Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent ganzenfoerageergebieden (Subsidieregeling soort-specifieke ganzenfoerageergebieden Fryslân 2017 - 2020)

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent ganzenfoerageergebieden (Subsidieregeling soort-specifieke ganzenfoerageergebieden Fryslân 2017 - 2020)

Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân,

gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

gelet op Verordening (EG) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU, L 352);

overwegende dat wij op 17 juni en 26 augustus 2014 hebben besloten tot invoering van nieuw ganzenbeleid, de Fryske Guozzenoanpak 2014, hetgeen onder meer heeft geleid tot begrenzing van foerageergebieden voor overwinterende ganzen;

overwegende dat Provinciale Staten van Fryslân op 12 juli 2017 met de vaststelling van de uitvoeringsnota Fryske Guozzeoanpak 2017-2020 de Fryske Guozzenoanpak hebben aangescherpt met een aangepaste begrenzing van de foerageergebieden en aangepaste subsidievereisten;

overwegende dat het nodig is een subsidieregeling vast te stellen voor grondgebruikers waarvan percelen zijn begrensd als soort-specifiek ganzenfoerageergebied;

Overwegende dat Provinciale Staten van Fryslân op 27 februari 2019 de Fryske Guozzeoanpak 2017-2020 hebben verlengd tot en met 2023;

overwegende dat Provinciale Staten de begrenzing van de soort-specifieke ganzenfoerageergebieden hebben vastgelegd in Bijlage 5.3 van de Omgevingsverordening Fryslân 2022;

overwegende dat Provinciale Staten op 15 februari 2022 de Startnotitie beleid Fryske Guozzeoanpak hebben vastgesteld;

overwegende dat de vaststelling van het nieuwe Fryske Guozzebeleid in de loop van 2024 plaats zal vinden;

besluiten

de Subsidieregeling ganzenfoerageergebieden Fryslân 2017-2020 als volgt vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in de (de-minimis)verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector, PbEU, L 352 van 24 december 2013, blz. 1, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen;

  • b.

    BIJ12-Faunazaken: unit Faunazaken van de uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies BIJ12, onderdeel van de Vereniging het Interprovinciaal Overleg. BIJ12 is krachtens mandaat belast met de subsidieverstrekking op grond van deze subsidieregeling.

  • c.

    ganzenfoerageergebied: bij de Omgevingsverordening Fryslân 2022 geometrisch begrensd gebied bestaande uit meerdere landbouwpercelen zoals aangegeven op de kaart Ganzenfoerageergebieden in Bijlage 5.3 van de Omgevingsverordening, waar overwinterende beschermde inheemse ganzen jaarlijks ongehinderd kunnen foerageren gedurende de periode van 1 november tot 1 april;

  • d.

    gewasperceel: een stuk landbouwgrond dat in gebruik is bij één grondgebruiker. Het heeft één gebruikstitel, bijvoorbeeld eigendom, pacht, erfpacht. En het wordt beteeld met één gewas. Als dat niet zo is, dan zijn het meerdere gewaspercelen;

  • e.

    grondgebruiker: degene die gerechtigd is de grond te gebruiken, hetzij als eigenaar, hetzij krachtens een beperkt recht, hetzij krachtens een pachtovereenkomst;

  • f.

    onderneming: onderneming als gedefinieerd in artikel 2 van de verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013;

  • g.

    Soort-specifiek ganzenfoerageergebied: bij de Omgevingsverordening Fryslân 2022 geometrisch begrensd gebied bestaande uit meerdere landbouwpercelen zoals aangegeven op de kaar Ganzenfoerageergebieden in Bijlage 5.3 van de Omgevingsverordening, waar overwinterende beschermde ganzen jaarlijks ongehinderd kunnen foerageren gedurende de periode van 1 april tot uiterlijk 1 juni.

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel om het aanbod aan soort-specifieke ganzenfoerageergebieden in provincie Fryslân te stimuleren.

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor het beschikbaar stellen van een perceel binnen een soort-specifiek ganzenfoerageergebied waarbij de ganzen op dit perceel met rust worden gelaten en gelegenheid krijgen te foerageren.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan grondgebruikers van een perceel binnen een soort-specifiek ganzenfoerageergebied.

Artikel 5 Aanvraag en beslissing

  • 1. Indien in de periode 2024 tot en met 2027, in enig jaar voorafgaande aan de zomer, de door de taxateur van BIJ12-Faunafonds geconstateerde schade bij een grondgebruiker, die deelneemt aan een soort-specifiek ganzenfoerageergebied, € 600,- of hoger is wordt dit aangemerkt als een aanvraag voor subsidie in het kader van deze regeling voor dat jaar.

  • 2. BIJ12-Faunazaken is bevoegd nadere gegevens te vragen die naar haar oordeel nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag of om te beoordelen of wordt voldaan aan de eisen van staatssteun, als bedoeld in artikel 107 van het Werkingsverdrag.

