Regeling vervallen per 17-11-2022

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent subsidie kavelinrichting (Subsidieregeling kavelinrichting Fryslân 2019)

Geldend van 13-06-2019 t/m 16-11-2022

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent subsidie kavelinrichting (Subsidieregeling kavelinrichting Fryslân 2019)

Intitulé

Besluit van de Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân, kenmerk 01661388 d.d. 4 juni 2019 houdende regels omtrent subsidie kavelinrichting (Subsidieregeling kavelinrichting Fryslân 2019)

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

gelet op: artikelen 14 en 15 van Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, zoals gepubliceerd in L 193/1 van 1 juli 2014; en artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

overwegende dat het wenselijk is te investeren in de verkaveling van landbouwgronden en hiermee bij te dragen aan de verbetering van de agrarische infrastructuur, de ecologische hoofdstructuur en de weidevogelkerngebieden van de provincie Fryslân;

besluiten de Subsidieregeling kavelinrichting Fryslân 2019 vast te stellen als volgt:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. agrarische onderneming: natuurlijke persoon of rechtspersoon die als economische activiteit gewassen teelt of dieren houdt, met als doel deze, of de producten die daaruit voortkomen, te verkopen;

  • b. inpassingsmaatregelen: maatregelen die noodzakelijk zijn om kavels bewerkbaar te maken en eventuele negatieve neveneffecten van de herverkaveling tegen te gaan;

  • c. inrichtingswerkzaamheden: investeringen voor inpassingsmaatregelen ten behoeve van de agrarische infrastructuur;

  • d. inrichtingswerkzaamheden voor weidevogels: investeringen voor inpassingsmaatregelen ten behoeve van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) of weidevogelkerngebieden;

  • e. kavelruil: op vrijwillige basis, bij schriftelijke overeenkomst, meer praktisch en efficiënt verdelen van het grondeigendom van tenminste drie inbrengende partijen, waarvan ten minste twee partijen onroerende zaken inbrengen en waarbij de bij die overeenkomst voorziene verdeling in goederenrechtelijke zin uiteindelijk plaatsvindt bij notariële akte, die wordt ingeschreven in de openbare registers; een en andere zoals bepaald in artikel 85 van de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG);

  • f. toegedeelde hectare: door een deelnemer aan kavelruil ontvangen hectare op basis van een kavelruilovereenkomst;

  • g. Verordening (EU) 702/2014: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, zoals gepubliceerd in L 193/1 van 1 juli 2014;

  • h. weidevogelkerngebieden: gebieden die als weidevogelkansgebied zijn aangemerkt op kaart 1 ‘Weidevogelkansgebieden en parels’, zoals opgenomen in bijlage 1 bij de Weidevogelnota 2014-2020.

Hoofdstuk 2 Kavelruil

Artikel 2.1 Doel

De subsidie heeft tot doel de realisatie van de inrichting na vrijwillige kavelruil, ten behoeve van de verbetering van de agrarische infrastructuur, de ecologische hoofdstructuur en weidevogelkerngebieden.

Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het inrichten van landbouwgronden die betrokken zijn bij een door Gedeputeerde Staten goedgekeurde kavelruil.

Artikel 2.3 Doelgroep

Subsidie kan verstrekt worden aan:

  • a. de eigenaar of gebruiksgerechtigde van landbouwgrond, zijnde kleine en middelgrote ondernemingen als omschreven in bijlage I bij Verordening (EU) 702/2014 of samenwerkingsverbanden daarvan;

  • b. publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • c. stichtingen of verenigingen.

Artikel 2.4 Aanvraagperiode

  • 1. Een aanvraag voor subsidie kan alleen worden ingediend binnen het tijdvak waarvoor Gedeputeerde Staten een subsidieplafond hebben opengesteld.

  • 2. Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien deze is ontvangen binnen de in het eerste lid genoemde tijdvak.

  • 3. In het openstellingsbesluit kan van de periode genoemd onder artikel 2.6 c, worden afgeweken.

Artikel 2.5 Aanvraag

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de daarin verplichte bijlagen.

Artikel 2.6 Weigeringsgronden

Een aanvraag voor subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    het landbouwbedrijf een onderneming in moeilijkheden is in de zin van artikel 2, veertiende lid, Verordening (EU) 702/2014;

  • b.

    ten aanzien van de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

  • c.

    de aanvraag betreffende kosten als bedoeld in artikel 2.7, meer dan twaalf maanden na het passeren van de notariële akte van de kavelruil is ingediend;

  • d.

    de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2.7, vóór het indienen van de aanvraag zijn gestart;

  • e.

    voor de activiteiten eerder subsidie is verstrekt in het kader van de Subsidieregeling Natuur en Landelijk Gebied of de Subsidieregeling kavelruil Fryslân 2015.

