Regeling vervallen per 17-11-2022

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de vaststelling van een openstellingsbesluit op grond van de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014 Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen water/ KRW – en Klimaat d.d. najaar 2017

Geldend van 25-01-2018 t/m 16-11-2022 met terugwerkende kracht vanaf 16-10-2017

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de vaststelling van een openstellingsbesluit op grond van de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014 Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen water/ KRW – en Klimaat d.d. najaar 2017

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

gelet op artikel 1.3 van de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020

BESLUITEN

De volgende nadere regels vast te stellen:

Artikel 1 Openstelling en subsidieplafond

  • 1.1. De maatregel niet-productieve investeringen water (paragraaf 2.6 van de Regeling POP3 subsidies), voor de periode van 16 oktober 2017 tot en met 22 januari 2018, 17.00 uur open te stellen voor aanvragen.

  • 1.2. Het subsidieplafond voor het onder artikel 1, eerste lid genoemde tijdvak vast te stellen op € 12 miljoen, waarvan 50% bestaat uit Europese ELFPO-middelen en 50% uit overheidsmiddelen.

  • 1.3. Indien overheden subsidie aanvragen, dragen zij de 50% overheidsmiddelen zelf bij.

Artikel 2 Begripsbepalingen

In aanvulling op de begripsbepalingen zoals genoemd in artikel 1.1 van de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020 wordt in dit besluit verstaan onder:

  • a.

    bergen van water: het tijdelijk opslaan van een teveel aan water om schade te voorkomen;

  • b.

    conserveren van water: het zo lang mogelijk vasthouden van water in de bodem ter bestrijding van verdroging en het voorkomen van droogteschade;

  • c.

    groene zuivering: ondiepe waterzones waarin riet en andere boven water uitstekende water- en oeverplanten kunnen groeien in een hoge dichtheid (meer dan 50% van het oppervlak);

  • d.

    klimaatdoelen: verminderen van kwetsbaarheid van het watersysteem voor de gevolgen van zeespiegelstijging en voor extreme weersomstandigheden die als gevolg van klimaatverandering ontstaan. Dit laatste gaat zowel om situaties met extreme droogte als om situatie met wateroverlast. Deze doelen worden voor Fryslân beschreven in het waterhuishoudingsplan van de provincie Fryslân (het Vierde Waterhuishoudingsplan, te vinden op: www.fryslan.frl/whp4);

  • e.

    klimaatmaatregelen: maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van klimaatverandering voor het watersysteem en de daarvan afhankelijke functies op te vangen;

  • f.

    KRW: Kaderrichtlijn Water, de Europese richtlijn die tot doel heeft uiterlijk in 2027 een goede chemische en ecologische waterkwaliteit te bereiken in alle Europese oppervlaktewateren en grondwateren en de lidstaten verplicht de daartoe noodzakelijke maatregelen te nemen;

  • g.

    KRW-doelen: doelen gericht op een betere waterkwaliteit, waarmee voldaan wordt aan de vereisten van de Kader Richtlijn Water. Deze doelen zijn voor Fryslân beschreven in de KRW-nota’s;

  • h.

    KRW-maatregelen: maatregelen die bijdragen aan de realisatie van de Friese KRW-doelen;

  • i.

    KRW-nota’s: de nota waarin de provincie Fryslân de doelen en (op hoofdlijnen) de maatregelen samenvat voor de Kaderrichtlijn Water, voor de periode 2016-2021 (Notitie KRW in Fryslân 2016-2021, 16 december 2015, en de KRW-beslisnota 2016-2021 d.d.29 september 2015 van het Wetterskip Fryslân, beide te vinden op https://www.fryslan.frl/pop3;

  • j.

