Regeling vervallen per 01-01-2021

Overig besluit van algemene strekking van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende de procedure bij bezwaar en beroep Procedureregeling bezwaar en beroep provincie Flevoland

Geldend van 26-07-2016 t/m 31-12-2020

Intitulé

Overig besluit van algemene strekking van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende de procedure bij bezwaar en beroep Procedureregeling bezwaar en beroep provincie Flevoland

Gedeputeerde Staten van Flevoland maken, gelet op het bepaalde in artikel 3:42, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht, bekend dat Provinciale Staten in hun vergadering van 13 juli 2016, onder nummer 1888167, het volgende besluit hebben genomen.

 

Procedureregeling bezwaar en beroep Flevoland 2016

Provinciale Staten,

 

gelet op artikel 168 Provinciewet,

 

gelet op artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht

 

besluiten vast te stellen de

 

Procedureregeling bezwaar en beroep Flevoland 2016

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Paragraaf 1.1 Begripsbepalingen en reikwijdte

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

Algemeen voorzitter: algemeen voorzitter van de commissie.

Algemene kamer: kamer van de commissie die adviseert over alle bezwaarschriften, behalve die van personele aard zijn, alsmede over beroepschriften inzake administratief beroep.

Beroepschrift: het geschrift, waarmee beroep wordt ingesteld inzake administratief beroep als bedoeld in artikel 1:5, tweede en derde lid van de wet.

Bestuursorgaan: bestuursorgaan van de provincie Flevoland dat bevoegd is te beslissen op een bezwaarschrift of een beroepschrift.

Bezwaarschrift: het geschrift, waarmee bezwaar wordt gemaakt als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid, van de wet.

Commissie: Commissie bezwaar en beroep provincie Flevoland.

Hoorzitting: bijeenkomst op grond van de artikelen 7:2, 7:16 en 9:10 van de wet en artikel 172, vierde lid, van de Provinciewet, waarin belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord.

Kamer: de in artikel 171, eerste lid, van de Provinciewet bedoelde kamer uit Gedeputeerde Staten.

Personele kamer: kamer van de commissie die uitsluitend adviseert over bezwaarschriften van personele aard.

Secretaris: de functionaris zoals bedoeld in artikel 7 van deze regeling.

Voorzitter: zittingsvoorzitter tijdens een hoorzitting.

Wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2

  • 1  Deze regeling is van toepassing op de behandeling van bezwaarschriften, die zijn ingediend, op grond van artikel 7:1 van de wet, tegen besluiten van Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten.

  • 2  Deze regeling is eveneens van toepassing op de behandeling van beroepschriften tegen besluiten van andere bestuursorganen, waarvoor administratief beroep bij Gedeputeerde Staten openstaat, als bedoeld in afdeling 7.3 van de wet.

HOOFDSTUK 2. COMMISSIE BEZWAAR EN BEROEP PROVINCIE FLEVOLAND

Paragraaf 2.1 Instelling, taak, samenstelling, zittingsduur

Artikel 3

  • 1  De commissie is ingesteld bij gezamenlijk besluit van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten. Het is een adviescommissie, als bedoeld in artikel 7:13 van de wet, alsmede een commissie op grond van de artikelen 163, 168 en 171 Provinciewet.

  • 2  De commissie is verdeeld in twee kamers: algemene kamer en personele kamer.

  • 3  De commissie heeft tot taak:

    • a.

       Provinciale Staten te adviseren over de afdoening van bezwaarschriften, die bij hen zijn ingediend, tegen door hen genomen besluiten, voor zover geen andere voorziening open staat;

    • b.

       Gedeputeerde Staten te adviseren over de afdoening van bezwaarschriften, die bij hen zijn ingediend, tegen door hen genomen besluiten, voor zover geen andere voorziening open staat;

    • c.

       De kamer te adviseren over de afdoening van beroepschriften in het kader van administratief beroep, als bedoeld in afdeling 7.3 van de wet, die bij Gedeputeerde Staten zijn ingediend, tegen door andere bestuursorganen genomen besluiten.

Artikel 4

  • 1  De commissie bestaat uit maximaal zeven leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door Gedeputeerde Staten;

  • 2  De in het eerste lid bedoelde leden kunnen tevens worden benoemd in de functie van zittingsvoorzitter. Een van de leden wordt tevens benoemd in de functie van algemeen voorzitter.