Artikel 2.7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, kan subsidie worden verstrekt voor marktconforme inrichtingswerkzaamheden, samenhangend met de kavelruil, waaronder wordt verstaan:

  • a. de kosten voor minimaal noodzakelijke aanpassing van de hoofdontsluiting van de toegedeelde percelen, voor 100% van de subsidiabele kosten, met dien verstande dat de subsidie voor de aanleg of verbetering van betreffende dammen niet meer bedraagt dan € 3.500,- per deelnemer;

  • b.de kosten van inrichtingsmaatregelen, samenhangend met de ruiling van gronden, ten behoeve van agrarische doelen of natuurdoelen en waarvan de betreffende agrarische ondernemer voordeel geniet, voor ten hoogste 40% van subsidiabele kosten, met een maximum van € 600 per toegedeelde hectare;

  • c.de kosten van inrichtingsmaatregelen, samenhangend met de ruiling van gronden, ten behoeve van andere dan agrarische doelen en waarvan de betreffende agrarische ondernemer geen voordeel geniet (in NatuurNetwerkNederland en weidevogelkerngebieden), voor 100% van de subsidiabele kosten;

Artikel 2.8 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a. proceskosten;

  • b. planvormingskosten;

  • c. kosten van een adviseur, een kavelcoördinator en een taxateur;

  • d. notaris- en kadasterkosten;

  • e. kosten van het saneren van de bodem;

  • f. kosten voor leges voor vergunningen en procedures;

  • g. kosten voor verwerking, aankoop of afzet van landbouwproducten;

  • h. kosten voor betalingsrechten;

  • i. kosten in verband met drainage.

  • j. kavelinrichtingswerkzaamheden op niet geruilde percelen. Een uitzondering hierop betreft de verlenging (over het laatst niet geruilde perceel naar de toegedeelde kavel) van een bestaand kavelpad dat reeds voor de kavelruil in bezit was en dat gebruikt wordt voor weidegang van vee vanaf de stal of het overbrengen van landbouwvoertuigen vanaf het bedrijfsgebouw, naar de nieuw verworven kavels om daarmee gebruik van de openbare weg te vermijden;

  • k. kosten voor het doorhalen of inschrijven van hypotheken;

  • l. kosten voor aankoop van gronden.

Artikel 2.9 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt maximaal € 24.500,- per aanvrager voor de werkzaamheden aangegeven onder 2.7. a en b. (agrarisch). De subsidie voor de werkzaamheden aangegeven onder 2.7.c. (weidevogels) bedraagt eveneens maximaal € 24.500,-- per aanvrager. Een aanvrager die dus aan 2.7 a, b en c voldoet kan dus maximaal € 49.000 subsidie ontvangen.

Artikel 2.10 Verdeelsystematiek

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 2. Voor zover door verstrekking van subsidie voor de volledige aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

  • 3. Gedeputeerde Staten kunnen besluiten na het sluiten van het tijdvak genoemd in lid 1, het subsidieplafond op te hogen om daarmee alsnog de ingediende volledige aanvragen te honoreren.

Artikel 2.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten te starten uiterlijk binnen twaalf maanden na subsidieverstrekking, tenzij in de beschikking tot subsidieverstrekking anders is bepaald.

  • 2. De activiteiten worden afgerond binnen twaalf maanden nadat met de activiteiten is gestart tenzij in de beschikking tot subsidieverstrekking anders is bepaald.

  • 3. Gedeputeerde staten kunnen op verzoek de termijnen genoemd in het eerste en tweede lid verlengen.

  • 4. De subsidieontvanger verleent medewerking aan een door of vanwege het provinciaal bestuur in te stellen controle van de administratie. Hij verstrekt daartoe inzage in zijn administratie en verstrekt inlichtingen.

Artikel 2.12 Prestatieverantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd met behulp van een activiteitenverslag, facturen van de werkzaamheden en beeldmateriaal aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn verricht en dat aan de opgelegde verplichtingen is voldaan voorzover het toegekende subsidiebedrag niet hoger is dan € 24.999,=. In andere gevallen zal in de beschikking tot subsidieverlening nader bepaald worden op welke wijze rekening en verantwoording dient te worden afgelegd door de ontvanger.

Artikel 2.13 Staatssteun

Subsidie wordt slechts verstrekt met toepassing van hoofdstuk I en artikel 14 van Verordening (EU) Nr. 702/2014.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Intrekking en overgangsrecht

  • 1.

    De Subsidieregeling Kavelruil 2015 wordt ingetrokken;

  • 2.

    De Subsidieregeling Kavelruil 2015 blijft van kracht ten aanzien van:

    • a.

      aanvragen die voor inwerkingtreding van onderhavige regeling zijn ontvangen;

    • b.

      subsidies die voor inwerkingtreding van onderhavige regeling zijn verstrekt.

  • 3.

    Paragraaf 2.1 van de Subsidieregeling Natuur en Landelijk Gebied Fryslân blijft van kracht ten aanzien subsidies die voor inwerkingtreding van de Subsidieregeling Kavelruil 2015 en/of onderhavige regeling zijn verstrekt.