    KRW-opgavenkaart POP3: kaart met daarop aangegeven de locaties, wateren en gemalen waarvoor KRW-opgaven gelden. De kaart is te vinden op https://www.fryslan.frl/pop3;

  • K.

    maalkom: het aanleggen van een verdiept deel van een hoofdwatergang dichtbij een gemaal aan de in- of de uitstroomkant, met in het verlengde daarvan vegetatiezones die dienen als groene zuivering;

  • L.

    natuurvriendelijk inrichten: aanleggen en/of inrichten van ondiepe waterzones met een waterbreedte van 3-5 meter tot op een waterdiepte van 0,5 tot 0,7 m aan één zijde van de watergang;

  • M.

    de Regeling: de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020;

  • N.

    vasthouden van water: het tijdelijk of gedurende langere tijd opslaan van water om schade als gevolg van wateroverlast en/of watertekorten tegen te gaan;

  • O.

    verbreden van hoofdwatergangen: verbreden van hoofdwatergangen met minimaal 2 meter of verbreden van lokaal zeer smalle hoofdwatergangen met minimaal 20% van de huidige breedte op of net boven de waterlijn aan één zijde van de watergang;

  • P.

    vispassage: voorziening die het voor vissen mogelijk maakt obstakels als stuwen, gemalen en dergelijke, te passeren;

  • Q.

    waterhuishoudingsplan: het regionale waterplan bedoeld in artikel 4.4. van de Waterwet, waarin de provincie de hoofdlijnen van het in Fryslân te voeren waterbeleid vastlegt, voor de periode 2015-2021. Dit beleid is gericht op de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast en de inrichting van watersystemen met voldoende en schoon water. Het Vierde Waterhuishoudingsplan, door Provinciale Staten van Fryslân vastgesteld op 20 april 2016, is te vinden op www.fryslan.frl/whp4.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.6.1 van de Regeling wordt subsidie verstrekt voor de volgende investeringen voor KRW- en/of klimaatdoelen afkomstig uit de KRW-nota’s en/of het Waterhuishoudingsplan:

  • 3.1.

    KRW-maatregelen:

    • 1.

      verbreding van overige te smalle hoofdwatergangen, mits dit niet leidt tot grondwaterstandsverlaging;

    • 2.

      verbreding en/of natuurvriendelijke inrichting in ecologisch belangrijke hoofdwatergangen;

    • 3.

      aanleg van ondiepe waterzones in KRW-boezemmeren die voldoende luw zijn, met een waterdiepte van 0,5 tot 0,7 meter diep;

    • 4.

      verbreding en/of natuurvriendelijke inrichting in te smalle of ecologische belangrijke KRW-hoofdwatergangen of KRW-boezemkanalen;

    • 5.

      aanleggen van vispassages;

    • 6.

      aanleggen van maalkommen met groene zuivering bij de gemalen op de KRW opgavenkaart POP3.

De typen watergangen staan vermeld op de KRW Opgavenkaart POP3 evenals locaties voor aanleg maalkommen en vispassages.

Alleen maatregelen die uitgevoerd worden op locaties aangegeven op de KRW Opgavenkaart POP3, komen voor subsidie in aanmerking.

  • 3.2.

    Klimaatmaatregelen:

    • 1.

      Maatregelen, die bijdragen aan het conserveren van water in of op de bodem en aan een hogere grondwaterstand in landbouwgebieden, inclusief de daarbij behorende werkzaamheden en aanleg of benodigde aanpassing van kunstwerken, met uitzondering van drainage. Maatregelen betreffen:

      • a.

        verondiepen of dempen van sloten waarbij het eventueel verlies aan berging wordt gecompenseerd;

      • b.

        aanleg van infiltratiegreppels en -gronden in zandgebieden;

      • c.

        opzetten peilen.

    • 2.

      Maatregelen die leiden tot het vasthouden of bergen van water, inclusief de daarbij behorende werkzaamheden en kunstwerken met uitzondering van drainage. Maatregelen betreffen:

      • a.

        inrichting van bergings- of retentiegebieden;

      • b.

        de omzetting van winterpolders naar zomerpolders of boezemgebied;

      • c.

        het vergroten van het oppervlak open water in te smalle hoofdwatergangen mits dit niet leidt tot grondwaterstandsverlaging;

      • d.

        de inrichting van gebieden in beekdalen of elders in vrij afwaterende gebieden waarmee water kan worden vastgehouden of geborgen;

      • e.

        aanpassing van de waterhuishoudkundige inrichting en kunstwerken met het oog op het vertragen van de afvoer tijdens afvoerpieken;

      • f.

        compenserende maatregelen voor laagste percelen om watersysteem klimaatbestendig te maken, zoals ophogen;

      • g.

        minder kwetsbaar maken van watersystemen door lage gronden om te vormen of in te zetten voor waterberging.

    • 3.

