'Oog voor vrijwilligers' Nota vrijwilligersbeleid 2005-2009 Gemeente Geertruidenberg

Geldend van 26-03-2005 t/m heden

Intitulé

'Oog voor vrijwilligers' Nota vrijwilligersbeleid 2005-2009 Gemeente Geertruidenberg

Nr. 08

De raad van de gemeente Geertruidenberg;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van gelet op de bepalingen van de gemeentewet;

gezien de wens van de politieke partijen om het vrijwilligersbeleid in de gemeente Geertruidenberg een positieve impuls te geven;overwegende, dat het gewenst is om dit beleid vast te leggen in een nota om zodoende de uitgangspunten voor een gestructureerde ondersteuning van het vrijwilligerswerk vorm te kunnen geven;

besluit:

  • 1.

    Vast te stellen de nota vrijwilligersbeleid 'oog voor vrijwilligers' en in te stemmen met de uitvoering van het hierin opgenomen gewenste gemeentelijk beleid door het Servicepunt Vrijwilligers van de Stichting Trema te Raamsdonksveer.

  • 2.

    Voor de onder punt 1 genoemde uitvoering in het kalenderjaar 2005 een krediet beschikbaar te stellen van € 7.864,00.

  • 3.

    Dit bedrag ten laste te brengen van de 'post onvoorzien' van de begroting 2005.

  • 4.

    In het kader van de sociale activering aan te sluiten bij de vacaturebank van de stedelijke instelling voor breed welzijn Meritis te Oosterhout.

  • 5.

    in het 4e kwartaal van 2005 een evaluatie te houden om te bezien of het thans vast te stellen beleid gecontinueerd, uitgebreid of beëindigd dient te worden.

Raamsdonksveer, 27 januari 2005

De raad van de gemeente Geertruidenberg,

de griffier, de voorzitter,

drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere M.J.A. Meijer

OOG VOOR VRIJWILLIGERS

Nota vrijwilligersbeleid 2005 – 2009

Gemeente Geertruidenberg

21-12-2004

Titeldeel 1 VRIJWILLIGERSWERK EN ACHTERGRONDEN

Dit hoofdstuk biedt inzicht in de algemene achtergronden van vrijwilligerswerk. Het geeft antwoord op vragen als wat we onder vrijwilligerswerk verstaan, waarom het belangrijk is, waarom mensen vrijwilligerswerk doen, enzovoorts.

Artikel 1.1 Wat verstaan we onder vrijwilligerswerk?

In Geertruidenberg zijn tal van voorzieningen waaraan vrijwilligers een bijdrage leveren. Deze werkzaamheden kunnen bestuurlijk of uitvoerend zijn én zeer divers van aard. Om het te omvatten wordt in deze nota de meest gangbare definitie van vrijwilligerswerk gehanteerd:Werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald, wordt verricht ten behoeve van andere mensen of de samenleving.

Artikel 1.2 Waarom is vrijwilligerswerk belangrijk?

In Nederland neemt vrijwilligersbeleid een belangrijke plaats in. In bijna alle sectoren leveren vrijwilligers een grote bijdrage aan de samenleving. Vrijwilligers leveren met hun inzet een essentiële bijdrage aan de sociale infrastructuur binnen de lokale samenleving. Daarmee vergroten zij de sociale kwaliteit van de samenleving. Vrijwilligerswerk biedt onder andere de volgende voordelen:· een uitgebreider en meer divers aanbod van voorzieningen;· een hogere kwaliteit van het aanbod van voorzieningen voor de burgers;· mogelijkheden tot zelfontplooiing;· een zinvolle tijdsbesteding;· het vormen van netwerken die de sociale cohesie bevorderen.

Artikel 1.3 Aantallen vrijwilligers en tijdbesteding

Verschillende onderzoeken doen uitspraken over het percentage van de Nederlanders van 18 jaar en ouder dat vrijwilligerswerk verricht. Wanneer deze onderzoeken naast elkaar gezet worden, blijkt dit percentage al decennia stabiel[1]. De onderzoeken verschillen wel van mening over de hoogte; het geconstateerde percentage varieert van 25 tot 45[2]. Hiermee is de bereidheid in ons land om vrijwilligerswerk te doen naar internationale maatstaven hoog[3]. Vrijwilligers besteden door de jaren heen gemiddeld tussen de 4,5 en 5 uur per week tijd aan hun vrijwilligerswerk. Dit komt overeen met 8,5 tot 10% van hun vrije tijd. Vrijwilligers werken zo’n 600.000.000 uren per jaar: de economische waarde bedraagt zo’n 5 miljard euro!

[1] Sociaal cultureel Planbureau, Sociaal en Cultureel Rapport 1998 — 25 jaar sociale vernieuwing, SCP/Elsevier, Den Haag/Rijswijk, 1998.[2] De verschillen worden onder meer veroorzaakt door de gehanteerde onderzoeksmethode,[3] Dekker, P. (red), vrijwilligersbeleid vergeleken — Civil Society en vrijwilligerswerk III, SCP/VLUGA, Rijswijk/Den Haag, 1999.

Artikel 1.4 Sectoren vrijwilligerswerk

Er zijn verschillende organisatiesoorten waar vrijwilligerswerk voorkomt, zoals:· Ouderenorganisaties· Jongerenorganisaties· Vrouwenorganisaties· Sportverenigingen· Organisaties voor de zorg· Zelfhulporganisaties· Culturele organisaties· Club- en buurthuizen· Scholen/onderwijsinstellingen· Actiegroepen of belangengroeperingenDe meeste vrijwilligers zijn te vinden in de sport en zorg.

