Regeling vervallen per 14-07-2017

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent niet-productieve investeringen water Openstellingsbesluit Niet-productieve investeringen water - KRW-EVZ

Geldend van 14-07-2017 t/m 13-07-2017

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent niet-productieve investeringen water Openstellingsbesluit Niet-productieve investeringen water - KRW-EVZ

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gelet op artikel 1.3 en paragraaf 6 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland;

I. Aanvragen om subsidie als bedoeld in paragraaf 6 (Niet-productieve investeringen water) van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland kunnen worden ingediend van 15 augustus 2016 tot en met 30 september 2016. II. Het subsidieplafond is:     a. Voor het beheersgebied van het Waterschap Rijn en IJssel € 2,0 miljoen, waarvan € 1,0 miljoen uit middelen van het ELFPO, € 500.000,- uit middelen van de provincie en € 500.000,- uit middelen van het waterschap;     b. Voor het beheersgebied van het Waterschap Veluwe en Vallei € 1,0 miljoen, waarvan € 500.000,- uit middelen van het ELFPO, € 250.000,- uit middelen van de provincie en € 250.000,- uit middelen van het waterschap;     c. Voor het beheersgebied van het Waterschap Rivierenland € 0,- miljoen. III. Verdeling van de middelen vindt op grond van artikel 1.15 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland plaats op grond van een rangschikking van de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen. IV. De volgende nadere regels vast te stellen: Regeling Niet-productieve investeringen water - KRW-EVZ Gelderland 2016.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1.

    KRW: Kaderrichtlijn Water, Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1);

  • 2.

    KRW-factsheets: factsheets voor de KRW-oppervlaktewateren, zoals opgenomen in de Omgevingsvisie Gelderland (zie bijlage 30 van Omgevingsvisie onderdeel Visie);

  • 3.

    KRW-project: een project dat gericht is op realisatie van de doelen van de Kaderrichtlijn Water;

  • 4.

    Natte ecologische verbindingszone: de natte ecologische verbindingszone als onderdeel van de Groene Ontwikkelingszone, zoals opgenomen in de Omgevingsvisie Gelderland en na realisatie als onderdeel van het Gelders Natuur Netwerk;

  • 5.

    Urgente gebieden: prioritaire gebieden voor de realisatie KRW/EVZ;

  • 6.

    Verordening: Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.6.1 van de Verordening wordt subsidie verstrekt voor bovenwettelijke niet-productieve investeringen, die gericht zijn op de inrichting van een natte ecologische verbindingszone voor de doelsoort Winde en/of Kamsalamander, zoals opgenomen in de Omgevingsvisie Gelderland. Het betreft de inrichting van natuurvriendelijke oevers, stapstenen of vispassages voor het vispasseerbaar maken van een stuw. De activiteiten kunnen alleen plaatsvinden in de urgente gebieden, zoals opgenomen op de kaarten in bijlage 1 en 2 bij dit openstellingsbesluit.

Artikel 3 Aanvrager

In afwijking van artikel 2.6.2 van de Verordening kan subsidie op grond van deze paragraaf alleen worden verstrekt aan:

  • a.

    waterschappen;

  • b.

    gemeenten;

  • c.

    samenwerkingsverbanden van een waterschap of gemeente met landbouwers, grondeigenaren, grondgebruikers, landbouworganisaties, natuurorganisaties of landschapsorganisaties.

Artikel 4 Subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 2.6.3 van de Verordening kan subsidie alleen worden verstrekt voor:

  • a.

    de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende goederen, waaronder ook wordt verstaan de inrichting van grond;

  • b.

    de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

  • c.

    de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs;

  • d.

    de kosten van adviezen duurzaamheid op milieu en economisch gebied;

  • e.

    niet verrekenbare of niet compensabele BTW;

  • f.

    personeelskosten.

Artikel 5 Hoogte subsidie

  • 1 De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten;

  • 2 Geen subsidie wordt verleend indien de subsidie minder zou zijn dan € 250.000,-.

