Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de vaststelling van de Subsidieregeling bouw of verbouw huisartsenpraktijk Fryslân (Subsidieregeling bouw of verbouw huisartsenpraktijk Fryslân)

Geldend van 02-07-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de vaststelling van de Subsidieregeling bouw of verbouw huisartsenpraktijk Fryslân (Subsidieregeling bouw of verbouw huisartsenpraktijk Fryslân)

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

gelet op het bepaalde in art. 1.3 van de Algemene Subsidieverordening 2013 van de provincie Fryslân;

gelet op de verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van Europese Unie op de-minimissteun.

besluiten:

de Subsidieregeling bouw of verbouw huisartsenpraktijk Fryslân als volgt vast te stellen:

Subsidieregeling bouw of verbouw huisartsenpraktijk Fryslân

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv 2013: Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

  • b.

    adres: een adres van een fysiek pand waar één of meer huisartsenpraktijken in gevestigd zijn en praktijk voeren;

  • c.

    bouw- of verbouw: activiteit gericht op de verbouw van een bestaande huisartsenpraktijk, dan wel de bouw of verbouw van een pand met als doel een nieuwe huisartsenpraktijk op een nieuwe locatie te vestigen;

  • d.

    de-minimis: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun;

  • e.

    externe adviseur: iemand die op grond van opleiding of ervaring gekwalificeerd moet worden geacht om een opdracht uit te voeren in het kader van een op grond van deze regeling gesubsidieerde activiteit. De deskundige is onafhankelijk, zonder schijn van belangenverstrengeling met de subsidieaanvrager of de aangevraagde subsidiabele activiteit en staat ingeschreven in het handelsregister;

  • f.

    gespreksverslag: een verslag van een overleg met de Hagro waarin duidelijk naar voren komt dat de bouw- of verbouwplannen besproken zijn en dat de Hagro- leden ingelicht zijn;

  • g.

    Hagro: een groep huisartsen die in het kader van nascholing en vervanging bij vakanties met elkaar samenwerkt;

  • h.

    huisarts: iemand die opgeleid is tot huisarts en staat ingeschreven in het BIG- register en in geval een huisartsenpraktijk wordt gerealiseerd eigenaar is van een stuk grond of een pand in de provincie Fryslân waarop of waarin de huisarts binnen twee jaar een huisartsenpraktijk gaat realiseren.

  • i.

    huisartsenpraktijk: een bedrijf dat bestaat uit één huisarts of een samenwerkingsverband van huisartsen en eventueel ondersteund wordt door een of meer doktersassistenten;

  • j.

    intentieverklaring: een schriftelijk document waarin: de bouwplannen van de aanvrager worden beschreven; wordt aangegeven op welke manier er over deze bouwplannen is afgestemd met de Hagro, duidelijk wordt dat de Hagroleden positief instemmen met het plan en die tevens is ondertekend door de Hagroleden;

  • k.

    opleidingspraktijk: een huisartsenpraktijk die voldoet aan de eisen, gesteld vanuit de vakgroep huisartsgeneeskunde, voor het opleiden van artsen tot huisarts;

  • l.

    praktijkhoudende huisarts: een huisarts die eigenaar of mede-eigenaar is van een huisartsenpraktijk die fysiek in een pand in de provincie Fryslân is gehuisvest;

  • m.

    toekomstbestendig: activiteiten gericht op het continueren van bestaande huisartsenpraktijken, dan wel gericht op het stimuleren van nieuwe huisartsenpraktijken, waarmee de huisartsenzorg voor tenminste 5 jaar wordt geborgd;

  • n.

    vastgoed- of huisvestingsplan: een plan gericht op het bouwen of verbouwen van een huisartsenpraktijk. Het geeft weer welke stappen ondernomen moeten worden om de huisartsenpraktijk toekomstbestendig te maken en beschrijft de urgentie van het project.

Artikel 2. Doel van de regeling

Met deze regeling wordt beoogd om de huisartsenzorg in de provincie Fryslân toekomstbestendig te maken, waarbij specifiek wordt ingezet op het continueren van bestaande, dan wel het vestigen van nieuwe huisartsenpraktijken binnen de provincie.

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan een in een rechtsvorm georganiseerde huisarts of praktijkhoudende huisarts.

Artikel 4. Subsidiabele activiteit

Subsidie wordt verstrekt voor één van onderstaande activiteiten die zien op:

  • a.

    bouw of verbouw van een bestaande of nieuwe huisartsenpraktijk; of

  • b.

    het inhuren van een externe adviseur voor het voor een huisarts opstellen van vastgoed- of huisvestingsplan voor de bouw of verbouw van een bestaande of nieuwe huisartsenpraktijk.

Artikel 5. Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot de in artikel 4 genoemde activiteiten komen alle kosten in aanmerking, met uitsluiting van de kosten genoemd in artikel 6.

