Regeling vervallen per 25-03-2011

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003

Geldend van 25-03-2011 t/m 24-03-2011

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003

Gedeputeerde Staten van provincie Flevoland.

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand

Artikel 1

  • 1 Een Statenlid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;

  • 2 Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris of de door deze daartoe aangewezen ambtenaar daarvan in kennis. De secretaris of de door deze daartoe aangewezen ambtenaar beslist.

  • 3 Een Statenlid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 4 De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand vanwege de vereiste specifieke expertise niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2

  • 1 Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het Statenlid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de provinciale staten;

    • b.

      dit het belang van de provincie kan schaden;

  • 2 De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3 Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het Statenlid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken Statenlid het verzoek voorleggen aan de Commissaris van de Koningin. De Commissaris van de Koningin beslist , gehoord het Presidium, zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

  • 1 Indien een Statenlid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2 Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de Commissaris van de Koningin. De Commissaris van de Koningin beslist , gehoord het Presidium, zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5

  • 1 Een ambtenaar is jegens zijn afdelingshoofd en/of de secretaris niet gehouden tot geheimhouding van verzoeken om ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, 3e lid en de door hem gegeven adviezen.

  • 2 Indien een ambtenaar aan een Statenlid ambtelijke bijstand als bedoeld in het eerste lid heeft verleend informeert hij via zijn afdelingshoofd het college van gedeputeerde staten over de verstrekte adviezen.

Paragraaf 2: Fractieondersteuning

Artikel 6 Algemene vergoeding

  • 1 De fracties, zoals bedoeld in artikel 6 van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van provinciale staten van Flevoland, ontvangen jaarlijks een algemene financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2 Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van Euro 3.395,-- voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van Euro 1.457,-- per fractielid.

  • 3 De besteding van de algemene fractievergoeding wordt niet gekoppeld aan één begrotingsjaar en kan verspreid over de gehele zittingsperiode van Provinciale Staten worden aangewend.

  • 4 Fracties reserveren het in enig jaar niet gebruikte deel van de algemene bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in de volgende jaren.

Artikel 7

  • 1 Fracties besteden de financiële bijdrage als bedoeld in artikel 6 om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2 De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit staten- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor staten- en commissieleden.

Artikel 8 Tegemoetkoming personeelskosten.

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 6 kunnen fracties die ter ondersteuning van het fractiewerk een fractiemedewerker in loondienst aanstellen aanspraak maken op een tegemoetkoming in de loonkosten overeenkomstig het hierna bepaalde.

  • 2 Elke fractie kan als bijdrage in de onder lid 1 bedoelde loonkosten aanspraak maken op een vast bedrag van maximaal Euro 10.689,-- per jaar.

  • 3 Elke fractie kan naast het onder lid 2 genoemde bedrag als bijdrage in de lid 1 bedoelde loonkosten tevens aanspraak maken op een bedrag van Euro 1.350,-- per fractielid.

  • 4 Alvorens fracties in aanmerking kunnen komen voor de vergoedingen als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel dienen zij aan de griffier een door de betreffende fractiemedewerker gewaarmerkt exemplaar te overleggen van de arbeidsovereenkomst met de fractiemedewerker.

  • 5 De uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende werkgeverslasten komen voor rekening van de fractie.

Artikel 9 Afrekening

  • 1 Jaarlijks, uiterlijk vóór 1 april leggen de fracties door tussenkomst van het Presidium schriftelijk verantwoording af aan Provinciale Staten over de besteding van de fractievergoedingen als bedoeld in artikel 6 en 8 in het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

  • 2 Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in lid 1.

  • 3 Het is niet toegestaan in enig jaar ten laste van een volgend begrotingsjaar werkzaamheden van de fractie te financieren.

  • 4 Controle van de verantwoording vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan Provinciale Staten.

Artikel 10 Ontstaan van nieuwe fracties/wijziging zetelaantal/ opheffing fracties

  • 1 Vindt in een fractie een splitsing plaats die leidt tot de vorming van één of meer nieuwe fracties, dan worden de financiële tegemoetkomingen , genoemd in de artikelen 6 en 8 van de bij de splitsing betrokken fracties vastgesteld op de bedragen die worden gevonden door de tegemoetkoming, welke aan de ongesplitste fractie zou toekomen, te verdelen naar evenredigheid van de aantallen bij de splitsing betrokken leden.

  • 2 Ontstaat een nieuwe fractie door samenvoeging, dan kan de tegemoetkoming van de nieuw gevormde fractie niet groter zijn dat de tegemoetkoming die toekomt aan een fractie van gelijke grootte, als bedoeld in artikel 6 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van provinciale staten van Flevoland.

  • 3 Indien op de financiële vergoedingen reeds voorschotten zijn verstrekt vindt verrekening van die voorschotten plaats op de wijze als omschreven in het eerste en tweede lid.

  • 4 Teneinde voldoening aan verplichtingen die tegenover de medewerkers van de oorspronkelijke fractie bestaan, mogelijk te maken kan het Presidium, in afwijking van het eerste en tweede lid, een tijdelijke voorziening treffen.

  • 5 Een opgebouwde reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van Provinciale Staten als opvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 6 Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 7 Indien tijdens of na een zittingsperiode een fractie wordt opgeheven dient de opgebouwde reserve binnen drie maanden aan de Provincie te worden teruggestort.

Artikel 11

  • 1 Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage:

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen leden van provinciale staten plaatsvindt.

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen leden van provinciale staten plaatsvindt.

Artikel 12 Jaarlijkse indexering

De bedragen genoemd in de artikelen 6 en 8 worden jaarlijks, voor het eerst met ingang van 1 januari 2004 door het Presidium geïndexeerd overeenkomstig de daartoe in de provincie gebruikelijke wijze.

Artikel 13 Bevoorschotting

  • 1 De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2 In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen leden van provinciale staten plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

Paragraaf 3: Slotbepaling

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking met ingang van 20 maart 2003.

Artikel 15

De 'Verordening tegemoetkoming statenfracties', vastgesteld bij besluit van 4 juni 1998 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Voorzitter en secretaris.