Artikel 1.5 Werving en motieven vrijwilligers

Bij onderzoek[4] naar de wijze van werving voor het vrijwilligerswerk blijkt dat 32% is geworven door familie en vrienden en 30% als lid van de organisatie. Er wordt 6% geworven via een vrijwilligerscentrale, vacaturebank of manifestatie van vrijwilligers. Mensen motiveren hun deelname aan vrijwilligerswerk op verschillende manieren[5]:· betrokkenheid bij de plaatselijke gemeenschap;· affiniteit met de doelstellingen van een organisatie;· het opdoen van sociale contacten;· het verlangen de eigen ervaringen en capaciteiten toe te passen voor een nuttige zaak;· het opdoen van werkervaring;· statusverwerving.Tijdsgebrek is het meest genoemde argument om geen vrijwilligerswerk te doen. Mensen die stoppen met vrijwilligerswerk noemen dit argument ook het vaakst: 51,2 %[6]. Van deze laatste groep heeft de overgrote meerderheid het te druk gekregen met een betaalde baan.

Artikel 1.6 Kenmerken van vrijwilligers

Verschillende onderzoeken[7] geven inzicht in kenmerken van de groep vrijwilligers. Uit deze onderzoeken blijkt dat hoger opgeleiden vaker actief zijn als vrijwilliger dan lager opgeleiden. Zij besteden daaraan overigens niet meer tijd dan de lager opgeleiden. Hoewel vrouwen minder vaak lid zijn van organisaties, zijn ze als lid zeker zo actief als mannen. Jongeren en ouderen zijn minder actief dan de groep die hier tussenin zit. Op die middengroep wordt vaker een appèl gedaan voor vrijwilligerswerk in het verlengde van betaald werk en vanwege de eigen kinderen (bijvoorbeeld meehelpen op school of bij een sportvereniging).[4] Nov/sVM, Feiten en cijfers. Een overzicht van feiten en cijfers en ontwikkelingen over vrijwilligersbeleid in Nederland, NOV Publicaties Utrecht, 1999,[5] zie noot 4.[6] ‘zie noot 5.[7] zie noot 4.

Artikel 1.7 Ontwikkelingen

De organisaties die gebruikmaken van vrijwilligers merken dat het vinden en behouden van vrijwilligers minder vanzelfsprekend wordt, ondanks de onverminderd hoge participatie in het vrijwilligerswerk. In sommige sectoren (zoals zorg) en voor sommige functies (zoals bestuurswerk) is het vinden van vrijwilligers een hele opgave geworden. Een aantal trends vraagt om een andere kijk op het vrijwilligerswerk. Denk hierbij aan trends zoals de 24-uureconomie (andere tijdsbesteding), toename van het aanbod van mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding, regulerende overheid (beleid, wetgeving en kaders waarbinnen organisaties moeten opereren), vergrijzing (meer ouderen), een grotere rol van het bedrijfsleven binnen het vrijwilligerswerk, beweging in motieven en de sociale activering. Dit leidt tot een “nieuwe vrijwilliger”: vrijwilligersorganisaties moeten inspelen op deze ontwikkelingen.

Titeldeel 2 BELEIDSVERANTWOORDELIJKHEDEN

De invloed van de overheid op vrijwilligerswerk is door allerlei veranderingen in de maatschappij toegenomen.Tussen de drie overheidslagen geldt daarbij momenteel volgens de Welzijnswet 1994 de volgende rolverdeling:· Het Rijk is verantwoordelijk voor het beleid inzake de landelijke functies.· Provincies zijn verantwoordelijk voor het steunfunctiewerk.· Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het uitvoerende werk.Dit hoofdstuk geeft op hoofdlijnen aan op welke manier de drie overheidslagen hun beleidsverantwoordelijkheden invullen.

Artikel 2.1 Rijksbeleid

Binnen de verschillende departementen van het rijk richt men zich op vrijwilligerswerk. Zo richt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zich onder meer op het vrijwilligerswerk in het onderwijs. Justitie richt zich onder meer op vrijwilligerswerk bij slachtofferhulp en bij de opvang van asielzoekers en vluchtelingen. Elk departement voert in principe een eigen beleid, dat zich direct of indirect richt op het werk dat wordt gedaan door vrijwilligers in de hen betreffende sectoren.Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft op het terrein van vrijwilligersbeleid op landelijk niveau een coördinerende rol tussen de departementen. VWS heeft binnen dit beleid de volgende speerpunten gekozen:· Werkontwikkeling, onderzoek en ondersteuning;· Versterking, promotie en imagoverbetering;· Kwaliteitsbevordering;· Facetbeleid en wet- en regelgeving.Commissie ter stimulering van het lokaal vrijwilligerswerkNaast bovenbeschreven speerpunten heeft VWS in dit kader ook een Commissie ter stimulering van het lokaal Vrijwilligerswerk geïnstalleerd (Commissie Groenman) die zich bezighoudt met het vasthouden, ondersteunen en verder uitbouwen van het vrijwilligerswerkbeleid en de lokale structuur ten aanzien van ondersteuning van vrijwilligers in gemeenten en provincies.De commissie heeft tot taak de gemeenten en provincies te stimuleren om nieuw vrijwilligerswerkbeleid op te zetten.Tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk (TSV)Het kabinet heeft vanaf 1 januari 2001 een bedrag van 25 miljoen per jaar beschikbaar gesteld voor de versterking van lokaal vrijwilligerswerk. Gemeenten en provincies konden op grond van deze regeling voor de periode 2002 tot en met 2004 een meerjarige uitkering aanvragen voor activiteiten waarmee het vrijwilligerswerk kan worden versterkt. Met de regeling beoogt het kabinet structurele inbedding van de resultaten in het gemeentelijke en provinciale vrijwilligerswerkbeleid. De gemeente Geertruidenberg heeft een aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor deze gelden. Door gebrek aan ambtelijke capaciteit heeft geen uitwerking van de plannen plaatsgevonden, waardoor Geertruidenberg geen aanspraak meer kan maken op deze middelen.Daarnaast zijn er verschillende stimulerende maatregelen die het werk van vrijwilligersorganisaties in de gemeenten kunnen vergemakkelijken, bijvoorbeeld compensatie voor de heffing van regulerende energiebelasting, vrijstelling van omzetbelasting, de kantineregeling, verkopen van loten, enz.