Artikel 6. Niet - subsidiabele kosten

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.10 van de Asv 2013 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    Kosten die verband houden met de reguliere werkzaamheden binnen de huisartsenpraktijk;

  • b.

    Kosten die verband houden met regulier onderhoud van de huisartsenpraktijk;

  • c.

    Kosten die verband houden met functietoevoeging anders dan huisartsenzorg;

  • d.

    Kosten die verband houden met de bouw of verbouw van de woonruimte in of bij de huisartsenpraktijk.

  • e.

    Alle kosten die direct of indirect verband houden met de aankoop van het pand of de grond waarin of waarop de huisartsenpraktijk zal worden gevestigd.

Artikel 7. Maximale subsidie en subsidiepercentage

  • 1. De subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 4 onder a bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 50.000 per adres;

  • 2. Voor de activiteit als bedoeld in artikel 4 onder b komen alle subsidiabele kosten voor subsidie in aanmerking, met een maximum van € 5.000,-.

Artikel 8. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt ontvangen binnen een door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagperiode.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend met het door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 9. Weigeringsgronden

De subsidie wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2.7 van de Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân 2013, in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager niet valt binnen de doelgroep van de regeling;

  • b.

    de activiteit naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onvoldoende bijdrage levert aan de doelstelling van deze regeling;

  • c.

    er gegronde reden bestaat dat de activiteit in financiële, organisatorische, technische of planologische zin niet haalbaar is;

  • d.

    de subsidieaanvraag minder dan 4 punten na rangschikking als bedoeld in artikel 10, eerste lid, heeft ontvangen;

  • e.

    een aanvraag voor de in artikel 4 onder a genoemde activiteit op datum van sluiting van de aanvraagperiode onvolledig is;

  • f.

    Een aanvraag wordt ontvangen buiten de aanvraagperiode zoals vermeld in artikel 8.

  • g.

    de subsidieaanvrager geen eigenaar is van het pand waarin de huisartsenpraktijk gehouden wordt en geen schriftelijke toestemming van de eigenaar kan overleggen voor de uitvoering van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • h.

    de aanvrager reeds subsidie heeft ontvangen op basis van deze regeling voor het bouwen of verbouwen van een huisartsenpraktijk of voor zowel het inhuren van een adviseur én het bouwen of verbouwen van een huisartsenpraktijk;

  • i.

    voor dezelfde activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd reeds subsidie op basis van deze regeling of een andere subsidie is verstrekt door de provincie Fryslân of een andere instantie;

  • j.

    er reeds op grond van deze regeling subsidie is verstrekt aan een huisarts die op hetzelfde adres gevestigd is.

Artikel 10. Verdeelsystematiek

  • 1. Gedeputeerde Staten rangschikken de voor subsidieverlening in aanmerking komende aanvragen voor activiteiten als genoemd in artikel 4 onder a, zodanig dat een aanvraag hoger gerangschikt wordt naarmate die naar hun oordeel meer voldoet aan de volgende criteria:

    • a.

      Toekomstbestendigheid: in het bouw- of verbouwplan wordt beschreven welke stappen ondernomen gaan worden om de fysieke ruimte te verbeteren dan wel uit te breiden en op welke termijn;

    • b.

      Afstemming: er is aantoonbare samenwerking met de Hagro en er is afstemming geweest over het geplande bouw- of verbouwplan;

    • c.

      Moment stoppen: het moment waarop de praktijkhoudende huisarts gaat stoppen;

    • d.

      Duurzaamheid: in het plan wordt rekening gehouden met energiebesparende maatregelen.

  • 2. Ten behoeve van de rangschikking voor de activiteit in artikel 4 onder a worden op de volgende wijze punten toegekend per criterium:

    • a.

      Voor toekomstbestendigheid:

      • i.

        0 punten indien er geen of onvoldoende informatie wordt verstrekt over wat er met de beoogde verbouwing of bouw wordt beoogd;

      • ii.

        1 punt indien na realisatie van het bouw- of verbouwplan er fysieke ruimte is voor, al dan niet extra, ondersteunend personeel;

      • iii.

        3 punten indien na realisatie van het bouw- of verbouwplan er fysieke ruimte is voor één of meer extra huisartsen;

      • iv.

        5 punten indien na realisatie van het bouw- of verbouwplan de huisartsenpraktijk een opleidingspraktijk wordt.

    • b.

      Voor afstemming met de Hagro:

      • i.

        0 punten indien er niet over het bouw- of verbouwplan is afgestemd met de Hagro of als er alleen mondelinge afspraken hierover zijn gemaakt;

      • ii.

        1 punt indien het bouw- of verbouwplan is besproken met de Hagro en deze door middel van een gespreksverslag aan te tonen zijn;

      • iii.

        2 punten indien er afspraken zijn gemaakt met de Hagro die geresulteerd hebben in een te overleggen intentieverklaring.

