Regeling vervallen per 13-06-2019

Besluit van de Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent subsidie kavelruil Subsidieregeling kavelruil Fryslân 2015

Geldend van 25-04-2018 t/m 12-06-2019

Intitulé

Besluit van de Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent subsidie kavelruil Subsidieregeling kavelruil Fryslân 2015

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

gelet op: artikelen 14 en 15 van Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, zoals gepubliceerd in L 193/1 van 1 juli 2014; en artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

overwegende dat het wenselijk is te investeren in de verkaveling van landbouwgronden en hiermee bij te dragen aan de verbetering van de agrarische infrastructuur, de ecologische hoofdstructuur en de weidevogelkerngebieden van de provincie Fryslân;

besluiten de Subsidieregeling kavelruil Fryslân 2015 vast te stellen als volgt:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    agrarische onderneming: natuurlijke persoon of rechtspersoon die als economische activiteit gewassen teelt of dieren houdt, met als doel deze, of de producten die daaruit voortkomen, te verkopen;

  • b.

    inpassingsmaatregelen: maatregelen die noodzakelijk zijn om kavels bewerkbaar te maken en eventuele negatieve neveneffecten van de herverkaveling tegen te gaan;

  • c.

    inrichtingswerkzaamheden: investeringen voor inpassingsmaatregelen ten behoeve van de agrarische infrastructuur, de ecologische hoofdstructuur of weidevogelkerngebieden;

  • d.

    kavelruil: het bij schriftelijke overeenkomst, op vrijwillige basis meer praktisch en efficiënt verdelen van het grondeigendom van tenminste drie inbrengende partijen, waarvan ten hoogste één partij een geldsom bedingt en waarbij de bij die overeenkomst voorziene verdeling in goederenrechtelijke zin uiteindelijk plaatsvindt bij notariële akte, die wordt ingeschreven in de openbare registers;

  • e.

    toegedeelde hectare: door een deelnemer aan kavelruil ontvangen hectare op basis van een kavelruilovereenkomst;

  • f.

    Verordening (EU) 702/2014: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, zoals gepubliceerd in L 193/1 van 1 juli 2014;

  • g.

    weidevogelkerngebieden: gebieden die als weidevogelkansgebied zijn aangemerkt op kaart 1 ‘Weidevogelkansgebieden en parels’, zoals opgenomen in bijlage 1 bij de Weidevogelnota 2014-2020.

Hoofdstuk 2 Kavelruil

Artikel 2.1 Doel

De subsidie heeft tot doel de realisatie van kavelruil ten behoeve van de verbetering van de agrarische infrastructuur, de ecologische hoofdstructuur en weidevogelkerngebieden.

Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het inrichten van landbouwgronden die betrokken zijn bij een kavelruil.

Artikel 2.3 Doelgroep

Subsidie kan verstrekt worden aan:

  • a.

    de eigenaar of gebruiksgerechtigde van landbouwgrond, zijnde kleine en middelgrote ondernemingen als omschreven in bijlage I bij Verordening (EU) 702/2014 of samenwerkingsverbanden daarvan;

  • b.

    publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • c.

    stichtingen of verenigingen.

Artikel 2.4 Aanvraagperiode

  • 1 Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend binnen een tijdvak waarvoor Gedeputeerde Staten een subsidieplafond hebben opengesteld.

  • 2 Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien deze is ontvangen binnen de in het eerste lid genoemde tijdvak.

Artikel 2.5 Aanvraag

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de daarin verplichte bijlagen.

Artikel 2.6 Weigeringsgronden

Een aanvraag voor subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    het landbouwbedrijf een onderneming in moeilijkheden is in de zin van artikel 2, veertiende lid, Verordening (EU) 702/2014;

  • b.

    ten aanzien van de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

  • c.

    de aanvraag betreffende kosten als bedoeld in artikel 2.8, onderdeel a,  meer dan zes maanden na het passeren van de notariële akte van de kavelruil is ingediend;

  • d.

    de aanvraag betreffende kosten als bedoeld in artikel 2.8, onderdeel b, meer dan twaalf maanden na het passeren van de notariële akte van de kavelruil is ingediend;

  • e.

    de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2.8, onderdeel b, voor het indienen van de aanvraag zijn gestart;

  • f.

      voor de activiteiten eerder subsidie is verstrekt in het kader van de Subsidieregeling Natuur en Landelijk Gebied of de Subsidieregeling kavelruil Fryslân 2015.