Artikel 6 Rangschikkingscriteria

Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 2.6.5 van de Verordening de volgende rangschikkingscriteria:

  • a.

    de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de realisatie van de doelen van de KRW, zoals beschreven in de factsheets van de KRW-oppervlaktewaterlichamen en opgenomen in de Omgevingsvisie Gelderland;

  • b.

    de mate van kosteneffectiviteit van het project, hetgeen blijkt uit de verhouding tussen de hoogte van de kosten en het te realiseren resultaat: voor de activiteiten inrichting van natuurvriendelijke oevers, stapstenen en vispassages wordt de kosteneffectiviteit afgemeten aan de gemiddelde kostprijs per ingerichte hectare. De berekening van dit gemiddelde is gebaseerd op de gesommeerde kosten en omvang van ingerichte hectares, voor zover deze het resultaat zijn van de uitvoering van subsidiabele activiteiten conform artikel 2, met dien verstande, dat de kosten van de inrichting van vispassages buiten beschouwing worden gelaten tot een maximum van € 200.000 per ingerichte vispassage;

  • c.

    de mate van samenwerking, hetgeen blijkt uit een samenwerkingsovereenkomst met één of meerdere partijen voor minimaal de projectperiode.

Artikel 7 Puntenmethodiek voor de rangschikking van activiteiten

Gedeputeerde Staten bepalen het aantal punten als volgt:

  • a.

    voor artikel 6 onderdeel a (bijdrage realisatie KRW) kunnen maximaal 12 punten worden toegekend:

    • I.

         12 punten: zeer grote bijdrage aan de KRW-doelen in het KRW-waterlichaam en de daarmee verbonden overige wateren;

    • II.

         9 punten: grote bijdrage aan de KRW-doelen in het KRW-waterlichaam en de daarmee verbonden overige wateren;

    • III.

        6 punten: voldoende bijdrage aan de KRW-doelen in het KRW-waterlichaam en de daarmee verbonden overige wateren;

    • IV.

      1 punt: matige bijdrage aan de KRW-doelen in het KRW-waterlichaam en de daarmee verbonden overige wateren;

  • b.

    voor artikel 6 onderdeel c (kosteneffectiviteit) kunnen maximaal 4 punten worden toegekend:

    • I.

          4 punten: €0,- tot en met €120.000,-/ha;

    • II.

         3 punten: € 120.000 tot en met € 135.000,-/ha;

    • III.

        2 punten: € 135.000,- tot en met € 150.000,-/ha;

    • IV.

      1 punt: €150.000,- tot en met €165.000,-/ha;

  • c.

    voor artikel 6 onderdeel d (samenwerking) kunnen maximaal 4 punten worden toegekend:

    • I.

          4 punten: indien sprake is van samenwerking door minimaal 5 van de in artikel 3 onderdeel c genoemde partijen;

    • II.

         3 punten: indien sprake is van samenwerking door minimaal 4 van de in artikel 3 onderdeel c genoemde partijen;

    • III.

        2 punten: indien sprake is van samenwerking door minimaal 3 van de in artikel 3 onderdeel c genoemde partijen;

    • IV.

      1 punt: indien sprake is van samenwerking door minimaal 2 van de in artikel 3 onderdeel c genoemde partijen.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de Verordening wordt subsidie geweigerd als:

  • a.

    aanvragen voor activiteiten gericht op het criterium genoemd in artikel 7 onderdeel b duurder zijn dan € 165.000 per ha;

  • b.

    aanvragen in het totaal niet een minimumscore van 11 punten hebben behaald;

  • c.

    aanvragen geen positief advies van het waterschap hebben o.g.v. de Watervergunning of het Projectplan Waterwet.

Artikel 9 Adviescommissie

Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden voorgelegd aan een adviescommissie als bedoeld in artikel 1.14 van de Verordening.