  • 3. De subsidie kan jaarlijks voor 1 augustus ambtshalve worden verstrekt in de periode 2024 tot en met 2027.

Artikel 6 Toetsingscriteria

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      Het perceel is als soort-specifiek ganzenfoerageergebied begrensd;

    • b.

      Er is in enig jaar in de periode van 1 januari 2024 tot en met 1 juni 2027 ten bedrage van minimaal € 600,00 schade per schadehectare geconstateerd door BIJ12-Faunazaken;

    • c.

      De schade is veroorzaakt door beschermde inheemse ganzen;

    • d.

      De beschermde inheemse ganzen hebben in de maanden april of mei in rust kunnen foerageren op het betreffende perceel en zijn niet verstoord, verontrust of verjaagd;

    • e.

      Er is voldaan aan het gestelde in de beleidsregel Natuur Fryslân 2024 en Omgevingsverordening Fryslân 2022 waar het gaat om soort-specifieke foerageergebieden.

  • 2. Bij de eindtaxatie van de ganzenschade wordt onderzocht of een perceel aan de toetsingscriteria van het eerste lid voldoet.

Artikel 7 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt € 16,67 per hectare voor de als soort-specifiek ganzenfoerageergebied begrensde percelen die aan de toetsingscriteria voldaan hebben in de periode van 1 april tot 1 mei.

  • 2. De hoogte van de subsidie bedraagt € 33,34 per hectare voor de als soort-specifiek ganzenfoerageergebied begrensde percelen die aan de toetsingscriteria voldaan hebben in de periode van 1 april tot 1 juni.

Artikel 8 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht zich te houden aan hetgeen bepaald is in de Omgevingsverordening Fryslân 2022.

  • 2. De subsidieontvanger is verplicht het BIJ12-Faunazaken nadere gegevens te verstrekken die naar haar oordeel nodig zijn voor de beoordeling van de subsidie of om te beoordelen of wordt voldaan aan de eisen van staatssteun, als bedoeld in artikel 107 van het Werkingsverdrag.

  • 3. De subsidieontvanger vult een de-minimisverklaring in om te bepalen of de subsidie met toepassing van de-minimisverordening kan worden verstrekt.

  • 4. De subsidieontvanger is verplicht verjaging met ondersteunend afschot en verstoring van ganzen te voorkomen in de soort-specifieke ganzenfoerageergebieden.

  • 5. De subsidieontvanger is verplicht de grondgebruikers van de percelen die in de invloedssfeer liggen van haar percelen te informeren dat in de ontheffing van de Faunabeheer Eenheid (FBE) is opgenomen dat ganzen in de soort-specifieke foerageergebieden niet verstoord of verjaagd mogen worden als gevolg van acties buiten de foerageergebieden.

Artikel 9 Betaling

De subsidie wordt direct vastgesteld. Er wordt geen voorschot verleend.

Artikel 10 Staatssteun

  • 1. Subsidies in het kader van deze regeling worden verstrekt met toepassing van de de-minimisverordening.

  • 2. Het voordeel met toepassing van de de-minimissteun mag nooit hoger zijn dan € 20.000 over een periode van drie belastingjaren per zelfstandige onderneming en dient ook anderszins te voldoen aan de voorwaarden voor de-minimissteun.

  • 3. De in dit artikel genoemde de-minimissteun betreft het bruto subsidie-equivalent zoals omschreven in de de-minimisverordening.

Artikel 11 Intrekking en overgangsrecht

  • 1. De Subsidieregeling ganzenfoerageergebieden Fryslân 2014 wordt ingetrokken.

  • 2. De Subsidieregeling ganzenfoerageergebieden Fryslân 2014 blijft van kracht ten aanzien van eerdere subsidieverstrekkingen van voor inwerkingtreding van onderhavige regeling.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling soort-specifieke ganzenfoerageergebieden Fryslân 2017 - 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 17 oktober 2017.

Voorzitter drs. A.A.M. Brok

Secretaris R.E. Bouius - Riemersma, MBA MCM

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wordt vastgesteld naar aanleiding van het besluit van 12 juni 2017 van Provinciale Staten om de uitvoeringsnota Fryske Guozzeoanpak 2017-2020 vast te stellen. Deze uitvoeringsnota leidt tot een aantal aanpassingen van het vanaf 2014 gevoerde provinciaal ganzenbeleid. Provinciale Staten hebben op 27 februari 2019 besloten om de Fryske Guozzeoanpak 2017-2020 te verlengen tot en met het jaar 2023. De subsidiëring van de overwinterende ganzen in de soort-specifieke ganzenfoerageergebieden maakt deel uit van de Fryske Guozzeoanpak 2017 -2020. Derhalve hebben Gedeputeerde Staten besloten om de wijze van subsidiëring ongewijzigd voort te zetten tot en met 2023.