    • c.

      Voor noodzaak:

      • i.

        0 punten indien in het plan sprake is van een praktijkhoudende huisarts die van plan is binnen 1 jaar te stoppen;

      • ii.

        1 punt indien in het plan sprake is van een praktijkhoudende huisarts die van plan is tussen de 1 jaar en 3 jaar te stoppen;

      • iii.

        2 punten indien in het plan sprake is van een praktijkhoudende huisarts die van plan is tussen de 3 en 5 jaar te stoppen;

      • iv.

        3 punten indien in het plan sprake is van een praktijkhoudende huisarts die van plan is over >5 jaar te stoppen.

    • d.

      Voor duurzaamheid:

      • i.

        0 punten indien in het bouw- of verbouwplan geen of onvoldoende aandacht wordt besteed aan energiebesparende maatregelen;

      • ii.

        1 punt indien in het bouw- of verbouwplan staat beschreven welke nieuwe of aanvullende, op reeds bestaande, energiebesparende maatregelen worden genomen na ontvangst van de subsidie.

  • 3. Gedeputeerde Staten verdelen het beschikbare bedrag voor activiteiten onder a van artikel 4 in de volgorde van de rangschikking voor aanvragen die minimaal 4 punten hebben gescoord.

  • 4. Indien twee of meer aanvragen zijn ontvangen van huisartsen die gevestigd zijn op hetzelfde adres, zij juridisch niet verbonden zijn, en zij beide voldoende punten hebben behaald om voor subsidie in aanmerking te komen, bepaalt de adviescommissie de verdeling van de middelen over deze aanvragers, waarbij onder meer gekeken wordt naar de geografische spreiding van de huisartsenpraktijken, lokale of regionale omstandigheden, en de financiële haalbaarheid van de plannen.

  • 5. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die even hoog zijn gerangschikt, zoals genoemd in het derde lid, het subsidieplafond wordt overschreden, adviseert de adviescommissie gemotiveerd over de verdeling van de middelen over alle aanvragen met dezelfde rangschikking, waarbij onder meer gekeken wordt naar de geografische spreiding van de huisartsenpraktijken, lokale of regionale omstandigheden, en de financiële haalbaarheid van de plannen.

  • 6. Gedeputeerde Staten kunnen slechts gemotiveerd afwijken van het advies van de commissie.

  • 7. Voor activiteiten onder b van artikel 4 geldt dat subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum van binnenkomst die datum is waarop de aanvraag volledig is.

  • 8. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, voor activiteiten onder b van artikel 4, die op dezelfde dag zijn binnengekomen, zoals genoemd in het zevende lid, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 11. Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onverminderd de verlichtingen die voortvloeien uit artikel 2.13 en 2.14 van de Asv 2013 en de Awb, is de subsidieontvanger verplicht om:

  • 1.

    bij een subsidie gegeven aan activiteiten die vallen onder artikel 4 onder a het project binnen een termijn van 24 maanden vanaf de datum van de subsidieverlening te realiseren;

  • 2.

    indien niet voldaan kan worden aan de in het eerste lid genoemde verplichting kan de uitvoeringstermijn van het project met maximaal zes maanden worden verlengd wanneer hiertoe een schriftelijk en onderbouwd verzoek wordt ingediend minimaal één maand voorafgaand aan het aflopen van de termijn;

  • 3.

    bij een subsidie gegeven aan activiteiten die vallen onder artikel 4 onder b het plan binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van subsidieverlening op te leveren.

  • 4.

    de huisartsenpraktijk na het verrichten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend voor de duur van vijf jaar in de staat te bewaren waarin het door de activiteiten is gebracht.

Artikel 12. Adviescommissie

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen de aanvragen voor advies in handen van de Adviescommissie Huisartsenzorg;

  • 2. De Adviescommissie Huisartsenzorg adviseert over de in artikel 10 bedoelde rangschikking.

  • 3. Gedeputeerde Staten stellen voor de adviescommissies een reglement vast.

Artikel 13 Staatssteun

  • 1. Subsidies in het kader van deze regeling worden verstrekt met toepassing van de de-minimisverordening.

  • 2. De aanvrager vult een de-minimisverklaring in om te bepalen of de subsidie met toepassing van de-minimissteun kan worden verstrekt.

  • 3. Het voordeel met toepassing van de-minimissteun mag nooit hoger zijn dan € 200.000,- over een periode van drie belastingjaren per zelfstandige onderneming en dient ook anderszins te voldoen aan de voorwaarden voor de-minimissteun.

  • 4. De in dit artikel genoemde de-minimissteun betreft het bruto subsidie-equivalent zoals omschreven in de de-minimisverordening.

Artikel 14. Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling bouw of verbouw huisartsenpraktijk Fryslân en treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt gepubliceerd.