      Vertragen van inklinking en veenafbraak door het verhogen van het waterpeil in (delen van) veenweidegebieden tot 0,6 meter onder maaiveld of hoger en de aanpassing of aanleg van kunstwerken die daarvoor nodig zijn, met uitzondering van drainage.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie op grond van deze openstelling kan aangevraagd worden door:

  • a.

    landbouwers;

  • b.

    grondeigenaren;

  • c.

    grondgebruikers;

  • d.

    landbouworganisaties;

  • e.

    natuur- en landschapsorganisaties;

  • f.

    provincies;

  • g.

    waterschappen;

  • h.

    gemeenten;

  • i.

    samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 5.1 Van de in artikel 2.6.3 van de Regeling genoemde kosten, kan subsidie worden verstrekt voor:

    • a.

      de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende goederen;

    • b.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • c.

      de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs;

    • d.

      de kosten van adviezen duurzaamheid op milieu en economisch gebied;

    • e.

      de kosten van haalbaarheidsstudies;

    • f.

      niet verrekenbare of niet compensabele BTW;

    • g.

      personeelskosten.

  • 5.2 In afwijking van artikel 1.12, eerste lid van de Regeling kan ook subsidie worden verstrekt voor de voorbereidingskosten zoals bedoeld in artikel 1.12, derde lid van de Regeling, mits zij gemaakt zijn binnen één jaar voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 6 Hoogte subsidie

  • 6.1. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten. De subsidie bestaat voor 50% uit Europese ELFPO-middelen.

  • 6.2. De subsidiabele kosten voor het verondiepen van KRW-boezemmeren bedragen niet meer dan €50.000 per hectare.

Artikel 7 Verplichtingen aanvrager

  • 7.1 De aanvraag wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.7 van de Regeling en conform de formats (zie website SNN: http://www.snn.eu/POP3 ) ingediend.

  • 7.2 In aanvulling op artikel 1.23 van de Regeling kan één keer per kalenderjaar een aanvraag om een voorschot worden ingediend

Artikel 8. Selectiecriteria

Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking van subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 1.15 van de Regeling de investeringslijst genoemd in artikel 3 waarin investeringen zijn opgenomen die bijdragen aan het realiseren van KRW- of klimaatdoelen.

Artikel 9. De puntensystematiek

  • 9.1. De punten per maatregel uit de investeringslijst genoemd in artikel 3 staan vermeld in bijlage 1 bij deze openstelling.

  • 9.2. De mate waarin de maatregelen uit de investeringslijst genoemd in artikel 3 bijdragen aan het realiseren van KRW- eof klimaatdoelen bepaalt het aantal punten.

  • 9.3. De punten per KRW- of klimaatmaatregel uit het projectplan worden bij elkaar opgeteld.

  • 9.4. In aanvulling op artikel 1.15 van de Regeling worden de projecten gerangschikt op volgorde van de meest behaalde punten naar het laagst aantal behaalde punten

  • 9.5. Er is een minimumscore van 1 punt vereist.

  • 9.6. Indien meerdere aanvragen hetzelfde aantal punten scoort en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, gaan integrale projecten met zowel KRW- als klimaatmaatregelen voor en vervolgens projecten met de hoogste puntenscore voor KRW -maatregelen.

    Als dat nog steeds aanvragen met gelijke scores oplevert, wordt door middel van loting bepaald welke aanvraag als eerste wordt gehonoreerd.

  • 9.7 In het geval het subsidieplafond zal worden overschreden door een aanvraag waarbij het gevraagde subsidiebedrag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond of indien het subsidiebedrag wordt overschreden door meerdere aanvragen en de onderlinge rangschikking tussen de aanvragen is gelijk, kan Gedeputeerde Staten besluiten dat het subsidieplafond wordt verhoogd met het bedrag dat nodig is om het project dat zorgt of de projecten die zorgen voor de overschrijding van het subsidieplafond te subsidiëren.

