Regeling vervallen per 07-03-2019

Beleidsregel Gemeenschappelijk Kader Flevoland 2013,Regionale handhaving fysieke leefomgeving

Geldend van 01-08-2013 t/m 06-03-2019

Intitulé

Beleidsregel Gemeenschappelijk Kader Flevoland 2013,Regionale handhaving fysieke leefomgeving

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Overwegende dat - de provincie op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het Besluit en de Regeling omgevingsrecht verplicht is te beschikken over handhavingsbeleid, een toezichtstrategie, een sanctiestrategie en een nalevingstrategie, - Gedeputeerde Staten aan deze verplichting invulling hebben gegeven door op 29 januari 2008 de beleidsregel Gemeenschappelijk Kader, versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland, dat de gedoog- en sanctiestrategie bevat, en op 29 november 2011 de nota Toezicht en Handhaving Fysieke Leefomgeving 2011-2015, de Toezichtstrategie fysieke leefomgeving Provincie Flevoland en de Nalevingstrategie fysieke leefomgeving Provincie Flevoland vast te stellen, - als gevolg van de Wabo en de Waterwet vergunning- en meldingstelsels op het gebied van bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en fysieke leefomgeving zijn geïntegreerd, - het palet aan sanctiemiddelen is uitgebreid met de bestuurlijke boete en de bestuurlijke strafbeschikking, - het Gemeenschappelijk Kader, versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland gelet hierop aanpassing behoeft, - het wenselijk is om het provinciaal beleid met betrekking tot de handhaving op het gebied van de bij of krachtens onderstaande wetgeving in een beleidsregel vast te leggen, - nieuw beleid, dat voortbouwt op het Gemeenschappelijk Kader, versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland, is voorbereid door alle betrokken overheden bij de handhavingssamenwerking in de provincie Flevoland gezamenlijk (de Flevolandse gemeenten, Waterschap Zuiderzeeland, Politie Flevoland, Openbaar Ministerie/Functioneel Parket Amsterdam en provincie Flevoland), - de Strategische milieukamer op 21 januari 2013 het Richtsnoer Aanmelding en Afstemming Milieuovertredingen (RAAM) heeft vastgesteld dat aanvullend werkt op het nieuwe beleid, - op basis van het RAAM eenduidig kan worden bepaald of er aanleiding bestaat tot afstemming tussen het bestuursrechtelijk bevoegd gezag, opsporingsinstanties en Openbaar Ministerie over individuele overtredingen, - er een Landelijke Handhavingstrategie Brzo 1999 is opgesteld, die elk bevoegd gezag voor de Wabo dient vast te stellen, - besluitvorming over de vaststelling van deze Landelijke Handhavingstrategie Brzo 1999 zal plaatsvinden nadat het nieuwe beleid is vastgesteld, - de bevoegdheid voor het uitvaardigen van bestuurlijke strafbeschikkingen milieu met ingang van 1 juli 2013 is overgegaan van Gedeputeerde Staten van Flevoland naar de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek, - het nieuwe beleid het kader zal vormen voor de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied voor de aan deze diensten opgedragen taken van Gedeputeerde Staten van Flevoland op het gebied van toezicht en handhaving op het vlak van de fysieke leefomgeving,

Gelet op artikel 4:81 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht en gelet op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Woningwet, de Wet ruimtelijke ordening, de Monumentenwet 1988, de Wet bodembescherming, de Waterwet, de Ontgrondingenwet, de Wet hygiëne en veiligheid van bad- en zwemgelegenheden, de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet, de Flora- en Faunawet en de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland 2012

BESLUITEN:

Vast te stellen de navolgende BELEIDSREGEL GEMEENSCHAPPELIJK KADER FLEVOLAND 2013, REGIONALE HANDHAVING FYSIEKE LEEFOMGEVING  

1. Inleiding

Het Gemeenschappelijk Kader Flevoland 2013, Regionale handhaving fysieke leefomgeving (hierna: het Gemeenschappelijk Kader) bouwt voort op het Gemeenschappelijk Kader, versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland, door ons vastgesteld op 29 januari 2008 en in werking getreden op 1 maart 2008.

Het Gemeenschappelijk Kader geeft inzicht in het beleid van de Gedeputeerde Staten met betrekking tot de handhaving van de hiervoor genoemde wetgeving. Dit houdt in dat het Gemeenschappelijk Kader wordt vastgesteld als beleidsregel voor de provincie. In het Gemeenschappelijk Kader hebben diverse handhavingspartners (zoals het Openbaar Ministerie, de gemeenten, het Waterschap Zuiderzeeland, de Politie Flevoland en de provincie Flevoland) afgesproken op welke (uniforme) wijze gehandhaafd wordt binnen de provincie Flevoland. Het Gemeenschappelijk Kader wordt vastgesteld door het Bestuurlijk Omgevingsoverleg Flevoland, nadat het door alle partners separaat is vastgesteld. Het Gemeenschappelijk Kader is daarmee, evenals de hiervòòr geldende beleidsregel Gemeenschappelijk Kader, versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland, het strategisch uitgangspunt voor de bestuurs- en strafrechtelijke handhaving en samenwerking op dit gebied binnen Flevoland.