Artikel 10 Bevoorschotting

Een aanvraag om voorschot als bedoeld in artikel 1.23 van de Verordening kan een keer per jaar worden ingediend.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling Niet-productieve investeringen water - KRW-EVZ Gelderland 2016.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Toelichting Regeling Niet-productieve investeringen water - KRW-EVZ Gelderland 2016 

 

1. Inleiding

Op 16 februari 2015 heeft de Europese Commissie het derde Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 goedgekeurd. Het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) is een Europees subsidieprogramma dat gericht is op de versterking van het Nederlandse platteland. POP3 is een vervolg op POP2 en loopt van 2014-2020. POP3 wordt gefinancierd vanuit ELFPO; het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.

2. Regeling Niet-productieve investeringen water - KRW-EVZ Gelderland 2016

Om tot subsidiëring van projecten over te kunnen gaan, maakt de provincie gebruik van subsidie-regelingen. Niet-productieve investeringen zijn investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van een bedrijf tot gevolg hebben. Productieve investeringen hebben dat wel. Het gaat bij niet-productieve investeringen bijvoorbeeld om investeringen gericht op verbetering van de waterkwaliteit en waterkwantiteit om daarmee een bijdrage te leveren aan doelstellingen zoals beschreven in de Kaderrichtlijn Water en in de Omgevingsvisie Gelderland. Productieve investeringen zoals de maatregelen in het kader van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) vallen daarom niet onder deze regeling. In de Regeling Niet-productieve investeringen water - KRW-EVZ Gelderland 2016 staan de nadere regels voor de openstelling op grond van paragraaf 6 “Niet-productieve investeringen water” van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland. Met deze openstelling wordt ingezet op de beleidsthema’s Kaderichtlijn Water in combinatie met de inrichting van natte ecologische verbindingszones. Immers in de praktijk gaat het veelal om dezelfde type activiteiten: verbetering van de (ecologische) waterkwaliteit, vasthouden van water en vermindering van wateroverlast door ontwikkeling van robuuste watersystemen en aanleg van natte ecologische verbindingszones door de inrichting van natuurvriendelijke oevers, stapstenen of vispassages voor het vispasseerbaar maken van stuwen.

Een POP-project moet een relatie hebben met de landbouw. Voor projecten in gebied met de bestemming landbouw is dit geen discussie. Voor projecten in gebieden die geen bestemming landbouw hebben is met instemming van de Europse Commisie aan de hand van een aantal fictieve voorbeeldprojecten de ‘bandbreedte’ voor de relatie met de landbouw aangegeven (zie www.regiebureau-pop.nl). Deze voorbeeldprojecten zijn onder andere gericht op de realisatie van natuurvriendelijke oevers langs watergangen en de aanleg van vispassages. De Regeling Niet-productieve investeringen water - KRW-EVZ Gelderland 2016 is een nadere invulling van de algemene bepalingen uit de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland. Aanvragen dienen dan ook te voldoen aan de bepalingen uit beide regelingen. Daarnaast worden de subsidie-aanvragen getoetst op hun bijdrage aan de regionale waterbeheerplannen en moeten deze voldoen aan alle toepasselijke weten regelgeving.

Voor de openstelling “Niet-productieve investeringen water - KRW-EVZ” acht de provincie Gelderland de volgende criteria specifiek van belang: • projecten leveren een bijdrage aan de realisatie van de doelen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) en EU-Nitraatrichtlijn. Dit zijn de relevante internationale / EU-doelen voor het beleidsthema water. Voor de realisatie van bovenstaande doelen is het van belang aansluiting te zoeken bij het waterbeheer-programma van het waterschap dat bevoegd is in het projectgebied. Projecten leveren daarnaast een bijdrage aan de natuurdoelstellingen voor natte ecologische verbindingszones van de provincie Gelderland, zoals beschreven in de Omgevingsvisie Gelderland; • een kosteneffectieve uitvoering; • samenwerking van partijen. Inbreng en betrokkenheid van meerdere partijen kan leiden tot meer draagvlak en tot inhoudelijk betere resultaten.

Bovenstaande punten worden in hoofdstuk 3 onder het kopje “Rangschikkingscriteria” nader toegelicht.

