Regeling vervallen per 01-01-2021

Procedureregeling functiewaardering

Geldend van 01-07-2009 t/m 31-12-2020

Intitulé

Procedureregeling functiewaardering

PROCEDUREREGELING FUNCTIEWAARDERING

Burgemeester en wethouders van de gemeente Ferwerderadiel;

overwegende dat het niveau van de verschillende functies binnen het ambtelijke apparaat sinds 1981 door middel van functiewaardering is vastgesteld;

dat hiervoor het “Gemeentelijk functiewaarderingssysteem”, versie 1981 wordt gehanteerd;

dat deze versie niet meer voldoet aan de eisen van deze tijd;

dat de Ondernemingsraad in de vergadering van 15 juni 2009 heeft ingestemd met de invoering van het ODRP-functiewaarderingssysteem (OFS) 2008;

dat de huidige “Procedureregeling Functiewaardering” daarop dient te worden aangepast;

gehoord de commissie voor georganiseerd overleg;

gelet op de bepalingen van de Bezoldingsverordening 1998, de Richtlijnen Bezoldigingsbeleid en de rechtspositieregeling CAR/UWO;

besluiten:

vast te stellen de navolgende

en deze in de plaats te stellen van de op 18 mei 2000 nog door de gemeenteraad vastgestelde “Procedureregeling Functiewaardering”.

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. appellant:

:

de medewerker die een bezwaarschrift heeft ingediend;

b. bezwarencommissie

:

de commissie die de bezwaarschriften behandelt;

c. functie

:

het samenstel van werkzaamheden door de medewerker te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem of haar door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen;

d. functiewaardering

:

het op systematische wijze in rangorde plaatsen van functies, met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;

e. managementteam

:

een commissie waarin de secretaris en de sectorhoofden zitting hebben;

f. medewerker

:

de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst (Car/Uwo);

g. sectorhoofd

:

een medewerker die door de raad is belast met leiding van een sector van het ambtelijk apparaat.

Functiewaardering

Artikel 2

Functieprofiel

Van iedere functie binnen het ambtelijk apparaat wordt, na overleg met de desbetreffende medewerker en het managementteam, een functieprofiel vastgesteld door burgemeester en wethouders.

Het functieprofiel bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    de functiebenaming;

  • b.

    de sector waar de functie deel van uitmaakt;

  • c.

    de taakomvang;

  • d.

    een schaalindicatie;

  • e.

    een omschrijving van de functiebestanddelen;

  • f.

    de functie-eisen.

Artikel 3

Functiebeschrijving

  • 1.

    Van elke functie binnen het ambtelijk apparaat wordt een beschrijving gemaakt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld functie-inventarisatieformulier.

  • 2.

    In beginsel maakt iedere medewerker een beschrijving van de eigen functie, met inachtneming van het vastgestelde functieprofiel. Van nieuwe functies wordt aanvankelijk een beschrijving gemaakt door het sectorhoofd.

  • 3.

    De functiebeschrijving wordt voor akkoord aan het sectorhoofd en de gemeentesecretaris voorgelegd. Indien het sectorhoofd of de gemeentesecretaris zich niet met de functiebeschrijving kan verenigen, maakt hij of zij dit kenbaar aan de medewerker.

  • 4.

    De functiebeschrijving wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld. Er worden alleen wijzigingen in de functiebeschrijving aangebracht, nadat de medewerker in de gelegenheid is gesteld zijn of haar zienswijze kenbaar te maken.

Artikel 4

De waarderingscommissie

  • 1.

    In de waarderingscommissie hebben zitting de gemeentesecretaris, een door burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon en twee door de commissie voor georganiseerd overleg aan te wijzen personen.

  • 2.

    De gemeentesecretaris treedt op als voorzitter van de commissie.

  • 3.

    Een door burgemeester en wethouders aan te wijzen medewerker, niet zijnde een commissielid, treedt op als ambtelijk secretaris van de commissie. Deze medewerker heeft geen stemrecht.