  • 3  Tot lid van de commissie zijn niet benoembaar personen die deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de provincie Flevoland.

  • 4  Gedeputeerde Staten bepalen de samenstelling van de kamers als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

Artikel 5

  • 1  De leden van de commissie, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden benoemd voor de duur van maximaal vier jaar.

  • 2  De in het eerste lid genoemde leden kunnen voor maximaal vier jaar worden herbenoemd.

  • 3  De in het eerste lid genoemde leden kunnen op ieder moment hun lidmaatschap van de

Paragraaf 2.2 Vergoeding en ondersteuning

Artikel 6

De leden van de commissie, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, ontvangen een vergoeding van Gedeputeerde Staten overeenkomstig het bepaalde in artikel 39 van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden.

Artikel 7

  • 1  1.De commissie wordt ondersteund door medewerkers van de provincie Flevoland in de functie van secretaris.

  • 2  Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot het benoemen van de secretaris.

  • 3  Gedeputeerde Staten mandateren de provinciesecretaris tot het aanwijzen van de secretaris.

HOOFDSTUK 3. PROCEDURE

Paragraaf 3.1 Ontvangst, bemiddeling, verweer en inlichtingen

Artikel 8

  • 1  Gedeputeerde Staten stellen een bij hen of bij Provinciale Staten ingediend bezwaar- of beroepschrift zo spoedig mogelijk ter advisering in handen van de commissie.

  • 2  De indiener van een bezwaar- of beroepsschrift ontvangt zo spoedig mogelijk een bevestiging van de ontvangst van het bezwaar- of beroepschrift.

Artikel 9

  • 1  De secretaris onderzoekt, voor aanvang van de procedure, of bemiddeling dan wel

  • 2  De secretaris verzoekt, na aanvang van de procedure, de afdeling voor het beleidsterrein waarop het bezwaar betrekking heeft om een verweerschrift.

  • 3  De secretaris verzoekt, na aanvang van de procedure, het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen waarop het beroepschrift betrekking heeft, om een verweerschrift.

  • 4  De secretaris wint - ter voorbereiding van de door de commissie te houden hoorzitting – alle overige voor een zorgvuldige voorbereiding van het advies gewenste inlichtingen in.

Paragraaf 3.2 Hoorzitting

Artikel 10

  • 1  De secretaris bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting.

  • 2  De secretaris nodigt in geval van een bezwaarschrift, naast de indiener hiervan en derde belanghebbenden, Gedeputeerde Staten dan wel Provinciale Staten uit voor de hoorzitting.

  • 3  Voor Provinciale Staten is de griffier gemachtigd om namens hen de hoorzitting bij te wonen.

  • 4  De secretaris nodigt in geval van een beroepschrift, naast de indiener hiervan en derde belanghebbenden, het bestuursorgaan uit dat het besluit heeft voorbereid waartegen beroep is ingesteld.

  • 5  Belanghebbenden kunnen de op het bezwaar of beroep betrekking hebbende stukken die bij de provincie aanwezig zijn inzien vanaf de datum waarop de uitnodiging voor de hoorzitting is verzonden.

  • 6  Het bepaalde in het vijfde lid is niet van toepassing, indien het stukken betreft waarvan naar het oordeel van de commissie of ingevolge een wettelijke bepaling geheimhouding is geboden.

Artikel 11

  • 1  De voorzitter kan hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van belanghebbenden plaatsopneming gelasten.

  • 2  De voorzitter stelt belanghebbenden in de gelegenheid de plaatsopneming, als bedoeld in het eerste lid, bij te wonen.

Artikel 12

  • 1  De commissie hoort partijen en overige belanghebbenden.

  • 2  Belanghebbenden kunnen hun standpunt tijdens de hoorzitting persoonlijk of door een gemachtigde toelichten of doen toelichten.

  • 3  Gemachtigden die niet als advocaat zijn ingeschreven, dienen te beschikken over een door belanghebbende ondertekende schriftelijke machtiging, tenzij belanghebbende zelf tijdens de hoorzitting aanwezig is.

Artikel 13

  • 1  De voorzitter bepaalt de orde tijdens de hoorzitting. Hij kan hiertoe de hoorzitting schorsen of verdagen indien hij dit wenselijk acht.

  • 2  De hoorzitting is openbaar.

