Regeling vervallen per 01-01-2018

Besluit van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de GGD IJsselland houdende regels omtrent delegatie- en mandaatbesluit Delegatie- en mandaatbesluit GGD IJsselland 2017

Geldend van 01-07-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Delegatie- en mandaatbesluit GGD IJsselland 2017

Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van GGD IJsselland, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft

gelet op:

  • -

    hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    de Gemeentewet;

  • -

    de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • -

    de Regeling GGD IJsselland voor het laatst gewijzigd vastgesteld op 15 december 2016

     

overwegende dat:

  • -

    de gewijzigde Regeling GGD IJsselland op 1 januari 2017 in werking is getreden;

  • -

    het geldende Delegatie- en mandaatbesluit GGD IJsselland voor het laatst gewijzigd is vastgesteld op 21 juni 2012;

  • -

    vaststelling van een nieuw besluit noodzakelijk is

besluiten:

  • -

    het Delegatie- en mandaatbesluit GGD IJsselland 2017 als volgt vast te stellen

HOOFDSTUK 1 DELEGATIE

Artikel 1 Gedelegeerde bevoegdheden

Het algemeen bestuur delegeert aan het dagelijks bestuur de bevoegdheden, opgenomen in overzicht 1, onder de in artikel 2 vermelde algemene beleidsregels.

Artikel 2 Algemene beleidsregels

De uitoefening van de in artikel 1 bedoelde bevoegdheden:

  • a.

    is gericht op de realisering van wettelijk vastgestelde taken en regels en geschiedt met inachtneming van het ter zake geldende recht;

  • b.

    gebeurt binnen de financiële middelen, zoals beschikbaar gesteld in de vastgestelde programmabegroting en voor zover deze niet zijn uitgeput;

  • c.

    vindt plaats overeenkomstig vastgesteld of bestaand beleid voor de taken van de GGD.

Artikel 3 Voorwaarde

Als het algemeen bestuur daarom verzoekt, rapporteert het dagelijks bestuur over de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden.

HOOFDSTUK 2 MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING

Artikel 4 Verlening mandaat, volmacht en machtiging; ondertekening

  • 1. Het dagelijks bestuur verleent mandaat, machtiging respectievelijk volmacht aan de directeur publieke gezondheid voor de in overzicht 2 genoemde bevoegdheden om besluiten te nemen ter uitoefening van deze bevoegdheden, het verrichten van daarmee verbonden rechtshandelingen en het verrichten van daarmee samenhangende feitelijke handelingen.

  • 2. De voorzitter verleent mandaat, machtiging respectievelijk volmacht aan de directeur publieke gezondheid voor de in overzicht 3 genoemde bevoegdheden om besluiten te nemen ter uitoefening van deze bevoegdheden, het verrichten van daarmee verbonden rechtshandelingen en het verrichten van daarmee samenhangende feitelijke handelingen.

  • 3. Het verleende mandaat omvat tevens de bevoegdheid tot ondertekening van de krachtens het mandaat genomen besluiten.

  • 4. Documenten die krachtens mandaat worden afgehandeld worden ondertekend met ‘namens het dagelijks bestuur’ respectievelijk ‘namens de voorzitter’, gevolgd door de naam en de functie ‘directeur publieke gezondheid’.

Artikel 5 Algemene beleidsregels, beperkingen en voorwaarden

De uitoefening van het mandaat, de machtiging en de volmacht, bedoeld in artikel 4:

  • a.

    is gericht op de realisering van wettelijk vastgestelde taken en regels en geschiedt met inachtneming van het ter zake geldende recht;

  • b.

    gebeurt binnen de financiële middelen, zoals beschikbaar gesteld in de vastgestelde programmabegroting en voor zover deze niet zijn uitgeput;

  • c.

    vindt plaats overeenkomstig vastgesteld of bestaand beleid voor de taken van de GGD.

Artikel 6 Vervanging

Bij afwezigheid of verhindering van de directeur publieke gezondheid gaat het mandaat, de machtiging of de volmacht over op de plaatsvervangend directeur publieke gezondheid.

Artikel 7 Informatieplicht

Als het dagelijks bestuur of de voorzitter daarom verzoekt, rapporteert de directeur publieke gezondheid over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 8 Ondermandaat

  • 1. Verlening van ondermandaat door de directeur publieke gezondheid is toegestaan voor de in de overzichten 2 en 3 genoemde bevoegdheden waarbij dit staat aangegeven.

  • 2. De directeur publieke gezondheid legt de verleende ondermandaten schriftelijk vast en toetst de ondermandaten ten minste één keer in de vier jaar.

  • 3. Documenten die krachtens ondermandaat worden afgehandeld worden ondertekend met ‘namens het dagelijks bestuur’ respectievelijk ‘namens de voorzitter’, gevolgd door de naam en de functie ‘directeur publieke gezondheid’, aangevuld met ‘voor deze’, gevolgd door de naam en de functie van de ondergemandateerde.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 9 Intrekken oude regeling

Het Delegatie- en mandaatbesluit GGD IJsselland wordt ingetrokken.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt na bekendmaking in werking op 1 juli 2017.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Delegatie- en mandaatbesluit GGD IJsselland 2017’.