  • 4.

    Voor de commissieleden, uitgezonderd de gemeentesecretaris, geldt een zittingsduur van maximaal zes jaren.

Artikel 5

Functiewaardering

  • 1.

    De waarderingscommissie stelt met betrekking tot de daarvoor in aanmerking komende functies een concept-waardering op. Daarbij wordt het als bijlage bij deze regeling behorende "ODRP-functiewaarderingssysteem (OFS) 2008 " toegepast, onder uitsluiting van de subvariant functioneel leiderschap;

  • 2.

    Bij de functiewaardering wordt voor de bepaling van de secundaire factor leidinggeven navolgende scoretabel toegepast:

Score

OMSCHRIJVING

1e echelon*

aantal FTE

2e echelon** aantal FTE

0

0

1

1 t/m 3

1 t/m 6

2

4 t/m 6

7 t/m 12

3

7 t/m 12

13 t/m 24

4

13 of meer

25 of meer

3.

Burgemeester en wethouders stellen de waardering voorlopig vast en stellen de betrokken medewerkers daarna in de gelegenheid hun zienswijze kenbaar te maken. Vervolgens stellen burgemeester en wethouders de waardering definitief vast en lichten zij de medewerkers schriftelijk in over de waardering van hun functie.

Artikel 6

Onderhoud

Eens in de drie jaar wordt, na overleg met de betrokken medewerkers, door het managementteam vastgesteld of heroverweging van de waardering gerechtvaardigd wordt door wijzigingen in de functie. Als dit volgens het managementteam het geval is, worden de betrokken medewerkers in de gelegenheid gesteld een functie-inventarisatieformulier in te vullen. Burgemeester en wethouders bepalen of de functiebeschrijving om advies aan de waarderingscommissie wordt voorgelegd.

Burgemeester en wethouders nemen een afwijzende beslissing niet eerder dan nadat de betrokken medewerker in de gelegenheid is gesteld zijn of haar zienswijze kenbaar te maken.

Artikel 7

Incidentele waarderingen

  • 1.

    Indien hun functie ingrijpend is gewijzigd, kunnen medewerkers bij burgemeester en wethouders een verzoek indienen om aanpassing van de functiebeschrijving.

  • 2.

    Als burgemeester en wethouders instemmen met invulling van een nieuw functie-inventarisatieformulier leggen zij dit na indiening om advies voor aan de waarderingscommissie.

  • 3.

    Functies die ingrijpend zijn gewijzigd worden binnen een jaar na de wijziging opnieuw gewaardeerd.

  • 4.

    Nieuwe functies worden binnen een jaar na invoering gewaardeerd.

Artikel 8

Inpassing

De inpassing van functies in een functierang vindt plaats door de uitkomsten van de functiewaardering toe te passen op de zogenaamde "conversietabel" die behoort bij de Bezoldigingsverordening 1998 en die voor het laatst is gewijzigd per 01 november 2003.

Behandeling bezwaarschriften

Artikel 9

Bezwaar en beroep

  • 1.

    Belanghebbenden kunnen bezwaar en beroep aantekenen tegen:

    • a.

      vaststelling van de functiebeschrijving als bedoeld in artikel 3, lid 4;

    • b.

      definitieve vaststelling van de functiewaardering als bedoeld in artikel 5, lid 2;

    • c.

      een besluit als bedoeld in artikel 6, om een functie-inventarisatieformulier niet aan de waarderingscommissie voor te leggen;

    • d.

      afwijzing van een verzoek om aanpassing van de functiebeschrijving, als bedoeld in artikel 6;

    • e.

      inpassing van de functie in een functierang, als bedoeld in artikel 8.

  • 2.

    De bepalingen van de Algemene Wet Bestuursrecht zijn van toepassing op de ingediende bezwaar- en beroepschriften.

Artikel 10

Bezwarencommissie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen bezwaarschriften tegen de functiewaardering zo spoedig mogelijk om advies in handen van de bezwarencommissie.

