Regeling vervallen per 09-04-2019

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen houdende regels omtrent subsidiëring van activiteiten op het terrein van innovaties in het midden- en kleinbedrijf MIT Noord-Nederland 2018

Geldend van 17-04-2018 t/m 08-04-2019

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen houdende regels omtrent subsidiëring van activiteiten op het terrein van innovaties in het midden- en kleinbedrijf MIT Noord-Nederland 2018

Gedeputeerde staten van Drenthe, Fryslân en Groningen

gelet op Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L352);

gelet op de Algemene subsidieverordening SNN 2016;

besluiten:

vast te stellen de Subsidieregeling Mkb innovatiestimulering regio en topsectoren Noord-Nederland 2018 luidende als volgt:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L352);

  • b.

    haalbaarheidsproject: een project dat bestaat uit een haalbaarheidsstudie, of uit een combinatie van een haalbaarheidsstudie en experimentele ontwikkeling of industrieel onderzoek;

  • c.

    haalbaarheidsstudie: onderzoek naar en de analyse van het potentieel van nieuwe of het aanmerkelijk vernieuwen van producten, procedés of diensten, met als doel de besluitvorming om tot onderzoek of ontwikkeling over te gaan te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en de zwakke punten van een project, de kansen en risico's in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn;

  • d.

    experimentele ontwikkeling: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of het aanmerkelijk vernieuwen van producten, procedés of diensten;

  • e.

    industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te vernieuwen;

  • f.

    Innovatieprogramma’s topsectoren: de thema’s zoals omschreven in de innovatieprogramma’s voor de topsectoren water, agri&food, tuinbouw & uitgangsmaterialen, hightech systemen & materialen (incl. ICT), chemie (waaronder bio based economy), life science & health, energie, logistiek en creatieve industrie;

  • g.

    mkb-onderneming: een onderneming zoals opgenomen in bijlage I van verordening 651/2014 van de commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

  • h.

    SNN: het Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

Artikel 2 Doel van de regeling

De subsidieregeling heeft als doel innovatie bij het midden- en kleinbedrijf in de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen te stimuleren.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan een mkb-onderneming die op het moment van aanvragen een vestiging heeft in de provincies Drenthe, Fryslân of Groningen en daar ondernemingsactiviteiten uitvoert.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

  • 1. De te subsidiëren activiteiten dienen ten goede te komen aan de vestiging in de provincie Drenthe, Fryslân of Groningen.

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die passen binnen:

    • a.

      Research and Innovation Strategy for Smart Specialization (RIS3) Noord-Nederland en de Noordelijke Innovatie Agenda (NIA);

    • b.

      en de Innovatieprogramma’s topsectoren.

  • 3. Voor subsidie komt in aanmerking een haalbaarheidsproject ten behoeve van een mkb-onderneming.

  • 4. Indien een haalbaarheidsproject bestaat uit een combinatie van een haalbaarheidsstudie en experimentele ontwikkeling of industrieel onderzoek, dient dit voor ten minste 60% te bestaan uit een haalbaarheidsstudie en kan dit ten hoogste voor 40% bestaan uit industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling.

  • 5. Als subsidiabele kosten komen de kosten in aanmerking die in redelijkheid zijn toe te rekenen aan het haalbaarheidsproject. Indien er sprake is van het inschakelen van een adviesorganisatie, dient deze onafhankelijk te zijn van de aanvragende onderneming.

Artikel 5 Staatssteun

De bepalingen uit de de-minimisverordening zijn van toepassing.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en het bepaalde in artikel 2.4 van de ASV SNN 2016 wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    niet wordt voldaan aan de voorwaarden van de De-minimisverordening;

  • b.

    werkzaamheden die onderdeel zijn van het project zijn aangevangen vóór ontvangst van de aanvraag;

  • c.

    ter zake van de subsidiabele kosten verplichtingen zijn aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag;

  • d.

    het project niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling;

  • e.

    het project niet in overeenstemming is met het doel van deze regeling;

  • f.

    de voorgenomen activiteiten waarop het haalbaarheidsproject betrekking heeft in technische zin onvoldoende risicovol zijn om het haalbaarheidsproject te rechtvaardigen;