Het Gemeenschappelijk Kader bevat de sanctie- en de gedoogstrategie. Ter invulling van de sanctiestrategie zijn in het Gemeenschappelijk Kader als bijlagen opgenomen het “Regionaal stappenplan”, dat het keuzemodel acuut optreden, het keuzemodel handhaving, het afwegingsmodel bestuursrechtelijk sanctie en het strafrechtelijke keuzemodel bevat, het “Afwegingsmodel bestuursrechtelijke sancties” en de “Richtlijn dwangsombedragen en begunstigingstermijnen”. Met behulp van dit stappenplan, dit model en deze richtlijn kan worden afgewogen voor welk sanctiemiddel (bestuursdwang, dwangsom, bestuurlijke strafbeschikking of intrekken vergunning) wordt gekozen en binnen welke termijnen de overtredingen moeten worden beëindigd. Indien wordt gekozen voor een dwangsom dan biedt de richtlijn hulp bij het bepalen van de dwangsomhoogten. De gedoogstrategie bepaalt dat er in Flevoland in principe niet wordt gedoogd, tenzij er zich een bijzondere omstandigheid voordoet. Gedogen gebeurt alleen in uitzonderingsgevallen en beperkt zich in omvang en tijd tot die gevallen waarbij op korte termijn concreet uitzicht is op legalisering. Gedogen vindt altijd plaats door middel van een tijdelijke gedoogbeschikking, waaraan voorschriften zijn verbonden. Voor het toepassen van deze gedoogstrategie bevat het Gemeenschappelijk Kader de bijlage “Protocol toepassing gedoogkader”.

Dit Gemeenschappelijk Kader vormt samen met de Algemene wet bestuursrecht, de kwaliteitseisen op grond van de Wabo en de jurisprudentie een goede basis om invulling te geven aan de handhavingsbevoegdheid van Gedeputeerde Staten van Flevoland. Gelet op het vorenstaande kan het Gemeenschappelijk Kader de Beleidsregel Gemeenschappelijk Kader, versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland, door ons vastgesteld op 29 januari 2008 en in werking getreden op 1 maart 2008, vervangen. In het kader van de handhaving van de Wabo, Wet milieubeheer, de Woningwet, de Wet ruimtelijke ordening, de Monumentenwet 1988, de Wet bodembescherming, de Waterwet, de Ontgrondingenwet, de Wet hygiëne en veiligheid van bad- en zwemgelegenheden, de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet, de Flora- en faunawet en de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland 2012 nemen Gedeputeerde Staten van Flevoland als uitgangspunt het in de bijlage opgenomen Gemeenschappelijk Kader Flevoland 2013.

2. Doel van de beleidsregel

Het Gemeenschappelijk Kader heeft betrekking op de handhavingsbevoegdheden van Gedeputeerde Staten van Flevoland. Het gaat daarbij om het handhaven van de Wabo, Wet milieubeheer, Woningwet, Wet ruimtelijke ordening, Monumentenwet 1988, Wet bodembescherming, Waterwet, Ontgrondingenwet, Wet hygiëne en veiligheid van bad- en zwemgelegenheden, Natuurbeschermingswet 1998, Boswet, Flora- en faunawet, Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland 2012 en alle daarmee samenhangende algemene maatregelen van bestuur, ministeriële besluiten, provinciale verordeningen, vergunningen en ontheffingen.

Een ieder heeft door deze beleidsregel de mogelijkheid kennis te nemen van wat in bepaalde handhavingsituaties van de provincie mag worden verwacht. Anderzijds geeft de beleidsregel de provincie zelf een referentiekader. De beleidsregel geeft een gedragslijn waarnaar in de besluitvorming verwezen kan worden. Gedeputeerde Staten van Flevoland handelen in beginsel in overeenstemming met de in dit stuk neergelegde beleidsregel. Afwijking van een beleidsregel is, gelet op de Algemene wet bestuursrecht, alleen mogelijk als de beleidsregel voor een of meer belanghebbenden onevenredige gevolgen heeft in verhouding met de door de beleidsregel te dienen doelen. Vaststelling van deze beleidsregel draagt zo bij aan kwaliteitsverbetering van de handhaving.

3. Bestuurlijke strafbeschikking milieu

Het strafrechtelijk keuzemodel uit het Regionaal stappenplan van het Gemeenschappelijk Kader betreft de bestuurlijke strafbeschikking milieu. De bevoegdheid tot het uitvaardigen van bestuurlijke strafbeschikkingen milieu is met ingang van 1 juli 2013 overgegaan van Gedeputeerde Staten van Flevoland naar de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek. Het strafrechtelijk keuzemodel dient in dat licht gelezen te worden.  

4. Intrekking

De Beleidregel Gemeenschappelijk Kader, versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland, vastgesteld op 29 januari 2008, wordt ingetrokken.

5. Inwerkingtreding

De Beleidsregel Gemeenschappelijk Flevoland 2013, Regionale handhaving fysieke leefomgeving, treedt in werking op 1 augustus 2013.  

6. Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel Gemeenschappelijk Kader Flevoland 2013, Regionale handhaving fysieke leefomgeving.  

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Flevoland van 2 juli 2013.
 
de secretaris,                                        de voorzitter,