Regeling vervallen per 17-11-2022

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de subsidiëring van stages in Fryslân (Subsidieregeling stageplaatsen Fryslân 2020)

Geldend van 29-08-2020 t/m 16-11-2022

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de subsidiëring van stages in Fryslân (Subsidieregeling stageplaatsen Fryslân 2020)

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

Gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

Overwegende dat door de Coronacrisis stagetekorten zijn ontstaan en het wenselijk is een steuntje in de rug te bieden aan Friese stage aanbiedende ondernemingen, kennisinstellingen en organisaties.

Besluiten vast te stellen de:

Subsidieregeling stageplaatsen Fryslân 2020.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013.

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • c.

    geaccrediteerde PRO, VSO, MBO, HBO of WO-opleiding:

    Voor het PRO geldt dat het onderwijs betreft zoals bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voorgezet onderwijs. Voor het VSO gaat het om onderwijs zoals bedoeld in artikel 9 van de Wet op de expertisecentra. Voor het HBO en WO zijn dit opleidingen die geaccrediteerd zijn in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs. Voor het MBO geldt het Centraal Register Beroepsopleidingen.

  • d.

    HBO: hoger beroepsonderwijs.

  • e.

    landbouw de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (2013/ L252).

  • f.

    MBO: middelbaar beroepsonderwijs.

  • g.

    onderneming: elke eenheid die een economische activiteit uitvoert, ongeacht haar rechtsvorm en wijze van financiering.

  • h.

    onderwijsinstelling:

    • a.

      instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • b.

      instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

  • i.

    prestatiesubsidie: subsidie die wordt verstrekt voor het realiseren van een specifieke gesubsidieerde prestatie dan wel activiteit. Een subsidie die verstrekt wordt op grond van deze regeling omschreven activiteit betreft een prestatiesubsidie.

  • j.

    PRO: praktijkonderwijs.

  • k.

    rechtsvorm: de juridische vorm waarin een onderneming, kennisinstelling of organisatie is gegoten.

  • l.

    reguliere de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie op de-minimissteun (2013 / L351).

  • m.

    stage(plaats): leerperiode die als onderdeel van een opleiding aan een erkende onderwijsinstelling, en met begeleiding vanuit deze instelling, plaatsvindt bij de stageverlener.

  • n.

    stageverlener: de onderneming, kennisinstelling of de organisatie waar de student stage gaat lopen.

  • o.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

  • p.

    stageovereenkomst: de overeenkomst die tussen stageverlener, de stagiair en de onderwijsinstelling waar de stagiair staat ingeschreven, wordt gesloten waarin een aantal afspraken met betrekking tot de stage worden vastgelegd.

  • q.

    stagiair: een student die vanuit de onderwijsinstelling waar hij of zij staat ingeschreven, ervaring opdoet door in de beroepspraktijk te leren én te werken.

  • r.

    student: natuurlijk persoon die een geaccrediteerde PRO, VSO, MBO, HBO of WO-opleiding volgt aan een erkende onderwijsinstelling in Nederland en daar staat ingeschreven.

  • s.

    vestiging: een afzonderlijk gelegen gebouw of een bedrijfswoning dat in gebruik of beheer is door de rechtsvorm van de aanvrager, en waarin of van waaruit activiteiten, worden uitgevoerd.

  • t.

    visserij de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (2014 / L190).

  • u.

    VSO: voortgezet speciaal onderwijs.

  • v.

    WO: wetenschappelijk onderwijs.

Artikel 1.2 Doel

De prestatiesubsidie heeft tot doel om Friese ondernemingen, kennisinstellingen en organisaties te stimuleren stageplaatsen beschikbaar te stellen voor studenten in de herstelfase na de coronacrisis.

Artikel 1.3 Doelgroep

  • 1. Een prestatiesubsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan een Friese:

    • a.

      eenmanszaak;

    • b.

      personenvennootschap;

    • c.

      privaatrechtelijke rechtspersoon;

    • d.

      kerkgenootschap.

  • 2. Een privaatrechtelijke rechtspersoon die nog in oprichting is op het moment van ontvangst van de aanvraag valt niet onder de doelgroep als omschreven in het eerste lid.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteit

Een prestatiesubsidie kan worden verstrekt voor het beschikbaar stellen van een stageplaats aan een student en het doorlopen van deze stage.

Artikel 1.5 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een prestatiesubsidie wordt elektronisch ingediend bij het SNN via een door laatstgenoemde daarvoor beschikbaar gesteld web-portal dat bereikbaar is op de website www.snn.nl.