3. Artikelgewijze toelichting

Subsidiabele activiteiten (artikel 2)

Dit openstellingsbesluit richt zich op de uitvoering van KRW-projecten, waarbij een bijdrage wordt geleverd aan de realisatie van een natte ecologische verbindingszone binnen de Groene Ontwikkelingszone, zoals opgenomen in de Omgevingsvisie Gelderland. Deze realisatie richt zich op de inrichting van een natuurvriendelijke oever, een stapsteen en/of het vispasseerbaar maken van een stuw voor de doelsoort Winde (een vissoort) en/of Kamsalamander. Als deze soorten profiteren van de nieuwe inrichting, zal dat voor veel meer soorten gelden. De provincie streeft er naar dat de nieuw ingerichte natuurpercelen opgenomen worden binnen het Gelders Natuur Netwerk. En tevens dat ze, als dit nog niet het geval is, een passende bestemming krijgen (natuur, of water/natuur). De provincie gaat er vanuit dat aanvrager, voorzover van toepassing, hiertoe het initiatief neemt en afspraken maakt met de gemeente. Op deze wijze wordt een duurzame bijdrage geleverd aan de realisatie van de ecologische verbindingszones tussen de natuurkerngebieden van het Gelders Natuurnetwerk en daarmee aan de instandhouding en/of herstel van de biodiversiteit.

Specifieke informatie is te vinden op internet: • doelen en ambities natte ecologische verbindingszones: zie paragraaf 4.3.13 van de Omgevingsvisie, onderdeel Verdieping: http://bit.ly/1XXKGAK • ligging van de natte ecologische verbindingszones: zie kaart 9 “Water en Natuur” van de Omgevingsvisie Gelderland, onderdeel Verdieping, aangegeven als “Water als Verbinder” http://bit.ly/1XXKGAK

De activiteiten kunnen alleen plaatsvinden in de “urgente” gebieden, zoals opgenomen in de kaarten in bijlage 1 en 2 bij dit openstellingsbesluit. Aanvragers wordt gevraagd om duidelijk te motiveren dat de activiteiten plaatsvinden in een van de “urgente” gebieden, bij voorkeur op kaart. Er wordt bewust gekozen voor investeren in deze gebieden, in plaats van het inzetten van de beschikbare middelen verspreid over een groter gebied. In de gekozen urgente gebieden is in het verleden al relatief veel geïnvesteerd. Als deze gebieden nu zoveel mogelijk “af” worden gemaakt, dan krijgen de investeringen uit het verleden daardoor meerwaarde. Focus is extra van belang omdat de beschikbare middelen beperkt zijn. Er is te weinig geld beschikbaar om alle Gelderse KRW-waterlichamen en hun bovenlopen in alle verbindingszones aan te pakken.

Aanvragers (artikel 3)

Als aanvrager een samenwerkingsverband van een waterschap of een gemeente met andere partijen is, dan wordt die samenwerking onderbouwd met documenten. Samenwerking blijkt uit de aanwezigheid van een ondertekende samenwerkingsovereenkomst tussen tenminste twee partijen voor minimaal de projectperiode waarin afspraken zijn vastgelegd over de uitvoering van het project.

Subsidiabele kosten (artikel 4 en 5)

In afwijking van artikel 2.6.3 van de Verordening zijn niet alle in dat artikel genoemde kosten subsidiabel. Sommige van deze kosten zijn namelijk bij de inrichting van gebieden, zoals hier aan de orde, niet nodig en tevens niet wenselijk. Niet subsidiabel zijn bijvoorbeeld de aanschaf van tweedehands installaties en de kosten van haalbaarheidsstudies. Onderdeel van de subsidiabele kosten kan de aankoop van grond zijn. In dat geval zijn de voorwaarden uit artikel 1.10 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland onverkort van toepassing. Inrichtingsmaatregelen op de (aangekochte) grond vallen onder ‘verbetering’ van de gronden, waarop deze voorwaarden voor de aankoop van grond niet van toepassing zijn. De subsidie is 100% van de subsidiabele kosten. De provincie stelt hiervan 75% als subsidie beschikbaar, opgebouwd als volgt: 50% vanuit ELFPO (het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling) en 25% vanuit provinciale middelen gericht op realisatie van het Gelders NatuurNetwerk (GNN). De resterende 25% financiert het waterschap en wordt beschouwd als onderdeel van de subsidie vandeze openstelling. De volledige POP3-subsidie wordt door het betaalorgaan (RVO.nl) aan de begunstigde uitbetaald.  

