Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van gedeputeerde staten van Flevoland

Geldend van 17-01-1995 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van gedeputeerde staten van Flevoland

Gedeputeerde Staten van Provincie Flevoland

Artikel 1.

De gewone vergaderingen van gedeputeerde staten worden gehouden op de dag en het uur, daarvoor door de voorzitter in overleg met gedeputeerde staten aangewezen.

Artikel 2.

Buitengewone vergaderingen worden belegd zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of een ander lid van gedeputeerde staten dit verlangt. In het laatstbedoelde geval roept de voorzitter de vergadering binnen tweemaal vierentwintig uur bijeen.

Artikel 3.

Een lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan kennis aan de voorzitter.

Artikel 4.

  • 1.

    De stukken welke door gedeputeerde staten zullen worden behandeld worden onderscheiden in een

    A-verzameling en een C-verzameling.

  • 2.

    Tot de C-verzameling behoren de stukken, waaromtrent naar het oordeel van de voorzitter bespreking vermoedelijk niet noodzakelijk zal zijn. De overige stukken behoren tot de A-verzameling.

  • 3.

    De tot de A-verzameling behorende stukken worden vermeld op een door de voorzitter op te maken agenda.

Artikel 5

Punten, waaromtrent een lid van gedeputeerde staten behandeling in de eerstvolgende vergadering wenst, worden op de agenda voor die vergadering geplaatst, mits het verzoek daartoe, eventueel onder overlegging van stukken, ten minste drie dagen vóór de vergadering bij de voorzitter is ingekomen.

Artikel 6.

  • 1.

    De leden van gedeputeerde staten worden op door hen in overleg met de griffier te bepalen wijze de gelegenheid geboden tijdig vóór de vergadering kennis te nemen van de stukken die in deze vergadering aan de orde zullen worden gesteld.

  • 2.

    Stukken welke niet voor de leden ter inzage hebben gelegen, worden niet in behandeling genomen, tenzij gedeputeerde staten in een bepaald geval anders beslissen.

Artikel 7.

  • 1.

    De leden doen door parafering op de stukken, behorende tot de C-verzameling blijken, hetzij van hun instemming met het daarop voorgestelde besluit, hetzij van hun verlangen om stukken in de vergadering aan de orde te stellen.

  • 2.

    Indien de in functie zijnde leden door parafering te kennen hebben gegeven met het voorstel, geplaatst op de stukken behorende tot de C-verzameling in te stemmen, wordt het college geacht conform dit voorstel te besluiten.

  • 3.

    In het geval één of meerdere leden door het stellen van een paraaf hebben aangegeven dat stukken

    behorende tot de C-verzameling, in een vergadering van gedeputeerde staten aan de orde dienen te worden gesteld is lid 2 niet van toepassing en wordt het besluit van gedeputeerde staten in een vergadering genomen.

Artikel 8.

De voorzitter regelt de volgorde van de werkzaamheden.

Artikel 9.

De griffier houdt aantekening van de door gedeputeerde staten genomen besluiten en doet deze op de stukken vermelden. Tevens houdt hij aantekening van in bespreking gebrachte onderwerpen, welke niet op de agenda zijn vermeld en van te dien aanzien genomen besluiten.

Artikel 10.

  • 1.

    Indien bij het nemen van een besluit over een zaak geen van de leden stemming vraagt, worden gedeputeerde staten geacht te hebben besloten overeenkomstig het in het stuk vermelde voorstel c.q. het door de voorzitter mondeling gedane voorstel.

  • 2.

    De mondelinge stemming over de in de vergadering aanhangig gemaakte zaken geschiedt in de volgorde van de leeftijd van de leden, telkens beginnende bij het in leeftijd oudste lid.

  • 3.

    Elk lid kan doen aantekenen dat hij zich met een door gedeputeerde staten genomen besluit niet verenigt.

Artikel 11.

  • 1.

    Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen wordt bij gesloten en ongetekende briefjes gestemd, indien één lid een dergelijke wijze van stemmen verlangt.

  • 2.

    De regelen omtrent zodanige stemmingen daarvoor gesteld in het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten vinden overeenkomstige toepassingen, met dien verstande dat de stemmen worden opgenomen door de voorzitter en de griffier.

Artikel 12.

Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen worden leden die blanco briefjes hebben ingeleverd voor de toepassing van dit artikel geacht aan de stemming te hebben deelgenomen.

Artikel 13.

Dit reglement treedt met ingang van heden in werking.

Ondertekening

voorzitter en secretaris