Ondertekening

Toelichting Subsidieregeling bouw of verbouw huisartsenpraktijken Fryslân

Inleiding

De provincie ziet voor zichzelf een rol op het gebied van toekomstbestendige huisartsenpraktijken als bijdrage aan de spreiding en bereikbaarheid van zorgvoorzieningen in de hele provincie Fryslân. Met de regeling wordt beoogd de Friese huisartsenzorg toekomstbestendig te maken, waarbij specifiek wordt ingezet op het continueren van de huisartsenzorg (bestaande huisartsenpraktijken) en/of het realiseren van nieuwe huisartsenpraktijken.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Wat verstaan we in deze regeling onder bepaalde termen?

d) de-minimis verklaring: hiermee wordt bekeken of de aanvrager niet al te veel subsidie ontvangen heeft. Een de-minimisverklaring laat zien dat het aangevraagde subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk kan worden verleend zonder dat er sprake zal zijn van een overtreding van de geldende voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun.

e) externe adviseur: een externe adviseur dient onafhankelijk te zijn. Dit wil zeggen dat de adviseur geen familiebanden of andere banden mag hebben met de aanvrager. Ook mag de adviseur niet betrokken zijn bij betreffende activiteit. De adviseur moet staan ingeschreven in het Handelsregister. 

h) huisarts: onder huisarts wordt met deze regeling verstaan een persoon die is ingeschreven in het BIG register en die eigenaar is van een pand of een stuk grond waarin of waarop binnen twee jaar een huisartsenpraktijk wordt gerealiseerd. Deze huisarts hoeft dus op het moment van aanvragen nog geen praktijkhoudende huisarts te zijn.

l) praktijkhoudende huisarts: bij een praktijkhoudende huisarts gaat het om een huisarts die eigenaar of mede-eigenaar is van een huisartsenpraktijk in de provincie Fryslân. Het gaat er hierbij dus om dat deze praktijk fysiek in een pand in de provincie is gehuisvest. De huisarts kan eigenaar zijn van het pand, maar dit hoeft niet. Een huisarts kan ook een pand huren waar hij/zij een huisartsenpraktijk in runt.

 

m) toekomstbestendig: het toekomstbestendig maken van de huisartsenzorg gaat om het continueren van bestaande huisartsenzorg, dan wel het creëren van nieuwe huisartsenpraktijken. Met deze regeling wordt beoogd om de huisartsenzorg te stimuleren waardoor de huisartsenzorg voor tenminste 5 jaar wordt geborgd. Bij het continueren van de huisartsenpraktijk gaat het om a) opvolging waarborgen, b) praktijken op andere locaties voorzetten of c) praktijken op bestaande locaties uitbreiden (verbouwen). Bij nieuwe huisartsenpraktijken gaat het om huisartsen die eigenaar zijn van een pand of stuk grond waarin of waarop binnen twee jaar een huisartsenpraktijk wordt gerealiseerd.

n) vastgoed- of huisvestingsplan:

In een vastgoed- of huisvestingsplan worden de plannen van de verbouwing of bouw van de huisvesting in kaart gebracht. Het plan gaat in op het toekomstbestendig maken van de huisartsenpraktijk. In het plan wordt een financiële onderbouwing (exploitatiebegroting) gegeven waarmee de haalbaarheid van het plan inzichtelijk wordt gemaakt.

Artikel 2 Waarvoor is deze regeling bedoeld?

Deze regeling is in het leven geroepen om de huisartsenzorg in de provincie Fryslân beter toekomstbestendig te maken door problemen bij de huisvesting van de huisartsen op te lossen, zodat het makkelijker wordt om een huisarts aan te trekken of te behouden voor de zorg in de provincie.

Artikel 3 Wie kan subsidie aanvragen?

Deze bepaling beperkt de groep van aanvragers tot huisartsen of praktijkhoudende huisartsen die in een rechtsvorm georganiseerd zijn. Belangrijke voorwaarde voor alle aanvragers is inschrijving in het BIG-register en bij de Kamer van Koophandel. Bij de aanvraag moeten hiervan bewijsstukken worden overlegd. Indien de aanvrager niet de eigenaar van het pand is waarin de huisartsenpraktijk is gevestigd moet toestemming voor de verbouw van de eigenaar van het pand bij de aanvraag worden bijgevoegd.

Artikel 4 Wat zijn de subsidiabele activiteiten?

In dit artikel wordt een splitsing gemaakt tussen het inhuren van een adviseur en het daadwerkelijk (ver)bouwen van een nieuwe huisartsenpraktijk. Bij het (ver)bouwen van een huisartsenpraktijk kunt u denken aan het uitbreiden van de functies in de huisartsenpraktijk, zoals extra praktijkruimte voor een andere huisarts, voor een opleidingsplaats, een huisartsondersteuner of ander ondersteunend medisch personeel of voor grotere ruimtes. Functietoevoeging, regulier onderhoud of uitsluitend het aanpakken van het interieur zijn uitgesloten.