Artikel 10. Informatie voor de selectie van projecten

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.7 van de Regeling bevat de aanvraag voor het vaststellen van de scores zoals bedoeld in artikel 8 de volgende informatie:

  • een kaart met daarop aangegeven de locatie of locaties waar welke maatregelen worden uitgevoerd;

  • voor KRW-maatregelen: een vermelding van de lengte van het traject of de trajecten waarlangs de watergang verbreed en/of natuurvriendelijk ingericht wordt, afgerond naar hele kilometers;

  • voor klimaat-maatregelen: vermelding van het aantal m3 waterberging of aantal m3 vastgehouden grondwater indien van toepassing. De hoeveelheid m3 vastgehouden grondwater wordt berekend als volgt: verhoging gemiddeld laagste grondwaterstand x hectares x 0,5. Aanvrager dient in zijn aanvraag aan te tonen hoe zijn berekening tot stand is gekomen.

  • een nadere specificatie van de proceskosten van de uit te voeren maatregelen.

Artikel 11. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de Regeling wordt subsidie geweigerd als:

  • a.

    de maatregel geen directe link heeft met de landbouw conform artikel 2.6.1 van de Regeling;

  • b.

    de KRW-maatregelen niet uitgevoerd worden op locaties aangegeven op de KRW-Opgavenkaart POP3;

  • c.

    de toe te kennen subsidie, zoals die volgt uit de beoordeling van de subsidieaanvraag lager is dan € 200.000,-;

  • d.

    het totaal aan proceskosten voor voorbereiding en uitvoering van de fysieke maatregelen meer dan 30% van de totale subsidiabele kosten bedraagt; dat betreft de kosten die vallen onder artikel 5, onderdeel c, d, e en g inclusief bijbehorende niet verrekenbare of compensabele BTW.

Artikel 12. Citeertitel en inwerkingtreding

Dit besluit wordt aangehaald als Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen water/ KRW – en Klimaat d.d. najaar 2017 en treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Bijlage 1 Maatregelen en puntenscore

KRW-maatregel

Punten

Eenheid

verbreding van overige te smalle hoofdwatergangen mits dit niet leidt tot grondwaterstandsverlaging

1 punt

vermenigvuldigd maal het aantal hele km dat wordt gerealiseerd

verbreding en/of natuurvriendelijke inrichting in ecologisch belangrijke hoofdwatergangen

1 punt

vermenigvuldigd maal het aantal hele km dat wordt gerealiseerd

aanleg van ondiepe waterzones in KRW-boezemmeren die voldoende luw zijn, met een waterdiepte van 0,5 tot 0,7 meter diep

1 punt

vermenigvuldigd met het aantal hectare dat wordt gerealiseerd

verbreding en/of natuurvriendelijke inrichting in te smalle of ecologische belangrijke KRW-hoofdwatergangen of KRW-boezemkanalen

2 punten

maal het aantal hele km dat wordt gerealiseerd

aanleggen van vispassages

3 punten

per vispassage

aanleggen van maalkommen met groene zuivering bij de gemalen op de KRW opgavenkaart POP3

4 punten

per aangelegde maalkom met groene zuivering

De typen watergangen staan vermeld op de KRW Opgavenkaart POP3 evenals locaties voor aanleg maalkommen en vispassages.

Alleen maatregelen die uitgevoerd worden op locaties aangegeven op de KRW Opgavenkaart POP3, komen voor subsidie in aanmerking.

Klimaatmaatregel

Punten

Maatregelen, die bijdragen aan het conserveren van water in of op de bodem en aan een hogere grondwaterstand in landbouwgebieden, inclusief de daarbij behorende werkzaamheden en aanleg of benodigde aanpassing van kunstwerken, met uitzondering van drainage.

Maatregelen betreffen:

  • a.

    verondiepen of dempen van sloten waarbij het eventueel verlies aan berging wordt gecompenseerd;

  • b.

    aanleg van infiltratiegreppels en -gronden in zandgebieden;

  • c.

    opzetten peilen.

1 punt per maatregel plus één punt extra per 5.000 m3 vastgehouden grondwater

Maatregelen die leiden tot het vasthouden of bergen van water, inclusief de daarbij behorende werkzaamheden en kunstwerken met uitzondering van drainage.

Maatregelen betreffen:

  • a.

    inrichting van bergings- of retentiegebieden;

  • b.

    de omzetting van winterpolders, naar zomerpolders of boezemgebied;

  • c.

    het vergroten van het oppervlak open water in te smalle hoofdwatergangen mits dit niet leidt tot grondwaterstandsverlaging;

  • d.

    de inrichting van gebieden in beekdalen of elders in vrij afwaterende gebieden waarmee water kan worden vastgehouden of geborgen;

  • e.

    aanpassing van de waterhuishoudkundige inrichting en kunstwerken met het oog op het vertragen van de afvoer tijdens afvoerpieken;

  • f.

    compenserende maatregelen voor laagste percelen om watersysteem klimaatbestendig te maken, zoals ophogen;

  • g.

    minder kwetsbaar maken van watersystemen door lage gronden om te vormen/in te zetten voor waterberging.

