Besluit van Provinciale Staten van de provincie Flevoland houdende Gedragscode integriteit commissaris van de Koning en gedeputeerden Provincie Flevoland 2016

Geldend van 15-04-2017 t/m heden

Intitulé

Besluit van Provinciale Staten van de provincie Flevoland houdende Gedragscode integriteit commissaris van de Koning en gedeputeerden Provincie Flevoland 2016

Provinciale Staten van Flevoland maken bekend dat zij in hun vergadering van 7 december 2016 bij besluit met kenmerk 1879906 hebben besloten tot het instellen van een Gedragscode integriteit commissaris van de Koning en gedeputeerden Provincie Flevoland.

Gedragscode integriteit commissaris van de Koning en gedeputeerden provincie Flevoland 2016

Provinciale Staten van Flevoland,

Overwegende dat:

  • -

    de artikelen 40c lid 2 en 68 lid 2 van de Provinciewet Provinciale Staten verplichten tot het opstellen van een gedragscode voor de Gedeputeerden en de Commissaris;

  • -

    Provinciale Staten op 20 maart 2013 de Gedragscode integriteit bestuurders Provincie Flevoland 2013 hebben vastgesteld die van toepassing is op volksvertegenwoordigers, dagelijks bestuurders en de commissaris van de Koning;

  • -

    het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de bestaande modelgedragscode hebben herzien, hetgeen heeft geresulteerd in een ‘Modelgedragscode Integriteit volksvertegenwoordigers in gemeenten, provincies en waterschappen’ en een ‘Modelgedragscode Integriteit (dagelijkse) bestuurders in gemeenten, provincies en waterschappen’ hebben opgesteld;

  • -

    deze respectievelijke Modelgedragscodes voor wat de provincie betreft, betrekking hebben op statenleden, burgerleden, de Commissaris van de Koning en gedeputeerden;

  • -

    met ingang van 1 februari 2016 de wet houdende wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet in werking is getreden waarbij onder meer een wijziging is aangebracht in artikel 175 van de Provinciewet waardoor de rol en de zorgplicht van de commissaris van de Koning met betrekking tot het bevorderen van de bestuurlijke integriteit van de provincie wettelijk is vastgelegd.

  • -

    het gelet op de genoemde wijziging van de Provinciewet en de totstandkoming van de nieuwe Modelgedragscodes en een nieuwe handreiking in de rede ligt te komen tot een nieuwe gedragscode bestuurlijke integriteit;

  • -

    bij het opstellen van de Gedragscodes de inhoud van de bepalingen als opgenomen in de Modelgedragscodes als uitgangspunt is genomen;

  • -

    de Gedragscode tevens regels bevat die voortvloeien uit dan wel samenhangen met de Verordening rechtspositie gedeputeerden provincie Flevoland 2016

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Flevoland d.d. 1 november 2016

gelet op de artikelen 40c tweede lid en artikel 68, tweede lid van de Provinciewet,

Besluiten:

  • -

    vast te stellen de “Gedragscode Integriteit commissaris van de Koning en gedeputeerden provincie Flevoland 2016” .

  • -

    de Gedragscode integriteit bestuurders provincie Flevoland 2013, in te trekken.

Gedragscode Integriteit commissaris van de Koning en gedeputeerden provincie Flevoland 2016

Ons integer handelen

Wij, Commissaris van de Koning en Gedeputeerden van de provincie Flevoland, stellen bij ons handelen in ons respectievelijke ambt en in het handelen als college de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een essentiële voorwaarde. Goed bestuur is integer bestuur. Integriteit is dan ook van groot belang voor het vertrouwen in het openbaar bestuur.

Met deze Gedragscode willen wij enerzijds invulling geven aan hetgeen in de Provinciewet is vastgelegd. En ook aanvullend daarop afspraken maken. Daarnaast is de Gedragscode een leidraad. Integer handelen is immers meer dan het volgen van vooraf vastgelegde regels.

Als basis voor die leidraad hanteren wij de volgende zes kernwaarden, die daarmee onze uitgangspunten zijn voor integer handelen en het gesprek daarover. Zodat wij, ieder voor zich, maar ook met elkaar de afweging kunnen maken wat integer handelen inhoudt.

Dienstbaarheid

Ons handelen als voorzitter van GS en PS en als Gedeputeerde is gericht op het belang van de provincie en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Ons handelen heeft een herkenbaar verband met het ambt dat wij vervullen in het bestuur.

Bij het aanvaarden van uitnodigingen en het maken van buitenlandse dienstreizen zijn wij ons daarvan bewust.

Onafhankelijkheid

Bij de uitoefening van ons ambt is onafhankelijkheid en onpartijdigheid essentieel; wij vermijden belangenverstrengeling of vermenging met oneigenlijke belangen maar ook de schijn daarvan.

Wij geven ons daar onder meer rekenschap van bij uitnodigingen of geschenken die ons worden aangeboden.