Artikel 2.7 Activiteiten die reeds in uitvoering zijn

[vervallen]

Artikel 2.8 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, kan subsidie worden verstrekt voor marktconforme inrichtingswerkzaamheden, samenhangend met de kavelruil, waaronder wordt verstaan:

  • a.

    de kosten voor minimaal noodzakelijke aanpassing van de hoofdontsluiting van de toegedeelde percelen, voor 100% van de subsidiabele kosten, met dien verstande dat de subsidie voor de aanleg of verbetering van een dam niet meer bedraagt dan € 3.500,- ;

  • b.

    de kosten van inrichtingsmaatregelen, samenhangend met de ruiling van gronden, ten behoeve van agrarische doelen of natuurdoelen en waarvan de betreffende agrarische ondernemer voordeel geniet, voor ten hoogste 40% van subsidiabele kosten, met een maximum van € 600 per toegedeelde hectare;

  • c.

    de kosten van inrichtingsmaatregelen, samenhangend met de ruiling van gronden, ten behoeve van andere dan agrarische doelen en waarvan de betreffende agrarische ondernemer geen voordeel geniet, voor 100% van de subsidiabele kosten; en

  • d.

    de kosten voor minimaal noodzakelijke aanpassingswerken ten behoeve van het herstel van de waterbeheersing ten behoeve van de toegedeelde kavels en percelen.

Artikel 2.10 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a

    proceskosten;

  • b

    planvormingskosten;

  • c

    kosten van een adviseur, een kavelcoördinator en een taxateur;

  • d

    notaris- en kadasterkosten;

  • e

    kosten van het saneren van de bodem;

  • f

    kosten voor leges voor vergunningen en procedures;

  • g

    kosten voor verwerking, aankoop of afzet van landbouwproducten;

  • h

    kosten voor betalingsrechten;

  • i

    kosten in verband met drainage, met uitzondering van hersteldrainage;

  • j

    kosten voor het doorhalen of inschrijven van hypotheken;

  • k

    kosten voor aankoop van gronden.

Artikel 2.11 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt maximaal € 24.500,- per aanvrager.

Artikel 2.12 Verdeelsystematiek

  • 1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 2 Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 2.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten te starten uiterlijk binnen zes maanden na subsidieverstrekking, tenzij in de beschikking tot subsidieverstrekking anders is bepaald.

  • 2 De activiteiten worden afgerond binnen een jaar na de subsidieverstrekking, tenzij in de beschikking tot subsidieverstrekking anders is bepaald.

  • 3 Gedeputeerde staten kunnen op verzoek de termijnen genoemd in het eerste en tweede lid verlengen.

  • 4 De subsidieontvanger verleent medewerking aan een door of vanwege het provinciaal bestuur in te stellen controle van de administratie. Hij verstrekt daartoe inzage in zijn administratie en verstrekt inlichtingen.

Artikel 2.14 Prestatieverantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd met behulp van een activiteitenverslag, facturen van de werkzaamheden en beeldmateriaal aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn verricht en dat aan de opgelegde verplichtingen is voldaan.

Artikel 2.15 Staatssteun

Subsidie wordt slechts verstrekt met toepassing van hoofdstuk I en artikel 14 van Verordening (EU) Nr. 702/2014.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Intrekking en overgangsrecht

  • 1 Paragraaf 2.1 van de Subsidieregeling Natuur en Landelijk Gebied Fryslân wordt ingetrokken.

  • 2 Paragraaf 2.1 van de Subsidieregeling Natuur en Landelijk Gebied Fryslân blijft van kracht ten aanzien van:

    • a.

      aanvragen die voor inwerkingtreding van onderhavige regeling zijn ontvangen;

    • b.

      subsidies die voor inwerkingtreding van onderhavige regeling zijn verstrekt.

Artikel 3.2 Inwerkingtreding

 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3.3 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling kavelruil Fryslân 2015.

Ondertekening

Leeuwarden, 30 juni 2015
Voorzitter J.A. Jorritsma
Secretaris drs. A.J. van den Berg
 

Toelichting

Algemene toelichting Op basis van Foarútbuorkje II, de Landbouaginda 2014-2020 maakt de provincie Fryslân kavelruil mogelijk door subsidies. Deze subsidies worden verstrekt ter verbetering van de kavelstructuur van de landbouw in Fryslân, realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en weidevogelkerngebieden.