1 punt per maatregel plus één extra punt per 5000 m3 water die geborgen kan worden in watergangen, op maaiveld of in de bodem in extreme neerslagsituaties

Vertragen van inklinking en veenafbraak door het verhogen van het waterpeil in (delen van) veenweidegebieden tot 0,6 meter onder maaiveld of hoger en de aanpassing of aanleg van kunstwerken die daarvoor nodig zijn, met uitzondering van drainage

1 punt

Toelichting

Artikel 1. Openstelling en subsidieplafond

De maatregel niet-productieve investeringen water/ KRW – en Klimaat d.d. najaar 2017 is gericht op niet-productieve investeringen in het landelijk gebied die betrekking hebben op de (her)inrichting of transformatie en het beheer van het watersysteem voor landbouw-, water- en klimaatdoelen. Niet-productieve investeringen zijn investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van een bedrijf tot gevolg hebben.

Deze openstelling richt zich specifiek op maatregelen die bijdragen aan de realisatie van KRW-en/of klimaatdoelen. Deze doelen worden voor Fryslân beschreven in het waterhuishoudingsplan van de provincie (Vierde Waterhuishoudingsplan, 20 april 2016 door Provinciale Staten vastgesteld en is te vinden op: www.fryslan.frl/whp4) en KRW-nota’s: de nota waarin de provincie Fryslân de doelen en (op hoofdlijnen) de maatregelen beschrijft voor de Kaderrichtlijn Water, voor de periode 2016-2021 (Notitie KRW in Fryslân 2016-2021, 16 december 2015) en de KRW-beslisnota 2016-2021 d.d. 29 september 2015 van Wetterskip Fryslân; beide te vinden op te vinden op www.fryslan.frl/pop3.

De investeringen dienen altijd een link te hebben met de landbouw. Daaronder verstaan we investeringen die de landbouw helpen om aan de realisatie van KRW-doelen bij te dragen. Daarbij kan het ook gaan om investeringen waarmee negatieve effecten van de landbouw op de waterkwaliteit te niet gedaan of gecompenseerd worden.

Investeringen in klimaatmaatregelen moeten eenzelfde link met de landbouw hebben: ze leiden tot een robuust watersysteem dat ten goede komt aan de landbouw in het algemeen of de maatregelen compenseren negatieve effecten van een (lokaal) op de landbouw toegesneden waterhuishouding (uit het verleden).

De investeringslijst van maatregelen zoals genoemd in artikel 3 voldoet aan deze voorwaarden.

Deze openstelling is een nadere invulling van de algemene bepalingen uit de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020.

Subsidie bestaat uit Europese ELFPO-middelen en 50% uit overheidsmiddelen. Dit is in principe de provincie Fryslân, tenzij de aanvrager een andere overheid betreft.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

De KRW-nota’s geven de KRW-maatregelen weer die bij de besluitvorming van de nota's als meest doelmatig en kosteneffectief zijn beoordeeld. Het betreft bovenwettelijke gebiedsgerichte maatregelen. De investeringslijst van maatregelen die voor subsidie in aanmerking komt, bevat een selectie van KRW-maatregelen uit de KRW-Nota’s. De niet-geselecteerde maatregelen worden op andere wijze gefinancierd.

De effectiviteit van de maatregelen uit de investeringslijst wordt versterkt door de maatregelen uit te voeren op daarvoor geselecteerde locaties. Deze locaties staan vermeld op de KRW-opgavenkaart POP3. Ze zijn op basis van expert judgement vastgesteld. De KRW-Opgavenkaart POP3 is door het College van Gedeputeerde Staten vastgesteld (dd. 3 oktober 2017).

Het klimaatbeleid voor Fryslân is beschreven in het Waterhuishoudingsplan van de provincie Fryslân. Het klimaatbeleid bevat een trits van voorkeursmaatregelen: eerst vasthouden, dan bergen en daarna pas afvoeren. Dit ter voorkoming van wateroverlast en/of- tekorten. Deze trits vormt de basis voor de te subsidiëren klimaatmaatregelen.