(Ver)bouwkosten zijn alle kosten die nodig zijn om een bouwproject, eventueel met behulp van bestek en technische tekeningen, en het bijbehorend management, volgens een bepaalde opbouw van kostenverdeling te voltooien. Hierbij gaat het niet om planvorming, want dat is een aparte subsidiabele activiteit.

De onafhankelijke externe adviseur kan door een huisarts worden ingehuurd voor het opstellen van een vastgoed- of huisvestingsplan dat kan leiden tot bouw- of verbouw van de huisartsenpraktijk.

Het is mogelijk om een aanvraag in te dienen voor of het inhuren van een adviseur, of voor het bouwen/verbouwen van een praktijk. Het is dus niet mogelijk om voor beide activiteiten een aanvraag in te dienen.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Kosten die direct verband houden met het opstellen van het vastgoed- of huisvestingsplan of met de uitvoering van een (ver)bouwproject zijn subsidiabel, voor zover ze niet in artikel 6 van deze regeling of art. 1.10 Asv 2013 worden genoemd.

Artikel 6 Welke kosten komen niet voor subsidie in aanmerking?

Deze bepaling regelt welke kosten niet voor subsidie in aanmerking komen. Het eerste lid regelt dat de reguliere werkzaamheden van de subsidieaanvrager, dus de dagelijkse werkzaamheden van de aanvrager, niet voor subsidie in aanmerking komen. Ook bijdragen in de exploitatie is uitgesloten op grond van de regeling.

Eveneens zijn uitgesloten van subsidie, kosten die verband houden met regulier onderhoud van een huisartsenpraktijk. Het project kan er dus niet op gericht zijn achterstallig onderhoud op te lossen.

Verder beperkt de subsidie zich tot huisartsenzorg en daaraan gerelateerde activiteiten, zoals een opleidingsplek, een praktijkassistent, etc. Het kan dus niet gaan om het bijbouwen van een ruimte voor fysiotherapie, logopedie, o.i.d.

Ook zijn uitgesloten die kosten die verband houden met de bouw of verbouw van de woonruimte van een huisarts. Deze komen voor eigen rekening van de aanvrager. Dit geldt ten slotte ook voor alle kosten die direct of indirect verband houden met de aankoop van het pand of de grond waarin of waarop de huisartsenpraktijk zal worden gevestigd.

Artikel 7 Hoeveel subsidie kan een aanvrager krijgen?

Onder a: Een aanvrager kan maximaal 50% van de subsidiabele kosten als bijdrage uit deze regeling krijgen, met een maximum van € 50.000 per adres. Niet-subsidiabele kosten zijn bijvoorbeeld de kosten voor regulier onderhoud en aankoopkosten. Deze kosten worden eerst van de totale kosten afgetrokken, wat dan overblijft zijn de subsidiabele kosten. De provinciale bijdrage kan maximaal 50% van dit laatste bedrag bedragen, met een maximum van € 50.000.

Voorbeeld 1:

Wanneer een project in totaal € 600.000 kost, maar € 300.000 betreft aankoopkosten van het pand waarin de nieuwe huisartsenpraktijk gevestigd zal worden, bedragen de subsidiabele kosten € 600.000 - € 300.000 = € 300.000. Dan kan de provinciale subsidie maximaal 50% van € 300.000 bedragen met een maximum van € 50.000. In dit geval bedraagt de subsidie dus € 50.000.

Voorbeeld 2:

Wanneer een project in totaal € 50.000 kost en er € 10.000 aan regulier onderhoud in zit, bedragen de subsidiabele kosten € 50.000 - € 10.000 = € 40.000. Dan kan de provinciale subsidie maximaal 50% van € 40.000 zijn = € 20.000.

Onder b: voor advieskosten geldt dat de provinciale bijdrage maximaal € 5.000 kan zijn. Alle subsidiabele kosten tot aan dit bedrag kunnen worden gesubsidieerd. Bijvoorbeeld: als de offerte € 4.000,- bedraagt en alle kosten zijn subsidiabel, dan kunt u 4.000,- ontvangen. Als de offerte € 6.000,- is en alle kosten zijn subsidiabel, dan ontvangt u € 5.000,-

Er dient een ongetekende offerte ingediend te worden. Dit houdt in dat er nog geen verplichtingen aangegaan mogen zijn, oftewel er mag nog geen akkoord gegeven zijn op de offerte voordat de subsidieaanvraag is ingediend.

Artikel 8 Aanvraag

Voor alle aanvragen geldt dat zij alleen in behandeling kunnen worden genomen als ze zijn ontvangen binnen de door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagperiode en de aanvragen volledig zijn.

De subsidieaanvraag moet worden ingediend met het door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier. Een aanvraag moet bestaan uit een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier, vergezeld van alle in het aanvraagformulier voorgeschreven bijlagen.