Artikel 2.2 Provinciaal beleid

Provincies zijn verantwoordelijk voor de ondersteunende functies van het vrijwilligers-werk. Zij doen dit via subsidiëring van een netwerk van provinciale steunfunctie-organisaties. Daarnaast hebben veel provincies ook een eigen beleidsprogramma, waarmee zij gemeenten stimuleren tot het voeren van een goed vrijwilligerswerkbeleid. Per provincie is dit beleidsprogramma anders ingevuld. De speerpunten die de provincie Noord-Brabant in haar beleid hanteert zijn de volgende:· Waardering van het vrijwilligerswerk;· Vernieuwing;· Interculturalisatie;· Lokale beleidsontwikkeling.De provincie Noord-Brabant heeft het Internationaal Jaar van de Vrijwilliger (2001) aangegrepen om een aanzet te geven tot een duurzaam provinciaal vrijwilligersbeleid. Daarnaast zijn er bouwstenen ontwikkeld voor een provinciaal vrijwilligerstatuut. Dit statuut is in januari 2002 gepresenteerd tijdens een grote vrijwilligersmanifestatie. Het dient als model om de relatie tussen organisatie en vrijwilliger vorm te geven. Naast het reguliere budget zijn in 2001 extra middelen ter beschikking gesteld voor het faciliteren van een aantal concrete activiteiten en projecten van organisaties. Tevens zijn gelden beschikbaar gesteld waarop organisaties aanspraak konden maken om hun vrijwilligers “in het zonnetje te zetten”.

Artikel 2.3 Gemeentelijk beleid

Gemeenten zijn op grond van de Welzijnswet 1994 onder meer verantwoordelijk voor het formuleren van beleid ten aanzien van de uitvoering van het vrijwilligersbeleid. Dit betekent dat zij verantwoordelijk zijn voor het maken van beleid dat problemen in de uitvoering voorkomt en oplost. Gemeenten kunnen hun verantwoordelijkheid invullen door expliciete voorwaarden te scheppen waarbinnen vrijwilligers en vrijwilligers-organisaties hun taken goed kunnen uitvoeren. Voorbeelden hiervan zijn het bieden van ondersteuning bij het zoeken van nieuwe vrijwilligers of scholing van vrijwilligers. Wanneer gemeenten dergelijke expliciete voorwaarden vaststellen, formuleren zij in wezen lokaal vrijwilligerswerkbeleid.Binnen de meeste gemeenten is vrijwilligerswerkbeleid geen compleet nieuw fenomeen. Beleid betreffende het vrijwilligerswerk wordt echter vaak verspreid binnen de gemeentelijke organisatie gemaakt. Bovendien is veel bestaand beleid impliciet. Gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid zal sterker zijn wanneer verspreide en impliciete beleidsmaatregelen met elkaar in verband worden gebracht.

Titeldeel 3 VRIJWILLIGERSBELEID IN GEERTRUIDENBERG

Kenmerkende woorden bij vrijwilligerswerk zijn spontaniteit, flexibiliteit en kwaliteit van onderop, omdat mensen geheel onverplicht werkzaamheden op zich nemen. Enige terughoudendheid van de gemeente ten aanzien van het geven van inhoud en richting aan het vrijwilligerswerk lijkt ons dan ook op zijn plaats. Dit betekent niet dat de gemeente alleen langs de zijlijn moet toekijken. De gemeente Geertruidenberg is van mening dat haar rol vooral ondersteunend en faciliterend is. Het interne vrijwilligers-beleid is bijvoorbeeld primair de verantwoordelijkheid van de eigen organisatie.

Artikel 3.1 Bestaand gemeentelijk beleid

In de gemeente Geertruidenberg is tot op heden nog geen expliciet vrijwilligersbeleid geformuleerd, maar dat wil niet zeggen dat wij geen oog voor vrijwilligers hebben en helemaal niets voor hen doen. De gemeente ondersteunt het vrijwilligerswerk op dit moment langs een tweetal hoofdlijnen:· De subsidieverordening biedt mogelijkheden tot financiële steun aan instellingen voor het realiseren van een activiteitenprogramma. De activiteiten dienen dan wel binnen de gemeentelijke beleidsdoelstellingen te vallen. Indirect wordt hiermee ook het vrijwilligerswerk als zodanig ondersteund. Naast de meerjaren subsidies worden ook éénmalige activiteitensubsidies, investeringssubsidies, en jubileumsubsidies verstrekt.· De gemeente ondersteunt een groot aantal organisaties in de huisvesting. Deze ondersteuning kan in directe zin bestaan uit het verhuren van accommodaties of het verlenen van een investeringssubsidie. Vaker worden organisaties indirect onder-steund in die zin dat zij met een activiteitensubsidie hun eigen huisvesting kunnen regelen en/of bekostigen.· Bij iedere activiteit van sport, ouderen en/of cultuur wordt aandacht geschonken aan het vrijwilligerswerk en daar waar mogelijk worden de vrijwilligers dan ook in het zonnetje gezet.