Openheid

Wij zijn transparant in en over ons handelen, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in ons handelen en onze beweegredenen daarbij.

Zo zijn wij transparant over onze nevenfuncties, buitenlandse dienstreizen en geschenken.

Betrouwbaarheid

Op ons moet men kunnen rekenen. Wij houden ons dan ook aan onze afspraken.

Kennis en informatie waarover wij uit hoofde van ons ambt beschikken, wenden wij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Dit bepaalt hoe wij omgaan met die informatie.

Zorgvuldigheid

Ons handelen is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Die zorgvuldigheid passen wij ook toe indien er een vermoeden van een integriteitsschending is.

Artikel 1.

  • 1. Deze Gedragscode is van toepassing op de Commissaris van de Koning en de Gedeputeerden, maar richt zich ook tot het college als geheel.

  • 2. Deze Gedragscode, de informatie over nevenfuncties, buitenlandse (dienst)reizen en geschenken is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 3. De provinciesecretaris draagt zorg voor het aanleggen en beheren van registers voor (de informatie over) nevenfuncties, buitenlandse (dienst)reizen en geschenken.

Hoe wij omgaan met niet openbare informatie

Artikel 2.

  • 1. Wij gebruiken informatie die vertrouwelijk / niet openbaar is en die wij in de uitoefening van ons ambt hebben verkregen, niet om onszelf of anderen te bevoordelen of voor ons eigen belang of het belang van derden.

  • 2. Wij nemen maatregelen om te borgen dat die niet openbare informatie waarover wij uit hoofde van ons ambt beschikken, zowel thuis als in onze werkomgeving en onderweg veilig wordt bewaard.

Hoe wij omgaan met nevenfuncties en volgende functies

Artikel 3.1

  • 1. Wij geven inzicht in onze nevenfuncties door daarvan opgave te doen aan de provinciesecretaris ten behoeve van openbaarmaking. We geven daarbij in ieder geval aan:

    • a.

      wat de nevenfunctie inhoudt;

    • b.

      voor of bij welke organisatie de nevenfunctie wordt verricht;

    • c.

      wat ongeveer het tijdsbeslag is;

    • d.

      of het al dan niet een nevenfunctie is uit hoofde van het ambt;

    • e.

      of er sprake is van inkomsten uit de nevenfunctie;

    • f.

      indien er sprake is van inkomsten – en voor zover deze openbaar gemaakt moeten worden - wat de inkomsten zijn.

  • 2. Wij geven inzicht in de nevenfuncties die wij vervullen bij aanvang van ons ambt en de nevenfuncties die we tijdens ons ambt aanvaarden. Ook als de omstandigheden met betrekking tot bestaande nevenfuncties veranderen, geven wij daar inzicht in. Wij informeren de provinciesecretaris binnen twee weken over nieuwe nevenfuncties of veranderde omstandigheden.

Artikel 3.2

  • 1. Wij handelen in de uitoefening van ons ambt niet zodanig dat wij vooruitlopen op een functie na aftreden.

  • 2. Als Gedeputeerde bespreken wij het voornemen tot het (tussentijds) aanvaarden van een functie na aftreden, met de Commissaris van de Koning.

Artikel 3.3

  • 1. Als college van Gedeputeerde Staten sluiten wij de Com¬missaris van de Koning en een Gedeputeerde gedurende één jaar na aftreden uit van het (als externe) tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de provincie.

  • 2. De uitsluiting als genoemd in lid 1 is niet van toepassing indien de Commissaris van de Koning of gedeputeerde in dienst treedt bij de provincie waar men Commissaris van de koning dan wel Gedeputeerde was. Voor werving, selectie en indiensttreding bij de provincie zijn de voor het ambtelijk personeel geldende regels ter zake van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3.4

Als college van Gedeputeerde Staten dragen wij de Commissaris van de Koning en een Gedeputeerde niet eerder dan een jaar na aftreden voor als kandidaat voor benoeming tot Commissaris dan wel bestuurs¬lid van een verbonden partij, als bedoeld in artikel 1.1 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Hoe wij omgaan met geschenken, uitnodigingen en buitenlandse (dienst)reizen

Artikel 4.1

  • 1. Wij accepteren geen geschenken, giften, faciliteiten en diensten als onze onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2. Wij accepteren, na te hebben getoetst of onze onafhankelijke positie niet wordt beïnvloed, slechts in incidentele gevallen c.q. bij wijze van uitzondering geschenken met een geschatte waarde van € 50,00 of minder.

  • 3. Wij accepteren geen geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50,00. Deze geschenken worden teruggestuurd of als dat niet mogelijk is, eigendom van de provincie. Van deze geschenken doen wij opgave aan de provinciesecretaris ten behoeve van openbaarmaking; bij openbaarmaking wordt ook de bestemming vermeld.

  • 4. Wij nemen nooit geschenken aan op ons huisadres.