Artikel 9 Wanneer weigeren wij een subsidieaanvraag?

Een aanvraag komt niet voor subsidieerstrekking in aanmerking als er sprake is van een weigeringsgrond. Is daar sprake van en heeft de subsidieaanvraag betrekking op de in artikel 4 onder a bedoelde activiteiten van bouw of verbouw van de huisartsenpraktijk dan wordt de aanvraag niet voorgelegd aan de Adviescommissie. In aanvulling op artikel 2.7 van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht is een aantal weigeringsgronden opgenomen.

Onderdeel a gaat in op de doelgroep van de regeling. Deze is bepaald in artikel 3 en gedefinieerd in artikel 1. Wanneer de aanvrager hier niet onder valt, wordt de aanvraag geweigerd.

Onderdeel b gaat in op de essentie van deze regeling. Indien uw project onvoldoende bijdrage levert aan het in artikel 2 omschreven doel van de regeling, namelijk het toekomstbestendig maken van een huisartsenpraktijk in provincie Fryslân, dan zal uw aanvraag worden geweigerd.

Onderdeel c bepaalt dat een aanvraag geweigerd kan worden als er goede reden bestaan dat een activiteit niet haalbaar is. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat een activiteit onvoldoende (financieel) onderbouwd is, niet realistisch is, er twijfel is over de financiële haalbaarheid, het plan planologisch niet haalbaar is e.d.

Onderdeel d geldt alleen voor aanvragen die zijn ingediend voor de in artikel 4, onder a genoemde activiteit. Over deze aanvragen geeft een adviescommissie een zwaarwegend advies. Elke aanvraag wordt gescoord aan de hand van de criteria zoals opgenomen in artikel 10. Wanneer de score drie punten of lager is, draagt het project onvoldoende bij aan het toekomstbestendig maken van de huisartsenzorg in Fryslân en wordt de aanvraag geweigerd.

Onderdeel e gaat het om aanvragen voor de in artikel 4 onder a bedoelde activiteiten die op de datum van sluiting van de aanvraagperiode niet volledig zijn. Alle aanvragen moeten op het moment van sluiting van de termijn volledig zijn en bij ons binnen zijn. Aanvragen of aanvullingen die nog na de sluiting van de aanvraagperiode bij ons binnenkomen worden geweigerd, omdat er bij een tenderregeling na sluitingsdatum geen aanvullende informatie meer mag worden opgevraagd en verstrekt. Dit zou namelijk van invloed kunnen zijn op de onderlinge rangschikking van deze aanvragen.

Aanvragen die voor of na de aanvraagperiode worden ontvangen worden geweigerd. Hierover gaat de weigeringsgrond in onderdeel f.

Onderdeel g betreft het vereiste dat de huurder schriftelijke toestemming van de verhuurder nodig heeft om de gehuurde huisartsenpraktijk geheel of gedeeltelijk te veranderen. Dit is vastgesteld in artikel 7:215 BW. Kan de subsidieaanvrager deze toestemming niet bij de aanvraag voegen dan wordt de subsidieaanvraag geweigerd.

Onderdeel h stelt dat een aanvrager die al op basis van deze regeling subsidie heeft ontvangen voor het bouwen of het verbouwen van een huisartsenpraktijk, niet meer in aanmerking komt voor subsidie. Dit geldt ook wanneer een aanvrager al reeds subsidie heeft ontvangen voor het bouwen of verbouwen van een praktijk én voor het inhuren van een adviseur.

Onderdeel i stelt dat een aanvraag wordt geweigerd indien er voor dezelfde activiteit al subsidie is ontvangen op basis van deze regeling. Ook wordt de aanvraag geweigerd indien er al een andere subsidie is verstrekt door de provincie voor deze activiteit of door een andere instantie. Dit doen we om opstapeling van subsidies te voorkomen en een diversiteit van gesubsidieerde projecten te stimuleren.

Artikel 10 Hoe worden de subsidieaanvragen gerangschikt?

Pas wanneer voldaan is aan de artikelen die betrekking hebben op de aanvraagvereisten, de doelgroep, de subsidiabele activiteit en het doel van de regeling komt een volledige subsidieaanvraag in aanmerking voor rangschikking door Gedeputeerde Staten. Indien een weigeringsgrond van toepassing is, wordt de subsidieaanvraag geweigerd en komt de aanvraag niet voor rangschikking en subsidie in aanmerking.

Subsidieaanvragen die voor rangschikking in aanmerking komen worden door Gedeputeerde Staten gerangschikt. Voor de rangschikking kan Gedeputeerde Staten gebruik maken van een Adviescommissie die belast is met advisering over ingediende aanvragen. De Adviescommissie adviseert Gedeputeerde Staten over de kwaliteit van de subsidieaanvragen. De commissie heeft een reglement (vastgesteld op 18 juli 2019) en bestaat uit drie onafhankelijke, ter zake kundige leden. De Adviescommissie Huisartsenvastgoed beoordeelt alle aanvragen die zijn ingediend op de navolgende criteria. Wanneer de punten toegekend zijn, is duidelijk welke aanvraag voor subsidie in aanmerking komt.

