Regeling vervallen per 01-01-2020

IKAP plus-regeling

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

IKAP plus-regeling

Gedeputeerde Staten van Fryslân, gelet op artikel 125 Ambtenarenwet en artikel 4 lid 7 van het Provinciaal Reisbesluit Fryslân 2011 besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Ikap plus-regeling

Besluit nr. 11269/00945566 d.d. 5 april 2011 van Gedeputeerde Staten van Fryslân

Artikel 1

  • 1 De ambtenaar in de zin van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling Provincies, hierna te noemen medewerker, kan een aanvraag indienen om, in ruil voor een (aanvullende) belastingvrije maandelijkse kilometervergoeding voor het woon-werkverkeer, af te zien van een deel van het maandsalaris. Deze vergoeding is aanvullend voor zover reeds op grond van het Provinciaal Reisbesluit 2011 een vergoeding voor woon-werkverkeer wordt ontvangen.

  • 2 De (aanvullende) maandelijkse kilometervergoeding woon-werkverkeer wordt berekend per maand en over een periode van drie kalendermaanden, als een bedrag ineens uitbetaald, en wel in de maanden april, juli, oktober en januari. Alleen bij het einde van het dienstverband kan van het betaalmoment worden afgeweken.

  • 3 Niet in aanmerking voor de (aanvullende) maandelijkse kilometervergoeding woon-werkverkeer komt de medewerker die met het openbaar vervoer reist en vanwege de werkgever vervoersbewijzen krijgt verstrekt dan wel vergoed, behoudens voor de kilometers die gereisd worden van het woonadres naar de opstapplaats voor het openbaar vervoer, ook wel genoemd de aanreiskilometers.

Artikel 2

De medewerker kan alléén voorafgaande aan elke nieuwe maand schriftelijk verzoeken om niet langer in aanmerking te komen voor de in lid 1 bedoelde kilometervergoeding. Herziening met terugwerkende kracht is niet mogelijk.

Artikel 3

  • 1 De maandelijkse kilometervergoeding woon-werkverkeer is begrensd op de maximaal fiscaal vrijgestelde vaste maandelijkse kilometervergoeding berekend op basis van het door de medewerker middels een aanvraagformulier aangegeven werkelijk gereisde afstand van de woning naar het werk of naar het opstappunt openbaar vervoer. Deze afstand is, om voor de onderhavige regeling in aanmerking te komen, gemaximeerd op 75 km enkele reis. Voor de bepaling van de reisafstand wordt gebruikgemaakt van de snelste route volgens ANWB-routeplanner bij vervoer per auto en de fietsrouteplanner van de fietsersbond (kies optie makkelijk doorfietsen).

  • 2 De reisafstand van de woning naar het opstappunt openbaar vervoer dient minimaal 1,0 kilometer te zijn om voor vergoeding in aanmerking te komen.

  • 3 Bij de berekening van de maximaal fiscaal vrijgestelde maandelijkse kilometervergoeding wordt uitgegaan van 206 reisdagen per jaar bij een full-time dienstverband. Op deze maandelijkse kilometervergoeding wordt de vergoeding in mindering gebracht waarop op basis van het Provinciaal Reisbesluit Fryslân 2011 maandelijks recht bestaat.

  • 4 De berekening van de vergoeding is gebaseerd op de gereisde afstand en het aantal reisdagen per week.

Artikel 4

De medewerker kan alleen in aanmerking komen voor de vaste aanvullende maandelijkse kilometervergoeding als de werknemer naar verwachting op ten minste 128 dagen per jaar naar een vaste arbeidsplaats reist. Voor deeltijdmedewerkers geldt een evenredig deel van dit aantal dagen. Een aanvraag voor een vaste vergoeding wordt niet geaccepteerd als niet aan deze voorwaarde wordt voldaan. De medewerker die niet voldoet aan de 128 dagen eis of anderszins niet in aanmerking komt voor een vaste kilometervergoeding, kan per maand in aanmerking komen voor de maximaal fiscaal vrijgestelde kilometervergoeding na een schriftelijk verzoek onder opgave van het werkelijk gereisde dagen met de reisafstand.