Artikel 3.2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3.3 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling kavelinrichting Fryslân 2019

Ondertekening

Leeuwarden, 4 juni 2019

Voorzitter, drs. A.A.M. Brok

Secretaris , R.E. Bouius-Riemersma, MBA MCM

Toelichting

Algemene toelichting

Op basis van Foarútbuorkje II, de Landbouaginda 2014-2020 (Beleidsbrief landbouw ) maakt de provincie Fryslân vrijwillige kavelruil mogelijk door subsidies. Deze subsidies worden verstrekt ter verbetering van de kavelstructuur van de landbouw in Fryslân, realisatie van de het Natuur Netwerk Nederland (voorheen Ecologische Hoofdstructuur) en weidevogelkerngebieden.

Vrijwillige kavelruil heeft tot doel de ligging van kavels en percelen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het bedrijfsgebouw te verbeteren. Sommige kavelruilen kunnen tevens plaatsvinden teneinde andere dan agrarische doelen te realiseren. Niet-agrarische doelen zijn het verbeteren van weidevogelkerngebieden en het Natuur Netwerk Nederland. Kavelruilen kunnen, gekoppeld aan de ruilingen, gecombineerd worden met kavelinrichtingswerken.

Subsidieaanvragen voor vrijwillige kavelruilen kunnen door de betrokken ondernemers, eigenaren, erfpachters, door hen gemachtigden of door bestuurscommissies als bedoeld in artikel 81, eerste lid van de Provinciewet ingediend worden.

De ruilverkaveling dient bij te dragen aan een effectiever gebruik van gronden voor de huidige functie (verbetering agrarische structuur) of de realisatie van een nieuwe functie op het gebied van landbouw, natuur, landschap, water, infrastructuur of recreatie.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2.7: Subsidiabele kosten

Voor inrichtingswerkzaamheden geldt dat deze niet voorafgaand aan het verzoek om subsidie uitgevoerd mogen worden. Betrokkene dient deelgenomen te hebben aan een goedgekeurde kavelruil. Na aktepassering kan een aanvraag voor kavelinrichtings-werkzaamheden gedaan worden. Op www.fryslan.frl staan de benodigde documenten om een aanvraag voor subsidie in te dienen. Reeds uitgevoerde werkzaamheden worden niet gesubsidieerd.

Proceskosten, zijnde de kosten van de notaris voor het opzetten van een kavelruil en passeren van de akte en adviseurskosten, zijn niet subsidiabel op grond van deze regeling. De bijdrage in de proceskosten is wel gemaximeerd. De tarieven voor adviseurs zijn voor 2019 vastgesteld op € 90/uur met een maximum van 10 uren per deelnemer aan een kavelruil. Voor proceskosten kunt u zich vervoegen bij betreffende regionotaris of contact opnemen met de provincie.

Artikel 2.8 a en b: Agrarisch voordeel

Agrarisch voordeel is datgene waarbij de agrariër voordeel geniet door de kavelruil; hierbij valt te denken aan vergroting huiskavel, concentratie/dichter bij huis brengen van veldkavels, vergroting gebruikspercelen, het graven en demping van sloten, egalisatie-werkzaamheden, e.d.

Investeringen die verband houden met agrarische voordelen worden voor 40% gesubsidieerd. Gezien het voordeel voor de agrarische ondernemer dient in deze gevallen mede geïnvesteerd te worden door de aanvrager zelf. Investeringen die verband houden met de hoofdontsluiting (denk hierbij aan de aanleg van een dam naar de openbare weg, een dam over een waterloop, omleggen dammen naar de ontsluitingskant van een perceel na de kavelruil, aanleg van een stukje betonpad, e.d.) worden voor 100 % gesubsidieerd, met een maximum van € 3.500,-- per deelnemer.

Artikel 2.8 c :Niet-agrarisch voordeel

Niet agrarisch voordeel is het effect van de kavelruil waarvan de agrariër geen voordeel geniet, hierbij te denken aan een ruiling ten behoeve van het vrijmaken van NatuurNetwerkNederland-gebieden. Bij kavelruil zonder agrarisch voordeel vindt meestal geen vergroting plaats van de huis- en veldkavels. Voordelen als concentratie, dichter bij huis brengen van veldkavels en waterpeilverlaging zijn ten behoeve van de agrariër. Het aanbrengen van natuurvriendelijke oevers, verhoging van het waterpeil en verbetering van NatuurNetwerkNederland-gebieden zijn voorbeelden van niet-agrarisch voordeel. Investeringen verband houdende met niet-agrarische voordelen worden voor 100% gesubsidieerd. Dat betreft in dit geval inrichtingswerkzaamheden ten behoeve van de weidevogels zoals waterpeilverhoging.

Marktconforme tarieven

Marktconform betekent dat voor de te verrichten werkzaamheden uurtarieven worden gehanteerd die op dat moment in vergelijkbare situaties door anderen ook gehanteerd worden.

Subsidieplafond.

Voor de agrarische en niet agrarische werkzaamheden wordt jaarlijks een subsidieplafond vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Zodra dit subsidieplafond is bereikt, wordt de regeling gesloten ook al is het tijdvak voor indiening nog niet verstreken. Dit wordt bekendgemaakt via de provinciale website en de regionale dagbladen.