwelijk vormingsonderwijs:

onderricht vanuit humanistische uitgangspunten, waarbij leerlingen op een kritische en creatieve manier leren omgaan met vragen die betrekking hebben op normen en waarden en ze gestimuleerd worden tot zelfstandig oordelen en handelen waardoor ze in toenemende mate in staat zullen zijn om zin en vorm te geven aan hun eigen bestaan en dat van anderen;

d.

leraren:

zij, die door de onder a. bedoelde belanghebbenden zijn aangewezen voor het geven van godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.

Artikel 2 Subsidiëring

Aan belanghebbenden kan met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie worden verleend voor het geven van godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare basisscholen in de gemeente.

Artikel 3 Berekening subsidie en voorwaarden subsidiëring

  • 1.

    De in artikel 2 bedoelde subsidie wordt bepaald door het maandsalaris voor leraren basisonderwijs (maximum), als vermeld in Bijlage 1A van het Rechtspositiebesluit Personeel Basisonderwijs (R.P.B.O.), om te rekenen naar een bedrag per uur volgens de formule: schaalbedrag x 12/25,5. De subsidie per wekelijks gegeven lesuur bedraagt 75% van de uitkomst van die berekening, tenzij de werkelijke kosten lager zijn. Als dat het geval is, wordt de subsidie bepaald op het bedrag van de werkelijk kosten.

  • 2.

    Per school komen maximaal 2 lesuren per week voor de subsidie in aanmerking, waarbij voor elk van deze lesuren sprake moet zijn van een deelname van tenminste 10 leerlingen.

Artikel 4 Aanvraagprocedure en voorschotverlening

  • 1.

    Voor het verkrijgen van de in artikel 2 bedoelde subsidie, zenden belanghebbenden binnen 1 maand na afloop van het kalenderjaar aan burgemeester en wethouders een door de locatieleider van de school gewaarmerkte opgaaf in, vermeldende:

    • a.

      de namen, adressen en bevoegdheden van de leraren, die het godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs hebben gegeven;

    • b.

      de dagen en lesuren waarop en de groepen waarin bedoeld onderwijs werd gegeven;

    • c.

      het aantal deelnemende leerlingen per groep en per lesuur.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van belanghebbenden tussentijdse voorschotten op de subsidie beschikbaar stellen.

Artikel 5 Inhoud godsdienst- en vormingsonderwijs

Belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor de inhoud van het godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.

Zij dragen er zorg voor dat dit onderwijs op pedagogisch-didactisch verantwoorde wijze wordt gegeven.

Artikel 6 Schoolregels

De leraren gedragen zich naar de regels, die voor de scholen gelden en door de betrokken locatieleider, dan wel de algemeen directeur worden gehanteerd.

Artikel 7 Verklaring van de ouders

Het godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs wordt slechts gegeven aan kinderen, waarvan de ouders, voogden of verzorgers hebben verklaard, dat hun kinderen aan dat onderwijs zullen deelnemen.

Artikel 8 Nadere voorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorschriften vaststellen ter uitvoering van deze verordening.

Artikel 9 Beslissing in niet voorziene gevallen

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 10 Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van 6 weken na de datum van haar bekendmaking.

ALDUS

besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ferwerderadiel van 24 oktober 2002.

,voorzitter.

, loco-secretaris / beoogd griffier.