Ondertekening

Aldus besloten op 22 juni 2017.
Het algemeen bestuur,
E.W. Anker, 
voorzitter
A.M. van den Berg, 
secretaris
Het dagelijks bestuur,
E.W. Anker,
voorzitter
A.M. van den Berg,
secretaris
De voorzitter,
E.W. Anker

Bijlage 1

Bijlage 1

KORTE TOELICHTING DELEGATIE- EN MANDAATBESLUIT

Delegatie en mandaat

Een omschrijving van de begrippen delegatie en mandaat is te vinden in de Algemene wet bestuurs-recht. Bij delegatie is sprake van overdracht van een bevoegdheid. Een bestuursorgaan draagt een bestaande bevoegdheid tot het nemen van besluiten over aan een ander. Deze ander oefent deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uit. Delegatie aan ondergeschikten is niet mogelijk. Delegatie past niet in een hiërarchische verhouding!

Bij mandaat vindt geen overdracht van een bevoegdheid plaats maar wordt de bevoegdheid om besluiten te nemen namens een bestuursorgaan uitgeoefend. Het bestuursorgaan dat het mandaat verleent, blijft verantwoordelijk en juridisch aanspreekbaar voor de genomen besluiten. Het bestuurs-orgaan kan als mandaatverlener toestaan dat ondermandaat wordt verleend. Mandaat past in een hiërarchische verhouding. Regels voor mandaat zijn op grond van de Algemene wet bestuursrecht ook van toepassing op het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (volmacht) en feitelijke handelingen (machtiging).

Het doel van het besluit

Doel van het delegatie- en mandaatbesluit is duidelijkheid over de uitoefening van bevoegdheden binnen GGD IJsselland. Slagvaardig werken door bepaalde verantwoordelijkheden en uitvoerings-taken zo dicht mogelijk bij de plek te leggen waar de resultaten bereikt moeten worden. Bedoeling is dat hierdoor een goede organisatie en stroomlijning van de werkzaamheden ontstaat.

Het bereiken van het doel

  • 1.

    GGD IJsselland moet zijn wettelijke taken uitvoeren. De GGD beschikt hiervoor over bevoegd-heden. Belangrijke voorbeelden van wetten waarin bevoegdheden zijn opgenomen zijn: de Wet publieke gezondheid, de Wet gemeenschappelijke regelingen en het Burgerlijk Wetboek.

  • 2.

    Deze wetten kennen bevoegdheden toe aan het bestuur van GGD IJsselland. Het wordt in veel gevallen aan het algemeen bestuur overgelaten om de uitoefening van de bevoegdheden nader in te vullen.

  • 3.

    De eerste stap bij de invulling is, dat het algemeen bestuur, om doelmatig te kunnen werken, bepaalde bevoegdheden overdraagt (delegatie) aan het dagelijks bestuur. Hierdoor kan het algemeen bestuur zich concentreren op financiële en juridische kaders, op hoofdlijnen van beleid en op toetsing.

  • 4.

    De tweede stap is, dat het dagelijks bestuur de uitvoering van bepaalde taken opdraagt aan de directeur publieke gezondheid (mandaat). Die opdrachten gelden voor uitvoerende taken binnen vastgestelde kaders.

  • 5.

    De derde stap bij de invulling is, dat de voorzitter de uitvoering van bepaalde taken opdraagt aan de directeur publieke gezondheid (mandaat). Die opdrachten gelden voor uitvoerende taken binnen vastgestelde kaders.

  • 6.

    De hoofdlijnen van het besluit zijn weergegeven in het volgende overzicht:

Wie

Wat

Waar

algemeen bestuur

Vaststelling financiële en juridische kaders, hoofd­lijnen van beleid en toetsing

Besturingsfilosofie GGD IJsselland (vastgesteld door AB op 22-03-2012);

Regeling GGD IJsselland

dagelijks bestuur

Bevoegdheden van dagelijks bestuur binnen de vastgestelde kaders

Artikelen 1-3; overzicht 1

directeur publieke gezondheid

- Zelfstandige uitvoering binnen de vastgestelde kaders van bepaalde taken dagelijks bestuur

Artikelen 4-8; overzicht 2

- Ondertekening besluiten in mandaat

directeur publieke gezondheid

- Zelfstandige uitvoering binnen de vastgestelde kaders van bepaalde taken voorzitter

Artikelen 4-8; overzicht 3

- Ondertekening besluiten in mandaat

De positie van de directeur publieke gezondheid

In alle gevallen wordt er in het delegatie- en mandaatbesluit mandaat verleend aan de directeur publieke gezondheid. De directeur publieke gezondheid staat aan het hoofd van de ambtelijke organisatie van GGD IJsselland en is belast met het integraal management, de producten en output van de organisatie en het relatiebeheer. De directeur publieke gezondheid is hierop aanspreekbaar door het dagelijks bestuur van GGD IJsselland.

De directeur publieke gezondheid heeft de leiding over de GHOR: de geneeskundige hulpverlenings-organisatie in de regio, belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulp-verlening en met de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied. De directeur publieke gezondheid is belast met de operationele leiding van de geneeskundige hulpverlening. Voor de GHOR-taken is de directeur publieke gezondheid gedetacheerd naar Veiligheidsregio IJsselland en is verantwoording schuldig aan het bestuur van Veiligheidsregio IJsselland. De directeur publieke gezondheid vult deze rol in met in achtneming van de regelingen, instructies en mandaten van Veiligheidsregio IJsselland.

Bekendmaking

Het delegatie- en mandaatbesluit kan ook gevolgen voor burgers hebben. Zij kunnen geconfronteerd worden met besluiten die genomen zijn door een ander dan het oorspronkelijk bevoegde bestuurs-orgaan of namens een bestuursorgaan. Daarom is er een verplichting om het besluit bekend te maken.