Rangschikkingscriteria (artikel 6)

1. Mate waarin de activiteit bijdraagt aan de doelen uit de Kaderrichtlijn Water Het project dient een bijdrage te leveren aan de realisatie van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). De doelen en ambities voor de Kaderrichtlijn Water zijn opgenomen in de Omgevingsvisie van Gelderland. De voorgenomen KRW-maatregelen zijn opgenomen in de zogenaamde factsheets, als onderdeel van de Omgevingsvisie Gelderland. Deze factsheets bevatten ook een analyse van de toestand en trend van de KRW-kwaliteitsparameters. De beoogde KRW-projecten zijn gericht op de doelrealisatie van KRW-oppervlaktewaterlichamen. Voorbeelden van activiteiten zijn de aanleg- en inrichting van natuurvriendelijk oevers die tevens een buffer vormen tegen emissies naar oppervlaktewater, het herstel van watersystemen naar hun natuurlijke toestand waaronder beekherstel, aanleg natuurvriendelijke oevers, stapstenen en de hermeandering van waterlopen. Daarnaast kan worden gedacht aan het herstellen van vismigratiemogelijkheden (bijvoorbeeld de aanleg van vispassages), de vernatting van gronden, de aanleg van bufferzone’s langswatergangen, activiteiten die het waterbergend vermogen van gronden en watersystemen vergroten, de aanleg van helofytenfilters (natuurlijke waterzuiveringsystemen) en waterhuishoudkundige aanpassingen in het watersysteem.

Omdat het bij dit criterium gaat om de kern van waarom subsidie wordt gegeven, kunnen hier relatief veel punten worden gescoord, namelijk maximaal twaalf. Dit aantal is gereserveerd voor activiteiten die een zeer grote bijdrage leveren aan de KRW-doelen in het KRW-waterlichaam plus de daarmee verbonden overige wateren. Naarmate de bijdrage minder groot is, kunnen minder punten worden gescoord.

Specifieke informatie over de Kaderrichtlijn water en over ecologische verbindingszones is te vinden op internet: • doelen en ambities KRW, zie paragraaf 4.5.2 van de Omgevingsvisie, onderdeel Verdieping: http://bit.ly/1TOeUFS • ligging en voorgenomen activiteiten van KRW-oppervlaktewaterlichamen zoals opgenomen in de KRW-factsheets voor oppervlaktewateren, zie bijlage 30 van Omgevingsvisie, onderdeel Visie: https://gelderland.tercera-ro.nl/plannen/NL.IMRO.9925.SVOmgvisieGC-gc03/b_NL.IMRO.9925.SVOmgvisieGC-gc03_30.pdf • doelen en ambities natte ecologische verbindingszones: zie paragraaf 4.3.13 van de Omgevingsvisie, onderdeel Verdieping: http://bit.ly/1XXKGAK • ligging van de natte ecologische verbindingszones: zie kaart 9 “Water en Natuur” van de Omgevingsvisie Gelderland, onderdeel Verdieping, aangegeven als “Water als Verbinder” http://bit.ly/1XXKGAK