  • g.

    de voorgenomen activiteiten waarop het haalbaarheidsproject betrekking heeft in financiële zin onvoldoende risicovol zijn om het haalbaarheidsproject te rechtvaardigen;

  • h.

    het haalbaarheidsproject onvoldoende inzicht geeft in het economisch perspectief en de uitvoerbaarheid van de voorgenomen activiteiten waarop de haalbaarheidsstudie betrekking heeft;

  • i.

    de onderneming de subsidie wil aanwenden voor een project waarvoor reeds door een bestuursorgaan of de Europese Commissie subsidie is verstrekt of dat deel uitmaakt van een dergelijk project;

  • j.

    aan de onderneming in hetzelfde kalenderjaar al subsidie is verstrekt op grond van deze regeling.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 4.000.000,00.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur SNN verdeelt het in het vorige lid bedoelde bedrag op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 3. Voor zover door verstrekking van subsidie op aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 8 Aanvraagperiode

Subsidie kan worden aangevraagd van 17 april 2018 09:00 uur tot en met 6 september 2018 om 17:00 uur.

Artikel 9 Algemene bepalingen omtrent subsidiabele kosten

Niet subsidiabel zijn:

  • a.

    omzetbelasting in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 en vergelijkbare belasting van andere staten;

  • b.

    buitenlandse reis- en verblijfkosten;

  • c.

    boetes en sancties.

Artikel 10 Algemene bepaling omtrent de hoogte van de subsidie

Het bedrag van de subsidie wordt verlaagd indien de normen van de Europese Commissie daartoe nopen.

Artikel 11 Subsidieaanvraag

  • 1. De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een projectplan conform het door het SNN beschikbaar gestelde format;

  • 2. De aanvrager voegt bij de aanvraag voor subsidie in ieder geval een beknopte samenvatting van het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd die kan worden gebruikt in voor een ieder toegankelijke publicaties.

  • 3. De aanvraag gaat vergezeld van een naar waarheid ingevulde De-minimisverklaring.

Artikel 12 Subsidiepercentage

De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten.

Artikel 13 Subsidiehoogte

Het subsidiebedrag bedraagt ten hoogste € 25.000,-.

Artikel 14 Subsidieverplichtingen

  • 1. Met de uitvoering van het haalbaarheidsproject wordt gestart binnen vier maanden na de subsidieverlening.

  • 2. Het haalbaarheidsproject wordt uitgevoerd binnen twaalf maanden na de start van het haalbaarheidsproject.

Artikel 15 Bevoorschotting

Binnen drie weken na de verleningsbeschikking worden subsidies voor 100% bevoorschot.

Artikel 16 Wijzigings- of intrekkingsgronden

De subsidie kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:48 en 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd, indien:

  • a.

    het project niet wordt uitgevoerd in overeenstemming met het doel of de voorschriften van deze regeling;

  • b.

    tegen de uitvoering van het project overwegende bezwaren bestaan.

Artikel 17 Verantwoorden

  • 1. De subsidieaanvrager dient na afronding van het project een getekende verklaring aan te leveren dat het project is afgerond conform een daartoe beschikbaar gesteld model.

  • 2. De subsidieaanvrager is verplicht desgevraagd, door middel van een verslag van de uitgevoerde werkzaamheden en een samenvatting van het project, aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 18 Vaststelling

De subsidie wordt ambtshalve vastgesteld.

Artikel 19 Bekendmaking en inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling wordt bekendgemaakt in de Provinciale Bladen van Drenthe, Fryslân en Groningen en treedt in werking met ingang van 17 april 2018.

  • 2. Deze regeling werkt terug tot en met 17 april 2018 voor zover de bekendmaking plaatsvindt na 17 april 2018.

Artikel 20 Overgangsrecht

  • 1. De MIT Noord-Nederland 2017 wordt ingetrokken op de dag dat de MIT Noord-Nederland 2018 in werking treedt.

  • 2. Op aanvragen die zijn ingediend op grond van de MIT Noord-Nederland 2017, blijft de MIT Noord-Nederland 2017 van toepassing.

Artikel 21 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: MIT Noord-Nederland 2018.

