Regeling vervallen per 01-01-2020

Arbeidsduurverkorting

Geldend van 16-12-2010 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-02-2008

Intitulé

Arbeidsduurverkorting

Arbeidsduurverkorting

Artikel 1

Een voltijdwerker die 40 uur per week werkt, bouwt 4 uren arbeidsduurverkorting (adv) per week op. Per jaar is dit afgerond 204 uren.

Artikel 2

Een deeltijdwerker kan, tenzij het strijdig is met het bedrijfsbelang, ook adv opbouwen. Dit kan variëren van 1 tot 4 uren per week.

Artikel 3

De opbouw van adv stopt zodra de werknemer 4 weken ziek is, danwel om een andere reden langer dan 4 weken afwezig is (m.u.v. verlof).

Artikel 4

Vanaf volledig herstel wordt weer adv opgebouwd.

Artikel 5

ADV-uren kunnen worden opgenomen na voorafgaande toestemming door de leidinggevende.

Artikel 6

Niet opgenomen adv-uren vervallen aan het eind van het jaar.

Artikel 7

Er kunnen per kalenderjaar conform artikel D3 van de CAP maximaal 7 collectieve roostervrije dagen worden aangewezen. De verplichte ADV-uren worden in mindering gebracht op het tegoed aan adv-uren tot een maximum van zes dagen.

Artikel 8

Bij ziekte wordt een opgenomen adv-dag gecompenseerd, tenzij het een aangewezen collectieve roostervrije dag betreft.

Artikel 9

Ingevolge artikel D3 lid 2 van de CAP is 5 mei in de jaren waarop 5 mei op een werkdag valt en niet op basis van D1 als feestdag wordt aangemerkt, ook een collectieve roostervrije dag.

Artikel 10

Artikel 7 geldt niet voor zieken voor zover het opgebouwde saldo niet toereikend is.

Artikel 11

Tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof hoeven geen verplichte adv-dagen te worden afgeschreven.

Artikel 12

Het werken op verplichte ADV-dagen wordt niet als overwerk aangemerkt.

Ondertekening

Leeuwarden 14 december 2010,
voorzitter, J.A. Jorritsma
secretaris, drs. A.J. van den Berg