Artikel 3.2 Opties voor nieuw beleid

Er zijn tal van instrumenten voor handen om vrijwilligerswerk extra te ondersteunen en te faciliteren. Hieronder treft u een aantal instrumenten aan die voor Geertruidenberg mogelijk interessant kunnen zijn. Deze lijst is tot stand gekomen door bestudering van bestaande literatuur en beleidsplannen van andere gemeenten.· Het afsluiten van (een) collectieve verzekering(en)Tijdens het uitvoeren van vrijwilligerswerk kan de vrijwilliger schade veroorzaken of zelf schade lijden. Een eigen particuliere wettelijke aansprakelijkheidsverzekering of collectieve verzekering (WAO) dekt niet altijd de gevolgen van een ongeval tijdens het verrichten van vrijwilligerswerk. Een organisatie doet er daarom goed aan een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB) en een collectieve ongevallen-verzekering af te sluiten. Zo’n verzekering kost niet meer dan een paar euro per vrijwilliger per jaar. Vanwege het belang van een goede verzekering en vanuit het oogpunt van kostenbesparing kunnen wij overwegen een collectieve verzekering af te sluiten voor onze vrijwilligers en –organisaties, waarbij gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde organisaties zich kunnen aansluiten. Het verzekeren van vrijwilligers blijft een verantwoordelijkheid van de organisaties, maar door een collectieve aanpak kunnen de kosten voor de organisaties beperkt worden.Belangrijke vragen en afwegingen hierbij:- Bestaat er bij de verenigingen/instellingen behoefte aan het afsluiten van een collectieve aansprakelijkheids- en/of ongevallenverzekering ?- Hoeveel ambtelijke tijd kost de coördinatie hiervan ?- Hoe hoog zijn de kosten ?- Wordt die tijd en de financiële middelen door de gemeente beschikbaar gesteld ?· Het organiseren van (een) cursus(sen) deskundigheidsbevorderingDe eisen die aan vrijwilligersorganisaties worden gesteld worden steeds hoger. Voor een vrijwilligersorganisatie wordt scholing daarom steeds belangrijker. Privatisering, wet- en regelgeving onder andere op het gebied van milieu en automatisering vragen om steeds meer deskundigheid. In de eerste plaats is het bekwamen van vrijwilligers een verantwoordelijkheid van de organisaties zelf. Het gemeentelijk beleid kan aanvullend zijn op wat de organisaties aan hun vrijwilligers bieden. Door te investeren in de deskundigheid van vrijwilligers wordt de kwaliteit en continuïteit van het vrijwilligerswerk verbeterd en is er aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van vrijwilligers. Vrijwilligers dienen voldoende te worden toegerust voor hun vrijwilligerstaken. Belangrijke vragen en afwegingen hierbij:- Wat verstaan we onder deskundigheidsbevordering? Opleidingen voor voetbaltrainers, dirigenten, e.d. moeten hier naar onze mening buiten vallen. De cursussen moeten de specifiekheid van de vereniging overschrijden. Bijvoorbeeld op het gebied van kader- en bestuursfuncties, of ook: communicatie, conflicthantering, effectief vergaderen, etc.- Is de gemeente Geertruidenberg bereid om een deel van die kosten voor haar rekening te nemen?· Het uitgeven van een informatiefolderOm de werkwijze van de subsidieverordening te verduidelijken zou er een aparte folder (een soort ‘draaiboek’) gemaakt kunnen worden voor vrijwilligers(organisaties), waarin uitgelegd wordt hoe ze een verzoek kunnen indienen en hoe de verdere procedure verloopt. Wanneer komen ze in aanmerking en wat moet er precies gedaan worden? Daarnaast is het ook handig wanneer er – ondermeer vanwege de uniformiteit - duidelijke aanvraagformulieren worden gemaakt. Bovendien zou deze informatie ook op de gemeentelijke website geplaatst kunnen worden.Belangrijke vragen en afwegingen hierbij:- Hoeveel ambtelijke tijd gaat het ontwerpen van een ‘draaiboek’ kosten ?- Hoeveel kost het vervaardigen van een folder ?- Wie zou dit kunnen doen ?· Het organiseren van een vrijwilligersdag en vrijwilligersprijsDe gemeente kan verschillende activiteiten ontplooien om de vrijwilligers en de organisaties in het zonnetje te zetten. Dit kan bijvoorbeeld door de verkiezing van de vrijwilliger en/of vrijwilligersorganisatie van het jaar. In de gemeente Geertruidenberg wordt reeds sedert een groot aantal jaren een vrijwilligersavond georganiseerd. Ook kan een speciale vrijwilligersdag georganiseerd worden. Een goed moment hiervoor kan zijn 7 december, de internationale vrijwilligersdag.Belangrijke vragen en afwegingen hierbij:- Zijn we voorstander van een verkiezing waarbij alleen de vrijwilliger van het jaar wordt gekozen, of kiezen we ook de vereniging/instelling van het jaar ?- Hoe en wanneer organiseren we de verkiezing?- Willen we een hele dag organiseren of alleen een avond ?- Wie doet wat en hoeveel tijd en geld mag het kosten ?- Wat voor een prijs wordt er beschikbaar gesteld ?