  • 2. Bij de aanvraag worden alle bescheiden gevoegd die via het web-portal worden opgevraagd. Dit zijn in elk geval de volgende:

    • a.

      in het geval dat op de datum van ontvangst van de aanvraag nog gestart moet worden met de subsidiabele activiteit: een kopie van de stageovereenkomst die minimaal door twee van de drie partijen is ondertekend, alsmede een kopie van bewijs van inschrijving van de stagiair bij de onderwijsinstelling indien reeds in bezit;

    • b.

      in het geval dat op de datum van ontvangst van de aanvraag reeds gestart is met de subsidiabele activiteit: een kopie van de stageovereenkomst die is ondertekend door alle drie de partijen, alsmede een kopie van een bewijs van inschrijving van de stagiair bij de onderwijsinstelling;

    • c.

      in het geval dat de rechtsvorm van de aanvrager economische activiteiten uitvoert: een ingevulde de-minimisverklaring, waaruit blijkt dat het aangevraagde bedrag geheel of gedeeltelijk kan worden verstrekt zonder dat sprake zal zijn van overtreding van de geldende voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun.

  • 3. Per aanvraag kan uitsluitend voor één subsidiabele activiteit als bepaald in artikel 1.4 een prestatiesubsidie worden aangevraagd.

Artikel 1.6 Aanvraagperiode

  • 1. Een aanvraag voor een prestatiesubsidie voor een activiteit als omschreven in artikel 1.4, kan met ingang van 1 september 2020 9:00 uur tot en met 31 december 2020 23:59 uur worden ingediend.

  • 2. Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien deze is ontvangen door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland binnen de in het vorige lid genoemde indieningstermijn.

Artikel 1.7 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast ter uitvoering van deze regeling.

Artikel 1.8 Verdeelsystematiek

  • 1. Prestatiesubsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 2. Indien een aanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de prestatiesubsidie de dag waarop de aanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt de rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige aanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 1.9 Staatssteun

  • 1. Prestatiesubsidies in het kader van deze regeling worden verstrekt met toepassing van de reguliere de-minimisverordening voor zover de aanvrager een economische activiteit uitvoert.

  • 2. Indien de aanvrager actief is in de primaire productie van landbouwproducten, wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, prestatiesubsidie verstrekt met toepassing van de landbouw de-minimisverordening.

  • 3. Indien de aanvrager actief is in de visserij- en aquacultuursector, wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, prestatiesubsidie verstrekt met toepassing van de visserij de-minimisverordening.

Hoofdstuk 2 Subsidievoorwaarden

Artikel 2.1 Toetsingscriteria

Om voor een prestatiesubsidie in aanmerking te komen voor een activiteit als bedoeld in artikel 1.4, wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de rechtsvorm van de aanvrager heeft op het moment van ontvangst van de aanvraag tenminste één bestaande vestiging in Fryslân van waaruit activiteiten worden uitgevoerd;

  • b.

    de stagiair, verricht zijn in de stageovereenkomst vermelde uren volledig voor en ten gunste van de rechtsvorm van de aanvrager;

  • c.

    uit de stageovereenkomst blijkt dat de duur van de stage een omvang heeft van minimaal 280 uren;

  • d.

    de activiteit waarvoor een prestatiesubsidie wordt aangevraagd wordt uiterlijk gerealiseerd binnen één jaar na de datum van ontvangst van de aanvraag;

  • e.

    de aanvrager verklaart in zijn aanvraag dat de activiteit waarvoor hij een prestatiesubsidie aanvraagt op het moment van ontvangst van de aanvraag praktisch uitvoerbaar is gezien de COVID-19 beperkingen en RIVM-richtlijnen, zoals aangegeven op de website www.rivm.nl;

  • f.

    uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager reeds een student voor ogen heeft die de stage zal doorlopen.

Artikel 2.2 Weigeringsgronden

In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 2.7 van de ASV 2013, wordt een prestatiesubsidie geweigerd indien:

  • a.

    de stageovereenkomst vóór 17 augustus 2020 door alle partijen is ondertekend of vóór deze datum met de activiteit, waarvoor een prestatiesubsidie is aangevraagd, is gestart;

  • b.

    de activiteit waarvoor een prestatiesubsidie is aangevraagd niet in overeenstemming is met het doel van deze regeling;

  • c.

    de aanvrager niet binnen de doelgroep van de regeling valt;

  • d.

    de activiteit waarvoor een prestatiesubsidie wordt aangevraagd niet in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 1.4 van deze regeling;

  • e.

    de rechtsvorm van de aanvrager reeds tweemaal een prestatiesubsidie heeft ontvangen op grond van deze regeling;

  • f.

    de activiteit niet voldoet aan één of meer van de toetsingscriteria zoals vermeld in artikel 2.1;

  • g.

    een aanvraag wordt ontvangen buiten het indieningstijdvak als bepaald in artikel 1.6, eerste lid.