Artikel 4.2

  • 1. Wij accepteren geen lunches, diners, recepties en andere uitnodigin¬gen die anderen betalen of organiseren, tenzij het accepteren van de uitnodiging behoort tot de uitoefening van onze functie en onze aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel.

  • 2. Als wij twijfel hebben over het aanvaarden van een dergelijke uitnodiging dan bespreken wij de uitnodiging met het college van Gedeputeerde Staten.

Artikel 4.3

  • 1. Wij bespreken uitnodigingen voor excursies, evenementen en buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de provincie, die wij als commissaris of gedeputeerde aanvaarden, vooraf met het college van Gedeputeerde Staten.

  • 2. Wij informeren de provinciesecretaris over de excursie, het evenement of de buitenlandse reis ten behoeve van openbaarmaking, binnen één week nadat de aanvaardde excursie en/of het evenement heeft plaatsgevonden dan wel bij buitenlandse reizen binnen één week na terugkeer in Nederland. Ook maken wij openbaar op wiens kosten het evenement of de buitenlandse reis heeft plaatsgevonden.

Artikel 4.4

  • 1. Wij melden het voornemen of een uitnodiging voor een buitenlandse dienstreis aan het college van Gedeputeerde Staten. Daarbij informeren wij het college van Gedeputeerde Staten over het doel en de duur van de dienstreis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap dat meereist, de geraamde kosten en hoe wij verslag zullen doen van de reis.

  • 2. Wij melden daarbij ook als wij het voornemen hebben om de buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden te verlengen. De extra kosten van de verlenging komen volledig voor eigen reke-ning.

  • 3. Als college van Gedeputeerde Staten wegen wij alle in lid 1 genoemde aspecten mee in onze be-sluitvorming en informeren wij Provinciale Staten zo spoedig mogelijk over ons besluit door middel van de besluitenlijst waarin het besluit is vastgelegd.  

Artikel 4.5

Wij leggen verantwoording af over afgelegde buitenlandse dienstreizen. Wij doen dit door bij de provinciesecretaris ten behoeve van openbaarmaking in ieder geval te melden wat het doel, de bestemming en de duur van de buitenlandse dienstreis is geweest en wat daarvan de kosten waren voor de provincie.

Artikel 4.6

Voor de toepassing van de artikelen 4.4.en en 4.5 wordt onder buitenlandse dienstreis niet verstaan een dienstreis naar een Europese instelling of een dienstreis naar een buurprovincie in het buiten¬land.

Hoe wij omgaan met voorzieningen en declaraties

Artikel 5.1

  • 1. De financiële en administratieve organisatie van de provincie is zodanig ingericht dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven door of ten behoeve van de commissaris van de Koning en gedeputeerden.

  • 2. Wij houden ons aan de regels en procedures als vastgelegd in de Verordening rechtspositie gedeputeerden provincie Flevoland 2016, over de wijze waarop functi¬onele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de provincie.

  • 3. Wij verantwoorden ons over ons gebruik van de (provinciale) voorzieningen volgens de regels en procedures met betrekking tot de financiële en administratieve organisatie van de provincie.

Artikel 5.2

Wij declareren geen kosten die al op andere wijze worden vergoed.

Artikel 5.3

Wij gaan zorgvuldig om met voorzieningen en eigendommen van de provincie en gebruiken die niet voor privédoeleinden tenzij hier andere afspraken over zijn gemaakt. Wij gebruiken die voorzieningen en eigendommen evenmin ten behoeve van derden.

Hoe wij omgaan met de Gedragscode

Artikel 6.1

Provinciale Staten bevorderen de eenduidige interpretatie van de Gedragscode. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in deze Gedragscode wordt daarin voorzien op basis van voorstellen ter zake van de commissaris van de Koning.

Artikel 6.2

  • 1. Als college van Gedeputeerde Staten spreken wij tenminste eenmaal per jaar met elkaar over bestuurlijke integriteit in het algemeen en over de (toepassing van de) Gedragscode in het bijzonder.

  • 2. Een vermoeden van niet integer handelen door een lid van het college van Gedeputeerde Staten wordt gemeld bij de commissaris van de Koning of de provinciesecretaris.

  • 3. Op voorstel van de commissaris van de Koning worden nadere afspraken gemaakt over:

    • a)

      de aanwijzing van een contactpersoon integriteit;

    • b)

      de processtappen en procedure die zullen worden gevolgd indien er sprake is van een vermoeden van niet integer handelen door een lid van het college van Gedeputeerde Staten.

  • 4. De in lid 2 bedoelde afspraken worden vastgelegd in een bijlage bij deze Gedragscode en maken onderdeel uit van deze Gedragscode.

  • 5. In de bijlage bij deze Gedragscode wordt eveneens vastgelegd op welke wijze de commissaris van de Koning Provinciale Staten jaarlijks informeert over de agendering en bespreking in het college van het thema integriteit.

Artikel 7

Deze Gedragscode treedt in werking op 7 december 2016

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Provinciale Staten van Flevoland van 7 december 2016

de griffier,

de voorzitter,