2. Mate van kosteneffectiviteit van de activiteit De kosteneffectiviteit van de activiteit blijkt uit de verhouding tussen de mate van doelbereik en de hoogte van de kosten. In welke verhouding staat de gevraagde projectsubsidie tot de totale projectinvestering en de projectdoelen? Dit is concreet gemaakt door activiteiten met een relatief lage prijs voor de aanschaf/inrichting van gronden meer punten te laten scoren. Als de gemiddelde kosten hoger zijn dan € 165.000 per ha., dan wordt dit gezien als onvoldoende kosteneffectief en worden op dit criterium geen punten gescoord. Bij de berekening van de gemiddelde kosten per ha. worden de kosten van eventuele vispassages buiten beschouwing gelaten, met een maximum van € 200.000 per vispassage. Dit om te voorkomen dat aanvragen met een vispassage bij het bepalen van de gemiddelde kosten per ha. in het nadeel zijn ten opzichte van aanvragen zonder vispassage. De grens van € 200.000 is gekozen vanuit de opvatting dat, naarmate vispassages duurder zijn, de kosteneffectiviteit afneemt.

3. Mate van samenwerking Samenwerking in de vorm van een samenwerkingsverband (artikel 3 sub c: aanvrager is een samenwerkingsverband) blijkt uit de aanwezigheid van een ondertekende samenwerkingsovereenkomst tussen tenminste twee partijen voor minimaal de projectperiode waarin afspraken zijn vastgelegd over de uitvoering van het project. Maar ook als een waterschap of een gemeente formeel aanvrager zijn, kan sprake zijn van samenwerking, bijvoorbeeld wanneer een natuurorganisatie een rol vervult bij de uitvoering of bij de monitoring van de effecten op de ecologie, of (als een waterschap aanvraagt) wanneer de gemeente zorgt voor bestemmingsplanwijziging. Belangrijk is dat in de aanvraag wordt toegelicht hoe en met welke partijen wordt samengewerkt. Naarmate meer partijen bij de samenwerking betrokken zijn, worden op dit onderdeel meer punten gescoord.

Puntenmethodiek en beoordeling (artikelen 7 en 8)

Na sluiting van de indieningstermijn worden alle aanvragen door een onafhankelijke adviescommissie beoordeeld en in een bepaalde rangorde op een lijst geplaatst. De plaats in de rangorde wordt bepaald door het aantal punten dat door de adviescommissie aan het project is toegekend. Voor elk project geldt dat een minimum aantal punten dient te worden behaald om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Het doel van de rangschikking is om de aanvragen/activiteiten onderling te vergelijken en de beste te selecteren en te honoreren. De systematiek staat het niet toe dat na sluiting van de indieningstermijn de aanvragen alsnog worden gewijzigd. Wij adviseren aanvragers de aanvragen minimaal veertien dagen vóór sluiting van de indieningstermijn in te dienen om eventuele wijzigingen en/of aanvullingen nog tijdig te kunnen doorvoeren. Dit laat onverlet de eventuele mogelijkheid om na de sluitingsdatum onvolledige aanvragen aan te vullen.

Weigeringsgronden (artikel 9)

Zoals in het voorgaande onderdeel gesteld, worden aanvragen met een gemiddelde prijs per ha. van meer dan € 165.000 als niet kosteneffectief gezien. Dit is een weigeringsgrond. Als aanvragen te weinig bijdragen aan het realiseren van de doelen, i.c. ze scoren niet het vereiste minimumaantal van 11 van de maximaal 20 te behalen punten, dan kunnen ze om die reden geweigerd worden. Een wat minder substantiële bijdrage aan de doelen kan tot op zekere hoogte worden gecompenseerd door een goede prestatie/score op kosteneffectiviteit of samenwerking. Voor de voorgenomen activiteiten, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zal in de regel een Watervergunning of een Advies Projectplan Waterwet vereist zijn. Door een positief advies van het Waterschap hierover bij indiening van de aanvraag verplicht te stellen, wordt voorkomen dat subsidie wordt toegekend voor aanvragen/activiteiten die uiteindelijk wegens het uitblijven van een Watervergunning of een positief Advies Projectplan Waterwet niet worden gerealiseerd. Deze verplichting geldt voor alle aanvragers (genoemd in artikel 3), dus ook voor de waterschappen zelf.