Regeling vervallen per 25-09-2020

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2011

Geldend van 13-04-2013 t/m 24-09-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2011

De Provinciale Staten stellen de Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2011 vast.

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand

Artikel 1

  • 1 Een Statenlid wendt zich tot de griffier of de behandelend ambtenaar met een verzoek om:

    • i.

      feitelijke informatie van geringe omvang met betrekking tot een voor de panorama- , opinie- of besluitvormingsronde geagendeerd stuk;

    • ii.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;

    • b.

      Een statenlid wendt zich tot de griffier met alle verzoeken om bijstand anders dan in artikel 1, lid 1a, i en ii vermeld.

  • 2 De ambtenaar stelt het afdelingshoofd en de giffier in kennis van het contact als bedoeld onder het eerste lid, i en ii.

  • 3 Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, i en ii, stelt hij de griffier en secretaris of de door deze daartoe aangewezen ambtenaar daarvan in kennis. De secretaris of de door deze daartoe aangewezen ambtenaar beslist, na overleg met de griffier.

  • 4 De bijstand, bedoeld in lid 1b, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand vanwege de vereiste specifieke expertise niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2

  • 1 Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het Statenlid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de provinciale staten;

    • b.

      dit het belang van de provincie kan schaden;

  • 2 De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3 Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het Statenlid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken Statenlid het verzoek voorleggen aan de Commissaris van de Koningin. De Commissaris van de Koningin beslist , gehoord het Presidium, zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

  • 1 Indien een Statenlid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij hiervan mededeling aan de griffier.

  • 2 Indien overleg van de griffier met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de Commissaris van de Koningin. De Commissaris van de Koningin beslist, gehoord het Presidium, zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5

  • 1 Een ambtenaar is jegens zijn afdelingshoofd en/of de secretaris niet gehouden tot geheimhouding van verzoeken om ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, 3e lid en de door hem gegeven adviezen.

  • 2 Indien een ambtenaar aan een Statenlid ambtelijke bijstand als bedoeld in het eerste lid heeft verleend informeert hij via zijn afdelingshoofd het college van gedeputeerde staten over de verstrekte adviezen.

Paragraaf 2: Fractieondersteuning

Artikel 6

  • 1 De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van provinciale staten van Flevoland, ontvangen jaarlijks een algemene financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2 Fracties besteden de financiële bijdrage als bedoeld in lid 1 om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 3 De fracties zijn vrij in het besteden van de bijdrage onder 1 onder voorwaarde dat ten allen tijde de relatie aangetoond kan worden tussen het besteedde bedrag en het werk van de fractie.

  • 4 De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit staten- en commissieleden toekomen;

Artikel 7

  • 1 De fractievergoeding zoals omschreven in artikel 6 van deze verordening bestaat uit een vast deel voor elke fractie van € 14.690,- per jaar (2013, op basis van indexering) en een bedrag per fractielid van € 2918,- per jaar (2013, op basis van indexering).

  • 2 De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt bij wijze van voorschot in januari en in juli uitgekeerd.

  • 3 Het in enig jaar niet bestede gedeelte van de vergoeding toekomend aan een fractie wordt gereserveerd ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 4 De reserve bedoeld in het derde lid is op 1 januari niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 6, eerste lid, met dien verstande dat de reserve aan het einde van het laatste volle kalenderjaar van een zittingsperiode nihil is.

  • 5 Het bedrag waarmee de maximale reserve bedoeld in lid 4 wordt overschreden vervalt aan de provincie en wordt teruggevorderd dan wel in mindering gebracht op het eerstvolgende uit te betalen voorschot.

  • 6 Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve komt tot uitdrukking in het verslag over dat jaar, als bedoeld in artikel 8, eerste lid.

Artikel 8 Afrekening

  • 1 Jaarlijks, uiterlijk vóór 1 april leggen de fracties door tussenkomst van het Presidium schriftelijk verantwoording af aan Provinciale Staten over de besteding van de fractievergoedingen als bedoeld in artikel 6 in het daaraan voorafgaande kalenderjaar. De verantwoordingen volgen het kalenderjaar. In het jaar van de verkiezingen is er sprake van een gebroken boekjaar. De verantwoording bestaat uit het volledig ingevuld verantwoordingsdocument fractievergoedingen en onderbouwing van gemaakte kosten (gespecificeerd met o.a. bonnen en kwitanties).

  • 2 Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in lid 1.

  • 3 Het is niet toegestaan in enig jaar ten laste van een volgend begrotingsjaar werkzaamheden van de fractie te financieren.

  • 4 De accountant brengt hierover jaarlijks verslag uit aan PS in een rapport van bevindingen, waarin tevens het aspect rechtmatigheid wordt betrokken PS beslissen naar aanleiding van het uitgebrachte verslag van bevindingen van de accountant over de definitieve vaststelling van de verleende voorschotten per fractie. Lagere vaststelling van de definitieve vergoeding leidt voor een fractie tot verplichte terugbetaling van het verschil met de bevoorschotting.

  • 5   De verantwoordingsdocumenten fractievergoeding en het verslag van bevindingen worden openbaar gemaakt via publicatie op de website van Provinciale Staten.

Artikel 9 Ontstaan van nieuwe fracties/wijziging zetelaantal/opheffing fracties

  • 1 Vindt in een fractie een splitsing plaats die leidt tot de vorming van één of meer nieuwe fracties, dan worden de financiële tegemoetkomingen , genoemd in de artikelen 6 en 8 van de bij de splitsing betrokken fracties vastgesteld op de bedragen die worden gevonden door de tegemoetkoming, welke aan de ongesplitste fractie zou toekomen, te verdelen naar evenredigheid van de aantallen bij de splitsing betrokken leden.

  • 2 Ontstaat een nieuwe fractie door samenvoeging, dan kan de tegemoetkoming van de nieuw gevormde fractie niet groter zijn dat de tegemoetkoming die toekomt aan een fractie van gelijke grootte, als bedoeld in artikel 6 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van provinciale staten van Flevoland.

  • 3 Indien op de financiële vergoedingen reeds voorschotten zijn verstrekt vindt verrekening van die voorschotten plaats op de wijze als omschreven in het eerste en tweede lid.

  • 4 Teneinde voldoening aan verplichtingen die tegenover de medewerkers van de oorspronkelijke fractie bestaan, mogelijk te maken kan het Presidium, in afwijking van het eerste en tweede lid, een tijdelijke voorziening treffen.

  • 5 Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 6 Indien tijdens of na een zittingsperiode een fractie wordt opgeheven dient de opgebouwde reserve binnen drie maanden aan de Provincie te worden teruggestort.

Artikel 10

  • 1 Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage:

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen leden van provinciale staten plaatsvindt.

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen leden van provinciale staten plaatsvindt.

Artikel 11 Jaarlijkse indexering

De bedragen genoemd in artikel 7 worden jaarlijks, voor het eerst met ingang van 1 januari 2011 door het Presidium geïndexeerd overeenkomstig de daartoe in de provincie gebruikelijke wijze.

Artikel 12 Bevoorschotting

  • 1 In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden bestrijkt het eerste voorschot slechts het eerste kwartaal.

  • 2 In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het tweede voorschot in de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen leden van provinciale staten plaatsvindt verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

Paragraaf 3: Slotbepaling

Artikel 13

De ‘Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2013’ is van kracht met ingang van 1 januari 2012, onder gelijktijdige intrekking van de ‘verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2011.

Ondertekening

Vastgesteld d.d. 24 maart 2011