· Het plaatsen van een periodieke rubriek in gemeentekrantHet is mogelijk om bijvoorbeeld maandelijks in de gemeentekrant een interview te plaatsen met een plaatselijke vrijwilliger. Op die manier kunnen vrijwilligers en het vrijwilligerswerk regelmatig op positieve manier onder de aandacht gebracht worden.Belangrijke vragen en afwegingen hierbij:- Wie doet de interviews en schrijft de stukjes ? Misschien het servicepunt ?- Hoeveel en welke kosten zijn hiermee gemoeid ?· Het opzetten van een websiteIn het kader van het project vraaggericht werken, de invoering van de gemeentewinkel en dientengevolge de verbetering van de gemeentelijke website en intranet, is het logisch om in dit verband ook het gemeentelijke vrijwilligersbeleid mee te nemen bij de op te zetten nieuwe website.Belangrijke vragen en afwegingen hierbij:- wie gaat de website opzetten ?- wie gaat de website onderhouden ?- welke links gaat men koppelen aan de website ?- hoeveel en welke kosten zijn hiermee gemoeid ?· Het instellen van een vast ambtelijk aanspreekpuntVrijwilligers beschouwen het gemeentelijke apparaat vaak als één organisatie. In de praktijk wil het wel eens voorkomen dat afdelingen langs elkaar heen werken of dat men met een vraag van de ene naar de andere afdeling wordt gestuurd. Dit kan een grote bron van frustratie zijn die zeer demotiverend werkt. Het kan daarom handig zijn een ambtenaar aan te wijzen die een vast aanspreekpunt is voor vrijwilligers en –organisaties. Van deze ambtenaar kan niet worden verlangd dat hij op alle vragen een antwoord heeft. Wel dient hij erop toe te zien dat de vrager uiteindelijk een antwoord krijgt op zijn vraag. De gemeente zal ervoor moeten zorgen dat de nodige bekendheid wordt gegeven aan het aanspreekpunt. Dit kan bijvoorbeeld door de naam en het telefoonnummer van de ambtenaar te vermelden in de gemeentegids en op de gemeentelijke website. In het kader van de op te zetten nieuwe gemeentewinkel zou naar onze mening in eerste instantie binnen de frontoffice (FO) een persoon als aanspreekpunt moeten gaan fungeren.Belangrijke vragen en afwegingen hierbij:- Past deze doelstelling binnen de ontwikkelingen van de op te zetten gemeentewinkel c.q. de frontoffice (FO) en backoffice (BO) gedachte ?- Moet deze persoon in de FO of in de BO werken?- Heeft een dergelijke functie gevolgen in personele zin (formatie) ?· Het invoeren van een vrijwilligerswerkplatformEen vrijwilligerswerkplatform kan gezien worden als een overleg met als doel dat de gemeente en de vrijwilligersorganisaties elkaar op de hoogte houden van knelpunten en wensen. Ook kunnen organisaties elkaar binnen het overleg op de hoogte houden van alle activiteiten. Het platform biedt een plaats om te komen tot een initiatief voor een gezamenlijke aanpak. Bovendien kunnen met rondetafelgesprekken basisuitgangspunten voor het beleid worden besproken.Belangrijke vragen en afwegingen hierbij:- Het oprichten van een platform kost erg veel ambtelijke inzet. Wegen de baten wel op tegen de kosten?- Willen we het vrijwilligersbeleid wel breed opzetten? Hebben we de partners voldoende te bieden?· Het oprichten van een vrijwilligerscentraleHet werk van vrijwilligers heeft soms baat bij begeleiding door, overleg met en deskundigheid van beroepskrachten of zeer ervaren vrijwilligers. De eisen die aan organisaties worden gesteld worden namelijk steeds hoger. Veel gemeenten hebben er daarom voor gekozen een vrijwilligerscentrale op te richten. Soms is de centrale een aparte organisatie, maar in de grotere gemeenten is de centrale vaak onderdeel van een grotere welzijnsorganisatie. Grotere centrales en de grotere gemeenten bieden een uitgebreid pakket van diensten aan. Kleine centrales doen vooral aan bemiddeling van vrijwilligers en verstrekken informatie en advies. Kleinere gemeenten zouden ervoor kunnen kiezen de ondersteuning samen met omliggende gemeenten te organiseren of bij een grotere welzijnsinstelling in een van de omliggende gemeenten in te kopen. Ook kan gedacht worden aan de inzet van vrijwilligers naast een betaalde coördinator voor een vrijwilligerscentrale of het uitvoeren van een beperkt aantal taken van een functie.De functiegebieden van een vrijwilligerscentrale zijn:- Bemiddeling: het bij elkaar brengen van vraag en aanbod (passief of actief).- Informatie en advies: dit wordt gegeven aan zowel vrijwilligers als aan organisaties, bijvoorbeeld over vragen m.b.t. rechten en plichten van vrijwilligers.- Belangenbehartiging: ondersteuning van vrijwilligers en – organisaties in allerlei situaties.- Promotie: het promoten van lokaal/regionaal vrijwilligerswerk. Tevens is het promoten van de activiteiten van de centrale een belangrijke taak.- Deskundigheidsbevordering: door het aanbieden van cursussen en trainingen.- Werkontwikkeling: de centrale heeft een rol waar het gaat om het vinden van vrijwilligerswerk als aanloop naar betaald werk (= sociale activering en blijft hier in dit verband buiten beschouwing).Belangrijke vraag en afweging hierbij:- Is er in de gemeente Geertruidenberg een instelling die een belangrijke rol kan spelen bij de ondersteuning van het vrijwilligerswerk ?

