Regeling vervallen per 01-01-2007

Regels en aanwijzingen ingevolge het Besluit wegslepen van voertuigen

Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2006

Intitulé

Regels en aanwijzingen ingevolge het Besluit wegslepen van voertuigen

De burgemeester van Ferwerderadiel,

overwegende:

dat bij Wet van 30 juni 1976, Staatsblad 412, wijzigingen in de Wegenverkeerswet zijn aangebracht, ertoe strekkende nieuwe voorzieningen te treffen, teneinde op de weg staande voertuigen, waarmede bij of krachtens de Wegenverkeerswet vastgestelde voorschriften worden overtreden, naar elders te kunnen overbrengen;

dat bij Koninklijk Besluit van 12 augustus 1978, Staatsblad 458, is vastgesteld het Besluit wegslepen van voertuigen;

dat ingevolge artikel 2 van het genoemde besluit de burgemeester regels geeft omtrent de wijze waarop het overbrengen en in bewaring stellen van voertuigen ingevolge de artikelen 27, derde lid, 43a en 43b van de Wegenverkeerswet in de gemeente geschiedt, alsmede omtrent hetgeen verder voor de uitvoering van die artikelen noodzakelijk is;

dat de burgemeester ingevolge artikel 43a, lid 16 van de Wegenverkeerswet en artikel 3 van het Besluit wegslepen van voertuigen aanwijzingen geeft, die een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding inhouden van de gevallen, waarin tot het overbrengen en in bewaring stellen van een voertuig kan worden overgegaan;

dat over deze aanwijzingen overleg heeft plaatsgevonden met de politie, met de teamchef van het team Middelsee;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Artikel 1

Mits het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer, dan wel het vrijhouden van plaatsen bestemd voor het voertuig van een invalide dit noodzakelijk maakt, vindt verwijdering van een voertuig plaats in het geval dat:

Omschrijving

Tekst

Artikel

Opvolgen aanwijzingen of bevelen

Een bestuurder een voertuig tot stilstand heeft gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd ambtenaar of andere persoon, met verkeersregeling belast of als zodanig herkenbaar

Artikel 82 RVV 1990

Parkeerverbod

Een bestuurder een voertuig heeft geparkeerd, anders dan gedurende de tijd, die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk laden en lossen van goederen in strijd met een verkeersteken op een bord of op het wegdek

Artikel 62 jo. bord E1, E 2, E7

Artikel 24 lid 1e RVV 1990

Stopverbod

Een bestuurder een voertuig tot stilstand heeft gebracht in strijd met een verkeersteken, voorkomende op een bord, overeenkomstig model E2 van bijlage I van het RVV 1990

Artikel 62 jo. bord E2 RVV 1990

Invalidenparkeerplaats (KENTEKEN)

Een bestuurder een voertuig heeft geparkeerd in strijd met een verkeersteken, voorkomende op een bord overeenkomstig model E6 van bijlage I van het RVV 1990

Artikel 62 jo. bord E6 RVV 1990

Invalidenparkeerplaats (ALGEMEEN)

Een bestuurder een voertuig heeft geparkeerd op een bord overeenkomstig model E6 van bijlage I van het RVV 1990

Artikel 62 jo. bord E6, RVV 1990

Voorkomen ongeval

Een voertuig is geparkeerd, terwijl nagelaten is de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om een ongeval te voorkomen

Onverlicht parkeren

Een bestuurder een voertuig heeft geparkeerd, zonder dat het voertuig de voor die plaats en omstandigheden geldende verlichting op grond van de artikelen 38, 39 en 40 van het RVV 1990 voert

Artikelen 38, 39 en 40 RVV 1990

Gevarendriehoek

Een bestuurder een voertuig tot stilstand heeft gebracht in de gevallen, genoemd in artikel 58 RVV 1990, zonder dat dit voertuig wordt aangeduid door een gevarendriehoek op de voorgeschreven wijze

Artikel 58 RVV 1990

Gevaar/hinder

Een bestuurder een voertuig heeft laten stilstaan, terwijl daardoor hinder of gevaar of onnodige hinder voor andere weggebruikers is ontstaan of kan ontstaan, in het bijzonder ook voor in- en uitstappende passagiers van openbare vervoermiddelen

Trottoir, voetpad, fietspad, fietsstrook

Een bestuurder, niet zijnde de bestuurder van een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig, een voertuig tot stilstand heeft gebracht op een trottoir, voetpad, fietspad of fietsstrook

Artikel 23 lid 1 b,

RVV 1990

Oversteekplaats

Een bestuurder een voer- tuig tot stilstand heeft gebracht op een voetgangersoversteekplaats of een oversteekplaats voor fietsers