Artikel 2.3 Subsidiehoogte

De hoogte van de te verstrekken prestatiesubsidie bedraagt:

  • a.

    voor het invullen van een stage met een omvang vanaf 280 tot en met 400 uren: € 1.000,-;

  • b.

    voor het invullen van een stage met een omvang van meer dan 400 uren: € 1.500,-.

Artikel 2.4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 2.13 en 2.14 van de ASV 2013, is de subsidieontvanger verplicht om:

    • a.

      de gesubsidieerde activiteit uiterlijk binnen één jaar na de start hiervan te hebben gerealiseerd;

    • b.

      na afloop van de stage zorg te dragen voor een door alle partijen ondertekende model-verklaring inzake de afgeronde stage;

    • c.

      ervoor te zorgen dat de stagiair de in de stageovereenkomst vermelde uren volledig voor en ten gunste van de rechtsvorm van de subsidieontvanger verricht;

    • d.

      zich in te spannen om ervoor te zorgen dat de stagiair het aantal stage-uren loopt, zoals aangegeven is in de stageovereenkomst;

    • e.

      desgevraagd, na het verstrijken van de einddatum van de gesubsidieerde activiteit of na het realiseren van de gesubsidieerde activiteit, aan te tonen dat de activiteit conform de aanvraag heeft plaatsgevonden en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 2.5 Prestatieverantwoording

  • 1. Een prestatiesubsidie die verstrekt wordt op grond van deze regeling wordt direct vastgesteld.

  • 2. In geval van een verzoek als bepaald in artikel 2.4, aanhef en onder e, verstrekt de subsidieontvanger alle door Gedeputeerde Staten opgevraagde informatie, waaronder in elk geval:

    • a.

      een kopie van een door alle drie partijen ondertekende model-verklaring;

    • b.

      een kopie van een urenregistratie inzake de stage indien deze is bijgehouden;

    • c.

      een verslag van de werkzaamheden die de stagiair heeft verricht bij zijn rechtsvorm.

  • 3. Het niet voldoen aan het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, leidt tot intrekking van de subsidievaststelling en tot terugvordering van het vastgestelde subsidiebedrag bij de subsidieontvanger.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling stageplaatsen Fryslân 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 25 augustus 2020.

Voorzitter

drs. A.A.M. Brok

Secretaris

R.E. Bouius – Riemersma, MBA MCM

Artikelsgewijze toelichting

Subsidieregeling stageplaatsen Fryslân 2020.

Artikel 1.1, aanhef en onder m

Ook een internship kan onder deze begripsbepaling vallen. Dit geldt niet voor een traineeship.

Artikel 1.1, aanhef en onder p

De stageovereenkomst wordt in sommige gevallen ook wel Praktijk Overeenkomst (POK) genoemd. Hierin staat het wettelijk kader van de overeenkomst beschreven.

Artikel 1.3, eerste en tweede lid

Uitsluitend Friese ondernemingen, kennisinstellingen of organisaties die worden gedreven onder rechtsvormen die vallen onder hetgeen is op opgesomd in het eerste lid van dit artikel, kunnen voor een prestatiesubsidie in aanmerking komen.

In het geval de privaatrechtelijke rechtspersoon van de aanvrager, op het moment van ontvangst van de aanvraag nog een (i.o.) in oprichting status heeft bij de Kamer van Koophandel, dan valt de aanvrager eveneens niet onder de doelgroepomschrijving van de regeling.

Indien de aanvrager niet binnen de doelgroep valt, wordt de aanvraag geweigerd.

Artikel 1.4

Alle wijzen waarop de student de opleiding kan volgen, zoals voltijd, deeltijd of duaal (bijvoorbeeld BBL), vallen onder de reikwijdte van deze subsidiabele activiteit omschrijving.

Artikel 1.5, tweede lid, onder a en b

Onder de drie partijen wordt verstaan: de stageverlener (aanvrager), de stagiair en de onderwijsinstelling waar de stagiair staat ingeschreven.

Artikel 1.8

De verdeelsystematiek vindt plaats op basis van het principe ‘’wie het eerst komt, wie het eerst maalt’’. De datum waarop de aanvraag als volledig wordt aangemerkt, is de feitelijke datum waarop de aanvraag mee gaat tellen voor het beslag op het subsidieplafond.