Artikel 3.3 De rol van een ondersteunende instelling

In een groot deel van de gemeenten is het vrijwilligerswerk, ondermeer als gevolg van de Tijdelijke Stimuleringsregeling Vrijwilligerswerk (TSV) uit 2001 al op een of andere manier onder de aandacht gebracht. Als gevolg van eerdergenoemde regeling zijn bij een groot aantal welzijnsinstellingen steun- c.q. servicepunten vrijwilligerswerk opgericht met als doel de gemeenten ondersteuning te bieden ten aanzien van het stimuleren en uitvoeren van het gemeentelijke vrijwilligersbeleid. In de gemeente Geertruidenberg is onderzocht, welke organisaties een rol zouden kunnen spelen voor wat betreft de externe ondersteuning van het vrijwilligerswerk. Wij hebben geconstateerd dat in principe twee instanties hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen, namelijk de stedelijke instelling voor breed welzijn Meritis te Oosterhout en het Algemeen Maatschappelijk Werk Stichting Trema te Raamsdonksveer. Voor wat betreft de ondersteunende rol van Meritis, ten aanzien van het vrijwilligerswerk in de gemeente Geertruidenberg, verwijzen wij u naar hoofdstuk 4 van deze nota (sociale activering). Omdat ook de ondersteuning van het jeugdbeleid, het algemeen maatschappelijk werk (AMW) en de kinderopvang reeds via de Stichting Trema plaatsvindt, ligt het naar onze mening in de lijn om deze stichting ook te betrekken bij de ondersteuning van het vrijwilligersbeleid. Bovendien heeft de Stichting Trema voor de ondersteuning van gemeenten een afzonderlijk Servicepunt Vrijwilligers (SVP) opgericht met als doel om specifieke ondersteuning te kunnen bieden aan gemeenten bij de uitvoering van het vrijwilligerswerk. In verband hiermede hebben wij in oktober jl. een verzoek om offerte ingediend bij genoemde stichting op welke wijze en tegen welke prijs men ondersteuning zou kunnen bieden voor wat betreft het vrijwilligerswerk in de gemeente Geertruidenberg.In het verlengde van de in hoofdstuk 2.3 genoemde opties voor nieuw beleid heeft men een aanbieding gedaan voor uitvoering van het basispakket. De coördinatie voor de uitvoering van het basispakket ligt in handen van een medewerker van het Servicepunt Vrijwilligers (SPV). Voor een deel van de uitvoering wordt een beroep gedaan op vrijwilligers. De uitvoering van de taken, welke deel uitmaken van het basispakket, vraagt gemiddeld 3 uren per week.In het basispakket van het Servicepunt Vrijwilligers zijn onderstaande diensten opgenomen:

  • 1.

    Het doorlinken van de gemeentelijke website naar de website van het SPV; de site van de SPV zal zodanig worden aangepast dat duidelijk is, dat ook de gemeente Geertruidenberg hierin participeert; het onder de aandacht brengen van de vacatures en de primaire bemiddeling tussen organisaties en vrijwilligers is een van de basistaken van het SPV.

  • 2.

    In overleg met de vrijwilligers en de organisaties waar zij werkzaam zijn wordt bekeken welke behoefte aan deskundigheidsbevordering er bestaat; slechts in beperkte mate wordt door het SPV in cursussen voorzien, hetgeen betekent dat voor het inhuren van specifieke cursussen extra budget beschikbaar dient te zijn.

  • 3.

    Voor het verstrekken van informatie over onkostenvergoedingen, fondsenwerving en knelpunten binnen instellingen en verenigingen richt het SPV twee dagdelen per week een spreekuur in; om dit op een goede manier te kunnen realiseren doet de coördinator ook een beroep op vrijwilligers.

  • 4.

    Ook richt het SPV zich momenteel bij de nieuw te ontwikkelen diensten vooral op flexibilisering in het vrijwilligerswerk. Daarbij kan men denken aan kortdurend vrijwilligerswerk en op maat gesneden vrijwilligerswerk. Daarnaast gaat speciale aandacht uit naar jongeren en vrijwilligerswerk, waarbij momenteel in het kader van de brede school ontwikkelingen, aan samenwerking met scholen wordt gewerkt met zogenaamde maatschappelijke stages.

De kern van deze stages is dat de jongeren kortdurend vrijwilligerswerk verrichten en daarvoor in hun opleiding ook een waardering ontvangen. Op deze wijze verricht een jongere niet alleen vrijwilligerswerk, maar maakt hij ook kennis met allerlei maatschappelijke zaken en activiteiten. De ontwikkeling van deze diensten behoort ook tot een van de basistaken van het SPV en kan van tijd tot tijd resulteren in apart uitgevoerde en gefinancierde projecten. Naast de hierboven genoemde taken uit het basispakket, bestaat er nog de mogelijkheid om, als aanvulling, tegen betaling, ook gebruik te maken van de volgende opties bij het SPV:- (extra) budget deskundigheidsbevordering (zie ook onder punt 2);- organisatie waarderingsmoment vrijwilligers;- activiteitenbudget t.b.v. waarderingsmoment;- benodigd budget t.b.v. het afsluiten van een collectieve verzekering.Naar onze mening zou de door de Stichting Trema gedane aanbieding voor het afnemen van het basispakket, zoals hierboven omschreven onder de punten 1 tot en met 4, op dit moment voldoende mogelijkheden moeten bieden om het vrijwilligerswerk in de gemeente Geertruidenberg een positieve impuls te kunnen geven.In het 4e kwartaal van 2005 kan op basis van een evaluatie bezien worden of het contract met de Stichting Trema, beëindigd, verlengd of uitgebreid zou moeten worden.