In totaal zijn er 11 punten per subsidieaanvraag te verkrijgen. De rangschikking bepaalt welke subsidieaanvragen wel of niet in aanmerking komen voor subsidie. Het hoogst scorende project krijgt als eerste subsidie toegekend, enzovoort. Wanneer het subsidieplafond uitgeput is, wordt een subsidieaanvraag geweigerd wegens overschrijding van het subsidieplafond. Er is dan onvoldoende subsidie beschikbaar om alle projecten subsidie te geven. Een weigering kan ook volgen wanneer 3 punten of minder worden gescoord voor een project.

Lid 2: toelichting op de criteria:

Toekomstbestendigheid

Om punten te scoren dient in het plan te worden beschreven hoe de huisartsenpraktijk toekomstbestendig gemaakt gaat worden. Dit heeft te maken met het doel waarvoor de verbouwing of bouw wordt uitgevoerd: wordt er bijvoorbeeld fysieke ruimte bijgemaakt voor extra personeel of wordt de praktijk door de verbouwing een opleidingspraktijk. Onderstaande punten zijn te verdienen:

  • -

    Indien er geen of onvoldoende informatie wordt verstrekt in het plan over wat er met de beoogde bouw of verbouwing wordt gedaan, worden er geen punten toegekend (0 punten).

  • -

    Na realisatie van de plannen is er ruimte voor (extra) ondersteunend personeel (1 punt)

  • -

    Na realisatie van de plannen is er ruimte voor één of meer extra huisartsen (3 punten)

  • -

    Na realisatie van de plannen wordt de praktijk een opleidingspraktijk (5 punten)

Afstemming met Hagro

Om punten te scoren dient het plan te zijn afgestemd met de betreffende Huisartsengroep. Dit om draagvlak te krijgen voor het plan en om te voorkomen dat een plan achteraf niet ondersteund wordt. De volgende punten zijn te verdienen:

  • -

    Indien er niet over het bouw- of verbouwplan is afgestemd met de Hagro of er is hierover alleen mondeling met de Hagroleden gesproken en/of mondelinge afspraken gemaakt, dan worden er geen punten gegeven (0 punten)

  • -

    Er zijn afspraken gemaakt over het bouw- of verbouwplan en deze zijn d.m.v. een gespreksverslag aan te tonen (1 punten)

  • -

    Er zijn afspraken gemaakt met de Hagro die geresulteerd hebben in een te overleggen intentieverklaring (2 punten)

Noodzaak

Bij noodzaak kijken we naar het moment waarop een in het plan betrokken praktijkhoudende huisarts van plan is te stoppen. Met het oog op toekomstbestendigheid is het van belang tijdig een opvolger te vinden, dan wel op een andere manier te zorgen dat de huisartsenzorg gecontinueerd kan worden. De rangschikking gaat daarom als volgt:

  • -

    In het plan is sprake van een praktijkhoudende huisarts die van plan is om binnen 1 jaar te stoppen (0 punten)

  • -

    In het plan is sprake van een pratijkhoudende huisarts die van plan is tussen de 1 jaar en 3 jaar te stoppen (1 punt)

  • -

    In het plan is sprake van een praktijkhoudende huisarts die van plan is tussen de 3 en 5 jaar te stoppen (2 punten)

  • -

    In het plan is sprake van een praktijkhoudende huisarts die van plan is over >5 jaar te stoppen (3 punten)

Duurzaamheid

Onder duurzaamheid verstaan we energiebesparende maatregelen, die meegenomen worden in het plan van de (ver)bouw. Zonnepanelen en collectoren vallen niet onder de duurzaamheidsmaatregelen.

  • -

    Indien in het bouw- of verbouwplan geen of onvoldoende aandacht wordt besteed aan energiebesparende maatregelen worden er geen punten toegekend (0 punten).

  • -

    Indien in het bouw- of verbouwplan staat beschreven welke nieuwe of aanvullende, op reeds bestaande, energiebesparende maatregelen worden genomen na ontvangst van de subsidie, wordt 1 punt toegekend (1 punt).

Lid 3: Aanvragen die gericht zijn op (ver)bouwkosten krijgen een score en moeten minimaal 4 punten hebben gescoord om kans te maken op subsidie.