Artikel 23 lid 1 c,

RVV 1990

Helling/bocht

Een bestuurder een voertuig tot stilstand heeft gebracht buiten de bebouwde kom op of nabij het hoogste punt van een onoverzichtelijke helling en in of nabij een onoverzichtelijke bocht

Bushalte

Een bestuurder een voertuig tot stilstand heeft gebracht bij een bord tot aanduiding van een bushalte en wel:

indien ter plaatse over een afstand van ten hoogste 36 meter een geblokte markering is aangebracht, ter hoogte van deze markering;

in andere gevallen op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, met uitzondering van het onmiddellijk in en uit laten stappen van passagiers, voor zover een autobus daardoor niet wordt gehinderd

Artikel 23 lid 1 e,

RVV 1990

Oversteekplaatsen

Een bestuurder een voertuig tot stilstand heeft gebracht binnen een afstand van 5 meter van voetgangersoversteekplaatsen en oversteekplaatsen voor fietsers. Deze bepaling geldt niet voor voertuigen op twee wielen

Artikel 23 lid 1 c,

RVV 1990

Invoeg- en uitrijstroken

Een bestuurder een voertuig tot stilstand heeft gebracht op invoeg- en uitrijstroken bij aansluitingen op wegen

Langs een fietsstrook

Een bestuurder een voertuig tot stilstand heeft gebracht langs een fietsstrook op de rijbaan

Artikel 23 lid 1 b,

RVV 1990

Kruisingen

Een bestuurder een voertuig heeft geparkeerd bij kruisingen of splitsingen van wegen op een afstand van minder dan 5 meter van de rand van de rijbaan van de zijweg of het verlengde daarvan

Artikel 24 lid 1 a

RVV 1990

Verkeerslichten / borden

Een bestuurder een voertuig heeft geparkeerd op plaatsen waar verkeerslichten of verkeerstekens op borden dan wel bewegwijzeringsborden, door het geparkeerde voertuig aan het oog van andere weggebruikers kunnen worden onttrokken

Uitrit

Een bestuurder een voertuig heeft geparkeerd voor een uitrit

Artikel 24 lid 1 b,

RVV 1990

Voorrangsweg buiten de bebouwde kom

Een bestuurder een voertuig heeft geparkeerd buiten de bebouwde kom op de rijbaan van voorrangswegen

Artikel 24 lid 1 c,

RVV 1990

Doorgetrokken streep, vluchtheuvel

Een bestuurder een voertuig heeft geparkeerd op de rijbaan ter hoogte van een doorgetrokken streep of een vluchtheuvel, indien de vrije ruimte tussen het geparkeerde voertuig en de streep of de vluchtheuvel minder dan 3 meter bedraagt.

Artikel 2

Als plaats van bewaring van de weggesleepte voertuigen is aangewezen een afgezonderd gedeelte van het terrein bij garagebedrijf Ketellapper, Skeltedyk 3 te Cornjum.

Het terrein is maandag t/m zaterdag voor het publiek geopend van 9.00 – 17.00 uur. Bezoek is slechts mogelijk na telefonisch overleg met de politie Friesland ( tel.0900-8844).

Artikel 3

1.

De kosten, verbonden aan het overbrengen van een voertuig naar de plaats van bewaring en het bewaren van het voertuig worden berekend op basis van de op dat moment geldende VSB- / VHD-tarieven.

2.

In geval het voertuig niet naar de plaats van bewaring is overgebracht, is de eigenaar of gebruiker desondanks verplicht de kosten te vergoeden indien:

tegen hem een proces-verbaal wordt opgemaakt wegens het overtreden van één van de feiten, genoemd in artikel 1 van dit besluit en

de kraanwagen waarmee het voertuig zou worden overgebracht, reeds is gearriveerd op de plaats van de overtreding. De kosten hiervoor zijn gelijk aan de in lid 1 genoemde kosten voor het daadwerkelijk wegslepen van voertuigen.

3.

De kosten, verbonden aan het verzenden van de kennisgeving van overtreding en inbewaringstelling, de verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietigen van een voertuig, alsmede de in verband daarmee te verrichten taxatie, zullen afzonderlijk worden vastgesteld.

Artikel 4

De politie, de teamchef van het team Middelsee is belast met het doen overbrengen en in bewaring stellen van voertuigen, met inachtneming van de daarvoor in de Wegenverkeerswet en het Besluit wegslepen van voertuigen gestelde regels en met inachtneming van het vorenstaande.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2007; alsdan vervallen de regels en aanwijzingen ingevolge het Besluit wegslepen van voertuigen, vastgesteld door de burgemeester van Ferwerderadeel bij besluit van 1 januari 2002.

Ferwert, 10 oktober 2006.

mr. W. van den Berg

burgemeester.