Titeldeel 4 Sociale Activering

Een bijzondere vorm van vrijwilligerswerk is sociale activering. Hierbij is niet altijd sprake van vrijblijvendheid. Dit hoofdstuk laat zien wat sociale activering is en hoe hieraan momenteel vorm wordt gegeven binnen de gemeente Geertruidenberg.

Artikel 4.1 Wat verstaan we onder sociale activering ?

Een speciaal werkterrein voor gemeenten binnen het vrijwilligerswerk betreft sociale activering. Sociale activering is als volgt te definiëren:Het verhogen van de maatschappelijke participatie en het doorbreken of voorkomen van sociaal isolement van langdurig werklozen door maatschappelijk zinvolle activiteiten die eventueel een eerste stap op weg naar betaald werk kunnen betekenen.Sociale activering kan activiteiten omvatten als cursussen, vrijwilligerswerk, dagactiviteiten, ontmoetingsbijeenkomsten, stages en dergelijke, en is bedoeld voor mensen met een zo grote afstand tot de arbeidsmarkt dat geen ander (arbeidsmarkt) activeringsinstrument inzetbaar is. Het biedt deze zogenaamde fase 4-groep mogelijkheden om via intensieve ondersteuning in een zinvol sociaal verband te functioneren. Soms geeft deze ondersteuning na lange tijd weer uitzicht op een betaalde baan. Vaak is echter de actieve betrokkenheid in de samenleving het doel. Deze mensen, die veelal als onbemiddelbaar worden beschouwd, blijken vaak goed in staat om zich door middel van vrijwilligerswerk te ontplooien en de contacten te onderhouden met lotgenoten. Sociale activering is ook meer dan alleen vrijwilligerswerk. Andere activiteiten die onder sociale activering vallen zijn: arbeidsgewenning bij een ideële organisatie, het volgen van een cursus, begeleid leren, stageachtige activiteiten of activiteiten alleen voor bepaalde doelgroepen. De deelnemer kan bij sociale activering ook meer plichten hebben of andere plichten in het kader van zijn of haar uitkering. Van vrijblijvendheid is niet altijd sprake. Volgens de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) mag vrijwilligerswerk enerzijds niet zonder meer gebruikt worden als instrument voor sociale activering en anderzijds kan sociale activering niet zomaar de tekorten in het vrijwilligerswerk oplossen. Dat werk is hiervoor te belangrijk en te kwetsbaar.

Artikel 4.2 Gemeentelijk beleid

Het sociale activeringsbeleid is als instrument opgenomen in de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW), de bekostiging van trajecten vindt plaats via het Fonds Werk en Inkomen (FWI). In de meeste gemeenten is op enigerlei wijze vorm gegeven aan het sociale activeringsbeleid. Voorkoming van een maatsschappelijk isolement kan centraal staan, waarbij het op termijn naar werk leiden als uitgangspunt gekozen kan worden.Gemeenten kunnen werklozen verplichten mee te doen aan sociale activering. Voor bijstandsgerechtigden, die zijn ontheven van de arbeidsverplichtingen, geldt dit niet. Echter, dat wil niet zeggen dat deelname van dergelijke cliënten altijd vrijblijvend moet zijn. In het geval dat tussen gemeente en cliënt afspraken worden gemaakt die in een beschikking worden neergelegd is ook het verwijtbaar niet nakomen van de afspraken door deze cliënten sanctioneerbaar.Gemeenten hebben in 1998 en 1999 ruimte gekregen voor beleidsontwikkeling via experimenteerregelingen (opgenomen in artikel 144 van de Algemene Bijstand Wet). Het ging hierbij met name om tijdelijke ontheffing van de sollicitatieplicht en een premievrijlating voor personen die deelnamen aan het traject. Omdat dit succes had, zijn deze maatregelen geformaliseerd in de ABW. Veel mensen zijn hierdoor bijvoorbeeld doorgestroomd naar betaald werk.

Artikel 4.3 De rol van de Stichting Merites

Om uitvoering te kunnen geven aan het vrijwilligersbeleid voor wat betreft het aspect sociale activering is in de loop van het kalenderjaar 2004 contact gezocht met de stedelijke instelling voor breed welzijn Meritis te Oosterhout. Deze instelling heeft een vrijwilligerscentrale opgericht met als doel de vraag en het aanbod op het gebied van vacatures bij het vrijwilligerswerk beter op elkaar af te stemmen. Ook in de gemeente Geertruidenberg is er in het kader van eerdergenoemde sociale activering behoefte aan een vacaturebank.Inmiddels zijn er met Merites afspraken gemaakt dat de gemeente Geertruidenberg kosteloos gebruik kan maken van die vacaturebank. Het belangrijkste doel hiervan is het voorkomen van sociaal isolement en het bevorderen van maatschappelijke participatie van personen die zich in een uitkeringssituatie bevinden. Een bijkomend voordeel kan zijn dat een tijdelijke baan op vrijwillige basis uiteindelijk zou kunnen leiden tot een betaalde baan in de toekomst.In de praktijk betekent dit dat de gemeente Geertruidenberg de plaatsen doorgeeft die vanuit de instellingen deel gaan uitmaken van de vacaturebank, en dat Merites deze gegevens vervolgens gaat beheren en bezien in hoeverre genoemde plaatsen ingevuld kunnen worden. Vanuit onze gemeente dient nog aandacht geschonken te worden aan de vraag of het mogelijk is om via een ‘link’ vanuit de gemeentelijke website naar Merites te wijzen op de aanwezigheid/beschikbaarheid van deze vacaturebank.

