Regeling vervallen per 25-09-2020

Verordening op de vertrouwenscommissie benoeming commissaris van de Koningin in de provincie Flevoland 2008

Geldend van 22-05-2008 t/m 24-09-2020

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie benoeming commissaris van de Koningin in de provincie Flevoland 2008

Provinciale Staten van Flevoland,

Besluiten: vast te stellen de navolgende:

Verordening vertrouwenscommissie benoeming commissaris van de Koningin in de provincie Flevoland 2008,

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de commissie: de vertrouwenscommissie;

  • b.

    de minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • c.

    de secretaris: de secretaris van de commissie;

  • d.

    profielschets: de eisen die aan de te benoemen commissaris worden gesteld met betrekking tot de vervulling van het ambt en die het onderwerp van het in artikel 61, tweede lid, van de Provinciewet bedoelde overleg zijn geweest en die vervolgens door Provinciale Staten zijn

    vastgesteld.

Artikel 2 Taak

De commissie heeft tot taak de beoordeling van kandidaten voor de vervulling van de vacature van de commissaris van de Koningin in de provincie Flevoland, één en ander ter voorbereiding van de aanbeveling inzake de benoeming als bedoeld in artikel 61, vijfde lid, van de Provinciewet

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1.

    Provinciale Staten benoemen de leden van de commissie op voordracht van de voorzitters van de fracties in Provinciale Staten.

  • 2.

    De fractievoorzitters dragen elk één lid van hun fractie voor het lidmaatschap van de commissie voor.

  • 3.

    Het lidmaatschap is persoonlijk, echter in geval van langdurig ziekte van meer dan een maand of overlijden kan een lid van de commissie worden vervangen. De betreffende fractie wordt in dat geval in de gelegenheid gesteld een vervanger voor te dragen.

  • 4.

    De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter

Artikel 4 Adviseur

Op voordracht van Gedeputeerde Staten wordt als adviseur aan de commissie toegevoegd, gedeputeerde H. Dijksma.

Het lidmaatschap is persoonlijk, echter in geval van langdurig ziekte van meer dan een maand of overlijden worden Gedeputeerde Staten in de gelegenheid gesteld een vervanger voor te dragen.

De adviseur heeft geen stemrecht.

Artikel 5 Secretaris

  • 1.

    De griffier, mevrouw A. Doesburg, is secretaris van de commissie en verleent, waar nodig, ambtelijke bijstand. De secretaris heeft geen stemrecht.

  • 2.

    Met instemming van Gedeputeerde Staten verleent de secretaris-algemeen directeur van de provincie, de heer T. van der Wal, aan de commissie bijstand. Bij afwezigheid van de secretaris treedt hij op als plaatsvervangend secretaris. Ook de plaatsvervangend secretaris heeft geen stemrecht.

Artikel 6 Geheimhouding

  • 1.

    Aan de leden van de commissie wordt geheimhouding opgelegd met betrekking tot alle informatie die zij verkrijgen door hun lidmaatschap van de commissie dan wel die betrekking heeft op de werkzaamheden van de commissie.

  • 2.

    De in het eerste lid vermelde verplichting geldt tevens voor de adviseur, bedoeld in artikel 4 en voor de secretaris en de plaatsvervangend secretaris, bedoeld in artikel 5.

  • 3.

    De voorzitter ziet erop toe dat de verplichting tot geheimhouding wordt nageleefd en neemt zonodig dienstige maatregelen.

  • 4.

    De verplichting tot geheimhouding blijft van kracht nadat de commissie haar werkzaamheden

    heeft beëindigd en is ontbonden.

Artikel 7 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee leden dit noodzakelijk

    achten.

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 3.

    De commissie kan slechts vergaderen, indien ten minste de helft van de leden aanwezig is.

Artikel 8 Stemming

  • 1.

    De commissie streeft naar een unanieme voordracht.

  • 2.

    Indien niet tot een unanieme voordracht gekomen kan worden, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk, of is ook in de volgende vergadering geen sprake van unanimiteit, zodat stemming nodig is, dan worden de

    verschillende meningen binnen de commissie ook ter kennis van de staten gebracht.

Artikel 9 Verslag

  • 1.

    De secretaris maakt een ontwerpverslag van het behandelde ter vergadering. Het verslag wordt door de commissie vastgesteld.

  • 2.

    Indien geen volgende vergadering wordt gehouden, stelt de voorzitter het verslag vast, nadat de leden van de commissie schriftelijk met het ontwerpverslag hebben ingestemd.