  • 2.

    De bezwarencommissie is als volgt samengesteld:

    • a.

      één lid aan te wijzen door het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      één lid aan te wijzen door de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg, niet zijnde een lid van die commissie;

    • c.

      een voorzitter, die wordt aangewezen door de onder a. en b. bedoelde leden.

  • 3.

    Voor de leden van de bezwarencommissie geldt een zittingstermijn van vier jaren. Deze zittingstermijn kan éénmaal met vier jaren worden verlengd.

  • 4.

    Voor benoeming tot lid van de bezwarencommissie komen niet in aanmerking:

    • a.

      bestuurders en medewerkers van de gemeente Ferwerderadiel;

    • b.

      vertegenwoordigers van de vakbonden die deel uitmaken van de commissie voor georganiseerd overleg in de gemeente Ferwerderadiel;

  • 5.

    Door burgemeester en wethouders wordt aan de bezwarencommissie een ambtelijk secretaris toegevoegd.

  • 6.

    Indien de ambtelijk secretaris tevens appellant is, verlaat hij of zij tijdens de behandeling van zijn bezwaarschrift de vergadering van de bezwarencommissie. De bezwarencommissie wijst dan een lid aan als secretaris.

  • 7.

    Bij tijdelijke of permanente vacatures in de bezwarencommissie zal ter voorziening hierin als volgt worden gehandeld:

    • a.

      door burgemeester en wethouders wordt een nieuw of plaatsvervangend lid als bedoeld in lid 2, sub a, aangewezen;

    • b.

      met betrekking tot een nieuw of plaatsvervangend lid als bedoeld in lid 2, sub b, zal overleg worden gepleegd met de commissie voor georganiseerd overleg;

    • c.

      indien de functie van voorzitter vacant is, wordt door de beide overige leden een nieuwe voorzitter aangewezen.

Artikel 11

Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de bezwarencommissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van bezwaarschriften bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de bezwarencommissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zonodig uitnodigen tijdens de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 12

Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de bezwarencommissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de appellant en burgemeester en wethouders in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen en nodigt de appellant en diens eventuele raadsman en burgemeester en wethouders tenminste drie weken van tevoren uit bij de hoorzitting aanwezig te zijn.

  • 2.

    Samen met de uitnodiging voor de hoorzitting worden alle stukken die betrekking hebben het bezwaarschrift door de secretaris van de bezwarencommissie in afschrift toegezonden aan de leden van de bezwarencommissie, de appellant en diens eventuele raadsman en burgemeester en wethouders.

  • 3.

    De secretaris vermeldt in een verslag in het kort wat tijdens de hoorzitting over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 4.

    Het verslag van de hoorzitting wordt verzonden naar de leden van de bezwarencommissie, de appellant en diens eventuele raadsman en burgemeester en wethouders.

Artikel 13

Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de bezwarencommissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de bezwarencommissie, de appellant en diens eventuele raadsman en burgemeester en wethouders gezonden.

  • 3.

    De leden van de bezwarencommissie, de appellant en burgemeester en wethouders kunnen binnen twee weken na verzending van de informatie, bedoeld in het eerste lid, aan de voorzitter van de bezwarencommissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

Artikel 14

Behandeling bezwaarschrift

  • 1.

    Om een bezwaarschrift te kunnen behandelen moet de bezwarencommissie voltallig zijn.

  • 2.

    De bezwarencommissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 3.

    De bezwarencommissie brengt binnen vier weken nadat een bezwaarschrift is behandeld advies uit aan burgemeester en wethouders. Bij een afwijkend standpunt van één der leden wordt dit in het advies opgenomen met vermelding van de reden van de afwijking.

Artikel 15

Beslissing

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na dagtekening van het door de bezwarencommissie uitgebrachte advies.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen de leden van de bezwarencommissie en de appellant in kennis van de genomen beslissing en zenden de appellant een afschrift van het advies van de bezwarencommissie.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2009.