Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende externe veiligheidsbeleid NADERE REGELS EXTERNE VEILIGHEID FLEVOLAND

1  Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 3 onderdeel a moet voldoen aan de volgende criteria:

• a.

   De aanvrager dient een door de gemeenteraad of B&W vastgesteld plan van aanpak c.q. EV-beleidsdocument in waarin geformuleerde EV-doelen en ambities per programmajaar zijn beschreven voor de komende vier jaren inclusief de inzet van potentieel beschikbare EV-subsidiemiddelen. Aangegeven dient te worden op welke wijze verankering/borging van wettelijke EV-taken in de processen en/of producten plaatsvindt, om uiterlijk eind 2014 te komen tot een stabiele en robuuste organisatie.

• b.

   De aanvrager overlegt de onder a bedoelde documenten eenmalig, bij de eerste aanvraag voor subsidie. De criteria waaraan het document dient te voldoen staan beschreven in het PUEV3. Het document wordt opgesteld conform het format ‘Aanvraagformulier subsidie en voortgangsbewaking PUEV3’.

• c.

   De aanvrager verklaart voornemens te zijn:

  • -

     externe veiligheid te verankeren in ten minste de beleidsvelden ruimtelijke ordening, omgevingsvergunning, vervoer en toezicht,

  • -

     bij te dragen aan het delen van kennis, capaciteit en deskundigheid tussen Flevolandse overheden,

  • -

     deel te nemen aan de kwaliteitsmonitoring van de taakuitvoering Externe Veiligheid, welke door de provincie wordt geïnitieerd.

  • -

     zich in te spannen om de mogelijkheden te onderzoeken voor samenwerking in de (in oprichting zijnde) Omgevingsdienst en waar mogelijk voorbereidingen te treffen om externe veiligheid inhoudelijk en organisatorisch te borgen in de (in oprichting zijnde) Omgevingsdienst,

  • -

     voor 4 jaar deel te nemen.

2  Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 3 onderdeel b moet voldoen aan de volgende criteria:

• a.

   De aanvrager dient een door het bestuur van de brandweer Flevoland vastgesteld plan van aanpak c.q. EV-beleidsdocument in waarin geformuleerde EV-doelen en ambities per programmajaar zijn beschreven voor de komende vier jaren, inclusief de inzet van potentieel beschikbare EV-subsidiemiddelen. Aangegeven dient te worden op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan de wettelijke taken en hoe verankering/borging van wettelijke EV-taken in de ‘eigen’ processen en/of producten plaatsvindt.

• b.

   De aanvrager overlegt de onder a bedoelde document eenmalig, bij de eerste aanvraag voor subsidie. De criteria waaraan het document dient te voldoen staan beschreven in het PUEV3. Het document wordt opgesteld conform het format ‘Aanvraagformulier subsidie en voortgangsbewaking PUEV3’.

• c.

   De aanvrager verklaart voornemens te zijn:

  • -

     haar wettelijke adviestaken op het gebied van externe veiligheid te verankeren in haar beleid.

  • -

     bij te dragen aan het delen van kennis, capaciteit en deskundigheid tussen Flevolandse overheden,

  • -

     deel te nemen aan de kwaliteitsmonitoring van de taakuitvoering Externe Veiligheid, welke door de provincie wordt geïnitieerd.

  • -

     voor 4 jaar deel te nemen.

1  De subsidie voor gemeentelijke activiteiten als bedoeld in artikel 3 bestaat uit twee delen en bedraagt:

• a.

   Deel 1: een bedrag dat op basis van een verdeelsleutel, zoals is vastgelegd in het PUEV3, per gemeente is bepaald. De verdeelsleutel is bepaald op basis van demografische kerncijfers (inwoneraantallen), het aantal risicobronnen per gemeente en de potentiële risico’s (invloed) van aanwezige transportassen. Het vastgestelde bedrag wordt jaarlijks, na ontvangst van de financiële informatie (via Sisa-systematiek of vergelijkbaar verantwoordingssysteem) van het afgelopen programmajaar (eind 2de kwartaal), als voorschot verstrekt gedurende de gehele looptijd van de subsidieregeling (2011 tot en met 2014). Bevoorschotting zal plaatsvinden tot maximaal 75% van de toegekende jaarlijkse middelen.

•  

  In afwijking op bovenstaande zal bevoorschotting voor 2011 pas plaatsvinden na vaststelling van deze nadere regels en het PUEV3.

• b.

   Deel 2: het resterende bedrag van 25% van de jaarlijks toe te kennen subsidiemiddelen worden uitgekeerd aan de gemeente nadat de in het vierde lid onder dit artikel bedoelde verantwoording is ontvangen, na goedkeuring van de jaarlijkse verantwoording zoals vastgelegd in het PUEV3 en de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 (ASF 2012).

2  De subsidie voor activiteiten uitgevoerd door de brandweer Flevoland als bedoeld in artikel 3 bestaat uit twee delen en bedraagt:

• a.

   Deel 1: een vast bedrag zoals vastgelegd in het PUEV3. Het vastgestelde bedrag wordt jaarlijks, na ontvangst van de financiële informatie (via Sisa-systematiek of vergelijkbaar verantwoordingssysteem) over het afgelopen programmajaar (eind 2de kwartaal), als voorschot verstrekt gedurende de gehele looptijd van de subsidieregeling (2011 tot en met 2014). Bevoorschotting zal plaatsvinden tot maximaal 75% van de toegekende middelen.