Vrijwillige kavelruil heeft tot doel de ligging van kavels en percelen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het bedrijfsgebouw te verbeteren. Sommige kavelruilen kunnen tevens plaatsvinden teneinde andere dan agrarische doelen te realiseren. Niet-agrarische doelen zijn het verbeteren van weidevogelkerngebieden en de EHS. Kavelruilen kunnen, gekoppeld aan de ruilingen, gecombineerd worden met kavelinrichtingswerken.

Subsidieaanvragen voor vrijwillige kavelruilen kunnen door de betrokken ondernemers, eigenaren, erfpachters, door hen gemachtigden of door bestuurscommissies als bedoeld in artikel 81, eerste lid van de Provinciewet ingediend worden.

In geval van bestuurscommissies betreft het veelal projecten voor ‘planmatige kavelruil’, waarvoor de bestuurscommissie een plan indient voor een bepaalde periode met een te realiseren prestatie (aantal hectares kavelruil) en daarvoor geraamde kosten. Bestuurscommissies binnen een gebiedsontwikkeling hebben een eigen budget voor kavelruil en kunnen kavelruilen niet indienen bij het kavelruilbureau.

De ruilverkaveling dient bij te dragen aan een effectiever gebruik van gronden voor de huidige functie (verbetering agrarische structuur) of de realisatie van een nieuwe functie op het gebied van landbouw, natuur, landschap, water, infrastructuur of recreatie.

Subsidiabele activiteiten en kosten De regeling maakt een onderscheid tussen proceskosten en inrichtingskosten. Proceskosten kunnen achteraf gesubsidieerd worden, mits de proceskosten tot maximaal een jaar vóór de indiening van de aanvraag zijn gemaakt en maximaal een half jaar na aktepassering worden ingediend. Voor inrichtingswerkzaamheden geldt dat deze niet voorafgaand aan het verzoek om subsidie uitgevoerd kunnen worden.

Uitleg begrippen

Agrarisch voordeelAgrarisch voordeel is datgene waarbij de agrariër voordeel geniet door de kavelruil, hierbij te denken aan vergroting huiskavel, concentratie/dichter bij huis brengen van veldkavels, vergroting gebruikspercelen, demping van sloten, egalisatiewerkzaamheden, e.d. Investeringen verband houden met agrarische voordelen worden voor 40% gesubsidieerd. Gezien het voordeel voor de agrarische ondernemer dient in deze gevallen mede geïnvesteerd te worden door de aanvrager zelf.

Niet-agrarisch voordeel Niet agrarisch voordeel is het effect van de kavelruil waarvan de agrariër geen voordeel geniet, hierbij te denken aan een ruiling ten behoeve van het vrijmaken EHS gebieden. Bij kavelruil zonder agrarisch voordeel vindt meestal geen vergroting plaats van de huis- en veldkavels. Voordelen als concentratie, dichter bij huis brengen van veldkavels en waterpeilverlaging zijn ten behoeve van de agrariër. Het aanbrengen van natuurvriendelijke oevers en verbetering EHS zijn voorbeelden van niet-agrarisch voordeel.

Investeringen verband houdende met niet-agrarische voordelen worden voor 100% gesubsidieerd.

Marktconforme tarievenMarktconform betekent dat voor de te verrichten of reeds verrichte werkzaamheden uurtarieven worden gehanteerd die op dat moment in vergelijkbare situaties door anderen ook gehanteerd worden. Het uurtarief van een notaris is anders dan van een kavelruilcoördinator of een adviseur. Zowel in opbouw als de hoogte. Bij het verzoek om subsidies dient dan ook een opbouw van het uurtarief aangeleverd te worden. Bij het bepalen van een uurtarief kan de aard/moeilijkheidsgraad van de werkzaamheden een rol spelen.

Samenloop van takenIndien de notaris zowel de rol van kavelruilcoördinator als notaris op zich neemt, dient bij de aanvraag een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen de gemaakte uren in de verschillende hoedanigheden. De hoogte van de vergoeding is in zo’n geval namelijk afhankelijk van de aard van de werkzaamheden.