Regeling vervallen per 27-06-2002

Regeling inzake de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet

Geldend van 14-03-2002 t/m 26-06-2002

Intitulé

Regeling inzake de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet

Nr. 7a

 

De raad van de gemeente Geertruidenberg;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 maart 2002; gelet op het bepaalde in artikel 82 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de: 'Regeling inzake de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet'.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    commissie; een door de raad ingestelde commissie ter voorbereiding van de besluitvorming van de raad;

  • b.

    lid van de commissie; elk daartoe door de raad aangewezen lid;

  • c.

    plaatsvervangend lid van de commissie; elk daartoe door de raad aangewezen plaatsvervangend lid;

  • d.

    assistent; een persoon, geen raadslid zijnde, die het lid of plaatsvervangend lid, onder diens leiding, bij zijn werkzaamheden helpt.

Artikel 2 Instelling commissies/Benoeming leden

  • 1. In de gemeente Geertruidenberg functioneren commissies.

  • 2. Een commissie, als bedoeld in lid 1, kent leden en plaatsvervangende leden,

  • 3. Een commissie, als bedoeld in lid 1, bestaat uit maximaal negen leden, waarbij voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen wordt zorggedragen.

  • 4. De leden worden benoemd door de raad uit de leden van de raad. Indien een groepering slechts met één persoon in de raad vertegenwoordigd is, kan de raad, op voorstel van die groepering, een andere persoon van die groepering benoemen.

  • 5. Tegelijkertijd met de benoeming van de in lid 4 bedoelde leden, benoemt de raad, één plaatsvervangend commissielid, dat diens taak bij afwezigheid kan waarnemen.

  • 6. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van een commissie worden door de raad in functie benoemd.

Artikel 3 Assistent

  • 1. Indien een in de raad zitting hebbende partij daartoe de wens te kennen geeft, kan deze partij een assistent aanwijzen, die een lid, respectievelijk een plaatsvervangend lid kan bijstaan tijdens de beraadslagingen in de commissievergaderingen.

  • 2. De aanwijzing van een assistent, als bedoeld in het vorige lid, geschiedt voor het tijdvak samenvallend met de zittingsduur van de gemeenteraad. Van deze aanwijzing, alsmede van een tussentijdse verandering van de assistent, wordt onverwijld mededeling gedaan aan de voorzitter van de betreffende commissie.

  • 3. De assistent neemt zelf niet deel aan de beraadslagingen.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1. De leden van de commissie treden af met ingang van de dag van de eerste vergadering van de raad in de nieuwe zittingsperiode of zoveel eerder als hun raadslidmaatschap eindigt.

  • 2. Na het intreden van de nieuwe zittingsperiode voorziet de raad zo spoedig mogelijk in de benoeming van de leden en plaatsvervangende leden voor de voor deze periode ingestelde commissies.

  • 3. De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij geven hiervan schriftelijk kennis aan de raad.

  • 4. Wanneer een lid ontslag neemt of ophoudt lid van de raad te zijn dan beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling van deze tussentijds ontstane vacature.

Artikel 5 Taken commissie

  • 1. Een commissie bereidt de besluitvorming van de raad voor over tot haar — bij het besluit tot instelling van de commissie omschreven - werkterrein behorende aangelegenheden en kan overleggen met het college of de burgemeester.

  • 2. De commissie doet aan de raad telkens zo spoedig mogelijk na een door haar gehouden vergadering een kort en zakelijk verslag toekomen van hetgeen in die vergadering is behandeld.

Artikel 6 Commissiesecretaris

De griffier voorziet in het secretariaat van de commissies.

Artikel 7 Oproeping vergadering

  • 1. Nadat het presidium de agenda voor de vergadering heeft vastgesteld, roept de commissievoorzitter de commissie in vergadering bijeen en stelt plaats, datum en tijdstip van aanvang van de vergadering vast.

  • 2. De oproepingsbrieven worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste vijf dagen voor het houden van de vergadering aan de leden toegezonden. Zij vermelden zoveel mogelijk de zaken, waarvoor de vergadering is belegd.

Artikel 8 Vergaderquorum/Uitbrengen van advies

  • 1. Een commissie geeft geen adviezen wanneer naast de voorzitter niet ten minste de helft van het aantal leden ter vergadering aanwezig is.

  • 2. In de vergadering van een commissie heeft de voorzitter geen stem. Hij is uitsluitend belast met de leiding van de vergadering. Hij neemt inhoudelijk geen deel aan de beraadslaging.

  • 3. Zo nodig kan een commissie ook geldige adviezen geven zonder in vergadering bijeen te zijn, door middel van telefonische, schriftelijke of op andere wijze gepleegd overleg. De in het eerste en tweede lid van dit artikel vervatte bepalingen zijn daarbij van overeenkomstige toepassing. Indien één of meer leden in een bepaald geval bezwaar maken tegen het geven van een advies bij een telefonische, schriftelijke of op andere wijze gepleegd overleg, dan geeft de commissie geen advies zonder in vergadering bijeen te zijn geweest.

Artikel 9 Informatie-inwinning

  • 1. De commissie kan aan een portefeuillehouder toestaan zich voor technische informatie bij te laten staan door ambtelijke deskundigen. De ambtenaren nemen geen deel aan de beraadslaging.

  • 2. De commissie kan deskundigen van buiten het gemeentelijke apparaat uitnodigen een vergadering van de commissie bij te wonen en de commissie van advies te dienen.

  • 3. De commissie kan met derden overleg plegen.

Artikel 10 Inzage van stukken

Stukken waaromtrent door de commissie geheimhouding is opgelegd, liggen voor de raadsleden ter inzage op het commissiesecretariaat.

Artikel 11 Openbare bekendmaking

De voorzitter geeft toepassing aan het bepaalde in artikel 19, tweede lid, van de Gemeentewet door aankondiging in één of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen en! of in het gemeentelijk informatieblad en! of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en zo mogelijk door plaatsing op de internetsite van de gemeente.

Artikel 12 Spreekrecht

  • 1. De burger, de instelling of groep die in een openbare vergadering van een commissie het woord wenst te voeren, doet daarvan kennisgeving bij de aanvang van de betreffende commissievergadering. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn.

  • 2. Zonodig zulks ter beoordeling van de voorzitter worden betrokkenen (n de gelegenheid gesteld in tweede instantie het woord te voeren. De voorzitter is bevoegd de commissieleden in de gelegenheid te stellen aanvullende vragen te stellen ter verkrijging van meer informatie.

Artikel 13 Overige bepaling

De voorzitter is bevoegd om in gevallen waarin deze regeling niet voorziet, al datgene te regelen wat door hem noodzakelijk wordt geoordeeld.

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als 'Regeling inzake de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet'.

  • 2. Zij treedt in werking op de dag van haar vaststelling.

  • 3. Met ingang van de inwerkingtreding van deze regeling vervalt de Verordening regelende de samenstelling en bevoegdheden van de commissies als bedoeld in artikel 91 van de Gemeentewet, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 oktober 2000.

Ondertekening

Geertruidenberg, 14 maart 2002
 
De Raad voornoemd,
 De secretaris,           De voorzitter, H.P.F. Stijnen             M.J.A. Meijer