Titeldeel 5 Samenvatting

Artikel 5.1 Uitgangspunten

Een van de doelstellingen bij het schrijven van deze nota was om te bezien op welke wijze aan het vrijwilligerswerk in de gemeente Geertruidenberg een positieve impuls gegeven kan worden. Het uitgangspunt hierbij is dat de rol van de gemeente hierbij vooral ondersteunend en faciliterend moet zijn, omdat het vrijwilligersbeleid toch vooral in de praktijk gestalte zal moeten krijgen (bij verenigingen en instellingen en in de dagelijkse maatschappij).

Artikel 5.2 Servicepunt Vrijwilligers

Voorts is het niet zinvol om te trachten opnieuw ‘het wiel uit te vinden’, omdat er via andere gemeenten en via allerlei instellingen reeds veel informatie over vrijwilligersbeleid bekend is. Daar dient naar onze mening dan ook uitvoerig gebruik van gemaakt te worden. In verband hiermee is met betrekking tot de begeleiding bij de uitvoering van het vrijwilligersbeleid in onze gemeente contact gezocht met de Stichting Trema.Wij stellen dan ook voor – ondermeer vanwege de opgedane ervaringen in een aantal andere gemeenten – om van het Servicepunt Vrijwilligers (SPV) van de Stichting Trema het zogenaamde basispakket af te nemen. Op deze wijze kan aan de verenigingen en instellingen in de gemeente Geertruidenberg ondersteuning worden geboden bij de uitvoering van het vrijwilligerswerk (zie hoofdstuk 3 van deze nota).

Artikel 5.3 Vacaturebank Merites

Voor wat betreft het vrijwilligerswerk in het kader van de sociale activering zal gebruik gemaakt worden van de vacaturebank van de stedelijke instelling voor breed welzijn Meritis te Oosterhout. Van genoemde vacaturebank kan door de gemeente Geertruidenberg vooralsnog kosteloos gebruik gemaakt worden (zie hoofdstuk 4 van deze nota).

Artikel 5.4 Recapitulatie

Samenvattend stellen wij voor het vrijwilligersbeleid in de gemeente Geertruidenberg in 2005 een positieve impuls te geven door middel van:

  • a.

    het afnemen van het basispakket van het Servicepunt Vrijwilligers (SPV) zoals omschreven in hoofdstuk 3 van deze nota;

  • b.

    in het kader van de sociale activering (kosteloos) aan te sluiten bij de vacaturebank van de stedelijke instelling voor breed welzijn Meritis te Oosterhout;

  • c.

    ten behoeve van het afnemen van het onder punt a. genoemde basispakket voor 2005 de benodigde financiële middelen beschikbaar te stellen;

  • d.

    in het 4e kwartaal van 2005 een evaluatie te houden over het in deze nota genoemde vrijwilligersbeleid;

  • e.

    bij de Provincie Noord-Brabant te informeren of er subsidiemogelijkheden bestaan bij het opzetten van vrijwilligersbeleid;

  • f.

    de eventueel te ontvangen extra middelen als gevolg van een positief resultaat bij het onder punt e. gestelde, inzetten voor het vrijwilligerswerk.

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave (pagina 2)

Hoofdstuk 1 Vrijwilligerswerk en achtergronden

1.1 Wat verstaan we onder vrijwilligerswerk ?

1.2 Waarom is vrijwilligerswerk belangrijk ?

1.3 Aantallen vrijwilligers en tijdbesteding

1.4 Sectoren vrijwilligerswerk

1.5 Werving en motieven vrijwilligers

1.6 Kenmerken van vrijwilligers

1.7 Ontwikkelingen

Hoofdstuk 2 Beleidsverantwoordelijken

2.1 Rijksbeleid

2.2 Provinciaal Beleid

2.3 Gemeentelijk BeleidHoofdstuk

3 Vrijwilligersbeleid in Geertruidenberg

3.1 Bestaand gemeentelijk beleid

3.2 Nieuw beleid- Afsluiten collectieve verzekering- Organiseren cursus(sen) deskundigheidsbevordering- Uitgifte informatiefolder- Organiseren vrijwilligersdag en –prijs- Plaatsen periodieke rubriek in gemeentekrant- Opzetten website- Vast ambtelijk aanspreekpunt- Invoeren vrijwilligersplatform- Oprichten van vrijwilligerscentrale

3.3 De rol van de Stichting TremaHoofdstuk

4 Sociale Activering

4.1 Wat verstaan we onder sociale activering ?

4.2 Gemeentelijk Beleid

4.3 De rol van de Stichting Meritis

Hoofdstuk 5 Samenvatting

5.1 Uitgangspunten

5.2 Servicepunt Vrijwilligers (SPV)

5.3 Vacaturebank Meritis

5.4 Recapitulatie