  • 3  Van het bepaalde in het tweede lid kan, al dan niet op verzoek van belanghebbenden, worden afgeweken, indien naar het oordeel van de voorzitter, gewichtige redenen zich verzetten tegen openbaarheid van de zitting

  • 4  Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing op de hoorzitting van de personele kamer. Deze vindt achter gesloten deuren plaats.

Paragraaf 3.3 Verslag en advies

Artikel 14

  • 1  Van de hoorzitting wordt een digitale geluidsopname gemaakt. Tevens maakt een kort zakelijk gesteld verslag van hetgeen tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht, deel uit van het advies.

  • 2  De commissie kan, indien zij dat voor de advisering wenselijk acht, adviseurs c.q. deskundigen raadplegen.

Artikel 15

  • 1  Na afloop van de hoorzitting beraadslaagt de commissie over het aan Gedeputeerde Staten dan wel Provinciale Staten uit te brengen advies.

  • 2  Het advies wordt met meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 3  Het advies wordt schriftelijk, via de betreffende vakafdeling, aan Gedeputeerde Staten dan wel aan Provinciale Staten uitgebracht.

  • 4  Het advies van de commissie wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 5  Het door de commissie uitgebrachte advies is, voor zover het geen personeel bezwaarschrift betreft, openbaar.

Artikel 16

  • 1  De voorzitter kan, alvorens advies wordt gegeven, bepalen dat een hernieuwde behandeling tijdens een hoorzitting zal plaats vinden.

  • 2  Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, geschiedt dit onderzoek onder leiding van de voorzitter.

  • 3  De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt door de secretaris in afschrift aan de leden van de commissie, de bij de hoorzitting aanwezige vertegenwoordiger van het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 4  De leden van de commissie, de bij de hoorzitting aanwezige vertegenwoordiger van het bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na datum van verzending van de in het derde lid bedoelde informatie, aan de voorzitter, een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op het verzoek.

HOOFDSTUK 4. KAMER UIT GEDEPUTEERDE STATEN

Artikel 17

  • 1  De Kamer is belast met de behandeling van beroepsschriften in het kader van administratief beroep en met administratieve geschillen, voor zover aan de beslissing van Gedeputeerde Staten onderworpen.

  • 2  De Kamer bestaat uit de leden van Gedeputeerde Staten.

  • 3  De provinciesecretaris treedt op als griffier van de Kamer als bedoeld in artikel 171 Provinciewet.

  • 4  De Kamer doet uitspraak, na advies van de Commissie bezwaar en beroep.

  • 5  Het advies als bedoeld in het vierde lid, komt tot stand overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 3.

  • 6  De uitspraak van de Kamer wordt, overeenkomstig artikel 171, zesde lid van de Provinciewet gezien als besluit van Gedeputeerde Staten.

HOOFDSTUK 5. SLOTBEPALINGEN

Paragraaf 5.1 Overgang, hardheidsclausule, inwerkingtreding, citeertitel

Artikel 18

Bezwaar- en beroepsschriften die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling en waarvoor een hoorzitting gepland is, worden behandeld volgens het recht dat voor de inwerkingtreding van toepassing was.

Artikel 19

Provinciale Staten dan wel Gedeputeerde Staten kunnen in bijzondere gevallen afwijken van de toepassing van deze regeling, wanneer dit zou leiden tot een overweging van onbillijke aard.

Artikel 20

Deze regeling treedt in werking de dag na ondertekening door Gedeputeerde Staten voor zover het de bevoegdheden van Gedeputeerde Staten betreft en de dag na ondertekening door Provinciale Staten voor zover het de bevoegdheden van Provinciale Staten betreft.

Artikel 21

Deze regeling kan worden aangehaald als "Procedureregeling bezwaar en beroep provincie Flevoland’.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Provinciale Staten van 13 juli 2016
A. Kost, griffier L. Verbeek, voorzitter

TOELICHTING ALGEMEEN

 

De procedureregeling vervangt het Reglement van orde Commissie bezwaar en beroep provincie Flevoland. Met de onderhavige regeling wordt beter aangesloten op de bepalingen in de Provinciewet (artikel 168 e.v.) omtrent administratief beroep. In samenhang hiermee wordt op grond van de Provinciewet een permanente kamer administratief beroep ingesteld. Het verordende karakter van de regeling maakt dat vaststelling uitsluitend door Provinciale Staten plaats vindt. Dit in tegenstelling tot het reglement van orde dat zowel door Gedeputeerde Staten als Provinciale Staten werd vastgesteld, elk voor zover het hen aanging.