Artikel 10 Vertegenwoordiging en verzending en ondertekening van stukken

  • 1.

    De voorzitter van de commissie vertegenwoordigt de commissie en treedt op als contactpersoon en woordvoerder.

  • 2.

    Alle stukken, bestemd voor de commissie, worden gericht aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

Artikel 11 Sollicitatiegesprekken

  • 1.

    De commissie voert gesprekken met de door de minister op grond van artikel 61, derde lid, van de Provinciewet opgegeven kandidaten die door de minister in beginsel geschikt geacht worden voor benoeming.

  • 2.

    Al dan niet op verzoek van een niet door de minister doorgeleide kandidaat kan de commissie besluiten om ook met deze kandidaat, een gesprek te voeren; zij doet daarvan onverwijld mededeling aan de minister en betrekt het oordeel van de minister over deze kandidaat in haar beoordeling van de kandidaten.

  • 3.

    Indien de commissie besluit met een door de minister in beginsel geschikt geachte kandidaat geen gesprek te hebben, stelt de commissie de minister en de kandidaat daarvan schriftelijk op de hoogte.

  • 4.

    De commissie verricht de beoordeling van de kandidaten op basis van de profielschets.

  • 5.

    De commissie bepaalt haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten. Zij brengt over haar werkzaamheden schriftelijk verslag uit aan Provinciale Staten.

    De commissie brengt haar verslag ter kennis van de minister.

  • 6.

    Gelijktijdig met de inzending van het in het vorige lid bedoelde verslag doet de commissie in de volgorde van haar voorkeur schriftelijk opgave van twee kandidaten die naar haar oordeel voor benoeming in aanmerking komen.

  • 7.

    De commissie motiveert haar opgave en maakt melding van de opvattingen van de leden die niet instemmen met het verslag of de opgave, indien en voor zover deze leden daartoe de wens te kennen geven.

Artikel 12 Informatieverzameling

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris nodigen in overleg met de commissie de kandidaten, bedoeld in artikel 11, eerste en tweede lid, uit.

  • 2.

    De voorzitter stelt de plaats, datum en tijdstip van een gesprek zodanig vast dat de naam van een kandidaat niet bekend wordt bij één of meer andere kandidaten of bij derden.

  • 3.

    Op grond van artikel 61, vierde lid, van de Provinciewet verschaft de commissie zich de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten. De commissie vraagt deze informatie steeds op door tussenkomst van de minister.

Artikel 13 Tijdstip ontbinding commissie

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop aan Provinciale Staten bij Koninklijk Besluit bekend is gemaakt wie als Commissaris van de Koningin van Flevoland is benoemd.

Artikel 14 Archivering bescheiden

  • 1.

    De secretaris draagt er zorg voor dat alle archiefbescheiden in verzegelde enveloppen en gerubriceerd als 'geheim' vóór het tijdstip van de ontbinding van de commissie worden overgebracht naar de krachtens de Archiefwet door Provinciale Staten aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2.

    Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging volgens artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid 1. onder a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid worden de originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de minister, vóór het tijdstip van de ontbinding van de commissie aan de minister teruggezonden.

Artikel 15 inlevering bescheiden

  • 1.

    De leden, de adviseur, de secretaris en plaatsvervangend secretaris overhandigen alle aan hun verstrekte bescheiden en de kopieën die zij van deze bescheiden onder zich hebben, vóór het tijdstip van de ontbinding van commissie aan de secretaris.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde bescheiden alsmede de bescheiden en de kopieën die de secretaris dan wel de plaatsvervangend secretaris onder zich hebben, worden door de secretaris onverwijld vernietigd.

Artikel 16 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie, met inachtneming van hetgeen bij of krachtens wettelijk voorschrift is bepaald. Zo nodig voert de voorzitter van de commissie vooraf overleg met de minister.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: verordening vertrouwenscommissie benoeming commissaris van de Koningin in de provincie Flevoland 2008.

Artikel 18 Inwerkingtreding en geldigheidsduur

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking in het Provinciaal Blad en vervalt met ingang van de eerste de dag volgend op die waarop aan Provinciale Staten bij Koninklijk Besluit bekend is gemaakt wie als Commissaris van de Koningin van Flevoland is benoemd.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van provinciale staten van Flevoland, d.d.

21 mei 2008,

griffier, voorzitter,