Lid 4: Het kan voorkomen dat twee of meer aanvragende huisartsen op hetzelfde adres gevestigd zijn. Aangezien in artikel 7 eerste lid is bepaald dat het mogelijk is om maximaal € 50.000,- per adres te subsidiëren, is in artikel 10 lid 4 bepaald dat de adviescommissie de ruimte heeft om de verdeling te bepalen, indien de aanvragers allen voldoende punten scoren om voor subsidie in aanmerking te komen. Dit lid is toegevoegd om een zo groot mogelijke verspreiding van de middelen te krijgen over de provincie en praktijken.

Voorbeeld: stel er zijn twee huisartsen gevestigd op hetzelfde adres. Beide vragen € 50.000,- aan subsidie. Na beoordeling door de adviescommissie scoren beide 11 punten op hun plannen. In totaal zijn er 5 huisartsen die 11 punten scoren. In dit geval komen deze 5 huisartsen voor subsidie in aanmerking. Het is in dat geval aan de adviescommissie om de verdeling van € 50.000,- over de twee huisartsen op hetzelfde adres te bepalen.

Lid 5: Er is bepaald dat indien de adviescommissie ruimte krijgt om te adviseren over de verdeling van middelen, indien meerdere huisartsen een gelijke score krijgen, en daarmee het subsidieplafond overschrijden. De adviescommissie kijkt hierbij onder meer naar de geografische spreiding van de huisartsenpraktijken, lokale of regionale omstandigheden en de financiële haalbaarheid van het plan.

Voorbeeld: er zijn 10 aanvragen binnengekomen die allen € 50.000,- subsidie vragen. De adviescommissie geeft de aanvragen punten, zie de 2e kolom. Er zijn 3 aanvragen met 11 punten. Deze 3 aanvrage komen voor subsidie in aanmerking en krijgen € 50.000,-. Van de beschikbare € 300.000,- resteert nu nog € 150.000,-. Er zijn 4 aanvragen met 10 punten. In totaal vragen zij € 200.000,-. Met dit bedrag wordt het subsidieplafond overschreden. In dit geval is het aan de adviescommissie hoe zij de resterende € 150.000,- verdeelt over deze 4 aanvragers. Zij kijkt hierbij onder meer naar de geografische spreiding van de huisartsenpraktijken, lokale of regionale omstandigheden en de financiële haalbaarheid van de plannen.

Aanvrager

Aantal punten

1

11

2

11

3

11

4

10

5

10

6

10

7

10

8

9

9

9

10

9

Figuur 1: voorbeeld van toepassing art. 10, lid 5.

Lid 7: aanvragen die gericht zijn op het inhuren van een externe deskundige worden behandeld op datum van binnenkomst en worden dus niet gerangschikt.

Lid 8: indien op dezelfde dag twee of meer aanvragen voor het inhuren van een adviseur binnenkomen, en daarmee het subsidieplafond wordt overschreden, dan wordt er geloot. Er zijn in deze situatie namelijk onvoldoende middelen om alle aanvragen subsidie te verlenen. Door middel van loting wordt bepaald welke aanvrager subsidie toegekend krijgt, of krijgen, en welke aanvragen worden geweigerd vanwege het bereiken van het subsidieplafond.

Artikel 11Welke verplichtingen zijn verbonden aan de subsidiebeschikking?

In dit artikel worden in het eerste lid de maximale termijnen van projecten geregeld. (Ver)bouw projecten hebben regulier een maximale looptijd van twee jaar. Wanneer de subsidieontvanger dit niet denkt te halen, moet de subsidieontvanger, voordat de termijn verstreken is, bij ons schriftelijk een verzoek indienen voor verlenging van de looptijd van het project. De termijn kan dan met maximaal zes maanden worden verlengd.

Voor adviesprojecten geldt een maximale termijn van zes maanden. Aangezien met deze subsidieverstrekking beoogd wordt om de huisartsenzorg in de provincie Fryslân toekomstbestendig te maken is de instandhoudingsverplichting in het vierde lid opgenomen, dat de huisartsenpraktijk vijf jaar na afronding van de subsidiabele activiteit in de staat moet worden bewaard waarin het door de activiteiten is gebracht. Het gaat hier om een na de vaststelling voortdurende verplichting.

Artikel 12 Beoordeling door een onafhankelijke adviescommissie

Gedeputeerde Staten hebben een Adviescommissie ingesteld. Hiervoor wordt een reglement vastgesteld. De commissie is belast met het adviseren over ingediende subsidieaanvragen. De commissie geeft een advies aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 13 Staatssteun

Het steunkader waarbinnen subsidie wordt verstrekt in het kader van deze regeling is de de-minimissteun en is geregeld in Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013. Op grond van deze verordening kan Gedeputeerde Staten aan ondernemingen voer een periode van drie belastingjaren tot € 200.000,- aan voordeel verstrekken zonder dat dit staatssteun oplevert. Om te kunnen beoordelen dat het vorengenoemde plafondbedrag niet wordt overschreden met de subsidieverstrekking in het kader van deze regeling, dient bij de aanvraag een ingevulde de-minimisverklaring te worden overgelegd.