 

Verdere aanpassingen hebben betrekking op de taakverdeling binnen de commissie. Met het aantreden van een vrijwel geheel nieuwe commissie in 2015, zijn de taken aangepast. Benoeming heeft plaatsgevonden tot lid en zittingsvoorzitter. Daarnaast is een algemeen voorzitter benoemd, die met name als contactpersoon tussen provincie en commissie fungeert. De oorspronkelijke functies van voorzitter en vicevoorzitter zijn hiermee vervallen.

 

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

 

De verwijzingen naar de oude regeling hebben betrekking op het Reglement van orde Commissie bezwaar en beroep provincie Flevoland.

 

Artikel 1

Enkele aanvullingen: Kamer uit Gedeputeerde Staten en hoorzittingen.

 

Artikel 2

Het derde lid is komen te vervallen. Bezwaarschriften, gericht tegen besluiten van Gedeputeerde Staten of Provinciale Staten worden door deze bestuursorganen behandeld, tenzij een andere voorziening openstaat.

 

Artikel 3

In het tweede lid is de aparte kamer voor administratief beroep komen te vervallen. Deze zaken worden voortaan behandeld door de algemene kamer. Wel is in artikel 17 (nieuw) een voorziening opgenomen, in de vorm van een Kamer uit Gedeputeerde Staten, die tegemoet komt aan het bepaalde in artikel 171 Provinciewet. De algemene kamer brengt advies uit aan de Kamer uit Gedeputeerde Staten. Op basis van dit advies doet de Kamer uitspraak. De uitspraak wordt beschouwd als besluit van Gedeputeerde Staten.

 

Artikel 4

Alle leden worden benoemd als lid en niet meer in de functie van plaatsvervangend lid, voorzitter of plaatsvervangend voorzitter. Leden kunnen tevens benoemd worden tot zittingsvoorzitter. Op basis van een roosterindeling wordt dan bepaald wie voor welke zitting optreedt als lid of voorzitter. Daarnaast wordt een van de leden tevens benoemd tot algemeen voorzitter. Dit algemeen voorzitter is vooral de verbindingsschakel vanuit de commissie met de provinciale organisatie en voorzitter van de plenaire vergadering. Gedeputeerde Staten bepalen de wijze van werving en selectie van nieuwe leden.

 

Artikel 5

Er zijn geen leden meer die tot de voormalige Adviescommissie bezwaarcommissie behoorden. De betreffende bepaling kan daardoor vervallen.

 

Artikel 6

Ongewijzigd

 

Artikel 7

De secretaris is een daartoe door GS aangestelde functionaris van de provincie Flevoland. De functie van plaatsvervangend secretaris is komen te vervallen.

 

Artikel 8

Lid 2 en 3 (oud) is samengevoegd tot lid 2. De formulering beschrijft een activiteit die iets losser is komen te staan van de functies van secretaris en commissie.

 

Artikel 9

Dit is een samenvoeging van artikel 9 en 10 (oud). Er is sprake van een iets ruimere formulering, die meer aansluiting heeft bij de praktijk.

 

Artikel 10

Nagenoeg ongewijzigd

 

Artikel 11

Ongewijzigd

 

Artikel 12

Nagenoeg ongewijzigd

 

Artikel 13

Ongewijzigd

 

Artikel 14

Artikel 14 en 15 (oud) zijn samengevoegd. De wijze van verslaglegging is veranderd ten opzichte van het vorige RvO.

 

Artikel 15, 16,

Ongewijzigd (artikel 17, 18 (oud))

 

Artikel 17

Dit artikel betreft bepalingen met betrekking tot de instelling van de Kamer uit Gedeputeerde Staten ten behoeve van administratief beroep. Dit vloeit voort uit artikel 168 e.v. Provinciewet. Met dit artikel wordt meer aangesloten bij het bepaalde in de Provinciewet. In de oude regeling vond het horen plaats door een lid van GS en de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

 

Artikel 18, 19, 20, 21

Ongewijzigd (artikel 19, 20, 21 (oud))

 

Artikel 20

Naam commissie is gewijzigd (artikel 22(oud))