Na ontvangst van een volledige aanvraag wordt de aanvraag inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de regeling en zal worden beoordeeld of de aanvraag voor een prestatiesubsidie in aanmerking komt.

Voor zover het subsidieplafond dat voor deze regeling van 1 september 2020 9:00 uur tot en met 31 december 2020 23:59 uur beschikbaar is gesteld door een aanvraag wordt overschreden, wordt deze aanvraag geweigerd. Ook al voldoet de aanvraag aan de vereisten om voor een prestatiesubsidie in aanmerking te komen.

Artikel 1.9

Steunmaatregelen die onder een de-minimisverordening vallen, worden geacht het handelsverkeertussen de lidstaten niet ongunstig te beïnvloeden en de mededinging niet te vervalsen of dreigen te vervalsen. Zulke maatregelen voldoen hierdoor niet aan alle cumulatieve criteria van het staatssteunverbod (art. 107 lid 1 VWEU) en leveren derhalve geen staatssteun op.

Om overschrijding van het de-minimisplafond te voorkomen, moet de aanvrager een de-minimisverklaring overleggen bij de aanvraag. Hierin moet de aanvrager alle steun en de-minimis opgeven die over de twee voorgaande belastingjaren en in het lopende belastingjaar is verstrekt.

Onder de reguliere de-minimisverordening kan aan aanvragers tot € 200.000,- aan steun verstrekt worden zonder dat er sprake is van staatssteun. Dit bedrag (steunplafond) geldt per aanvrager over een periode van driebelastingjaren. Ten aanzien van aanvragers die voor rekening van derden goederenvervoer over de weg verrichten, geldt hierbij een steunplafond van € 100.000,-.

Het steunplafond voor maatregelen onder de landbouw de-minimisverordening, dat geldt ten aanzien van aanvragers die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten, bedraagt over drie belastingjaren € 20.000,-.

Het steunplafond voor maatregelen onder de visserij de-minimisverordening, dat geldt ten aanzien van aanvragers die actief zijn in de productie, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten, bedraagt over drie belastingjaren € 30.000,-.

Artikel 2.1

Om voor een prestatiesubsidie in aanmerking te komen voor een subsidiabele activiteit als bepaald in artikel 1.4 van de regeling, gelden een aantal toetsingscriteria. Indien niet voldaan wordt aan één of meer van deze criteria komt de aanvraag niet in aanmerking voor een prestatiesubsidie en levert dit een (dwingende) weigeringsgrond op.

Artikel 2.2, aanhef en onder a

Indien de stageovereenkomst die bij de aanvraag wordt overgelegd vóór 17 augustus 2020 (de datum waarop de meeste onderwijsinstellingen in Fryslân het nieuwe studiejaar starten) door alle drie partijen is ondertekend of wanneer gestart is met de stage vóór 17 augustus 2020, dan wordt de gehele aanvraag geweigerd.

Indien aan de hand van de ondertekening niet kan worden afgeleid op welke datum de stageovereenkomst uiteindelijk door alle partijen is ondertekend, wordt ervan uitgegaan dat de documentdatum op de stageovereenkomst de datum is waarop de stageovereenkomst door alle partijen is ondertekend. Als deze documentdatum gelegen is vóór 17 augustus 2020, wordt de gehele aanvraag eveneens geweigerd.

Artikel 2.5

Een prestatiesubsidie die verstrekt wordt voor een activiteit als omschreven in artikel 1.4 van de regeling wordt direct vastgesteld, zonder dat daar een subsidieverlening aan voorafgaat. Dit betekent dat de subsidieontvanger na realisatie van de gesubsidieerde activiteit geen vaststellingsverzoek hoeft in te dienen waarmee zij (financiële) verantwoording aflegt aan Gedeputeerde Staten.

Evenwel kunnen Gedeputeerde Staten de in het kader van de regeling vastgestelde prestatiesubsidies controleren, al dan niet steekproefsgewijs. Als een subsidieontvanger gecontroleerd wordt, is hij verplicht om aan te tonen dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan. Hiertoe verschaft de subsidieontvanger alle informatie die Gedeputeerde Staten bij haar opvragen. Hieronder vallen in elk geval de bescheiden als aangegeven in het tweede lid van dit artikel. In aanvulling daarop kunnen ook andere bescheiden die verband houden met de controle op de vastgestelde subsidies worden opgevraagd.

Als uit de (steekproef)controle onregelmatigheden blijken, dan kan dat gevolgen hebben voor de subsidievaststelling. Een subsidievaststelling kan ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd of ingetrokken worden. Bovenstaande kan ertoe leiden dat uitbetaalde subsidiebedragen worden teruggevorderd.