Artikel 5.Subsidiabele kosten

Onderdeel van de subsidiabele kosten kan zijn de aankoop van grond. In dat geval zijn de voorwaarden van artikel 1.10 onverkort van toepassing. Inrichtingsmaatregelen op de (aangekochte) grond vallen onder ‘verbetering’ van de gronden, waarop de voorwaarden voor de aankoop van grond niet van toepassing zijn.

Artikel 8. De Selectiecriteria en artikel 9. De puntensystematiek

De tendersystematiek

In de openstelling is precies aangegeven welke termijn voor de indiening van aanvragen wordt gehanteerd. De start- en einddatum worden hierbij strikt in acht genomen.

Na sluiting van de indieningstermijn worden alle aanvragen beoordeeld en in een rangorde op een lijst geplaatst. De plaats in de rangorde wordt bepaald door het aantal punten dat aan het project is toegekend. Voor elk project geldt dat een minimum aantal punten dient te worden behaald om voor subsidie in aanmerking te komen. Het doel van deze systematiek is om alle projecten onderling te vergelijken en de beste projecten uit het totaalaanbod te selecteren. Als consequentie hiervan bestaat de mogelijkheid dat, indien binnen een tender het subsidieplafond wordt overschreden, de projecten met de laagste scores geen subsidie ontvangen.

Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en, door honorering van deze aanvragen, het subsidieplafond wordt overschreden, worden de aanvragen met dezelfde score als volgt gerangschikt: integrale projecten met zowel KRW- als klimaatmaatregelen gaan voor op andere projecten, en vervolgens gaan KRW-projecten voor op klimaatprojecten.

Pas als deze werkwijze nog steeds aanvragen met dezelfde score oplevert, wordt tot loting over gegaan.

Gedeputeerde Staten kunnen besluiten om het subsidieplafond te verhogen indien het plafond worden overschreden door een aanvraag waarbij het gevraagde subsidiebedrag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond of indien het subsidiebedrag wordt overschreden door meerdere aanvragen en de onderlinge rangschikking tussen de aanvragen is gelijk.

De systematiek staat niet toe dat na sluiting van de indieningstermijn de aanvragen alsnog worden gewijzigd.

Voor de selectie van subsidieaanvragen wordt uitgegaan van effectiviteitsscores voor de maatregelen uit de investeringslijst van artikel 3, volgens bijlage 1.

Afhankelijk van het type maatregel en het type water waarin de maatregelen worden uitgevoerd, zijn scores toegekend voor de mate waarin de maatregelen bijdragen aan de realisatie van de Friese KRW en/of klimaatdoelen. Deze scores zijn vermeld in bijlage 1 bij deze openstelling onder artikel 8. De scores zijn vastgesteld op basis van expert judgement.

Een rekenvoorbeeld voor het berekenen van het aantal m3 water dat geborgen kan worden bij extreme neerslagsituaties:

  • polder van 50 ha, 2% open water: door maatregel mag waterstand tijdens extreem 50 cm hoger, daardoor 10.000 m² x 0,50 m = 5.000 m3, wat gelijk staat aan 1 punt.

Artikel 10. Informatie voor de selectie van projecten

Na de openstelling zal op de site van SNN waarop het openstellingsbesluit wordt gepubliceerd, ook een format voor het projectvoorstel te vinden zijn.

Artikel 11. Weigeringsgronden

De proceskosten voor voorbereiding van een project en voor de begeleiding van de uitvoering van een project zijn onder voorwaarden subsidiabel. De provincie streeft ernaar dat een groot deel van de subsidie besteed wordt aan fysieke maatregelen. Om die reden worden er grenzen gesteld aan het totaal aan proceskosten voor de voorbereiding en de uitvoering van projecten is.  

Er geldt een ondergrens van € 200.000,- voor subsidietoekenning. Projecten waarvoor de subsidie na beoordeling van de subsidieaanvraag lager uitvalt dan deze ondergrens, komen niet voor subsidie in aanmerking. Met deze bepaling wil de provincie de ontwikkeling bevorderen van grote, robuuste projecten waarmee in de praktijk meters worden gemaakt.