verordening geurhinder en veehouderij gemeente Geertruidenberg

Geldend van 31-12-2010 t/m heden

Intitulé

verordening geurhinder en veehouderij gemeente Geertruidenberg

 

Nummer 10

 

De raad van de gemeente Geertruidenberg;

 

gelezen het voorstel van het college van 9 november 2010

 

gelet op artikel 6 van de wet geurhinder en veehouderij;

 

gezien het raadsbesluit 12B d.d. 30 september 2010;

 

besluit:

 

De raad besluit gewijzigd vast te stellen:

 

de ‘verordening geurhinder en veehouderij gemeente Geertruidenberg’

 

Artikel 1 begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder: A veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de

    Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het

    fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren; B Wet: de Wet geurhinder en veehouderij;C Geurgevoelig object: zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder

    en veehouderij;D Bebouwde kom: een aaneengesloten verstedelijkte vorm van

    bebouwing met een overwegende woonfunctie. De bebouwde

    kommen van Geertruidenberg, Raamsdonksveer en Raamsdonk

    zijn exact gedefinieerd op de kaart ‘huidige geurbeleving 2010,

    aangepaste grenzen bebouwde kom Raamsdonk’ d.d. 18-11-2010

    en de kaart ‘geurbeleving- maximale doorgroei 2010, aangepaste

    grenzen bebouwde kom Raamsdonk’, d.d. 18-11-2010

 

Artikel 2 aanwijzing gebieden

  • 1 Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 1, van de Wet wordt aangewezen het volgende gebied: het gehele grondgebied van de gemeente Geertruidenberg;

  • 2 Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 3, van de Wet wordt aangewezen het volgende gebied: het gehele grondgebied van de gemeente Geertruidenberg; 

  • 3 Het gebied als bedoeld in de leden 1 en 2 wordt aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten behorende bij de oplegnotitie d.d. 19-11-2010;

     

Artikel 3 andere waarde voor de vaste afstanden

Op grond van artikel 6 lid 2 van de Wgv en in afwijking van artikel 3, tweede lid van de Wgv, bedraagt de afstand tussen een veehouderij en een geurgevoelig object dat onderdeel uitmaakt van een andere veehouderij, of dat op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij in het gehele grondgebied van de gemeente:a. Binnen de bebouwde kom ten minste 50 meter;b. Buiten de bebouwde kom ten minste 25 meter.

 

Artikel 4 andere waarde voor de vaste afstanden

Op grond van artikel 6 lid 3 van de Wgv en in afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wgv, bedraagt de afstand tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld”, en een geurgevoelig object in het gehele grondgebied van de gemeente:a. Binnen de bebouwde kom ten minste 50 meter;b. Buiten de bebouwde kom ten minste 25 meter.

 

Artikel 5 citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de“Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Geertruidenberg”. 

Artikel 6 in werkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie van de verordening;

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 16 december 2010,
 
De raad van Geertruidenberg,de griffier,                                                   de voorzitter,
 
 
 
 
drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere      M.J.A. Meijer