Op 15 februari 2022 hebben Provinciale Staten de startnotitie beleid Fryske Guozzeoanpak vastgesteld. Dit is de start van het ontwikkelen van nieuw beleid voor de Fryske Guozzeoanpak. Op het moment dat de startnotitie werd vastgesteld was de planning dat het nieuwe beleid in december 2023 zou worden vastgesteld. Gebleken is dat besluitvorming pas in de loop van 2024 plaats zal vinden. Subsidiëring van de soort-specifieke ganzenfoerageergebieden blijft onderdeel van de Guozzeoanpak. Om subsidiëring ook na 1 januari 2024 mogelijk te laten zijn is het noodzakelijk om de werking van de subsidieregeling te verlengen. De periode waarbinnen nu subsidie kan worden verstrekt is verlengd tot 2027.

Verder treedt op 1 januari 2024 de Omgevingswet in werking, de subsidieregeling is hierop aangepast.

Artikel 2

Op grond van deze regeling kan subsidie in de vorm van een deelnemersvergoeding worden verleend aan grondgebruikers met landbouwpercelen binnen de soort-specifieke foerageergebieden, voor het beschikbaar stellen van hun grond voor de opvang van overwinterende ganzen.

Artikel 4

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de vereisten zoals vermeld onder artikel 6 Toetsingscriteria. Deze toetsing wordt door BIJ12-Faunazaken uitgevoerd. De gegevens van de potentiële subsidieontvangers zijn al aanwezig bij BIJ12-Faunazaken. Naast onderhavige subsidieverstrekking betaalt BIJ12- Faunazaken ook de tegemoetkomingen op aanvraag in aangerichte ganzenschade uit. Uitvoering van de subsidieregeling door BIJ12-Faunazaken voorkomt dan ook extra (administratieve) lasten en bureaucratie voor zowel de Provincie als de grondgebruikers.

Artikel 5

Omdat in de Fryske Guozzenoanpak 2017-2020 is vastgelegd dat de subsidie wordt verstrekt aan alle grondgebruikers waarvan de landbouwpercelen voldoen aan de toetsingscriteria, is het niet nodig deze subsidie op aanvraag te verstrekken. Bij BIJ12-Faunazaken zijn deze grondgebruikers immers reeds bekend.

Artikel 6 lid 2

Artikel 6, tweede lid, is toegevoegd om duidelijk te maken dat de subsidieverlening afhangt van de eindtaxatie die gemaakt is in het kader van de tegemoetkoming in de ganzenschade. Of een grondgebruiker voor subsidie in aanmerking komt, hangt namelijk direct af van de hoogte van de ganzenschade per hectare in euro. Bij de eindtaxatie kan namelijk pas onderzocht worden wat de omvang is van de uiteindelijke ganzenschade van een schadeperceel.

In het schaderapport dat hoort bij de tegemoetkoming in de ganzenschade wordt aangevinkt in welke maand de eindtaxaties van de onderzochte schadepercelen hebben plaatsgevonden. Daarnaast vermeldt de taxateur de oppervlakte (in hectare) en de hoogte van de ganzenschade (in euro) van het betreffende schadeperceel.

Op grond van artikel 6, eerste lid, onder b van deze subsidieregeling wordt alleen subsidie verstrekt voor een hectare met een ganzenschade van gemiddeld € 600,00 of meer op het perceel. Of een hectare wel of niet voldoet aan het criterium van dit artikel wordt berekend door het getaxeerde schadebedrag (in euro) te delen door het aantal door ganzenschade beschadigde hectare van het perceel van de grondgebruiker.

Artikel 7

Artikel 7 is gewijzigd om de bedragen weer te geven waar nu al in de praktijk mee gerekend wordt. Een landbouwperceel kan in de periode 1 april tot 1 mei of in de periode 1 april tot 1 juni begrensd zijn als soort-specifiek ganzenfoerageergebied. Een grondgebruiker met een landbouwperceel dat begrensd is in de periode 1 april tot 1 mei , krijgt een subsidie van € 16,67 per hectare die voldoet aan het schadecriterium. Een grondgebruiker met een landbouwperceel dat begrensd is in de periode 1 april tot 1 juni, krijgt een subsidie van € 33,34 per hectare die voldoet aan het schadecriterium.

Artikel 10, onderdeel b

Het bedrag van € 20.000,-- komt overeen met het drempelbedrag dat de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de-minimissteun. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun onder deze drempel behoeft niet te worden aangemeld. Het kan echter in de praktijk voorkomen dat een door ons begunstigde onderneming in de afgelopen drie jaar al eens subsidie of ander voordeel heeft ontvangen binnen het kader van verlening van staatsteun aan ondernemingen die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten. Dit moet blijken uit de Verklaring de-minimissteun. Indien de te verlenen subsidie tezamen met die reeds ontvangen steun het bedrag van € 20.000,-- overschrijdt, zal in dat specifieke geval de onderhavige verleende subsidie slechts worden uitgekeerd tot een bedrag dat niet tot overschrijding van het maximum subsidiebedrag per grondgebruiker van € 20.000,-- leidt.