Ondertekening

Dadasda

Toelichting MIT Noord-Nederland 2018

Inleiding

Op aanvragen is de Algemene subsidieverordening SNN 2016 (ASV SNN 2016) van toepassing.

Daarin zijn onder andere weigeringsgronden opgenomen. Ook is daarin opgenomen dat wanneer de aanvrager (met toepassing van artikel 4:5 van de Awb) in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, als datum van ontvangst geldt met betrekking tot de verdeling van het subsidieplafond.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 sub b:

Bij een haalbaarheidsproject is het de bedoeling dat de onderneming op basis van de uitkomsten van

het onderzoek voldoende onderbouwing heeft om een go/ no go besluit te nemen ten aanzien van de vraag of de onderneming over gaat tot ontwikkeling.

Artikel 1 sub f:

Het document waarin de Innovatieprogramma’s van de topsectoren beschreven staan, staat op www.snn.eu/mit2018/.

Artikel 3:

Aan natuurlijke personen kan geen subsidie worden verleend.

Artikel 4 lid 2 sub a:

De RIS3 is te vinden op: www.snn.eu/ris3/. De NIA is te vinden op: www.snn.eu/noordelijke-innovatieagenda/. De aansluiting bij de RIS3 en NIA wordt beoordeeld naar de mate waarin de projectactiviteiten een maatschappelijk belang dienen. Een maatschappelijk belang betreft een belang of behoefte die het individuele niveau overstijgt en op maatschappelijk vlak moeten worden aangepakt.

Artikel 4 lid 5:

Indien er sprake is van het inschakelen van een adviesorganisatie, dient deze onafhankelijk te zijn van de aanvragende onderneming. In dat kader wordt onder andere in de volgende situaties geoordeeld dat er geen sprake is van onafhankelijkheid:

  • Als de adviesorganisatie een (financieel) belang in de aanvragende onderneming heeft;

  • Als de aanvragende onderneming een (financieel) belang heeft in de onderneming van de adviesorganisatie;

  • Als de directeur van de aanvragende onderneming ook de directeur van de adviesorganisatie is;

  • In het geval er sprake is van familierelaties in de eerste en tweede graad (ouder/kind/broer/zuster);

  • Als de organisatie een duidelijk belang heeft in de uitkomsten van het project, verder dan gebruikelijk is.

Deze opsomming is niet limitatief.

Artikel 6 sub a:

De subsidie wordt geweigerd wanneer niet wordt voldaan aan de vereisten van de de-minimisverordening. Dat betekent zeer kort samengevat: als de onderneming in de laatste drie boekjaren meer dan € 200.000,00 steun op basis van de de-minimisverordening heeft ontvangen niet in aanmerking voor subsidie komt.

Artikel 6 sub c:

Onder het aangaan van verplichtingen wordt bijvoorbeeld verstaan het (mondeling) bevestigen van een opdracht aan een deskundige of een ondertekening voor akkoord van een offerte. Indien een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag wordt géén subsidie verleend. In het geval er voor een deel van de opgevoerde projectkosten de verplichting vóór ontvangst van de aanvraag is aangegaan, dan zal de gehele aanvraag worden afgewezen.

Artikel 6 sub j

Het is niet de bedoeling dat aan een onderneming vaker dan één keer per kalenderjaar subsidie wordt verstrekt op grond van deze regeling. Meerdere rechtspersonen kunnen in dit verband als één onderneming worden gezien. Voor het begrip onderneming wordt gekeken hoe de onderneming economisch opereert.

Indien meerdere rechtspersonen nauw met elkaar verweven zijn, worden deze gezien als één onderneming. Daarbij kan gedacht worden aan het opereren op dezelfde economische markt en het hebben van stemrechten dan wel aandelen in elkaar.

Artikel 11 lid 2:

De samenvattingen die van de aanvragers ontvangen worden zijn bedoeld om inzicht te krijgen in de projecten en vraagstukken waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Uitdrukkelijk is het niet de bedoeling dat concurrentiegevoelige informatie extern wordt gedeeld. De publicaties zijn voor een ieder toegankelijk. De verantwoordelijkheid voor de samenvatting ligt bij de aanvrager.