•  

  In afwijking op bovenstaande zal bevoorschotting voor 2011 pas plaatsvinden na vaststelling van deze nadere regels en het PUEV3.

• b.

   Deel 2: het resterende bedrag van 25% van de jaarlijks toe te kennen subsidiemiddelen worden uitgekeerd aan de brandweer Flevoland nadat de in het vierde lid onder dit artikel bedoeld verantwoording is ontvangen, na goedkeuring van deze jaarlijkse verantwoording zoals vastgelegd in het PUEV3 en de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 (ASF 2012).

3  De subsidies worden verleend onder het voorbehoud van het gestand doen van financiering door het Rijk.

1  Als subsidieplafond wordt aangemerkt het totaal van de bedragen die voor activiteiten externe veiligheid zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma externe veiligheid (PUEV3). De verdeling is als volgt:

• a)

   Het subsidieplafond voor de gehele periode (2011-2014) voor de gemeente Urk bedraagt €22.732 p/j

• b)

   Het subsidieplafond voor de gehele periode (2011-2014) voor de gemeente Noordoost-polder bedraagt €36.624 p/j

• c)

   Het subsidieplafond voor de gehele periode (2011-2014) voor de gemeente Dronten bedraagt €41.675 p/j

• d)

   Het subsidieplafond voor de gehele periode (2011-2014) voor de gemeente Lelystad bedraagt €50.515 p/j

• e)

   Het subsidieplafond voor de gehele periode (2011-2014) voor de gemeente Almere bedraagt €60.619 p/j

• f)

   Het subsidieplafond voor de gehele periode (2011-2014) voor de gemeente Zeewolde bedraagt €32.835 p/j

• g)

   Het subsidieplafond voor de gehele periode (2011-2014) voor de brandweer Flevoland bedraagt €25.000 p/j

2  Wanneer Gedeputeerde Staten na vaststelling van de nadere regels constateren dat het in eerste lid verstrekte budget door een gemeente of de brandweer niet wordt aangewend voor activiteiten zoals beschreven in deze nadere regels onder artikel 4 lid 1 en 2, worden de dan nog beschikbare middelen aangewend voor provinciale externe veiligheidsdoeleinden of eventueel herverdeeld onder de overige gemeenten en/of brandweer.

3  De subsidies worden verleend onder het voorbehoud dat door provinciale staten middels vaststelling van de begroting voldoende middelen beschikbaar zijn gesteld.

1  Verplichtingen voor de gemeente.

• a)

   De gemeente is verplicht om het vastgestelde externe veiligheidsbeleid in stand te houden en aan te laten sluiten bij ontwikkelingen in wet- en regelgeving.

• b)

   De gemeente zet zich in om externe veiligheid inhoudelijk en organisatorisch te borgen binnen de (in oprichting zijnde) omgevingsdienst. De gemeente zet zich in om ambtenaren die specifiek zijn opgeleid voor het behandelen van (complexe) externe veiligheidstaken intensief te laten samenwerken binnen het in oprichting zijnde samenwerkingsverband (omgevingsdienst), om de beschikbare middelen, kennis en capaciteit zo efficiënt mogelijk in te zetten.

• c)

   De gemeente zet zich in voor uitvoering van het ‘Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011-2014’ (PUEV3) van de provincie Flevoland.

• d)

   De gemeente dient uiterlijk eind 2014 te voldoen aan de prestatieafspraken zoals verwoord in het PUEV3.

• e)

   Jaarlijks wordt uiterlijk 1 maart inhoudelijk verslag gedaan over het voorgaande jaar door het college van burgemeester en wethouders aan gedeputeerde staten conform het format ‘Aanvraagformulier subsidie en voortgangsbewaking PUEV3’.

• f)

   De financiële verantwoording vindt jaarlijks achteraf plaats (eind 2de kwartaal) op basis van te verstrekken financiële informatie (via Sisa-systematiek of vergelijkbaar verantwoordingssysteem). Aan het einde van de programmaperiode dient door de aanvrager een eindafrekening te worden opgemaakt, rekening houdende met de voorwaarden zoals beschreven in de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 (ASF 2012).

2  Verplichtingen voor de brandweer Flevoland

• a)

   De brandweer Flevoland is verplicht om het vastgestelde externe veiligheidsbeleid in stand te houden en aan te laten sluiten bij ontwikkelingen in wet- en regelgeving.

• b)

   De brandweer zet zich in voor uitvoering van het ‘Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011-2014’ (PUEV3) van de provincie Flevoland.

• c)

   De brandweer dient uiterlijk eind 2014 te voldoen aan de prestatieafspraken zoals verwoord in het PUEV3.

• d)

   Jaarlijks wordt uiterlijk 1 maart inhoudelijk verslag gedaan over het voorgaande jaar door/namens het bestuur van de brandweer Flevoland aan gedeputeerde staten conform het format ‘Aanvraagformulier subsidie en voortgangsbewaking PUEV3’.

• e)

   De financiële verantwoording vindt jaarlijks achteraf plaats (eind 2de kwartaal)op basis van te verstrekken financiële informatie (via Sisa-systematiek of vergelijkbaar verantwoordingssysteem). Aan het einde van de programmaperiode dient door de aanvrager een eindafrekening te worden opgemaakt, rekening houdende met de voorwaarden zoals beschreven in de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 (ASF 2012).

1  Deze nadere regels treden in werking op de dag na de bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

2  Deze nadere regels gelden tot en met 31 december 2014 met dien verstande dat deze nadere regels van kracht blijven op de voor 31 december 2014 verleende en nog vast te stellen subsidies.