Artikel 5

Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte, behoudt de medewerker de aanspraak op de vergoeding in de maand waarin hij zich ziek meldt, alsmede over de eerstvolgende maand. Indien de ziekte voortduurt, bestaat vanaf de daaropvolgende maand geen aanspraak op een kilometervergoeding. De aanspraak op een maandelijkse vergoeding wordt weer toegekend in de maand waarin de werknemer zijn werkzaamheden hervat.

Artikel 6

Voor toepassing van artikel C 17 (opbouw IKB) van de collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt uitgegaan van het loon als ware deze regeling niet toegepast.

Artikel 7

De medewerker die vanwege een sanctie geen aanspraken meer kan ontlenen aan het Provinciaal reisbesluit 2011, kan door ons van onderhavige regeling worden uitgesloten.

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: IKAP plusregeling Fryslân 2011.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt inwerking op de dag na publicatie in het Provincieblad en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

Ondertekening

Leeuwarden, 5 april 2011
voorzitter J.A. Jorritsma
secretaris A.J. van den Berg
 

Toelichting:

Deze regeling biedt een extra uitruiloptie voor kosten woon-werkverkeer naast de bestaande mogelijkheden die de IKAP biedt. In het Georganiseerd Overleg met de vakorganisaties over het nieuwe Provinciaal Reisbesluit 2011 is overeengekomen deze uitruilmogelijkheid te bieden. De werknemer kan in ruil voor het afstaan van een deel van het bruto-inkomen een gelijk bedrag aan netto vergoeding voor woon-werkvervoer terugkrijgen, voor zover dit binnen de fiscale vrijstellingsregels valt.

De medewerker die met het openbaar vervoer reist of carpoolt kan voor de aanreiskilometers naar het opstappunt OV of carpoolplaats gebruik maken van de uitruilmogelijkheid. De afstand dient minimaal 1.0 km te zijn om voor vergoeding in aanmerking te komen.

In een beperkt aantal situaties wordt geen vaste maandelijkse vergoeding gegeven, maar wordt op declaratiebasis een vergoeding gegeven (bijvoorbeeld bij gedeeltelijke werkhervatting na ziekte). In dat geval kan eveneens van de uitruilmogelijkheid gebruik worden gemaakt. Dit wordt maandelijks uitbetaald.

Reist men met een dienstauto, of wordt anderszins woon-werkverkeer al via een andere regeling vergoed, waarbij de uitgekeerde vergoeding hoger is dan € 0,19 p/km, komt men niet in aanmerking voor deze regeling.

Als je gebruik maakt van deze regeling ontvang je een bedrag ter hoogte van de maximale vergoeding die volgens de Belastingdienst als onbelaste, vaste vergoeding voor woon-werkverkeer mag worden uitgekeerd. Het uitgekeerde bedrag wordt één keer per kwartaal uitgekeerd en wordt tegelijkertijd in mindering gebracht op je bruto-maandsalaris. Je krijgt dan dus een netto-vergoeding voor je reiskosten in plaats van bruto salaris. Over dit bedrag worden geen loonheffing en premies geheven, en levert dus, afhankelijk van het betaalde belastingtarief, een fiscaal voordeel op. De werknemer is zelf verantwoordelijk voor de juiste gegevens. Bij het verstrekken van onjuiste gegevens zal de fiscus bij de werknemer een naheffing kunnen opleggen.

Door inlevering van bruto salaris houdt de werkgever over een lager bruto salaris, loonheffing en premies sociale verzekering in. Dit kan voordelen én nadelen hebben waar een deelnemer rekening mee dient te houden als deze kiest voor toepassing van deze regeling. Voordeel: een hoger netto salaris. Daarnaast kan dit ook van invloed zijn op de hoogte van inkomensafhankelijke toeslagen (denk dan kindertoeslag, zorgtoeslag en huurtoeslag). Een nadeel is dat een lager bruto salaris gevolgen kan hebben mocht de medewerker gebruik moeten maken van de WW of WIA. Voor de berekening van de hoogte van deze uitkeringen wordt immers uitgegaan van het bruto inkomen. Het lagere brutoloon heeft geen gevolgen voor de pensioengrondslag.

Boven 75 km enkele reis wordt geen onbelaste vaste kilometervergoeding per maand betaald. Bij 75 km enkele reis is de maandelijks netto vergoeding 2x75 x206 dagen x € 0,19 : 12 maanden = € 489,25.